Onderzoeksgroep

Expertise

Mijn onderzoek focust voornamelijk op de politieke economie van milieu en ontwikkeling, op kritische visies rond groen neoliberalisme en 'groene economie' voorstellen, en op alternatieve paradigma's, sociale bewegingen en processen rond 'degrowth' en dekoloniale benaderingen van socio-ecologische verandering. Meer specifiek focus ik op milieu- en sociale rechtvaardigheidsaspecten in internationaal beleid rond klimaatsverandering en ecosysteemdiensten, zoals bijvoorbeeld koolstof- en biodiversiteitsmarkten, alsook Betalingen voor ecosysteemdiensten (Payments for Ecosystem Services). Empirisch focust het grootste deel van mijn onderzoek zich op Centraal- en Zuid-Amerika, waarbij ik vooral multi-disciplinaire en participatief actieonderzoek toepas. Conceptueel situeert mijn onderzoek zich vooral binnen de brede domeinen van politieke ecologie, ecologische economie, en kritische geografie.

De dominante voedselproductie uitdagen: Kennis van alternatieve voedselsystemen binnen alledaagse weerstanden. 01/11/2024 - 31/10/2025

Abstract

Het heersende voedselproductieparadigma is zowel onhoudbaar als onrechtvaardig, wat de aandacht heeft gevestigd op alternatieven zoals inheemse en agro-ecologische productiesystemen. Toch lopen deze aloude praktijken, die vaak worden toegepast door gemarginaliseerde gemeenschappen, het risico te worden gecoöpteerd of geïnstrumentaliseerd door marktkrachten, in plaats van transformatieve veranderingen teweeg te brengen. Toch zijn er actoren die volharden in het behoud en de overdracht van Traditionele Ecologische Kennis en AgroEcologische Kennis, omdat ze hun inherente politieke betekenis erkennen. Deze weerstand is niet beperkt tot specifieke regio's, maar manifesteert zich wereldwijd. Door middel van een vergelijkende analyse wil deze studie zich verdiepen in de sociale mechanismen aan de basis die de circulatie van deze kennis faciliteren. Door agroecologie in Vlaanderen te vergelijken met inheemse gemeenschappen in de Peruaanse Andes, wil het onderzoek gedeelde uitdagingen en dynamieken aan het licht brengen. Door gebruik te maken van het kader van alledaags verzet, onderzoekt de studie subtiele maar impactvolle handelingen die deze systemen in het dagelijkse leven in stand houden. Het project omarmt een decoloniale en feministische intersectionele lens en maakt gebruik van etnografische instrumenten en een participatieve actieonderzoeksbenadering. Op basis hiervan zal het onderzoek waardevolle beleidsaanbevelingen opleveren voor het verbeteren van deze initiatieven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tegen het vergeten: Een verkenning van poëtische gebaren van terugkeer naar en kering van het land in Palestina. 01/12/2022 - 30/11/2026

Abstract

In verschillende fasen en gecentreerd rond herinnering, verzet en verbeelding - wil dit project de settler koloniale uitwissingen en de daaropvolgende praktijken van verzet tegen deze uitwissingen onderzoeken. Het wil manieren verkennen om met het land om te gaan en het te cultiveren door middel van generatieve daden van verzet geworteld in vragen rond zaden, aarde en populaire pedagogieën. De belangrijkste doelstelling is om de reactivering van collectieve herinneringen te vervlechten met meerdere vormen van storytelling en kritische herinnering en dit alles gebruikmakend van noties van undercommons en voortvluchtigheid, collaboratief grass-roots film methodologieën en praktijken van kritische fabulatie, om uiteindelijk artistieke gebaren en gesprekken te informeren die postkoloniale en landgerichte verbeelding voor ogen hebben. Als uitgangspunt experimenteert dit project met het ontwikkelen van dekoloniale esthetica en vormen die gegrond zijn in doorleefde realiteiten. Het wil ook momenten van ontmoeting en samenzijn in en met het landschap faciliteren door te wandelen. Hiernaast wil het ook vormen van film maken en wandelen verkennen als mogelijke subversieve relaties tot het land en als manier van opnieuw wereld te maken. Gestructureerd rond de Palestijnse landbouwkalender, ontvouwt het project zich via verschillende onderdelen; een speculatieve documentaire die zich voornamelijk afspeelt in Om Sleiman Community Farm die geschiedenissen en momenten vastlegt die de huidige sociaal-politieke en ecologische bewegingen vormgeven; een participatief digitaal geluidsarchief dat persoonlijke cartografieën en geluiden van een reeks begeleide pedagogische wandelingen omvat, en tenslotte een collaboratief meertalig dagboek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

"¡Daniel y Somoza, Son la Misma Cosa!" Kwalitatief Onderzoek naar de Rol van Geheugen en Ruimte in Generatie-overschrijdend Verzet tegen Autocratie in Nicaragua. 01/11/2022 - 31/10/2026

Abstract

In 2018 werden de massale protesten in Nicaragua beantwoord met repressie en dodelijk geweld door de Ortega regering. Voor velen leek dit op de donkerste momenten van de Somoza dictatuur (1936-1979), waarbij beide regimes en de strijd tegen hen met elkaar werden vergeleken of gelijkgesteld. Dit doctoraatsproject onderzoekt de rol van geheugen en ruimte in generatie-overschrijdend verzet tegen autocratie in Nicaragua. Academici inzake autocratisering hebben weinig systematisch onderzoek gevoerd naar generatie-overschrijdende aspecten binnen lange-termijn verzet tegen systemen van autocratie, noch naar de gevolgen die ze kunnen hebben op politieke opvattingen en/of strategieën van activisten. Om deze leemte op te vullen zal dit project interageren met en verder bouwen op Cultural Studies en Memory Studies om de rol van geheugen en ruimte in de (dis)continuïteiten in het verzet tegen 2 opeenvolgende, verschillende autocratische staatsprojecten te ontrafelen. Dit project bouwt voort op de ervaringen en politieke opvattingen van 2 generaties Nicaraguaanse activisten en de gevolgen die de verlopen tijd op hen heeft. Om deze getuigenissen te verzamelen wordt een combinatie van etnografische onderzoeksmethoden en historische data collectie aangewend. Deze case study zal de basis vormen voor een kritisch theoretisch kader inzake generatie-overschrijdend verzet tegen autocratie en waarbij de staat als primaire site van politieke analyse wordt gedecentraliseerd en gedepriviligeerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

ICP Connect - Masteropleiding globalisatie 01/09/2022 - 31/08/2027

Abstract

Via ICP Connect wil IOB haar langetermijnstrategie versterken om haar partners in het Zuiden te betrekken bij het co-creëren van gezamenlijke onderwijsinitiatieven, en zich ontwikkelen van een in het Noorden gevestigd naar een genetwerkt, gediversifieerd, multi-epistemisch, 'dekoloniaal' instituut voor co-creatie van kennis en beleidsdialoog. Het voorstel voor globalisering en ontwikkeling is gebaseerd op de lessen die zijn geleerd en de wegen die zijn ingeslagen tijdens het zeer innovatieve proefproject van VLIR ICP IF in Midden-Amerika, en beoogt een internationaal netwerk van partners die een wereldwijd masterprogramma voor globalisering en ontwikkeling aanbieden, inclusief een digitale/gemengde proef, gebaseerd op gezamenlijke academische capaciteit en gedeelde onderzoeks- en maatschappelijke activiteiten. Dit netwerk zal worden gevoed door Communities of Practice, intersectionele onderwijs-onderzoek-ontmoetingsplatforms waar meerdere visies en kennis voortdurend worden besproken en transformatieve alternatieven worden gegenereerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderwijsproject

Milieubeleidsinstrumenten in goederenketens; vergelijking van multi-level governance voor biodiversiteit en klimaatactie in Brazilië, Colombia en Indonesië (EPICC-Topup). 15/01/2021 - 31/03/2025

Abstract

Context: De omvorming van natuurlijke ecosystemen voor gebruik als landbouwgrond en voor de winning van mineralen is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit in de wereld. Tegelijkertijd vormen ontbossing en aantasting van bossen in de tropen de op één na grootste bron van broeikasgasemissies wereldwijd. Ondanks het wetenschappelijk bewijs dat landbouw en mijnbouw grote bedreigingen vormen voor de biodiversiteit en het mondiale klimaat, worden de grenzen van de mondiale waardeketens steeds verder verlegd tot in de tropische bossen, met ontbossing, aantasting van bossen en verlies van biodiversiteit tot gevolg. De planetaire organisatie van waardeketens is een deel van het probleem: ze versterkt de behoefte aan vlees en mineralen, vergroot de afstand tussen de locaties van winning en productie, en de plaatsen van verwerking en eindconsumptie. Deze ontkoppeling zorgt ervoor dat de consumptielocaties losgekoppeld worden van de lokale socio-ecologische effecten van de productie. De laatste jaren zijn consumenten, regeringen en in de EU gevestigde bedrijven steeds meer op zoek naar oplossingen voor de ecologische en sociale externe effecten van ingevoerde basisproducten zoals vlees en mineralen. Deze hernieuwde gevoeligheid heeft geleid tot nieuwe regelgeving (bijv. de FLEGT-richtlijn van de EU), maar ook tot transnationale bedrijven die richtsnoeren voor beste praktijken en certificeringsregelingen (bijv. Fairmined) hebben ingevoerd. Belangrijkste doelstellingen en methodologie: EPICC past een polycentrische benadering van governance en milieurechtvaardigheid toe om vier geselecteerde basisproductketens te onderzoeken (vee, palmolie, goud en tin) die de Europese markt 'voeden'. EPICC tracht de bestuurs- en machtsverbanden in kaart te brengen die de meervoudige productie- en transformatiegebieden en hun meervoudige rechtssystemen verbinden met de Europese regelgevende, politieke en sociaaleconomische ruimte. Op die manier identificeert en analyseert EPICC hefboomeffecten (chokeholds) en blinde vlekken, en werpt het licht op de micro- en macroomstandigheden die de beperking van de milieu- en sociale effecten op de geselecteerde productielocaties (in Brazilië, Colombia en Indonesië) kunnen vergemakkelijken. Potentieel effect: EPICC zal bijdragen tot de productie van nieuwe bottom-up en co-geconstrueerde multidisciplinaire wetenschappelijke kennis over de interacties tussen transnationale productieketens die de EU bereiken, klimaatverandering, verlies van sociale en biologische diversiteit en territoriale ecologische onrechtvaardigheden. Het zal de geografische en disciplinaire syllabus waarin verlies van sociale en milieudiversiteit en klimaatverandering vaak worden geplaatst, ter discussie stellen. Zij zullen worden bestudeerd door de bril van de complexe reeks materiële en immateriële relaties die bestaan tussen de lokale en de mondiale economie, hun instellingen, actoren en interacties (onder meer via de regelgeving, de wetgeving en de particuliere interventies die worden ondernomen door de EU en EU-actoren zoals NGO's, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en DE particuliere actoren) Het zal de mainstream governance-studies verrijken met een perspectief van politieke ecologie, ecologische rechtvaardigheid en transnationale waardeketens. Het zal de onderlinge verbondenheid van besluitvorming, van mondiaal tot lokaal, aan het licht brengen, zodat beleid en interventies op alle niveaus van de keten worden bepaald door een lokaal geworteld, ecologisch rechtvaardig, complex en multidisciplinair begrip van het feit dat wat er op het terrein gebeurt samenhangt met het netwerk van particuliere actoren, instellingen en machtsdynamieken die vorm, bestuur en werking binnen de waardeketens.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Milieubeleidsinstrumenten in goederenketens; vergelijking van multi-level governance voor biodiversiteit en klimaatactie in Brazilië, Colombia en Indonesië (EPICC). 15/12/2020 - 31/03/2025

Abstract

Context: De omvorming van natuurlijke ecosystemen voor gebruik als landbouwgrond en voor de winning van mineralen is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit in de wereld. Tegelijkertijd vormen ontbossing en aantasting van bossen in de tropen de op één na grootste bron van broeikasgasemissies wereldwijd. Ondanks het wetenschappelijk bewijs dat landbouw en mijnbouw grote bedreigingen vormen voor de biodiversiteit en het mondiale klimaat, worden de grenzen van de mondiale waardeketens steeds verder verlegd tot in de tropische bossen, met ontbossing, aantasting van bossen en verlies van biodiversiteit tot gevolg.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Dromen, nachtelijke visioenen en dekoloniale aspiraties in het oosten van de DR-Congo: Onderzoek naar pluriversele kosmo-visioenen in conflictgebieden. 01/11/2021 - 31/10/2024

Abstract

Door dromen serieus te nemen, beoogt dit project alternatieve manieren te formuleren van 'de wereld begrijpen' in conflictgebieden. Kennis over vredesinterventies werd lang bepaald door het vinden van antwoorden op onderliggende oorzaken en symptomen van geweld. Conflictstudies erkennen steeds vaker de beperkingen van vredesinterventies veroorzaakt door een westers georiënteerde logica. Het door conflicten geteisterde Kivu is emblematisch voor het beperkte succes van uitgebreide vredesinterventies in het handhaven van de vrede. Door westerse vooronderstellingen te nuanceren, zal het project verschillende manieren documenteren waarop geweld ervaren, en de kosmos (de wereld) begrepen wordt. Een herbeoordeling van het droomleven beantwoordt aan de dringende behoefte om alternatieve manieren te vinden om geweld te begrijpen en om aan vredesopbouw te doen op manieren die niet aansluiten bij de dominante benaderingen. Doorheen tijd en ruimte zijn dromen in verband gebracht met activiteiten zoals uit het lichaam treden, met communicatie met de doden, met kwaadaardige verlangens, en met dialogen met het onderbewustzijn. De bekende, maar verwaarloosde, veranderlijke, zintuiglijke en spirituele dimensies van dromen zullen worden gemobiliseerd om het onderliggende pluriversalisme te bespreken. Het project is onderbouwd door dekoloniale aspiraties, en is het gewijd aan theoretische en empirische analyses van pluriversele - in plaats van universele - kosmovisies van dromen en geweld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

'Multifrictionele' Gewassen: De Sociale Levens van Cacao en Oliepalmen In Tijden van Extinctie en Hoop. 01/10/2021 - 30/09/2024

Abstract

Van wilde bomen tot commerciële gewassen, van vernietigers tot redders van het bos: cacao en oliepalmen hebben een bijzondere plaats in de geschiedenis van globale sociaal-ecologische verbanden. Als antwoord op de dreiging die een uitbreidende grootschalige landbouw voor klimaat en biodiversiteit vormt, kijken beleidsmakers vaak naar deze gewassen als oplossing. Cacao en oliepalmen worden geacht in staat te zijn om meerdere ecosysteemdiensten te integreren bij de productie van commerciële landbouwgewassen en tegelijk de levensomstandigheden van lokale gemeenschappen te verbeteren. De analytische uitdaging van dit project focust op een verbeterde kennis van de complexe verbanden tussen de materiële bijzonderheden van cacao en oliepalm en de meervoudige menselijke betekenissen en waarden die hen doen balanceren tussen drijfveren van uitsterving en hoop. Via de innovatieve conceptuele benadering van "multifrictionele" gewassen volgt dit onderzoek cacao en oliepalm van Congolese wouden tot Nederlandse en Belgische steden en havens. Het onderzoekt hoe verschillende vormen van milieubeleid en kennis, alledaagse praktijken en meersoortige relaties in spanning komen te staan bij het vormgeven van het sociaal-ecologische leven van deze gewassen, en van de mensen die ze verbouwen. Op die manier biedt het verbredende perspectieven op duurzaamheid en rechtvaardigheid, die gericht zijn op de vraag welke ethische ontmoetingen kunnen worden opgebouwd om tot rechtvaardige resultaten te komen

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

ePEStemologie: naar een consolidatie van sociale en ecologische integriteit voor natuurbehoud en ontwikkeling in 'betalingen voor ecosysteemdiensten' (PES). 01/01/2021 - 31/12/2023

Abstract

De laatste 15 jaar werden betalingen voor ecosysteemdiensten (PES) een belangrijk instrument om de overgang naar sociaaleconomische en milieu duurzaamheid te bevorderen via economische stimuli voor bodem- en waterbescherming, koolstofsequestratie en biodiversiteitsbehoud. Hoewel PES ontworpen werd als een marktgebaseerde transactie, worden ontwerp en implementatie ervan gevormd door uiteenlopende waardekaders die worden bepaald door de intersectie van contextspecifieke sociaal-culturele relaties, ongelijke machtsverhoudingen in landbeheer, opkomende ecologische processen en de economische krachten die landgebruik bepalen. Dit onderzoeksproject wil voor het eerst alle academische PES literatuur systematiseren om de verschillende kennistheorieën bij het beoordelen van succes of falen van PES te identificeren. Die database ("ePEStemologie") wordt aangevuld met diepgaande casestudies in Québec (Canada) en Nicaragua (lange-termijn ontwikkelingspartner van de Vlaamse instelling), twee verschillende agrarische contexten, ieder met meer dan 10 jaar PES-ervaring. De basis voor het onderzoek is een transformatief paradigma met prioriteit voor sociale en milieurechtvaardigheid, door wetenschappers, praktijkmensen en onderzoeksdeelnemers verantwoordelijk te houden voor de wijze waarop kennis gezamenlijk wordt gegenereerd. Met de database als startpunt wil het project een wereldwijd consortium tot stand brengen voor mondiale transdisciplinaire dialoog en samenwerking rond PES-projecten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het 'Plantationocene' in vraag stellen: onderzoek naar het potentieel van 'groene economie'-strategieën voor een sociaalecologische transformatie. 01/11/2020 - 31/12/2023

Abstract

In antwoord op de groeiende bezorgdheid over de gevolgen die de moderne samenleving heeft op de levensondersteunende systemen van de aarde, begint de wetenschap het begrip 'anthropoceen' te gebruiken, waarmee verwezen wordt naar het geologische tijdperk waarin de mens een fysieke stempel op de planeet aanbrengt. Door het erkennen van deze bedreigingen, pogen beleidsmakers de overgang te maken naar een 'groene economie', waarin milieuproblemen worden aangepakt via economische groei gecentreerd rond technologische verbeteringen en via marktgerelateerde oplossingen. Sociale wetenschappers wijzen echter op het historische onevenwicht in de reproductie van het anthropoceen in de praktijk, gebaseerd op klasse-, ras- en genderverschillen. Door gebruik van het recente 'plantationocene' concept, bestudeert dit onderzoek hoe twee 'groene economie' strategieën (koolstof- en biodiversiteitscompensatie en ecotoerisme) via een 'plantage-logica' steunen op het disciplineren van mens en natuur om de wereld op een controleerbare, efficiënte, berekenbare en voorspelbare manier vorm te geven. Door gebruik te maken van multidisciplinaire methoden en twee gevalstudies in India en Indonesië, worden cruciale inzichten verdiept over de manier waarop deze strategieën de beperkende discipline van de plantagelogica blijven reproduceren. Dit onderzoek vormt dan ook de grondslag om verheldering te brengen in belangrijke contradicties die het voorwerp van debat zijn in het duurzaamheidsonderzoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Mondiale dreigingen tegenover gelokaliseerde praktijken: betaling voor ecosysteemdiensten vs. erkenning en aanpassing van ecosysteemkennis in Nicaragua en Guatemala. 01/01/2020 - 31/12/2023

Abstract

Betalingen voor ecosysteemdiensten (PES) zijn uitgegroeid tot een dominant paradigma in het milieu- en klimaatbeleid. De aanpak is aantrekkelijk: landgebruikers, vaak niet gemotiveerd om op hun land voordelen uit de natuur (ecosysteemdiensten) te genereren, worden daartoe aangemoedigd door middel van voorwaardelijke betalingen van andere actoren (bv. energie-intensieve bedrijven die betalen voor het behoud van bossen). Mondiale klimaatfinancieringsinstrumenten zoals koolstofmarkten, het VN-programma ter vermindering van emissies ten gevolge van ontbossing en bosdegradatie (REDD+), en biodiversiteit-compensatiemechanismen weerspiegelen de populariteit van PES bij donoren. PES krijgt echter ook kritiek, omdat de werkmethoden vaak neoliberale beheerssystemen opleggen in plaatselijke territoria, leiden tot onteigening van lokale landgebruikers, bestaande ongelijkheden verankeren, en conflicten over hulpbronnen veroorzaken. Deze bezorgdheden maken een kritisch onderzoek noodzakelijk naar de manier waarop mondiale problemen verstrengeld zijn met gelokaliseerde kennis. Door een vergelijking van PES-sites in Nicaragua en Guatemala bestuderen we de manier waarop PES-instrumenten het historische geheugen vorm geven, de dynamische interactie tussen natuur en maatschappij, macht en verschil in de dagelijkse praktijk en als gestructureerde relaties. Dit onderzoek versterkt de kennis rond zowel PES als lokale ecologische kennis, en biedt relevante beleidsinzichten rondom PES-interventies.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Aandacht voor arbeiders en water: naar meer duurzame samenwerkingen rond kleinschalige goudmijnbouw in Zuid-Peru 01/01/2020 - 31/08/2022

Abstract

Peru is de zesde grootste producent van goud ter wereld (USGS 2017). Minstens 15% van het Peruaanse goud wordt geproduceerd door middel van kleinschalige, informele mijnbouw - meer dan de helft daarvan bevindt zich in de regio van Puno. De mijnbouw is ongetwijfeld een van de belangrijkste activiteiten om in het levensonderhoud van de regio te voorzien; toch gaat dit gepaard met aanzienlijke socio-economische en socio-ecologische kosten. Dit project heeft tot doel deze problemen aan te pakken door kennis te ontwikkelen die een meer duurzame, inclusieve en sociaal rechtvaardige ASGM-sector zal bevorderen. Er zijn twee belangrijke doelstellingen. Ten eerste zullen we de co-creatie van kritische kennis over het proces van goudproductie verbeteren, zowel wat betreft de manier waarop de activiteit is ingebed in de lokale gemeenschappen (door te focussen op arbeiders) als de impact op het omringende milieu (door te focussen op water). Kennis zal door academische en niet-academische belanghebbenden worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat het werk zowel praktische als academische waarde heeft. Ten tweede zullen we een mechanisme ontwikkelen om ervoor te zorgen dat kennis effectief wordt gedeeld tussen alle relevante stakeholders.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Transitie naar duurzame ontwikkeling aan de landbouwgrens in Nicaragua: articulatie van 'Microfinanciering Plus' en lokale institutionele verandering naar duurzaamheid. 01/12/2018 - 30/11/2021

Abstract

Participatief actie-onderzoek naar de territoriale 'pathway' dynamieken die leiden tot de dominantie van een (sociaal en ecologisch) niet duurzame extensieve veeteelt en een hiermee gepaard gaande massale ontbossing met negatieve gevolgen in termen van klimaatverandering, biodiversiteit en gewelddadige onteigening van de originele inheemse bevolking. Het onderzoek vindt plaats in de streek van het natuurreservaat Bosawas (Noorden van Nicaragua). De resultaten van het participatieve actie-onderzoek vormen het vertrekpunt voor de identificatie van en de promotie van concrete mogelijkheden tot transformatie van deze dynamieken. (Dit is de doelstelling van het Transformation to Sustainability (T2S) initiatief – in het kader van de klimaatakkoorden van Parijs). De actie-component is vooral verbonden met het zoeken naar verbeterde strategieën voor microfinanciering, technische assistentie en 'Betalingen voor Milieudiensten' van de partnerorganisatie (Fondo de Desarrollo Local/ FDL – één van de grootste microfinancieringsinstellingen in Nicaragua, opgericht door Nitlapan-Universidad Centroamericana, de academische partner van het IOB en USOS). Ook worden lokale 'citizen science' weerstations geïnstalleerd (i.s.m. de milieu-NGO Centro Humboldt), die via een connectie met Hadley-center in de UK, toelaten om lokale weers- en klimaatvoorspellingen te doen die we willen gebruiken om meer lokaal klimaatbewustzijn te stimuleren. Via deze ingangspoorten en het bredere participatief onderzoek is het de bedoeling om een alliantie van lokale en andere relevante actoren te creëren/stimuleren met het potentieel om de huidige destructieve dynamieken om te buigen. (o.a. via een code-of-conduct van alle banken en microfinancieringsinstellingen, lokale ontwikkelingsplannen van lokale overheden, coöperatieven, deelname aan veeteelt-duurzaamheidsfora enz. )

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een sociaal- en politiek-geïnformeerde analyse van 'Betalingen voor Ecosysteemdiensten': Vergelijkende gevalstudies in Nicaragua en Guatemala. 01/10/2018 - 30/09/2022

Abstract

Het op marktprincipes gebaseerde 'Betalingen voor Ecosysteemdiensten (PES)' is meer en meer een dominant paradigma voor het internationale milieu- en klimaatbeleid geworden. Op het eerste gezicht oogt deze aanpak zeer aantrekkelijk: landgebruikers, dikwijls maar zwak gemotiveerd om natuurlijke hulpbronnen (en de zogenaamde ecosysteemdiensten die deze produceren) te beschermen, worden door PES gestimuleerd om dit wel te doen via conditionele betalingen door geïnteresseerde consumenten/kopers (bv. koofstof-beperkte elektriciteitsbedrijven of reizende onderzoekers van universiteiten die betalen voor herbebossing om hun CO2 emissies te compenseren). PES systemen worden ook aangeprezen als een aantrekkelijk instrument voor armoedebestrijding in het Zuiden. Het idee van conditionele 'groene' betalingen komt duidelijk tot uiting in internationale instrumenten voor klimaatfinanciering, zoals het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM) in het Kyoto-protocol, vrijwillige en verplichte koolstofmarkten en het wereldwijde VN-programma voor het terugdringen van emissies door ontbossing en bosdegradatie ( REDD+, opgenomen in het Parijs Klimaatakkoord van 2015). Al deze instrumenten kunnen worden geconceptualiseerd als globale PES-mechanismen. Maar ondanks de toenemende populariteit bij donors en overheden zijn de empirische bewijzen over de resultaten van PES, in termen van zowel sociale als milieueffecten, niet echt overtuigend. Ook blijft de theoretische onderbouw voor de interpretatie van de socio-economische en politieke processen in PES systemen erg zwak, wat leidt tot een erg oppervlakkige, en daardoor dikwijls inadequate duiding van de manier waarop machtsrelaties en culturele diversiteit de uiteindelijke sociale en ecologische resultaten van PES projecten vorm geven. Door een vergelijkende analyse van minstens twee gevalstudies in Nicaragua en Guatemala wil dit onderzoek nieuwe onderzoeks- en uiteindelijk interventie-methodologieën ontwikkelen die kunnen bijdragen om deze analytische en empirische leemtes in de kennis over PES systemen te verminderen. Daartoe willen we onderzoeken in welke mate en hoe PES instrumenten erin slagen (of juist niet) om de fundamentele verhoudingen tussen natuur en lokale samenleving te veranderen, en hoe ze het gedrag m.b.t. het gebruik van natuurlijke hulpbronnen al dan niet kunnen wijzigen in diverse sociale en culturele contexten. Dit onderzoek wil daardoor beleidsrelevante inzichten genereren over hoe interacties van het globale tot het lokale niveau (en omgekeerd) concreet vorm geven aan PES interventies. Dit moet het mogelijk maken voor het PES beleid om beter aan te sluiten bij lokale noties van waarde, gelijkheid en rechtvaardigheid, en zodoende ook meer effectief te zijn in het nastreven van globale ecologische doelstellingen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Betalingen voor milieudiensten en landgebruik: motivationele en institutionele interacties - een praktijkonderzoek op het platteland in Nicaragua. 01/10/2013 - 30/09/2016

Abstract

Tijdens het laatste decennium hebben "Betalingen voor Ecosysteemdiensten"(PES, Payments for Ecosystem Services), zowel in academische als politieke kringen, steeds meer aandacht gekregen in de context van natuurbehoud. Deze aanpak oogt ook aantrekkelijk: land gebruikers, die vaak slecht gemotiveerd zijn om de natuur op hun land te beschermen, worden aangemoedigd om dit toch te doen doormiddel van directe en voorwaardelijke betalingen door gebruikers/ kopers geïnteresseerd in de zodoende geproduceerde ecosysteemdiensten (bijvoorbeeld stedelijke downstream watergebruikers die upstream boeren betalen voor het verbeteren van waterinfiltratie op hun land door herbebossing en/of erosiebestrijding). PES mechanismen worden ook steeds meer gezien als veelbelovende instrumenten voor plattelandsontwikkeling en armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, omdat ze een bijkomende inkomensbron voor dikwijls geïsoleerde rurale gemeenschappen zouden vormen. De PES filosofie en de concrete initiatieven zijn echter niet onomstreden. Ondanks de groeiende literatuur over PES zijn er nog grote tekortkomingen in onze theoretische en empirische kennis over de sociaalecologische en politiekeconomische gevolgen van PES mechanismen en de interactie van monetaire stimuli met reeds bestaande motivaties voor individuele en collectieve beslissingen m.b.t. bodemgebruik en al dan niet duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Dit onderzoek draagt bij aan een meer uitgebreide en holistische agenda over het potentieel en de beperkingen van PES-initiatieven doormiddel van theoretische reflectie en vergelijkende gevalstudies in Nicaragua.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De rol van "Betalingen voor Milieudiensten" voor een duurzaam waterbeheer in Midden-Amerika. 01/10/2006 - 30/09/2010

Abstract

Zoals in andere ontwikkelingslanden staan de watersystemen in Centraal Amerika onder sterke druk; die druk wordt veroorzaakt door een gebrek aan integraal waterbeheer en zwakke publieke instituties. In de context van een aantal pilootprojecten in de regio, wil het project onderzoeken of en in welke mate het concept van "Betalingen voor Milieudiensten" mogelijkheden biedt om hieraan te remediëren door de introductie van marktprincipes.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject