Onderzoeksgroep

Expertise

Onderzoek naar cyberpesten (bij jongeren): prevalentie, profielen van daders en slachtoffers, impact, en de rol van beleid, politie, (social) media, scholen, ouders, ... bij de aanpak van het probleem. Ontwikkeling van evidence-based gezondheidsinterventies (rond cyberpesten, gezonde voeding, beweging, chemsex,...). Speciale aandacht voor technologische interventies (bv. serious games, reflective interfaces, wearables, ....) en voor "health narratives".

Online haatspraak tegengaan met technologische interventies. 01/03/2024 - 28/02/2025

Abstract

De verspreiding van haatspraak in digitale ruimtes zoals sociale mediaplatforms en commentaarsecties op nieuwswebsites blijft een groot probleem, dat bijdraagt aan de polarisatie van de samenleving en de normalisering van haat. Dit doctoraatsproject benadert dit probleem proactief door een technologische interventie te ontwikkelen om online haatspraak te voorkomen. De interventie zal de vorm aannemen van een digitaal spel voor volwassen internetgebruikers . Het heeft als doel om hen te informeren over factoren die aanzetten tot het online plaatsen van haatspraak. De eerste fase van het project creëerde een uitgebreid overzicht van determinanten van het plaatsen van haatspraak. Door gebruik te maken van de Delphi-methode werden inzichten verzameld van een interdisciplinair panel van experts uit onderzoek en praktijk. De bevindingen over wat de meest relevante persoonlijke, sociale en digitale factoren zijn voor het plaatsen van haatspraak werden samengevat in een ecologisch model. Het model illustreert hoe het samenspel van persoonlijke en omgevingsfactoren van invloed is op het plaatsen van haatdragende teksten of het maken van hatelijke opmerkingen. Het onderzoek besteedde speciale aandacht aan de invloed van kenmerken in de digitale omgeving door te werken met het concept van digitale 'affordances'. Daarnaast werden digitale strategieën voor risicobeperking geëvalueerd vanuit het perspectief van human-centered design. De tweede fase van het project richt zich op moralisatie als een mechanisme dat online haatspraak zou kunnen uitlokken. In een online experiment wordt onderzocht of moraliserende signalen in online discussies de perceptie van haatspraak beïnvloeden en dienen als een legitimerende factor voor intolerante en onbeschaafde opmerkingen. Het onderzoek is gebaseerd op de Theory of Dyadic Harm, die stelt dat voorstellingen van schade een centrale factor zijn die persoonlijke voorkeuren veranderen in morele zaken. Deze kunnen op hun beurt sterkere emotionele reacties uitlokken bij gebruikers van sociale media. Het onderzoek zal de relatie tussen moralisatie en haatspraak onderzoeken in de context van discussies over genderdiversiteit en inclusiviteit, een onderwerp dat zowel veel besproken wordt als misogynistische en queerfobe reacties uitlokt in online discussies. Met behulp van de inzichten uit de eerste twee onderzoeken richt de laatste fase van het project zich op de ontwikkeling van de game-interventie. Door literatuur over game design en theorieën over gedragsverandering te combineren, kiest het spel voor een educatieve benadering en wil het internetgebruikers laten zien hoe hun gedrag kan worden beïnvloed door factoren zoals moralisering. Het doel van het spel is om gebruikers te helpen deze invloeden te begrijpen en te leren hoe ze proactief controle kunnen krijgen over hun online gedrag en ongewenste en schadelijke acties online kunnen vermijden. Een prototype van het spel zal worden getest op gebruikerservaring en effectiviteit. Met de ontwikkeling van het spel wil het onderzoeksproject het potentieel van educatie en cultuur benutten om tot gedragsverandering te komen. Deze benadering komt voort uit een overweging van hoe verschillende mensenrechten, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht om gevrijwaard te blijven van discriminatie, in balans moeten worden gebracht bij het omgaan met de complexe kwestie van online haatspraak.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verveling en smartphonegebruik: een studie die types van verveling in verband brengt met neurofysiologische indicatoren, mediakeuze en daaruit voortvloeiende emotieregulatie. 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

Dit project gaat over verveling als veelvoorkomende, maar onderbestudeerde emotie. De focus ligt op hoe smartphones worden gebruikt om te ontsnappen aan een situatie van verveling. Media zijn een handige manier om verveling te bestrijden, want ze zijn snel beschikbaar en kosten weinig moeite of planning. In medialiteratuur is het verband tussen verveling en selectieve blootstelling aan opwindende inhoud reeds beschreven. Psychologisch onderzoek heeft echter aangetoond dat verveling ook kan voortkomen uit situaties die reeds opwindend zijn en voegt bovendien een 'betekeniscomponent' toe. In drie empirische studies, gaande van het lab tot natuurlijke omgevingen, onderzoekt dit project of en hoe verschillende situaties waarin verveling kan optreden leiden tot verschillen in de selectie van interessante versus (louter) plezierige inhoud op de smartphone. Neurofysiologische metingen leggen de twee onderliggende processen van verveling (stimulatie en betekenisgeving) en het proces van emotieregulatie vast. Gezien de alomtegenwoordigheid van verveling en de invloed ervan op gedrag, is dit onderzoek erg relevant. Het is zelfs uiterst wenselijk gezien de voortdurende ongerustheid over de rol van smartphones en hun 24/7 beschikbaarheid. Dit project heeft als doel baanbrekende en krachtige inzichten te bieden over mediagedrag tijdens verveling en inzichten te bieden of mensen het best mogelijke doen wanneer ze media gebruiken om verveling te bestrijden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verbinding verbreken om verbinding te maken: naar een gezondere relatie met digitale technologieën in werk-, school- en gezinscontexten. 01/10/2022 - 30/09/2026

Abstract

Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) zijn onmisbaar geworden in onze werk-, school- en gezinscontext. Ondanks de voordelen wijst recent onderzoek op de risico's van 'permanent verbonden' zijn. Wetenschappers en praktijkmensen suggereren dat 'digitale ontkoppeling' de oplossing is: door (tijdelijk) limieten te plaatsen op ICT-gebruik zouden mensen controle over hun productiviteit, sociale relaties en welzijn kunnen herwinnen. Terwijl de industrie omtrent digitale ontkoppeling snel groeit, is onderzoek naar de effectiviteit echter opmerkelijk schaars. Gemengd bewijs onderstreept bovendien ons gebrek aan kennis over welke ontkoppelingspraktijken werken, waarom, voor wie en wanneer. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling en empirische toetsing van een digitale ontkoppelingstheorie - geschikt voor de werk-, school- en gezinscontext. De theorie behandelt (a) wat mensen doen om te ontkoppelen (inhoud-'hoe'), (b) waarom mensen loskoppelen (proces-'waarom'), en © voor wie (persoon-'wie') en (d) onder welke voorwaarden ontkoppeling werkt (context-'wanneer'). We ontwikkelen het model via een grondige literatuurstudie van de verschillende onderzoekslijnen omtrent digitale (de)connectie. Een innovatieve interviewstudie verfijnt het model door parallellen en verschillen te identificeren in ontkoppelingsstrategieën, de noden waartoe zij dienen, en de obstakels die in verschillende contexts ervaren worden. Vervolgens hanteren we een 'best fit' benadering: We testen met een intensieve longitudinale studie of digitale ontkoppeling meer succes heeft wanneer de gekozen strategieën ('hoe') (1) gepast en proportioneel zijn ten aanzien van de nood ('hoe-waarom'-fit ), (2) aansluiten bij hun persoonlijke karakteristieken ('hoe-persoon'-fit), en (3) conformeren aan wat hun omgeving eist/aanmoedigt ('hoe-omgeving'-fit). Belanghebbenden kunnen met deze theorie individuen in gezinnen, scholen en organisaties ondersteunen om een gezondere relatie met technologie uit te bouwen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Smartphone aan, verveling weg? De regulatie van verschillende types verveling via verschillende types van mobiele telefoongebruik. 01/10/2021 - 30/09/2025

Abstract

In dit project bestuderen we hoe media - en in het bijzonder smartphones - kunnen gebruikt worden om verveling te reguleren. Verveling is een vaak voorkomende emotie, die wordt gekenmerkt door een zekere graad van negatieve valentie, gekoppeld aan aandachtsproblemen, de perceptie dat de tijd traag verstrijkt, en onvoldoende of onbevredigende stimulatie, uitdaging en betekenis. Binnen de communicatiewetenschap wordt door de Uses and Gratifications theorie en de Mood Management Theorie beklemtoond dat media - zeker sinds de komst van de smartphones die altijd en overal beschikbaar zijn- een gemakkelijk hulpmiddel zijn voor de regulering van deze (en andere) negatieve emoties. In dit project vertrekken we van recente inzichten uit het psychologisch onderzoek naar verveling (dat beklemtoont dat er verschillende types verveling bestaan), om het regulerend potentieel van diverse soorten smartphoneactiviteiten (bv. "betekenisvolle" versus "leuke") te bestuderen. We vertrekken van een (systematische) literatuurstudie, om vervolgens via diverse onderzoeksmethoden (labstudies en veldonderzoek), de daaruit afgeleide hypothesen te toetsen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

RadoNorm 01/09/2020 - 31/08/2025

Abstract

RadoNorm heeft als doel om onderzoek en technische ontwikkelingen te doen om de Europese Lidstaten, de geassocieerde landen en de Europese Commissie te steunen in hun inspanningen om Europese Basic Safety Standards rond stralingsbescherming te implementeren. Dit multidisciplinaire en inclusieve onderzoeksproject zal alle relevante stappen in de "radiation risk management cycle" voor radon- en NORM-blootstellingssituaties in beschouwing nemen. In het project zijn 56 partners van 22 EU lidstaten en geassocieerde landen betrokken, en er wordt samengewerkt met de US en met Canada.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

FWO sabbatsverlof 2021-2022 (Prof. H. Vandebosch). 15/09/2021 - 14/09/2022

Abstract

Tijdens mijn sabbatsverlof zal ik mijn tijd investeren in de lopende onderzoeksprojecten die ik momenteel (mee) begeleid en vaak internationale en interdisciplinaire samenwerkingen veronderstellen. Deze projecten hebben als doel om de huidige kennis uit te breiden over: 1) evidence-based technologische interventies om online agressie aan te pakken en 2) evidence-based technologische interventies om mentale en fysieke gezondheidsissues te voorkomen of op te lossen. Daarnaast plan ik om een boek over gezondheidscommunicatie te (co-)editen en 4) andere projecten op te volgen (gerelateerd aan eudaimonisch mediagebruik, vaccinatietwijfel en leerkrachteninterventies m.b.t. traditioneel pesten) en nieuw onderzoek te initiëren (over digitale ontkoppeling, en verveling en smartphonegebruik).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BOF Sabbatsverlof 2021-2022 - Heidi Vandebosch. 15/09/2021 - 14/09/2022

Abstract

Tijdens mijn sabbatical zal ik mij verdiepen in de lopende onderzoeksprojecten waarbij internationale en interdisciplinaire samenwerkingen centraal staan. Deze onderzoeksprojecten trachten de kennis uit te breiden op het vlak van: 1) evidence-based technologische interventies om (de impact van) online agressie te reduceren en 2) evidence-based interventies om mentale en fysieke gezondheidsproblemen aan te pakken. Daarnaast zal ik 3) (mee) een handboek over gezondheidscommunicatie redigeren, 4) andere projecten opvolgen (over eudaimonisch mediagebruik, vaccinatietwijfel en leekrachteninterventies m.b.t. traditioneel pesten) en nieuwe onderzoeksprojecten aanvragen/starten (over digitale disconnectie & over verveling en smartphonegebruik).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

VAXCOM: Het monitoren, aanpakken en reduceren van COVID-19 vaccinatietwijfel in België door middel van doorlopende mapping, vroegtijdige automatische detectie en evidence-based strategische communicatie. 01/03/2021 - 30/06/2022

Abstract

Heel concreet blijkt uit onze huidige bevindingen dat er een urgente nood is aan: - Mapping van de vaccinatiebereidheid en -twijfel in Franstalig België. Hiervoor kan heel snel dezelfde vragenlijst als die reeds in Vlaanderen werd afgenomen uitgerold worden. - Mapping van de noden van 'intermediairen' (eerstelijnszorg: dokters, apothekers, maar ook gezondheidswerkers in de ruime zin van het woord) en gepaste training en communicatie. Uit al onze bevragingen blijkt dat zij een sleutelrol spelen. Ze worden gezien als de bronnen die mensen vertrouwen inzake vaccinatie-advies. We moeten in kaart brengen wat hun vragen en bezorgdheden zijn en strategische advies geven omtrent communicatie- en trainingsmaterialen. Hoe zorgen we ervoor dat deze intermediairen zelf voldoende en correct geïnformeerd zijn, en op welke manier kunnen we hen ondersteuning bieden in interacties met (twijfelende) patiënten? - Verdere verfijning en uitbouw van een automatische early detection tool voor vaccinatieberichten op sociale media. We moeten vroegtijdig berichten kunnen opsporen om op die manier ook snel informatieleemtes te kunnen vullen. Des te sneller vragen en bezorgdheden worden aangepakt, des te kleiner de kans op (een ruime verspreiding van) desinformatie en onbetrouwbare bronnen. - Uitwerking van een communicatieplan en -strategie bij een vaccinatiecrisis. De kans is zeer reëel dat er tijdens de vaccinatiecampagne crisissen ontstaan. Om deze te vermijden of om daarop te anticiperen kan de early detection tool al helpen, maar het is ook nodig om een crisisplan klaar te hebben. Vanuit de wetenschappelijke evidentie rond effectieve crisisplanning en -communicatie moet gekeken worden naar wat voor type crisissen we kunnen verwachten en wat de meest effectieve responsstrategieën zijn afhankelijk van het type crisis. - Gezien de pandemie is het nuttig om in kaart te brengen op welke manier bovenvermelde zaken reeds onderzocht en gedocumenteerd worden in onze buurlanden en in andere landen die een grote culturele invloed kunnen hebben op België.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Piloot test van een mobiele applicatie voor chemsex support (Chemified). 20/10/2020 - 19/07/2021

Abstract

Het fenomeen chemseks heeft de laatste jaren wetenschappelijke, klinische en maatschappelijke aandacht gekregen. De impact van chemsex is aanzienlijk, zowel op individueel niveau (ernstige gezondheidsproblemen, sociale en psychologische impact) als op maatschappelijk niveau (i.e. verhoogd risico op overdracht van soa/hiv en kosten van gezondheidszorg). Wij zijn het CHEMIFIED-project gestart om de huidige leemte in evidence-based ondersteunende tools aan te pakken, om (potentieel) problematische chemsex te mitigeren, of waar mogelijk te voorkomen. Het zich snel ontwikkelende veld van digitale interventies in de gezondheidszorg biedt momenteel nieuwe oplossingen. Mensen met chemoseks hebben hun smartphone voortdurend bij zich en zijn het grootste deel van de tijd online. Het gebruik van deze digitale weg om deze groep te bereiken lijkt daarom zeer geschikt. In dit project zullen we een just-in-time adaptieve interventie (JITAI) ontwikkelen voor mensen die betrokken zijn bij chemsex in Vlaanderen. Het doel van zogenaamde JITAI's is om via een digitaal traject de juiste ondersteuning te bieden op het juiste moment. Na het identificeren van de noden, de wenselijkheid en de aanvaardbaarheid van een mobiele interventie voor de doelpopulatie, is het doel van ons voorgestelde pump priming project om de voorbereidende projectfase af te ronden door de ontwikkeling van het proof of concept af te ronden, en deze eerste versie te piloot-testen en aan te passen. Deze informatie zal gebruikt worden om een projectaanvraag voor het TBM-programma van FWO op te stellen. Met dit TBM-project willen we de effectiviteit van de interventie in levensechte situaties beoordelen, de interventie verder optimaliseren en de eerste stappen zetten naar valorisatie van de JITAI.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

NETHATE. 01/09/2020 - 31/08/2024

Abstract

NETHATE (Network of Excellence of Training on HATE) ETN brengt een interdisciplinair van Europese onderzoekers samen om een ambitieus onderzoeksproject naar haat uit te voeren. In het project wordt de dynamiek van zowel offline als online fora, de impact op slachtoffers en omstaanders, en de effectiviteit van interventiestrategieën onderzocht. Het onderzoeks- en trainingsprogramma zal een trainingsprogramma opzetten voor 15 ESRs (Early Stage Researchers). In het netwerk zijn 10 universiteiten en 1 NGO betrokken als "Beneficiaries" en 14 organisaties (2 ministeries, 2 bedrijven en 10 NGO's). Zij zorgen ervoor dat de ESR's een diepgaande en brede multidisciplinaire en intersectorale training zullen krijgen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een verhaal van twee processen. De dynamische interactie tussen emoties en cognitieve verwerking bij het leren van teksten. 01/01/2020 - 31/12/2023

Abstract

In dit project willen we onderzoeken of en hoe door het integreren van 'narratieven' in didactische teksten de verwerking van informatie kan worden geoptimaliseerd via het dynamische samenspel tussen emotionele en cognitieve processen en daardoor kan leiden tot de gewenste leerresultaten. De eerste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van valide en betrouwbare dynamische metingen van emotionele processen tijdens het lezen van teksten, vertrekkend van een multi-methode benadering (combinatie van zelfrapportage en luidop denken met eye-tracking en psychofysiologische maten). Voortbouwend op de bevindingen van de eerste onderzoeksfase, is de tweede doelstelling van het project het bestuderen van de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen tijdens de verwerking van teksten waarbij (in verschillende formaten) gebruik gemaakt wordt van narratieve elementen. De derde doelstelling is om te onderzoeken hoe de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen bij het lezen van teksten een impact heeft op de leeruitkomsten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kunnen leerkrachten pesten op school en de gevolgen voor de mentale gezondheid verminderen? Gerandomiseerde gecontroleerde studie met een interventie ter bevordering van positive leerkrachtleerling interacties. 01/01/2020 - 31/12/2021

Abstract

Gepest worden op school heeft negatieve gevolgen voor de mentale gezondheid op korte en op lange termijn. Leerkrachten kunnen een belangrijke rol spelen in het voorkomen en reduceren van pesten door hun dagelijkse interacties met studenten en hun reacties op pesterijen. Veel leerkrachten vervullen deze rol echter nog niet optimaal. Via een randomized controlled trial studie zullen we onderzoeken of inspelen op twee dimensies (algemene interacties met studenten en specifieke interventies bij pestsituaties) een invloed heeft op 1) cognities van leerkrachten (bv. promotie van anti-pest attitudes), 2) positieve leerkracht-interacties en effectieve reacties bij pesterijen, 3) de prevalentie van pesterijen, en 4) het mentaal welzijn van (gepeste) studenten. Tien scholen, 60 leerkrachten en 1200 leerlingen van het vijfde en zes leerjaar zullen gerecruteerd worden. Scholen zullen bij toeval worden toegekend aan de interventieconditie of de controleconditie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Nethate: de ontwikkeling van online tools om online hate speech te reduceren en slachtoffers te ondersteunen. 01/12/2019 - 30/11/2021

Abstract

Het doel van dit project is om de huidige kennis over "online hate speech"-interventies uit te breiden door na te gaan hoe technologische instrumenten kunnen worden ingezet om 1) online hate speech te voorkomen of tegen te gaan, en 2) de impact van hate speech op slachtoffers te verminderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

In the Spotlight: Het effect van Celebrity Bashing op (jonge) Omstaanders en Slachtoffers. 01/10/2019 - 30/09/2022

Abstract

Dit project stelt een studie voor rond een zeer specifieke, maar vaak voorkomende vorm van online agressie: Celebrity bashing. Celebrity bashing verwijst naar het negatief berichten over en becommentariëren van celebrities. De celebrity-bashers kunnen zowel journalisten, mensen uit het publiek als andere celebrities zijn. Het doel van dit project is om meer kennis te verwerven over dit fenomeen door zowel het perspectief van jonge daders als van de celebrity-slachtoffers beter in kaart te brengen. Langs de kant van de daders ligt de focus van dit onderzoek vooral op de causale link tussen blootstelling aan de verschillende types van celebrity bashing en zelf een dader worden van celebrity bashing, de onderliggende processen (mediatoren) die deze relatie kunnen verklaren en contextuele factoren (i.e., type dader en type celebrity-slachtoffer) die deze relatie kunnen modereren (moderatoren). Het onderliggende theoretische model voor deze studie is het General Aggression Model (GAM). Daarnaast zal dit project ook focussen op de kant van het slachtoffer en meer kennis genereren over de gevoelens en copingstrategieën van celebrities die geconfronteerd worden met bashing. Door deze combinatie zal dit project in staat zijn om een beter zicht te krijgen op de impact van celebrity bashing op adolescenten en celebrities, wat essentieel is voor de ontwikkeling van effectieve preventie- en interventie-initiatieven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

DeTACT. 01/09/2019 - 31/08/2021

Abstract

DeTACT – Detect Then ACT – zal gebruik maken van artificiële intelligentie om online hate speech te monitoren en inzichten te genereren die kunnen aanleiding geven tot impactvolle, data-gedreven campagnes. MIOS (Antwerpen) zal een literatuurstudie uitvoeren en op basis daarvan een overzicht schetsen van de wetenschappelijke bevindingen over de dynamieken bij online hate en mogelijke evidence-based manieren om online hate tegen te gaan.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

3XG Gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie 2019-2020. 01/04/2019 - 31/12/2020

Abstract

3xG staat voor 'Gezondheid - Gemeenten - Geboorten' en volgt longitudinaal de (milieu)gezondheid op van 300 pasgeborenen in de regio Dessel, Mol en Retie van bij de geboorte. De studie is één van de meerwaardeprojecten die de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) op eigen initiatief hebben verbonden aan de geïntegreerde oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (kortweg categorie A-afval). NIRAS, de nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, werkt het project van de geïntegreerde berging (het cAt-project) uit in samenspraak met de partnerschappen. De 3xG studie meet met de techniek van humane biomonitoring de blootstelling aan milieuvervuilende stoffen in het lichaam van de opgroeiende kinderen. Daarnaast worden ziekte- en sterftecijfers van de regio opgevolgd en geanalyseerd. Universiteit Antwerpen staat in voor de sociaalwetenschappelijke onderzoekskant.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Op het juiste moment! Het gebruik van persoonlijke en contextuele data om gezond gedrag te stimuleren met adaptieve interventies: Theoretisch kader, technologische bouwstenen en empirische evidentie. 01/01/2019 - 31/12/2022

Abstract

Gedragseconomie biedt een relevant theoretisch kader om het ogenschijnlijke irrationele gedrag van mensen ten aanzien van hun gezondheid te verklaren en te voorspellen. Door individuen als niet rationele actoren met voorspelbare gedragsvertekeningen te beschouwen kunnen ze gegidst of "gepord" worden in de richting van meer wijze beslissingen, zonder daarbij hun keuzevrijheid te beperken of hun economische drijfveren drastisch te wijzingen. Dit project kijkt naar twee complementaire gezondheidsrisicogedragingen, (on)gezond eten en fysieke (in)activiteit, en analyseert hoe persuasieve cues of 'nudges' toegepast kunnen worden in interactieve, op het juiste moment ('just-in-time' – JIT) geplaatste interventies die aangepast zijn aan de unieke kenmerken, noden en context van een individu. Op dit moment is er nog steeds een enorme kloof tussen de technische capaciteit die nodig is om aangepaste communicatie te voorzien en bestaande theoretische kaders omtrent gedrag en gedragsverandering. Het hoofddoel van dit project is om deze leemte op te vullen door het ontwikkelen en testen van een integratief theoretisch kader over hoe JIT interventies gezondheidsgedrag beïnvloeden. Het wordt gerealiseerd door (i) een interdisciplinair perspectief te hanteren, (ii) de belangrijkste technologische bouwstenen te voorzien die JIT interventies mogelijk maken en (iii) de effectiviteit van verschillende interventies testen voor verschillende individuen in verschillende contexten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Meat the Challenge 01/01/2019 - 31/03/2021

Abstract

De vleeswarensector wordt geconfronteerd met uitdagingen op vlak van gezondheid, voedselveiligheid en milieu. Ook het vertrouwen van de consument in de vleessector wordt steeds vaker op de proef gesteld. Een aantal crisissen binnen de sector, negatieve aandacht in de pers, steeds luider klinkende stemmen om voor vegetarische alternatieven te kiezen en herhaaldelijke boodschappen dat 'vlees eten' ongezond is, hebben bij de consument onrust en verwarring gezaaid. Het algemeen doel van dit project is het analyseren en optimaliseren van de communicatievaardigheden van vleeswarenbedrijven. Op welke manier kunnen zij geloofwaardig correcte informatie over hun product communiceren? En kunnen we hierbij het vertrouwen van de consument herstellen waar nodig?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het gebruik van online persoonlijke verhalen om adolescenten beter te doen omgaan met psychisch onbehagen. 01/10/2018 - 30/09/2022

Abstract

De adolescentie is een levensfase die gekenmerkt wordt door verhoogde ervaring van stress en negatieve emoties. Het ontwikkelen van gepaste manieren om met deze stress om te gaan is dan ook van cruciaal belang voor deze leeftijdsgroep. Dit onderzoeksproject beoogt te achterhalen hoe het online delen en lezen van persoonlijke verhalen het omgaan met stress en hieraan gerelateerde negatieve gebeurtenissen door adolescenten kan bevorderen. We voeren hiervoor een survey uit bij adolescenten die online hulpfora gebruiken en kijken hoe persoonlijke verhalen helpen om om te gaan met stress en ook welk type adolescenten hier het meest bij gebaat zijn. Vervolgens zetten we drie experimenten op die nagaan hoe het design van de interface van een online hulpforum bijdraagt aan de positieve effecten van online persoonlijke verhalen. Dit onderzoeksproject draagt bij aan de theorie in het domein van gezondheidscommunicatie, door de unieke combinatie van theorieën over verhalen en narratieven en het gebruikersontwerp van internet en communciatietechnologieën. De resultaten van dit project zijn ook waardevol voor organisaties in het domein van jongerenwelzijn en geeft hen aanbevelingen over hoe adolescenten weerbaarder te maken bij het omgaan met stress.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Van voeding in de media naar voedselgeletterdheid: een studie naar de mogelijke inzet van voedingsgerelateerde media ter bevordering van voedselgeletterdheid bij jongvolwassenen (18-25). 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

Voeding is alomtegenwoordig in diverse media. In dit project onderzoeken we of deze vorm van entertainment ook kan dienen als informatie/inspiratiebron voor jongvolwassenen (18-25). De studie start met een exploratie onderzoek naar hoe het gesteld is met de voedselgeletterdheid van Vlaamse jongeren. Tevens brengen we in kaart via welke media deze jongeren het vaakst in contact komen met informatie/beelden van voeding. In een tweede luik van dit project gaan we mits inhoudsanalyses in kaart brengen of en hoe diverse aspecten van voedselgeletterdheid aan bod komen in diverse media. Tot slot zullen we met een reeks experimenten ook effectief testen of blootstelling aan voedingsmedia een impact heeft op de voedselgeletterdheid van Vlaamse jongeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een studie naar het mogelijke gebruik van entertainment-educatie ter preventie van obesitas bij Zuid-Afrikaanse vrouwen. 01/01/2018 - 31/12/2019

Abstract

Dit project is een samenwerking tussen de University of the Western Cape (UWC), the Human Science Research Council (HSRC), Universiteit Antwerpen en KU Leuven. DOEL: (1) ondersteuning van de School of Public health (SOPH) UWC door het versterken van de Master opleiding, en (2) het opstarten van een entertainment-education (EE) programma ter preventie van obesitas. Met het EE programma willen we de voedselgeletterdheid en het lichaamsbeeld van Zuid-Afrikaanse vrouwen helpen te verbeteren. METHODE: Via dit project kunnen 2 Master studenten voltijds aangeworven worden in een onderzoeksproject en zal er expertise uitgewisseld worden tussen de betrokken partnerinstellingen. Dit project zal de effectiviteit van een multimedia EE programma testen, door Zuid-Afrikaanse vrouwen in contact te brengen met EE programma's die we mede ontwikkelen. Voor en na deze blootstelling wordt hun voedselgeletterdheid en hun lichaamstevredenheid opgemeten. De interventies zullen zowel in stedelijk als ruraal gebied plaatsvinden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

3xG Gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie 2018. 01/01/2018 - 31/12/2018

Abstract

3xG staat voor 'Gezondheid - Gemeenten - Geboorten' en volgt de longitudinaal de (milieu)gezondheid van inwoners uit de regio Dessel, Mol en Retie op van bij de geboorte. De studie is één van de meerwaardeprojecten die de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) op eigen initiatief hebben verbonden aan de geïntegreerde oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (kortweg categorie A-afval). NIRAS, de nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, werkt het project van de geïntegreerde berging (het cAt-project) uit in samenspraak met de partnerschappen. De 3xG studie meet blootstelling aan milieuvervuilende stoffen in het lichaam van 300 opgroeiende kinderen in de regio. Daarnaast worden ziekte- en sterftecijfers van de regio opgevolgd en geanalyseerd. In 2018 legt UAntwerpen de focus op: (i) het faciliteren van de externe communicatie van groepsresultaten over hormoonverstorende stoffen aan lokale actoren en het brede publiek. (ii) het opzetten van focus gesprekken met jonge kinderen (8-9 jaar) in 4 basisscholen in Dessel, Mol, Retie en Antwerpen om beter inzicht te krijgen in het kindperspectief op milieu en gezondheid.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De Slimme Stad 01/05/2016 - 30/04/2020

Abstract

Meer en meer alledaagse toestellen worden verbonden met het internet. Deze evolutie, die het internet der dingen (IoT) genoemd wordt, heeft een recente boost gegeven aan onderzoek naar grootschalige draadloze sensor netwerken. Meer specifiek worden steden met IoT technologie uitgerust maar echte grootschalige installaties van draadloze sensornetwerken geven nog erg grote onderzoeksuitdagingen. Tegelijkertijd is de stad ook een schat aan belangrijke data indien dit op een goeie manier kan gemonitord worden. Testbeds worden vaak gebruikt om onderzoeksresultaten te valideren maar een grootschalige en multi-technologie slimme stad infrastructuur is momenteel nog onbestaand. De City of Things onderzoeksinfrastructuur wil een multi-technologie en multi-niveau testbed bouwen in de stad van Antwerpen. 100 locaties, verdeeld over de stad, zullen voorzien worden van sensor basisstations. Deze basisstations worden vervolgens verbonden met een reeks van sensoren die informatie verzamelen omtrent mobiliteit, geluid, luchtkwaliteit, enz.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Mediawijze projecten 2015-2016 - ontwikkeling van een website voor ouders over media en opvoeding met specifieke aandacht voor cyberpesten en gaming en de aanvullende projecten over cyberpesten en gaming voor onderwijs. 01/12/2015 - 15/10/2016

Abstract

Om aan de noden van ouders tegemoet te komen, willen we in een eerste deelproject prototypeverhalen over omgaan met cyberpesten voor ouders construeren en online beschikbaar maken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verhalen een goede manier zijn om te leren over complexe sociale situaties (Hinyard & Kreuter, 2007), zoals cyberpesten. Via verhalen kunnen mensen leren vanuit observatie van het gedrag van anderen en de gevolgen van dat gedrag, waardoor ze de gegeven informatie beter gaan onthouden, vaardigheden ontwikkelen om goed gedrag uit te voeren en zich ook meer bekwaam gaan voelen om dit goede gedrag uit te voeren (Bartholomew, Parcel, Kok, Gottlieb, & Fernandez, 2011). Directies en leerkrachten missen vaak de achtergrond, de tijd en de middelen om een evenwichtig en geïntegreerd anticyberpestbeleid uit te tekenen en te realiseren (Persson & Svensson, 2013; Vandebosch, Poels & Deboutte, 2014). Zij zijn dan ook vragende partij voor hulpmiddelen en instrumenten die hen daarbij kunnen helpen. De "Bouwkit Cyberpesten" die we binnen dit project willen ontwerpen, moet aan deze nood tegemoet komen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Korte, middellange en lange termijn effectiviteit van copingstijlen gebruikt door adolescente slachtoffers van cyberpesten. 01/10/2015 - 30/09/2019

Abstract

Deze studie heeft als doel het vergroten van de kennis en het begrip over het gebruik van copingstrategieën door slachtoffers van cyberpesten en de effectiviteit daarvan op korte termijn, middellange termijn en lange termijn. De effectiviteit zal geëvalueerd worden aan de hand van (1) de prevalentie (Wordt het slachtoffer nog steeds gepest?); (2) mentale gezondheidsproblemen (Ervaart het slachtoffer mentale gezondheidsproblemen zoals sociale angst, een lage mate van zelfvertrouwen, of angst?); en (3) school- of werkresultaten en het vormen van hechte relaties (Heeft deze gebeurtenis de adolescent "sterker gemaakt" of "gemotiveerd" om het goed te doen op school of op het werk? Heeft deze gebeurtenis geleid tot het vormen van hechte relaties met anderen?). Deze vragen zullen beantwoord worden door het gebruik van een combinatie van onderzoeksmethodes. Er zal een longitudinale kwantitatieve studie bij jongeren worden gebruikt om korte, middellange en lange termijn effectiviteit te onderzoeken. Door middel van een retrospectieve kwantitatieve studie en kwalitatieve interviews met jongvolwassenen zal de lange termijn effectiviteit verder worden bestudeerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een onderzoek naar de effecten van "celebrity bashing" en "celebrity testimonials" op cyberpestgedrag bij adolescenten. 01/10/2015 - 30/09/2019

Abstract

In dit project wordt de invloed onderzocht van verhalen over beroemdheden op cyberpesten bij jongeren. Dit gebeurt vanuit twee perspectieven. Vanuit een nieuwseffecteninvalshoek, is de voornaamste vraag of de blootstelling aan "celebrity bashing" leidt tot cyberpestgedrag bij jongeren. Vanuit het oogpunt van gezondheidsinterventies, is de vraag of getuigenissen van beroemdheden a) jongeren kunnen overtuigen om niet te cyberpesten en b) jongeren die zelf ook het slachtoffer zijn van cyberpesten, steun kunnen bieden. Het project speelt op deze manier in op belangrijke leemtes in de huidige wetenschappelijke kennis over macro- (in casu : media-) invloeden op cyberpestgedrag, en over methodieken die cyberpesten (en de impact daarvan op de mentale gezondheid) kunnen reduceren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Publieksbevraging openbare omroep. 01/02/2015 - 30/04/2015

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Haalbaarheidsonderzoek Biomonitoring i.k.v. 3xG gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie. 01/01/2015 - 31/12/2016

Abstract

Het team van Universiteit Antwerpen coördineert binnen het consortium het sociaalwetenschappelijke onderzoek. In dit stadium gaat het vooral om onderzoeksondersteuning bij de beleidsvertaling van de biomonitoringresultaten 3xG enerzijds (fasenplan) en de communicatiestrategie voor de groep van deelnemers en de ruimere lokale gemeenschap anderzijds.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verhalen bij gezondheidscommunicatie: een multidiscplinaire benadering om het begrip te vergroten van de rollen en het gebruik van verhalen bij het overbrengen van gezondheidsinformatie en het wijzigen van levensstijl (HEALTHNAR). 01/05/2014 - 30/04/2017

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cyberpesten en Stress in School en op het Werk: naar een kruisbestuiving tussen verschillende onderzoekstradities. 01/01/2014 - 31/12/2017

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek naar de beeldvorming rond jong ouderschap bij kwetsbare jongeren. 01/02/2013 - 31/05/2013

Abstract

De doelstelling van dit onderzoek, in opdracht van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, is drieledig. Ten eerste wordt de representatie van jong ouderschap op de Vlaamse televisie geanalyseerd. Ten tweede zal gekeken worden naar de receptie van televisie-inhouden omtrent het onderwerp bij kwetsbare jongeren. Een derde, onderliggende, doelstelling bestaat erin om via participatieve onderzoekstechnieken na te gaan hoe kwetsbare jongeren betekenis geven aan de mediarepresentatie van jong ouderschap en welke rol sociale media kunnen spelen in dit proces van receptie en betekenisgeving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Automatische monitoring voor Cyberspace Toepassingen (AMiCA) 01/01/2013 - 31/12/2016

Abstract

Hoewel het gebruik van het internet door kinderen meestal volkomen veilig en verrijkend is, zijn er ook risico's verbonden aan het gebruik van vooral social networking sites (SNS). Verschillende initiatieven werden opgezet om kinderen te beschermen tegen deze potentiële bedreigingen door preventie en door in te grijpen als het misloopt, maar gezien de enorme overvloed aan informatie is het onmogelijk voor de belanghebbenden om alle potentieel schadelijke situaties (zoals cyberpesten, suïcidaal gedrag of grooming door pedofielen) te traceren. Het automatisch traceren van schadelijke inhoud en schadelijke gedragingen vereist een crossmedia filtering aanpak, die onmiddellijk risico's kan detecteren, die kritieke situaties doorgeeft aan moderatoren van sociale netwerksites en die accurate kwantitatieve informatie verstrekt zodat longitudinale en beleidsondersteunende informatie ter beschikking komt over de online veiligheid van kinderen. Deze filtering zal gebeuren rekening houdend met de verwachtingen en online ervaringen van adolescenten en kinderen en ook gebruik makend van een aanpak die op een respectvolle en zorgzame manier omgaat met privacy-gevoelige informatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid. 21/12/2012 - 31/12/2014

Abstract

Het Kenniscentrum Mediawijsheid stimuleert de kennisopbouw en -deling bij organisaties en werkers in het brede veld van mediawijsheid. Het Kenniscentrum biedt praktijkondersteuning en werkt aan praktijkontwikkeling. Het Kenniscentrum Mediawijsheid werkt actief samen met de relevante stakeholders uit de overheid en het veld en bevordert de dialoog en samenwerking tussen die stakeholders.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Friendly ATTAC (Adaptieve Technologische Tools Tegen Cyberpesten). 01/02/2012 - 31/01/2016

Abstract

Friendly ATTAC beoogt de ontwikkeling van een effectieve, ICT-gerelateerde tool tegen cyberpesten door gebruik te maken van adaptieve virtuele scenario's. Om dit doel te bereiken wordt onderzoek uitgevoerd en (vervolgens) samengebracht vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Pilootproject: het e-safety label. 30/10/2010 - 30/06/2011

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EUN Partnership AISBL . UA levert aan EUN Partnership AISBL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Automatic monitoring for cyberspace applications (AMICA). 01/10/2010 - 30/09/2011

Abstract

Het AMiCA ("Automatic Monitoring for Cyberspace Applications") project wil relevante wehsites zoals blogs, chat rooms en sociale netwerksites monitoren met het oog op de automatische detectie van schadelijke of alarmerende berichten, foto's en video's. Gezien het stijgend belang van beeld (vb. porno, automutilatie) in dergelijke toepassingen wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin tekst- en beeldverwerking gecombineerd worden. Classificatiessystemen zullen gebouwd worden die dergelijke schadelijke berichten "on-the-fly" knnen detecteren. Bij detectie van een kritieke situatie (vh. cyherpesten), worden de relevante gebruikers hiervan op de hoogte gebracht.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Evidence-based ICT interventies tegen (cyber-) pesten onder jongeren. 01/09/2010 - 31/08/2011

Abstract

Het doel van dit project is om op een wetenschappelijk onderbouwde manier te onderzoeken hoe ICT-gebaseerde interventies (of interventie-onderdelen) kunnen worden gebruikt in de strijd tegen (cyber)pesten. De nadruk ligt zowel op het in kaart bregen van het probleem (cyber)pesten als op het ontwikkkelen en testen van dynamische, state-of-the-art ICT-toepassingen om het probleem aan te pakken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De contextuele ontwikkeling van cyberpestgedrag in de vroege adolescentie: een longitudinale en sociale netwerkanalyse 01/07/2010 - 31/12/2014

Abstract

Het onderzoek rond cyberpesten vertoont drie leemtes: 1) er bestaat geen valide en betrouwbaar meetinstrument, 2) er is weinig aandacht voor de sociale context waarin het cyberpesten gebeurt en 3) er zijn nauwelijks longitudinale gegevens. Het doel van de voorstudie is daarom de ontwikkeling van een multidimensionaal meetinstrument. Het eigenlijke onderzoek is een panelstudie bij leerlingen uit het secundair onderwijs, waarbij het sociale netwerk van de leerlingen wordt in kaart gebracht.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De contextuele ontwikkeling van cyberpestgedrag in de vroege adolescentie: een longitudinale en "social network" analyse. 01/01/2010 - 31/12/2013

Abstract

De studie speelt in op drie leemtes in het bestaande onderzoek rond cyberpesten: 1) een gebrek aan een valide en betrouwbaar meetinstrument, 2) een gebrek aan aandacht voor de concrete sociale context waarin het cyberpesten plaatsvindt en 3) een gebrek aan longitudinale gegevens. Het doel van de voorstudie is daarom de ontwikkeling van een multidimensionaal meetinstrument voor cyberpesten. Het eigenlijke onderzoek wil aan de hand van een methode die reeds beproefd is bij het klassieke pesten ¿ nl. Social Network Analysis (SNA) ¿ een diepgaander inzicht verschaffen in "wie-wie-cyberpest", "wie-door-wie-gecyberpest-wordt" en "wiewie-ziet-cyberpesten".

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Bevraging bevolking ter voorbereiding van de nieuwe beheersovereenkomst van de VRT met de Vlaamse regering. 01/12/2009 - 31/05/2010

Abstract

Dit project onderzoekt de visie van het publiek op de toekomstige plaats en rol van de openbare omroep in de samenleving. Op basis van een literatuurstudie over de taak en toekomst van de publieke omroep, wordt een (online) survey afgenomen bij een representatieve steekproef van Vlamingen (1500 respondenten). De analyse en interpretatie van de data leidt tot een eindrapport waarin de visie van het publiek geanalyseerd wordt en implicaties voor de toekomstige beheersovereenkomst besproken worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cultuur op publieke omroepen. 15/01/2009 - 15/03/2009

Abstract

De doelstelling van het project is het onderzoek naar het aanbod van cultuur op een selectie van openbare omroepen in Europa, met het oog op het creëren van benchmarks voor de evaluatie van het cultuuraanbod op de Vlaamse openbare omroep VRT.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek en evaluatie van de jongerenjournaals Jam en Zoom. 01/07/2008 - 30/11/2008

Abstract

In deze studie zal het eerste seizoen (september 2007-juni 2008) van de jongerenjournaals (VTM-VMMa) en Jam (VT4-SBS Belgium) geëvalueerd worden. Hoet voornaamste uitgangspunt bij deze evalutie vormen de bepalingen in de contracten tussen beide TV-maatschappijen en de Vlaamse overheid (die de programma's subsidieert).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Internetobservatorium. 02/01/2008 - 31/08/2010

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Aan de onderkant van de technologische samenleving. Kansarmoede en technologie. 09/05/2006 - 15/03/2007

Verkennend onderzoek naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. 01/07/2005 - 28/02/2006

Abstract

In opdracht van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), en op vraag van de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams Parlement, werd een verkennend onderzoek gedaan naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Het onderzoek bestond uit twee delen. In een eerste fase werd de literatuur omtrent (klassiek) pesten, en omtrent jongeren en ICT bestudeerd. Ook de (tot nog toe schaarse) wetenschappelijke onderzoeken omtrent deviante internetpraktijken en cyberpesten werden onder de loep genomen. Op basis van deze literatuurstudie werden hypothesen en onderzoeksvragen geformuleerd. Die werden vervolgens getest en beantwoord door middel van een grootschalige schriftelijke enquête bij 2052 Vlaamse jongeren van het vijfde leerjaar tot en met het zesde middelbaar. Het volledige onderzoeksrapport is terug te vinden op de website van de opdrachtgever: www.viwta.be

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Media-invloeden op zwaarlijvigheid bij kleuters gewikt en gewogen. 01/05/2005 - 31/12/2006

Abstract

In deze studie wordt de (directe en indirecte) invloed van media op zwaarlijvigheid bij kleuters onderzocht. Vroeger onderzoek heeft een verband aangetoond tussen televisiegebruik en blootstelling aan reclamespots en (respectievelijk) een gebrek aan beweging en een overmatige consumptie van vet- en suikerrijk voedsel. In de gezondheidsvoorlichting wordt benadrukt dat (media)campagnes ook gebruikt kunnen worden om het obesitasprobleem te (helpen) voorkomen en bestrijden. Om data te verzamelen over de media-, voedings- en bewegingspatronen van kinderen, en over de attitudes, kennis en (interveniërende) gedragingen van hun ouders, zal een gestandaardiseerde vragenlijst worden ontwikkeld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Informatiebeleid voor de jeugd. 15/01/2005 - 31/12/2005

Abstract

Tegenwoordig worden jongeren, door de groeiende kennis ¿ en informatiemaatschappij, overspoeld door informatie over tal van onderwerpen. Er is een overaanbod aan informatie waardoor zij het bos door de bomen niet meer zien. Dit bemoeilijkt het nemen van de juiste beslissingen. Immers, niet alle informatie is even objectief en duidelijk, noch gerelateerd aan hun informatiebehoeften. Bovendien is de informatie niet altijd bereikbaar of toegankelijk. Jongeren hebben nood aan meer op hen toegespitste informatie om duidelijkheid te krijgen over wat hun mogelijkheden zijn om er vervolgens zelf iets mee te kunnen doen. Adequate informatie is daarom een eerste vereiste opdat jongeren hun weg in de huidige samenleving vinden. Dit onderzoek, inventariserend en verkennend van aard, beoogt de ontwikkeling van een samenhangend informatiebeleid voor de jeugd. Meer bepaald wordt er op basis van een veldbeschrijving nagegaan welke actoren een expliciete functie vervullen met betrekking tot jeugdinformatie en binnen welke beleidsdomeinen expliciete informatie-initiatieven worden opgezet. Daarnaast wordt met behulp van diepte-interviews onderzocht in welke mate de informatie terecht komt bij de beoogde doelgroep en op welke wijze de doelgroep wordt betrokken bij de totstandkoming van informatie. Op basis van de onderzoeksresultaten zullen beleidsaanbevelingen worden geformuleerd aan de Vlaamse overheid over het huidige aanbod. Bovendien zullen er suggesties worden geleverd om de participatie van jongeren in het informatieaanbod te verhogen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject