Onderzoeksgroep
Expertise
Juridisch advies en onderwijsassistentie op het gebied van Belgisch mededingingsrecht, productreglementering en handelspraktijken, én daarmee verbonden aspecten van intellectuele eigendom.
Het beheersen van de ecosysteem-macht van platformen met behulp van contractenrecht en mededingingsrecht.
Abstract
Online platformen hebben de efficiëntie van contractketens verhoogd door de transactiekosten te verminderen en markttoegangbarrières te verlagen. Hiermee zou de platformeconomie aanzienlijke positieve welvaartseffecten kunnen hebben voor alle actoren in contractketens. De kracht van platformen ligt in hun drievoudige rol als (i) poortwachter voor het platform, (ii) wetgever van relaties binnen het platform-ecosysteem en (iii) actor met functionaliteiten binnen het platform. Er zijn echter aanwijzingen van negatieve welvaartseffecten bij handelaars, dienstverleners (zoals platformwerkers) en consumenten. Deze problemen lijken vooral veroorzaakt te worden doordat de platformkracht vaak resulteert in excessieve macht binnen het ecosysteem. Dit onderzoek beoogt om tot een mechanisme te komen dat toelaat om deze macht in te perken, zonder de platformsterktes -en dus ook mogelijk positieve welvaartseffecten- te verliezen. Huidige oplossingen voor dit probleem negeren de evolutie van tweepartijenovereenkomst naar ecosysteemovereenkomst en van absolute marktmacht naar relatieve ecosysteem-macht. Wetgeving en literatuur negeren daarbij in het bijzonder de rol van het platform als ecosysteem-wetgever en de interactie van deze rol met de andere rollen. Dit project, daarentegen, integreert de drie aspecten van platformmacht in één juridisch model gebaseerd op het ecosysteem en pakt de problemen holistisch aan door contractrechtelijke en mededingingsrechtelijke oplossingen te combinerenOnderzoeker(s)
- Promotor: Verheyen Wouter
- Co-promotor: Blockx Jan
- Co-promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het temmen van ecosysteem-macht van platformen met behulp van contractenrecht en mededingingsrecht.
Abstract
Online platformen hebben de efficiëntie van contractketens verhoogd door de transactiekosten te verminderen en markttoegangbarrières te verlagen. Hiermee zou de platformeconomie aanzienlijke positieve welvaartseffecten kunnen hebben voor alle actoren in contractketens. De kracht van platformen ligt in hun drievoudige rol als (i) poortwachter voor het platform, (ii) wetgever van relaties binnen het platform-ecosysteem en (iii) actor met functionaliteiten binnen het platform. Er zijn echter aanwijzingen van negatieve welvaartseffecten bij handelaars, dienstverleners (zoals gig werkers) en consumenten. Deze problemen lijken vooral veroorzaakt te worden doordat de platformkracht vaak resulteert in excessieve macht binnen het ecosysteem. Dit onderzoek beoogt om tot een mechanisme te komen dat toelaat om deze macht in te perken, zonder de platformsterktes -en dus ook mogelijk positieve welvaartseffecten- te verliezen. Huidige oplossingen voor dit probleem negeren de evolutie van tweepartijenovereenkomst naar ecosysteemovereenkomstenketens en van absolute marktmacht naar relatieve ecosysteem-macht. Wetgeving en literatuur negeren daarbij in het bijzonder de rol van het platform als ecosysteem-wetgever en de interactie van deze rol met de andere rollen. Dit project, daarentegen, integreert de drie aspecten van platformmacht in één juridisch model gebaseerd op het ecosysteem en pakt de problemen holistisch aan door contractrechtelijke en mededingingsrechtelijke oplossingen te combineren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
- Co-promotor: Blockx Jan
- Mandaathouder: Li Yibo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de mededingingsrechtelijke gevolgen van gebruik van big data door IT ondernemingen in de recente rechtspraak van het Hof van Justitie en de EU lidstaten.
Abstract
Een aantal grote conglomeraten bekleden dominante posities die het resultaat zijn van het beheer van gebruiksdata. Zij maken van die data gebruik om hun invloed in verschillende bedrijfsdomeinen te vergroten. In dit verband rees de vraag in de schoot van mededingingsautoriteiten hoe dergelijk marktgedrag en de mogelijke machtsposities of zefs monopolies die eruit resulteren best gecontroleerd worden. Sinds the Google/Double Click zaak in 2007 hebben mededingingsautoriteiten over de gehelme wereld strategieën uitgewerkt om dergelijke nadelige praktijken voor de mededinging in te dijken. Tot vandaag heeft de Koreaanse mededingingsautoriteit nog geen zaak beoordeeld waarbij IT ondernemingen en gebruik van zogenaamde big data aan bod kwamen. Om goed voorbereid te zijn op de toekomstige ontwikkelingen in de markt wil het onderzoek nagaan hoe binnen de Europese Unie naar die ontwikkelingen wordt gekeken, vooreerst op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie en vervolgens ook iop grond van de rechtspraak in de lidstaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Digitaal Onderwijs en auteursrecht
Abstract
Het onderzoek beoogt in kaart te brengen wat de invloed is van het auteursrecht op digitaal onderwijs. Welke grenzen stelt het auteursrecht aan de verschillende vormen van digitaal onderwijs? Via het onderzoek zal in kaart worden gebracht voor welke handelingen toestemming aan auteurs moet worden gevraagd. Om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken wordt vooreerst een inventaris opgemaakt van de huidige en te verwachten digitale onderwijstechnieken. Via een enquête zal het personeel van de Universiteit Antwerpen worden ondervraagd over welke digitale onderwijstechnieken zij toepassen. Hierbij zal ook nagegaan worden in hoeverre men bewust is van auteursrechtelijke aspecten. Na deze inventaris zullen de regels uit het auteursrecht op de geïnventariseerde technieken worden toegepast. Hierdoor kan worden nagegaan welke handelingen wel en welke niet de toestemming van auteurs vereisen. Veel aandacht zal natuurlijk besteed worden aan de regels die het auteursrecht specifiek voorziet voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Het auteursrecht voorziet namelijk uitzonderingen op de rechten van een auteur, om onderwijs en onderzoek niet te belemmeren. Wat deze auteursrechtelijke regels betreft zal zowel de huidig als de toekomstige regeling worden bestudeerd. Het onderzoek zal uiteindelijk uitmonden in een praktische leidraad voor het universitair onderwijs. Via deze leidraad zal kunnen worden nagegaan voor welke handelingen men al dan niet de toestemming van auteurs nodig heeft.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhees Hendrik
- Co-promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Systeemrisico's in EU recht. De mogelijke bijdrage van EU-agentschappen aan het mitigatiebeleid inzake netwerkdiensten.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Herwig Alexia
- Promotor: Popelier Patricia
- Co-promotor: Popelier Patricia
- Co-promotor: Straetmans Gert
- Mandaathouder: Simoncini Marta
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een gestandaardiseerde risicoregeling in de Europese Unie: een nieuwe uitdaging in een meergelaagd rechtssysteem.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Herwig Alexia
- Co-promotor: Straetmans Gert
- Mandaathouder: Simoncini Marta
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een optioneel instrument voor de Europese Unie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bestaansreden en functie van het Europese eengemaakte modellenrecht naast een expanderend auteursrecht.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhees Hendrik
- Co-promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen (Faculteit Rechten).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. het project heeft tot doel een evenwichtig beheersmodel uit te bouwen voor de rechtsbibliotheek als laboratorium voor onderzoek en voor onderwijs in alle rechtsdomeinen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Welk internationaal familierecht is nodig voor de goede werking van de interne markt.
Abstract
Steunend op de vaststelling dat de communautaire wetgever, in het raam van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (art. 61c en 65 EG-Verdrag), steeds meer aandacht toont voor het uitvaardigen van communautaire maatregelen inzake internationaal familierecht, beoogt het project in te gaan op de meest prangende vragen betreffende de verhouding tussen het internationaal familierecht en het communautair integratieproces. Het project zal bestaan uit 2 grote delen. In het eerste deel zal worden ingegaan op fundamentele vragen over toelaatbaarheid, wenselijkheid, intensiteit en effecten van communautaire ipr-maatregelen op het domein van familierecht. Zowel het institutioneelrechtelijk kader (m.i.v. de omvang van de communautaire bevoegdheden en de eventuele grenzen aan het optreden van de EG) als de impact van de verdragsbepalingen inzake vrij verkeer en non-discriminatie zullen worden onderzocht. In het tweede deel zal, mede in het licht van de onderzoeksresultaten uit het eerste deel, de aandacht gaan naar specifieke deeldomeinen van het internationaal familierecht. Beoogd wordt een kritische analyse te maken van bestaande en voorgenomen instrumenten, en in het bijzonder de Brussel II bis-verordening en maatregelen inzake het op scheiding toepasselijke recht (Rome III) en de wederzijdse erkenning op het gebied van de patrimoniale gevolgen van de scheiding van gehuwde en ongehuwde paren. Erfrecht zal niet als zodanig een apart onderzoeksthema zijn, maar zal op functionele wijze worden betrokken wanneer dit nodig blijkt voor de studie van andere genoemde aspecten. Beide delen van het project zullen worden onderzocht in studies van Europese experten inzake EG-recht, internationaal privaatrecht en (Europees) familierecht, die in boekvorm zullen worden gepubliceerd na debat en confrontatie met de ideeën van andere academici, practici (advocaten, magistraten) en Europese en nationale beleidsverantwoordelijken op een besloten seminarie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Straetmans Gert
- Co-promotor: Swennen Frederik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Positie van Vlaanderen en andere subnationale entiteiten in de toekomstige Europese Grondwet.
Abstract
Het voorgestelde project wil op concrete wijze in kaart brengen hoe subnationale entiteiten, inzonderheid Vlaanderen, deelnemen aan de besluitvorming in de Europese Unie, en hoe deze deelname in de nabije toekomst kan geoptimaliseerd worden. In die zin poogt het project een antwoord te vinden op één van de belangrijke uitdagingen waarvoor de Europese Unie (EU) zich aan de vooravond van de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa geplaatst ziet, met name de instellingen dichter bij de burger brengen. In concreto spitst het onderzoek zich toe op de vraag in welke mate subnationale beleidsverantwoordelijkheid de kloof met de burger ten aanzien van de Europese besluitvorming kan dichten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
- Co-promotor: Meeusen Johan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geschillenbeslechting inzake internationale contracten in de Europese Unie : convergenties en divergenties tussen 'Brussel I' en 'Rome I'.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Invloed van de globalisering op de positie van de consument in het Europese en internationale mededingingsrecht.
Abstract
De globalisering van de economie zet marktorganisatorische beginselen op de helling, niet in het minst in het mededingingsrecht. De overtuiging dat de consument de ultieme beneficiaris van mondiale mededinging is, wordt nadrukkelijk in vraag gesteld. In dit licht verschilt de Amerikaanse aanpak, met een voorname rol voor de consument, sterk van de Europese. Onderhavig onderzoek stelt daarom een vergelijkende analyse van de positie van de consument in beider mededingingsbeleid voorop.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Installatiekrediet nieuw ZAP : Behoorlijk bestuur voor burgers en consumenten in de Europese Unie.
Abstract
Het voorgestelde project poogt een antwoord to vinden op een van de belangrijkste uitdagingen waarvoor de Europese Unie (EU) zich aan de vooravond van de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa geplaatst ziet. De kern van die uitdaging wordt samengevat in de titel door `behoorlijk bestuur' naast `burger en consument' to plaatsen. Het onderzoek beoogt om via de studie van specifieke institutioneel- en materieelrechtelijke deel-thema's, een juridische analyse to maken van de nauw verweven problematiek van participatie en responsabilisering van burgers en consumenten op de uniemarkt. Het project-voorstel sluit nauw aan bij het zevende prioritaire onderzoeksthema -"Citizens and governance in the European knowledge-based society"- van het Meerjarig Kaderprogramma 2002-2006 van de Europese Gemeen-schap (hierna Zesde Kaderprogram-ma). Tevens poogt het antwoorden to formuleren op de Europese beleids- en bestuursvragen uit het recente Witboek Europese Governance (hierna Witboek).Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De juridische aspecten van de internationalisering en de europeanisering van de economie.
Abstract
Het vooropgestelde onderzoek zou onder de noemer `global governance' kunnen worden gerangschikt, waarbij de vraag centraal staat naar `hoe de juridische en maatschappelijke samenhang te verzekeren in een plurale samenleving die transnationaal van aard is ?'. `Global governance` kan in relatie met het individu, maar ook, in relatie met de markt onderzocht worden. Het vooropgestelde onderzoek neemt vooreerst de globalisering van de markt als uitgangspunt en peilt naar de invloed van de wezenlijke veranderingen van economische aard op de regelgeving. Daarbij wordt de nadruk gelegd op drie deelaspecten, met name de organisatie van de internationale economie, het internationale contractenrecht en de eenmaking van het Europese privaatrecht. In een algemeen deel dat als een vooronderzoek de twee aanvullende bijzondere delen voorafgaat, wordt de juridische organisatie van de internationale economie bestudeerd. In de deelonderzoeken verschuift de focus naar deelaspecten van die organisatie. Het mededingingsrecht in ruime zin, d.i. met inbegrip van de zogenaamde reglementering van de handelspraktijken, wordt daarin aangegrepen als illustratie bij uitstek van de (on)mogelijkheid het Europese privaatrecht een te maken en van de invloed van de globalisering op het internationale contractenrecht. In dit deelonderzoek wordt bijzondere aandacht besteed aan de rol en de positie van de consument in het Europese en internationale mededingingsrecht. Het tweede deelonderzoek spitst de onderzoeksvraag toe op het bijzondere domein van elektronische handel. Uitgerekend in dit domein noopt de mondialisering van de handel tot het herijken van het rechtskader. De vraag naar een adequate regelgeving, waarmee liberalisering wordt bedoeld, is onlosmakelijk verbonden met de legitieme, gebeurlijk conflicterende belangen van onderneming en consument.Onderzoeker(s)
- Promotor: Straetmans Gert
- Mandaathouder: Straetmans Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject