Onderzoeksgroep
Expertise
Sociaal-wetenschappelijk onderzoek en beleidsadvies mbt interacties wetenschap - samenleving Sociaal-wetenschappelijk onderzoek en beleidsadvies mbt culturele verandering en culturele diversiteit Theoretisch-sociologische maatschappij-analyse
De industrie van het uitbesteden van visumprocessen: het geval van Afghaanse vluchtelingengezinnen op zoek naar hereniging in België
Abstract
Het uitbesteden van de verwerking van visa is een relatief recente sector die zich in iets meer dan twintig jaar tijd aanzienlijk heeft kunnen uitbreiden. In Europa zijn particuliere visaverwerkende bedrijven (VPCs) een sleutelrol gaan spelen in het beheer van migratie, omdat ze kunnen inspelen op de behoefte van nationale regeringen om grote aantallen visumaanvragen sneller te verwerken. VPC's houden zich meestal bezig met het verstrekken van informatie over de visumprocedure aan aanvragers, het plannen van afspraken met klanten in hun visumaanvraagcentra (VACs), het controleren van de documentatie, het digitaliseren van de aanvraaggegevens en het doorsturen ervan naar de consulaten. VPC's zijn meestal niet belast met het goed- of afkeuren van visumaanvragen, wat een verantwoordelijkheid van de nationale regeringen blijft. Ondanks het belang van deze gevestigde industrie, is er relatief weinig bekend over hoe deze de migratie naar Europa beïnvloedt. Dit project wil daarom de visaverwerkende industrie onderzoeken door te kijken naar de interacties tussen staten en VPC's en naar hoe migranten in kwetsbare situaties door het visumproces navigeren. In het bijzonder zal dit onderzoek zich richten op vluchtelingen uit Afghanistan en hun uitdagingen met het proces van gezinshereniging naar België. Het wil een licht werpen op hoe deze nieuwe privéactoren het migratielandschap voor kwetsbare categorieën migranten veranderen en hoe dit hun migratietrajecten en -ervaringen beïnvloedt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Belloni Milena
- Co-promotor: Verschraegen Gert
- Mandaathouder: Penna Giovanni
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zorgen voor morgen: werken aan een duurzame uitvaartzorg in een superdiverse samenleving.
Abstract
Een van de dingen die de Covid19-pandemie heeft getoond is het belang maar ook de kwetsbaarheid van de uitvaartsector. De sector is klein maar belangrijk aangezien ieder lid van de samenleving er ooit mee in aanraking komt. Des te opvallender was het relatieve gebrek aan media-aandacht of sociale steun voor de sector tijdens de pandemie. Deze observatie vormde de kiem voor een nader onderzoek naar problemen waarmee de sector worstelt, die verder reiken en langer teruggaan dan de Covid19-pandemie. Culturele veranderingen en verschuivingen in onze samenleving impliceren wijzigende, steeds diversere en individuelere uitvaartwensen. Verdere professionalisering van de uitvaartsector in Vlaanderen vraagt om een samenwerking van cultuursociologisch, juridisch, ethisch en ecologisch onderzoek. Dit interdisciplinair project dat tot stand kwam op vraag van en in samenwerking met de Vlaamse en Belgische uitvaartsector zal resulteren in wetenschappelijke vooruitgang op 4 gebieden: een meer volledig en meer coherent juridisch kader voor de omgang met dode lichamen (een herziening van de wet op de lijkbezorging), een analyse en voorstel tot tegemoetkoming van de begrafenisnoden in een superdiverse samenleving (met een bijzondere focus op de moslimgemeenschap als grootste minderheidsgroep in België), een ethische totaalreflectie vanuit de zorgethiek op de milieu-impact van onze begrafeniskeuzes, een analyse van de impact van het pandemie-beleid op de uitvaartsector en een protocol voor uitvaart tijdens/na catastrofes. De maatschappelijke finaliteit van het project bestaat in het onderzoeken en initiëren van professionaliseringsmogelijkheden (zoals een ethische commissie voor de uitvaartsector, academische modules voor de opleiding tot begrafenisondernemer) alsook initiatieven om het sociale debat rond begrafeniskeuzes te faciliteren (met o.a. een artikel op VRT NWS en Radio 1 over wijzigende tendenzen en noden in de uitvaartsector, en een podcast over de ethiek van de uitvaart).Onderzoeker(s)
- Promotor: Schaubroeck Katrien
- Co-promotor: Bellinkx Vincent
- Co-promotor: Hens Kristien
- Co-promotor: Kostet Imane
- Co-promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is autisme 'ge-etniciseerd'? Een cultuursociologische studie naar hoe etniciteit (on)zichtbaar wordt in de constructie en representatie van autisme.
Abstract
Dit project is een van de eerste cultuursociologische studies naar hoe etniciteit (on)zichtbaar wordt in de manier waarop autisme wordt geconstrueerd en gerepresenteerd als een medische categorie en als een identiteit. Hoewel we uit genderstudies weten dat autisme en autistische kenmerken sterk worden gerepresenteerd als 'mannelijk', wat resulteert in genderongelijkheden in de prevalentie van autisme, zijn deze constructies en representaties nog niet grondig onderzocht in verhouding tot etniciteit. Door gebruik te maken van kwalitatieve methoden en het concept 'symbolisch grenswerk' wil dit onderzoek begrijpen hoe autisme 'ge-etniciseerd' of 'geracialiseerd' wordt in 1) de communicatie van autismeorganisaties en autobiografische boeken, blogs en vlogs over autisme, 2) de perspectieven, ervaringen en praktijken van professionals die autismediagnoses stellen, en 3) de perspectieven en ervaringen van etnische minderheidsgroepen met autisme. Meer bepaald worden deze thema's onderzocht in een West-Europese context, waar etnische minderheden significant minder vaak gediagnosticeerd worden met autisme vergeleken met de etnische meerderheid. Deze studie vormt een antwoord op recente oproepen om academische en publieke kennis over autisme te bestuderen in relatie tot bredere maatschappelijk gesitueerde processen van betekenisgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Hens Kristien
- Mandaathouder: Kostet Imane
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO Sabbatsverlof 2024-2025 (Prof. G. Verschraegen).
Abstract
Mijn sabbatical leave heeft drie hoofddoelen. Het eerste doel is het verkennen en ontwikkelen van een nieuwe onderzoekslijn, voorlopig getiteld 'Migratie en de verbeelde demografische toekomst van Europa'. Deze nieuwe onderzoekslijn richt zich op hoe bevolkingstrends in Europa betekenis krijgen en gepolitiseerd geraken. Meer specifiek wil ik onderzoeken hoe demografische toekomstbeelden en verwachtingen in Europa publieke debatten en beleidsnarratieven over migratie beïnvloeden. Hiertoe verblijf ik drie maanden aan het Migration Policy Centre van het Robert Schuman Centre for Advanced Studies, European University Institute (EUI). 2) Een tweede actiepunt is het schrijven van een boek getiteld 'Concise Introduction to Systems Thinking', onder contract bij Edward Elgar en met als co-auteurs Kristof Van Assche en Monica Gruezmacher Rosas (beiden University of Alberta). Ik heb een werkbezoek van een maand aan de Universiteit van Alberta gepland om het manuscript van het boek af te ronden. 3) Een derde actiepunt is het opvolgen van lopende projecten en doctoraatsproefschriften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF Onderzoekssabbatical 2024-2025 (Gert Verschraegen).
Abstract
Mijn sabbatical leave heeft drie hoofddoelen. Het eerste doel is het verkennen en ontwikkelen van een nieuwe onderzoekslijn, voorlopig getiteld 'Migratie en de verbeelde demografische toekomst van Europa'. Deze nieuwe onderzoekslijn richt zich op hoe bevolkingstrends in Europa betekenis krijgen en gepolitiseerd geraken. Meer specifiek wil ik onderzoeken hoe demografische toekomstbeelden en verwachtingen in Europa publieke debatten en beleidsnarratieven over migratie beïnvloeden. Hiertoe verblijf ik drie maanden aan het Migration Policy Centre van het Robert Schuman Centre for Advanced Studies, European University Institute (EUI). 2) Een tweede actiepunt is het schrijven van een boek getiteld 'Concise Introduction to Systems Thinking', onder contract bij Edward Elgar en met als co-auteurs Kristof Van Assche en Monica Gruezmacher Rosas (beiden University of Alberta). Ik heb een werkbezoek van een maand aan de Universiteit van Alberta gepland om het manuscript van het boek af te ronden. 3) Een derde actiepunt is het opvolgen van lopende projecten en doctoraatsproefschriften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Omgeving en Gezondheid (2022-2027).
Abstract
Dit beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek gaat middels humane biomonitoring en milieumetingen na hoe jongeren in Vlaanderen worden blootgesteld aan allerlei omgevingsfactoren en wat deze blootstelling doet in het lichaam. Het studie-opzet is interdisciplinair. Alle Vlaamse universiteiten, VITO, PIH en INBO werken er in samen; VITO is inhoudelijk coördinator. CRESC behartigt in deze configuratie het sociaalwetenschappelijke onderzoek, onder meer naar sociaal-economische verschillen in de resultaten, risicoperceptie, risicocommunicatie en stakeholderbetrokkenheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Bergmans Anne
- Co-promotor: Bervoets Lieven
- Co-promotor: Covaci Adrian
- Co-promotor: Crabbé Ann
- Co-promotor: Groffen Thimo
- Co-promotor: Vandermoere Frederic
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een cultuursociologie van duurzaam burgerschap: hoe verschillende sociale groepen duurzaam burgerschap interpreteren aan de hand van culturele repertoires.
Abstract
De huidige milieuproblematiek heeft een enorme invloed op de invulling van het begrip 'burgerschap'en de concrete rol die burgers hierbij spelen. Hoewel er een uitgebreid academisch debat bestaat omtrent de definiëring van duurzaam burgerschap, is er weinig empirisch onderzoek over de manier waarop sociale groepen hun rol interpreteren ten aanzien van milieuproblemen. In dit project wil ik duurzaam burgerschap onderzoeken vanuit een bottom-up perspectief door de sociale actor in het middelpunt te plaatsen. Ik zal een cultuursociologische lens toepassen om te onderzoeken welke culturele repertoires individuen gebruiken om met milieuproblemen om te gaan. Door culturele repertoires te definiëren als een combinatie van cognitieve frames en handelingsscripts, biedt dit concept een uitstekend kader om de inconsistente patronen die deel uitmaken van de constructie van duurzaam burgerschap, te definiëren. Het project doet beroep op zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethode om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag: 'Hoe construeren en interpreteren verschillende sociale groepen duurzaam burgerschap aan de hand van culturele repertoires?' De kwantitatieve fase onderzoekt en vergelijkt hoe verschillende sociale groepen zich voorhouden tot duurzaam burgerschap aan de hand van de data van de Eurobarometer 95.1 (2021). Kwalitatief onderzoek, gebaseerd op reflexieve dagboeken en interview data, zoekt naar genuanceerde verklaringen van de kwantitatieve observaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandermoere Frederic
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Verschraegen Gert
- Mandaathouder: Dallenes Hanne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wanneer is etniciteit belangrijk? Naar een comparatieve analytica van symbolisch grenswerk en ethnicisering in twee Vlaamse steden.
Abstract
Met dit project beogen wij een comparatieve, etnografische studie naar etnisch grenswerk in twee Vlaamse, superdiverse steden: Antwerpen en Gent. De studie wil meer inzicht bieden in de dynamiek van groepsrelaties in superdiverse steden en vertrekt van enigszins contradictorische vaststellingen in de wetenschappelijke literatuur. Sommige auteurs suggereren dat etnisch-culturele verschillen aan belang inboeten voor mensen in superdiverse contexten. Andere studies geven evenwel aan dat diversiteit niet voor elke burger een vanzelfsprekendheid is. Om te begrijpen onder welke condities etniciteit al dan niet van belang is in superdiverse contexten, stelt het onderzoek als doelen om (A) de manier waarop mensen over groepsgrenzen praten te onderscheiden van en te vergelijken met de manier waarop die grenzen zich in acties en daden vertalen; (B) de vergelijking te ijken op het stedelijke, buurt en geleefde ruimte niveau (in tegenstelling tot de meer traditionele vergelijking van regio's of natiestaten). Daarnaast beogen wij ook (C) de relatie tussen symbolische categorisatie en structurele ongelijkheden te expliciteren; (D) het zogenaamd intersectionele karakter van de relatie tussen etniciteit en ander kenmerken (e.g. gender, leeftijd, sociale status) volgens dewelke mensen in hiërarchisch geconstrueerde groepen worden onderverdeeld op de voorgrond te plaatsen. Al deze stappen dragen bij tot het einddoel (E) de ontwikkeling van een comparatieve analytica van symbolisch grenswerk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een moraalfilosofische en socioculturele blik op de diversificatie van uitvaartwensen.
Abstract
Iedereen sterft maar hoe een samenleving omgaat met dode lichamen en hoe men afscheid neemt van overledenen is sterk bepaald door particuliere gewoontes, culturele waarden en religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen. Ook juridische beperkingen, de kennis van ecologische impact van praktijken, en de kennis over risico's voor de publieke gezondheid bepalen uitvaartpraktijken. Wanneer we naar de Belgische context kijken zijn ook deze factoren van belang: de vergrijzing van de bevolking, de superdiversiteit en het pluralisme in omgang met levensbeschouwing, de beperkte beschikbaarheid van natuurgebieden, en het draagvlak voor ecologisch beleid. Terwijl de uitvaartsector al voor grote uitdagingen stond, maakte de Covid-19 pandemie duidelijk hoe urgent de noden zijn. Over de hele samenleving werden Belgische begrafenisondernemers geconfronteerd met de nood aan een betere sociale, juridische en ethische omkadering van hun beroep. Deze nood was niet contingent gebonden aan een voorbijgaande pandemie, maar correspondeert met globale ontwikkelingen die onderzocht worden door het recht, de ecologische ethiek, cultuursociologie en gezondheidswetenschappen. Deze vier disciplines zijn betrokken in de SBO-aanvraag DeathCare. In afwachting van het resultaat van de herindiening van het SBO-project in 2022 is het zinvol om alvast de interdisciplinaire cocreatie voor te bereiden met onderzoek naar 1) de sociologische feiten en 2) de moraalfilosofische beweegredenen achter dit project. Twee onderzoekspakketten zullen worden uitgevoerd vanaf 1 december 2022: 1) een focusgroep-studie met de sociale partners (de begrafenisondernemers, burgers uit religieuze minderheden, burgers die een alternatieve begrafenismethode verkiezen op basis van moreel-existentiële redenen, vertegenwoordigers van de overheid) en 2) een filosofisch onderzoek naar de moreel-existentiële redenen voor alternatieve begrafenismethodes zoals humusatie, resomatie en natuurbegrafenissen. De hypothese is dat het ecofeminisme en inheemse filosofieën die de wederzijdse afhankelijkheid van mens en natuurlijke omgeving benadrukken kunnen helpen bij het uitwerken van een conceptueel kader om na te denken over de morele betekenis van uitvaartwensen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Schaubroeck Katrien
- Co-promotor: Lenaerts Silvia
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar ervaringen bij verandering of afstand van religie of levensbeschouwing.
Abstract
In dit onderzoek, trachten we als eerste doelstelling beter te begrijpen wat de ervaringen zijn van de betrokken personen en organisaties bij verandering of afstand van religie of levensbeschouwing in een Vlaamse context. We behandelen de volgende onderzoeksvragen behandelen: 1) Wat zijn de (positieve en negatieve) ervaringen bij (de)conversieprocessen van religie of levensbeschouwing en hoe evolueerden deze ervaringen gedurende dit proces? 2) Welke drempels en faciliterende factoren ervaart men voor, tijdens en na deze processen? 3) Wat zijn de noden van de betrokken personen tijdens deze processen op psychologisch, sociaal en existentieel vlak? 4) Welke informatiekanalen gebruiken betrokkenen ter ondersteuning van dergelijke (de)conversieprocessen? 5) Zijn er verschillen tussen de ervaringen tijdens (de)conversieprocessen naargelang de religieuze of levensbeschouwelijke traditie waarvan men afstand neemt? 6) Welke organisaties ondersteunen momenteel (de)conversieprocessen en hoe kan hun werking gefaciliteerd of versterkt worden? Aan de hand van kwalitatieve interviews, en expertencomités, trachten we deze onderzoeksvragen te beantwoorden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Praag Lore
- Co-promotor: Loobuyck Patrick
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meervoudige identiteiten en gedeelde gevoelens van verbondenheid? Een kwalitatieve longitudinale analyse van identiteitsvorming bij kinderen in een superdiverse stad.
Abstract
De diversifiëring van West-Europa op etnisch, cultureel en religieus vlak brengt verschillende uitdagingen met zich mee, zoals het bestaan van sociale en symbolische grenzen tussen verschillende sociale groepen. Over sociale grenzen, bijvoorbeeld de sociale ongelijkheid in het onderwijs, bestaat heel wat onderzoek. Hoe symbolische grenzen zich manifesteren en ontwikkelen is daarentegen minder onderzocht. Weinig is geweten over hoe superdiversiteit inspeelt op de identiteitsvorming en de zelfbeschrijving van kinderen in een Europese, grootstedelijke context. Dit onderzoek komt aan deze leemte tegemoet door de symbolische dimensie van diversiteit als uitgangspunt te nemen en te bestuderen hoe kinderen met zeer diverse achtergronden persoonlijke en collectieve identiteiten ontwikkelen in Antwerpen. Hoe construeren en beschrijven kinderen hun verschillende deelidentiteiten? Hoe hangt hun sociale positie samen met hun identiteitsvorming en zelfbeschrijving? Hoe ontwikkelen ze (al dan niet) gevoelens van verbondenheid in een samenleving die niet alleen superdivers is, maar sociale ongelijkheden ook voor een groot deel lijkt te reproduceren? En hoe hangen deze gevoelens van verbondenheid samen met hun welbevinden en toekomstaspiraties? Om deze vragen te beantwoorden, maken we gebruik van een kwalitatief, longitudinaal onderzoeksdesign waarbij we elfjarige kinderen twee jaar lang opvolgen. Vanuit een cultuursociologische benadering, onder andere geïnspireerd door Bourdieus werk, volgen we de heterogene groep kinderen in de transitie van het lager naar het secundair onderwijs. In deze periode houden we drie ronden diepte-interviews met de kinderen en schoolobservaties. Daarnaast nemen we interviews af met de ouders en organiseren we focusgroepen met de leerkrachten en vrienden om inzicht te krijgen in de rol van deze socialiserende actoren in de identiteitsvorming van kinderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Kostet Imane
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbannen en gescheiden: een multi-sited etnografische studie over Eritrese vluchtelingen en hun families op zoek naar hereniging.
Abstract
De meeste Europese landen staan vluchtelingen toe een vereenvoudigde procedure te volgen om zich te herenigen met hun gezinsleden. Veel studies tonen echter aan dat problemen met timing, documentatie en economische middelen gezinsherenigingen vaak uiterst moeilijk maken, zo niet onmogelijk. Hoewel er reeds veel geschreven is over de belemmeringen voor migranten om te genieten van hun recht op een gezinsleven, is weinig bekend over het specifieke geval van vluchtelingen. Het multi-sited ontwerp van dit project met vluchtelingen en hun gezinnen heeft tot doel de complexiteit van machtsverhoudingen, sociale verwachtingen en structurele belemmeringen te reconstrueren, die een invloed hebben op de mogelijkheid van vluchtelingen om samen te zijn met hun gezin.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Mandaathouder: Belloni Milena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Klimaatsveranderingen en migratie: een vergelijkend kwalitatief onderzoek naar de perspectieven van eerste generatie migranten uit Democratische Republiek Congo, Marokko, Syrië en Somalië, woonachtig in België.
Abstract
Deze comparatieve studie van migratietrajecten van mensen uit Marokko, DR Congo, Somalië en Syrië die nu in België verblijven tracht te onderzoeken hoe veranderingen in de natuurlijke omgeving zich verhouden en hun migratietrajecten beïnvloeden. Omgevingsveranderingen zijn op een complexe wijze gerelateerd aan andere migratieredenen, zoals economische en politieke redenen, maar er is nog te weinig onderzoek naar hoe dit daadwerkelijk werkt. Dit onderzoek beoogt verschillende hiaten in de bestaande literatuur in te vullen. Zo bestaat er relatief weinig overlap tussen milieustudies en migratiestudies wanneer het gaat om klimaatmigratie. Bovendien is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de meest gepaste methodologische aanpak om klimaatmigratie te bestuderen. Ten slotte wil dit onderzoek nagaan op welke manier bestaande modellen en theorieën over migratieaspiraties en -dynamieken aangepast kunnen worden om een theoretisch kader en een conceptueel model voor klimaatmigratie te ontwikkelen. De doelstellingen van dit onderzoek zijn innovatief, omdat ze een geschikte conceptuele en methodologische benadering voor het bestuderen van door het klimaat veroorzaakte migratieaspecten bestuderen, waarbij rekening gehouden wordt met zowel klimaatsveranderingen als migratiedynamieken. Centraal in het onderzoek staan de perspectieven van de respondenten op hun (gefragmenteerde) migratietrajecten en de wijze waarop deze zijn beïnvloed door de natuurlijke omgevingsfactoren).Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Van Praag Lore
- Mandaathouder: Ou-Salah Loubna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een onscherp aftasten.
Abstract
De thematiek van het scherpe en het onscherpe is fundamenteel voor de act van het kijken/waarnemen. Dit gegeven is cruciaal voor het hoger kunstonderwijs, mijn sculpturaal werk, de kunst en de maatschappij. Het fantoomstatuut, de relatie tot onze herinneringen, het intieme karakter en de mogelijkheid tot interpretatie trekken mij aan in het onscherpe. Door mij eerst te verdiepen in de betekenis van het onscherpe en scherpe binnen de fotografie, zal ik vervolgens als beeldhouwer kijken hoe dit zich tot de beeldhouwkunst verhoudt. Zo wil ik tot een eigen gefundeerde visie over 'het onscherpe' komen. Concreet wil ik in dit project opzoek naar de aanwezigheid van het onscherpe in authentieke foto's uit mijn familiealbums van de jaren 1970 en 1980. Via de act van uitvergroten en uitsnijden zal ik tot nieuwe foto's komen. Huiselijkheid, geheimzinnigheid, intimiteit, tactiliteit en abstractie zullen deze nieuwe foto's domineren. Vanuit de nieuwe onscherpe beelden voortgebracht door de familiefoto's wil ik tot tactiele sculpturen en installaties komen die een wazigheid genereren. Hoe verhoudt scherpte-onscherpte zich tot het geheugen dat vorm krijgt door visuele media zoals familiealbums? Wat is de rol van focus en onscherpte binnen de beeldhouwkunst versus de fotografie? En wat doet dit effect met onze herinneringen? Hoe verhoudt scherpte –onscherpte zich tot de tactiele ruimte en hoe verhoudt 'het belichaamde zijn' in een tactiele omgeving zich tot het sculpturale? Hoe positioneert zich dat tot andere media? Het zijn slechts enkele onderzoeksvragen die ik zal behandelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meervoudige identiteiten en gedeelde gevoelens van verbondenheid? Een kwalitatieve longitudinale analyse van identiteitsvorming bij kinderen in een superdiverse stad.
Abstract
De diversifiëring van West-Europa op etnisch, cultureel en religieus vlak brengt verschillende uitdagingen met zich mee, zoals het bestaan van sociale en symbolische grenzen tussen verschillende sociale groepen. Over sociale grenzen, bijvoorbeeld de sociale ongelijkheid in het onderwijs, bestaat heel wat onderzoek. Hoe symbolische grenzen zich manifesteren en ontwikkelen is daarentegen minder onderzocht. Weinig is geweten over hoe superdiversiteit inspeelt op de identiteitsvorming en de zelfbeschrijving van kinderen in een Europese, grootstedelijke context. Dit onderzoek komt aan deze leemte tegemoet door de symbolische dimensie van diversiteit als uitgangspunt te nemen en te bestuderen hoe kinderen met zeer diverse achtergronden persoonlijke en collectieve identiteiten ontwikkelen in Antwerpen. Hoe construeren en beschrijven kinderen hun verschillende deelidentiteiten? Hoe hangt hun sociale positie samen met hun identiteitsvorming en zelfbeschrijving? Hoe ontwikkelen ze (al dan niet) gevoelens van verbondenheid in een samenleving die niet alleen superdivers is, maar sociale ongelijkheden ook voor een groot deel lijkt te reproduceren? En hoe hangen deze gevoelens van verbondenheid samen met hun welbevinden en toekomstaspiraties? Om deze vragen te beantwoorden, maken we gebruik van een kwalitatief, longitudinaal onderzoeksdesign waarbij we elfjarige kinderen twee jaar lang opvolgen. Vanuit een cultuursociologische benadering, onder andere geïnspireerd door Bourdieus werk, volgen we de heterogene groep kinderen in de transitie van het lager naar het secundair onderwijs. In deze periode houden we drie ronden diepte-interviews met de kinderen en schoolobservaties. Daarnaast nemen we interviews af met de ouders en organiseren we focusgroepen met de leerkrachten en vrienden om inzicht te krijgen in de rol van deze socialiserende actoren in de identiteitsvorming van kinderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Kostet Imane
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwalitatief onderzoek bij vluchtelingen naar samenleven in diversiteit.
Abstract
In de voorbije jaren kende België net als de rest van Europa een uitzonderlijk hoge instroom van asielzoekers en vluchtelingen. Die plotse instroom stelt zowel de gastgemeenschap als de vluchtelingen voor bijzondere uitdagingen. Een groot deel van de vluchtelingen komt aanvankelijk terecht in "aankomstwijken" in grote steden met een superdiverse bevolking, waar allerhande economische, religieuze en etnische breuklijnen dwars door elkaar lopen (Geldof 2015; Oosterlynck et al 2016; Saunders 2010). Ook de inkomende vluchtelingen zelf omvatten een bijzonder diverse groep van mensen met hogere en lagere opleidingsniveaus, geloofsgemeenschappen (van Sjiieten tot Evangelische Christenen) en etniciteiten (Koerden en Arabieren in Syrië, Pashtun en Tajik in Afghanistan en Tigrinya en Tiger in Eritrea). Terwijl vele vluchtelingen eerst in grote steden terechtkomen zijn er meer en meer die, soms pas na enige tijd, in kleinere gemeentes belanden. De vraag die dan rijst is hoe deze vluchtelingen kijken naar het samenleven met Belgen en mensen van andere nationaliteiten? Voelen zij zich thuis in de grote stad of in de kleine gemeente, en zoeken ze het contact met Belgen op? Beschouwen zij de stad of de gemeente als hun nieuwe thuis, of als een tijdelijke halte waar ze zonder veel keuze in zijn terechtgekomen? Hoe verlopen hun eerste contacten met Belgen, andere nieuwkomers en tweede generatie-migranten, en hoe veranderen die contacten doorheen de tijd? Welke rol spelen de netwerken die zij opbouwen in het leren van de taal, de toegang tot het verenigingsleven, onderwijs en de arbeidsmarkt? Welke spanningen ervaren zij tussen de normen en waarden van hun gastland en die van hun herkomstland? Hoe veranderen die spanningen doorheen de tijd? Welke gevolgen heeft dat voor de plek waar ze willen wonen? Zijn er verschillen tussen het samenleven in de grootstad en in kleine gemeentes? En tot slot: welke implicaties heeft dit voor de verschillende facetten van het lokale en Vlaamse integratiebeleid (inburgering, taal, huisvesting, onderwijs, werk)? Wij stellen voor om deze vragen te bestuderen aan de hand van drie aspecten van samenleven in diversiteit, die zijn toegespitst op de specifieke situatie van vluchtelingen: het uitbouwen van sociale netwerken, symbolisch grenswerk (identiteit) en ruimtelijke ervaringen. Hieronder belichten we de theoretische achtergrond van elk aspect en geven we ook aan hoe deze drie thema's met elkaar verbonden zijn. In sectie 2 gaan we dieper in op de methodologische aanpak, timing en beleidsimplicaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Vandevoordt Robin
Onderzoeksgroep(en)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De Europese vluchtelingencontroverse als een kosmopolitische crisis: het ontstaan, de verspreiding en ontwikkeling van nieuwe morele en politieke denkbeelden en bewegingen.
Abstract
Vanaf de zomer van 2015 ontstond in Europa een vluchtelingencrisis die geleid heeft tot een breed scala aan controverses, gaande van dringende humanitaire noden tot de vermeende veiligheidsbedreiging die uitgaat van vluchtelingen. Burgers hebben op verschillende manieren gereageerd op deze controverses: sommigen werden van de ene dag op de andere humanitaire hulpverleners , terwijl anderen zich politiek engageerden door te protesteren en te manifesteren tegen de komst van asielzoekers in hun buurt. Dit onderzoeksproject gaat na hoe en in welke mate deze controverses over vluchtelingen hebben geleid tot nieuwe morele en politieke denkbeelden over 'onze' precieze verantwoordelijkheden tegenover 'vreemden'. Daartoe onderzoeken we de opkomst en ontwikkeling van vrijwilligersorganisaties of sociale bewegingen die ontstonden in reactie op drie soorten specifieke vluchtelingencontroverses : a) burgers die vluchtelingen helpen, deels door de afwezigheid van grote NGO's of nationale overheden (bvb. Duinkerke, Calais en Brussel); b) burgers die protesteren tegen de komst van vluchtelingen (bijvoorbeeld door de oprichting van nieuwe asielzoekerscentra); en c) controverses waar helpende en protesterende burgers met elkaar worden geconfronteerd (bijvoorbeeld Griekse eilanden, waar veel vluchtelingen aankomen). Om deze verschillende gevallen te onderzoeken, maken we gebruik van een multi-site, kwalitatief onderzoeksdesign en van methoden zoals diepte-interviews en participerende observatie. Dit zal ons toelaten om overtuigingen, motivaties en acties zo de burgers in aanzienlijke diepte te verkennen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Moslimidentiteiten uitgedaagd. Symbolisch grenswerk en de Islam in Vlaanderen.
Abstract
Steden over de hele wereld diversifiëren in snel tempo en een metropool als Antwerpen vormt geen uitzondering op deze trend. Tegen de achtergrond van de huidige vluchtelingencrisis, internationale conflicten in het Midden-Oosten en jihadi-salafistische terrorisme, zien vele 'autochtone' Vlamingen de groeiende aanwezigheid van moslims als een fundamentele bedreiging voor hun samenleving. Die samenleving wordt voorgesteld als een seculiere, of op zijn minst niet-islamitische samenleving. Niettemin blijven moslims vaak een marginale stem in deze publieke debatten en is er weinig geweten over hoe zij hun religieuze identiteiten (her)onderhandelen in een 'vijandige' sociale context. Enkele onderzoeken wijzen uit dat de vijandigheid tegenover moslims groeit, terwijl tegelijkertijd de religieuze identiteit voor vele Moslims steeds belangrijker wordt en door hen wordt aangevoeld als een cruciaal embleem van hun identiteit. Vele moslims wijzen echter de essentialiseringsprocessen die 'autochtone' Vlamingen op hen toepassen af omdat deze hen enkel op hun religieuze identiteit categoriseren. Het is deze tegenstrijdigheid die het huidige onderzoeksvoorstel wil aanpakken: hoe wordt de ethno-religieuze identiteit van moslims uitgedaagd en geherconstrueerd in alledaagse interacties tussen individuen alsook in het bredere publieke debat? Om deze processen te begrijpen, stellen we de volgende hypothese voor: een groeiende religieuze zelfidentificatie als moslim gaat gepaard met een verdere verslechtering van het publieke beeld over islam en moslimidentiteiten in het bijzonder. Om inzichten te verwerven in deze vaak onbewuste en moeilijk te vatten identiteits- en grensprocessen hebben we een multigefaseerd mixed method design ontworpen dat bestaat uit drie sequenties. Bovendien bestuderen wij deze processen in negen verschillende settings: vier secundaire scholen, een hoger onderwijs instelling en vier arbeidsmarktsettings om fijnmazig inzicht te verkrijgen, zowel op het individuele als op institutionele niveau (de socio-demografische samenstelling van de specifieke contexten en de open of conservatieve institutionele aanpak van diversiteit). Het innovatieve methodologisch kader ontwikkelt drie specifieke strategieën: we starten met een bredere survey om specifieke sociaalpsychologische profielen van respondenten te ontdekken die uitgebreider worden bestudeerd in de twee daaropvolgende fasen. Een aantal respondenten met specifieke profielen worden verder bevraagd in diepte-interviews waarbij gebruik wordt gemaakt van de foto Q-methodologie om het grenswerk vanuit het perspectief van het individu te bestuderen. In een laatste fase worden personen uitgenodigd deel te nemen aan "confronterende" focus-groepsdiscussies om na te gaan hoe grens- en identiteitswerk in interactionele contexten worden heronderhandeld wanneer individuen met significante anderen worden geconfronteerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Driezen Ariadne
Onderzoeksgroep(en)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De constructie van morele en politieke (on) verantwoordelijkheden t.o.v. Syrische en Afghaanse vluchtelingen. Een sociologische discoursanalyse van hoe de Belgische media, het publiek, het middenveld en de politiek omgaan met vluchtelingen.
Abstract
Dit onderzoeksproject analyseert de sociaal-culturele condities van moreel kosmopolitisme: hoe en wanneer welke individuen zich verantwoordelijk voelen voor het welzijn van verre anderen. Aan de hand van kwalitatieve case studies worden verschillende kosmopolitische groepen onder de loep genomen: buitenlandjournalisten, vluchtelingenwerkers en jongeren die op uitwisseling geweest zijn. Voor individuen binnen deze groepen wordt gereconstrueerd hoe zij tot hun opvattingen over mondiale verantwoordelijkheid gekomen zijn."Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Timmerman Christiane
- Mandaathouder: Vandevoordt Robin
Onderzoeksgroep(en)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschap, Technologie en Samenleving.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Besturen van stedelijke diversiteit: creëren van sociale samenhang, sociale mobiliteit en economische prestaties in hedendaagse hypergediversifieerde steden (DIVERCITIES).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Oosterlynck Stijn
- Co-promotor: Dierckx Danielle
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gemeenschappen zonder burgers. Een sociologische analyse van de discursieve constructie van morele status in Belgische asielcentra.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verschraegen Gert
- Co-promotor: Timmerman Christiane
- Mandaathouder: Vandevoordt Robin
Onderzoeksgroep(en)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Armoedebestrijding in Europa: het sociaal beleid en innovatie (IMPROVE).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Oosterlynck Stijn
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
- Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
- Centrum voor Onderzoek naar Ecologische en Sociale verandering (CRESC)
Project type(s)
- Onderzoeksproject