Stedelijke interventies om actief en gezond bewegen te stimuleren (CITY-MOVE)
Abstract
CITY-MOVE (1) past het Global Action Plan on Physical Activity (GAPPA) van de WHO aan en implementeert het in zes steden verspreid over drie continenten en (2) ontwikkelt een context-overschrijdend evaluatiekader voor overdraagbaarheid en schaalbaarheid. Lichaamsbeweging is een belangrijk gedrag om de last van NCD te verminderen, waaronder bescherming tegen kanker en type 2 diabetes. Er zijn veel op bewijs gebaseerde interventies voor steden om lichaamsbeweging te bevorderen, maar deze worden nog steeds onvoldoende geïmplementeerd, waarbij met name een benadering van het hele systeem ontbreekt, alsook een gerichtheid op de minst actieve of kwetsbare groepen. Kennislacunes zijn: a) hoe interventies aan te passen, b) succesvol te implementeren en c) te evalueren, en d) hoe lessen over te dragen naar andere interventies, doelgroepen en contexten. In samenwerking met de steden hebben we interventies geïdentificeerd die gericht zijn op individuen gedurende de hele levensloop, met name kwetsbare en minst actieve groepen, afgestemd op de GAPPA-domeinen van actieve mensen, samenlevingen, omgevingen en systemen. CITY-MOVE zal: 1) Een city-GAPPA-theorie van verandering ontwikkelen en beoordelingsmaatregelen operationaliseren; 2) City-GAPPA aanpassen aan zes steden, waarbij belanghebbenden in elke context worden betrokken; 3) Steden ondersteunen bij een succesvolle implementatie door middel van actieonderzoek in proeftuinen; 4) Bereik, adoptie, haalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid van geselecteerde interventies in elke stad beoordelen; 5) de ontwikkeling en het gebruik van routinematig verzamelde gegevens ter ondersteuning van een succesvolle implementatie verbeteren; 6) context-overschrijdend bewijsmateriaal over implementatie, evaluatie en schaalbaarheid genereren door middel van een MCDA raamwerk voor 12 interventies in zes steden; en 7) wereldwijde capaciteit genereren door middel van regionale Communities of Practice. De resultaten van CITY-MOVE leiden tot meer lichaamsbeweging bij de doelgroepen, wat bijdraagt aan minder vroegtijdige sterfte aan NCD's, en tot aanpasbare oplossingen die klaar zijn voor implementatie door de uitvoerders.Onderzoeker(s)
- Promotor: van Olmen Josefien
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Thornton Lukar
- Co-promotor: Wouters Edwin
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Severe malaria behandeling met artesunaat zetpillen en Artemisinine combinatie behandeling (in afgelegen gebieden) (SEMA ReACT).
Abstract
Jaarlijks sterven in Afrika bijna 500.000 kinderen onder de 5 jaar aan malaria. Tijdige toegang tot effectieve antimalariatherapieën is levensreddend, aangezien behandeling met pre-referral rectaal artesunaat (RAS), gevolgd door injecteerbaar artesunaat en 3 dagen behandeling met ACT's leidt tot een waargenomen vermindering van 96% in mortaliteit. Hoewel RAS al jaren wordt aanbevolen door de WGO, is het gebruik van RAS zeer beperkt. Het paradigma van volledige behandeling is niet altijd haalbaar wanneer de toegang totde eerstelijnsgezondheidszorg beperkt is door gebrek aan vervoer, niet-beschikbaarheid van diensten en kosten. De beschikbaarheid van RAS is onlangs verbroken omdat resultaten in deze contexten onvolledig zijn, waardoor de ontwikkeling van aanbevelingen voor beste praktijken een uitdaging wordt. Vandaar de relevantie van het voorgestelde onderzoek. Het voorgestelde project is een observationele, niet-inferioriteitsstudie in Zambia en DRC. Community Health Care Workers zullen patiënten met (ernstige) malaria identificeren/diagnosticeren, behandelen en opvolgen als onderdeel van geïntegreerd community case management. We zullen de werkzaamheid van een behandelingsregime bestaande uit pre-referral RAS, daarna post-referral injecteerbaar artesunaat, gevolgd door drie dagen ACT vergelijken met een regime bestaande uit alleen RAS gevolgd door drie dagen ACT in afgelegen gebieden. We zullen het herhalingspercentage tussen de twee regimes vergelijken op dag 28, het aantal geredde levens, het risico op het genereren van resistentie tegen geneesmiddelen. We zullen operationele en institutionele facilitators en belemmeringen bij alle belanghebbenden (patiënten, zorgverleners, zorgverleners, regelgevers, malaria-experts) beoordelen en verminderen en duurzaam beleid aanbevelen voor deze afgelegen context. De resultaten zullen de beleidsontwikkeling en -implementatie ondersteunen. Het voorgestelde consortium brengt vitale ervaring samen in de uitrol en inzet van rectumartesunaat, studieontwerp en -uitvoering, sociale wetenschappen, gegevensverzameling en -beheer, betrokkenheid van belanghebbenden en vertaling van onderzoeksresultaten naar de klinische praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van geertruyden Jean-Pierre
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijk onderzoek naar de impact van het project Smakelijke School.
Abstract
Achtergrond: Het aanbieden van gezonde maaltijden aan kinderen op scholen kan de gezondheid van kinderen ten goede komen en kan gezondheidsgedrag positief beïnvloeden. De meeste studies over dit onderwerp zijn echter cross-sectioneel en richten zich op de korte termijn effecten. Onlangs investeerde het stadsbestuur van Antwerpen 40 miljoen euro in het project 'Smakelijke School'. Het doel van het project is om kinderen gezonde maaltijden aan te bieden op school en zo de gezondheid van kinderen te verbeteren. In België zijn nog geen studies uitgevoerd om het proces en de impact van dergelijke interventies te evalueren. De specifieke doelstellingen zijn 1. De interventie en het implementatieproces in detail beschrijven aan de hand van de checklist en de richtlijn 'Template for Intervention Description and Replication' (TIDieR). 2. Het onderzoeken van de attitudes en ervaringen van scholen, leerkrachten, ouders en kinderen, waarbij de nadruk ligt op haalbaarheid, aanvaardbaarheid en de waargenomen impact op het eetgedrag. 3. Onderzoeken wat de invloed van de interventie is op de kennis, houding en gewoonten (met betrekking tot voeding en gezondheid) en het welzijn van kinderen. 4. De invloed van de interventie op de cognitieve prestaties, bloeddruk, antropometrie en het gedrag van kinderen meten. Methoden: - Interventie: In totaal zullen 4 scholen (die deelnemen aan het Smakelijke School project) worden geïncludeerd: twee scholen met een hoge intensiteit van interventie (gedefinieerd als scholen die elke dag een gezonde maaltijd/snack aanbieden) en twee scholen met een lage intensiteit van interventie (gedefinieerd als scholen die niet meer dan twee keer per week een gezonde maaltijd/snack aanbieden). Scholen met lage intensiteit worden vergeleken met scholen met hoge intensiteit en binnen de scholen worden kinderen die de maaltijden niet gebruiken (interventie) vergeleken met kinderen die de maaltijden wel gebruiken. - Deelnemers en setting: We zullen scholen uitnodigen die starten in september 2023. De schoolleiding (directeuren), leerkrachten, kinderen uit groep 4 en hun ouders worden uitgenodigd om deel te nemen. Werkpakket 1: kwantitatieve beoordelingen - Metingen: o Cognitieve functietesten: Stroop Test (selectieve aandacht), Continuous Performance Test (aandacht en concentratie), Memory Span Test (kortetermijngeheugen), Digit Symbol Test (informatieverwerking), Signal Detection Test (visuele informatieverwerking). o Antropometrie (lengte, gewicht en vetpercentage) en bloeddrukmeting o SDQ, KIDSCREEN-27 vragenlijst en KAH-vragenlijst (kennis, houding en gewoonten) met betrekking tot voeding. o Vragenlijst voor de ouders om informatie te verzamelen over de individuele sociaaleconomische status en de algemene gezondheid en lichaamsbeweging van het kind. Werkpakket 2: kwalitatieve beoordelingen In de eerste fase van het kwalitatieve aspect zullen we de interventie en het implementatieproces beschrijven en interviews houden met de schoolleiding, leerkrachten, kinderen en ouders. Op basis van de resultaten van het kwantitatieve deel (WP 1) van deze studie zullen we de deelnemers selecteren die nodig zijn om het kwalitatieve deel van deze studie voort te zetten. We zullen observaties in de scholen, focusgroepen en een klassengesprek organiseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Casas Ruiz Lidia
- Co-promotor: Glazemakers Inge
- Co-promotor: Penalvo José Luis
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Laat niemand achter: de kloof tussen kwetsbare groepen en de eerstelijnszorg dichten via 'reverse innovation'.
Abstract
Duurzame ontwikkelingsdoelstelling 3 onderstreept het recht op toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg (ELZ) voor iedereen. Ondanks verschillende hervormingen in België om ELZ betaalbaar en toegankelijk te maken, worden ongelijkheden inzake toegang tot ELZ zelfs groter – en daarom zijn innovatieve maatregelen nodig. Een nieuw organisatorisch model moet ontwikkeld en getest worden om mensen met gebrekkige toegang tot ELZ beter te koppelen aan het bestaande ELZ-systeem. Een dergelijk nieuw model verreist fundamentele kennis, want eerdere oplossingen zijn herhaaldelijk gefaald. Gelet op de toenemende zorgvraag en beperkte budgetten moeten we leren uit 'reverse innovation' in lage- en middeninkomenslanden (LMI). Een studie van gezondheidsinnovaties in LMI en een theoretische analyse van de vereiste kenmerken van zo'n nieuw model mondde uit in een concept met 'community health workers' (CHW), geïnspireerd door de 'Family Health Strategy' in Brazilië en 'Re-engineering Primary health care' in Zuid-Afrika. Een dergelijk 'outreachend' organisatorisch ELZ-model met een CHW-interventie kan volgens ons de toegang tot ELZ in Vlaanderen verbeteren. Eerst bestuderen we de wisselwerking tussen de verschillende barrières die mensen met gebrekkige toegang ervaren over het hele continuüm van toegang tot ELZ in Vlaanderen (WP 1). Vervolgens vertalen we de innovatieve modellen uit Brazilië en Zuid-Afrika naar kennis voor de CHW-interventie (WP2). In WP3 ontwikkelen wij een nieuw 'outreachend' ELZ-model met CHW's voor betere toegang tot ELZ in Vlaanderen. In WP4 en WP5 testen we deze CHW-interventie in een clustergerandomiseerd onderzoek met controle groep (RCT). Ten slotte bepalen we de kosten-effectiviteit van de interventie in WP6. In dit project wordt academische expertise rond sociologie, huisartsengeneeskunde en economie gecombineerd met inzichten en kennis van belanghebbenden om maatschappelijke impact te verzekeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Masquillier Caroline
- Co-promotor: van Olmen Josefien
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gezondheidspromotie en ziektepreventie in de opleidingen voor de Eerstelijn: een Belgische kader vanuit Europese richtlijnen (PROPELLER).
Abstract
Gezien de cruciale rol van gezondheidspromotie en ziektepreventie in de gezondheidszorg in de eerstelijn en de beperkte aandacht hiervoor in de huidige opleidingen in België, is er een nood aan capaciteitsopbouw voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering voor professionals in die eerstelijn. Met dit project formuleren we strategieën voor een betere verankering van gezondheidspromotie en ziektepreventie in de eerstelijnsopleidingen, op basis van internationale standaarden en met behulp van een Europees netwerk. Het project wordt uitgevoerd door een multidisciplinair consortium van twee academische partners uit beide taalgebieden -Universiteit Antwerpen (UA) en Université Catolique de Louvain (UCL) – en het expertisecentrum inzake gezondheidsbevordering - Vlaams Instituut Gezond Leven (GL). Het multidisciplinair onderzoeksteam bestaat uit huisartsen, psychologen, onderwijsdeskundigen en communicatiewetenschappers. De onderzoeksgroep kan beroep doen op een uitgebreide stuurgroep van stakeholders met vertegenwoordigers van zorggebruikers, opleidingsinstituten, professionele organisaties en beleidsmakers van beide landsdelen, zowel tijdens de inventarisatie fase als voor de ontwikkeling van de strategie en de disseminatie. De inclusie van vertegenwoordigers van kwetsbare doelgroepen in de stuurgroep garandeert specifieke aandacht voor noden en inbreng van deze groepen. De ontwikkeling van strategieën gebeurt via 3 fases, georganiseerd in 3 werkpakketten. In WP1 zullen we via een desk-research een Belgisch referentiekader uitwerken voor het aanbod en de kwaliteit van onderwijs in gezondheidspromotie en ziektepreventie. Bestaande internationale kaders zoals de kernvaardigheden opgesteld voor gezondheidspromotiewerkers door de International Union for Health Promotion and Education (IUHPE) zijn het startpunt voor een professie-overschrijdend referentiekader dat aangepast wordt aan de Belgische context. In WP2 maken we een inventarisatie van het bestaande aanbod en van de kwaliteit van gezondheidspromotie en ziektepreventie in de basisopleidingen van eerstelijnsprofessionals in België, via een survey startend bij het stakeholder netwerk. Dit omvat ook een vergelijkende analyse met opleidingen in andere Europese landen, via de connecties van de onderzoeksgroep met Europese netwerken. De opleidingen zullen worden geanalyseerd op basis van het referentiekader ontwikkeld in WP1 en het didactisch model van Clement. WP3 richt zich op de ontwikkeling van strategieën voor de beoogde verankering van gezondheidspromotie en ziektepreventie in de eerstelijnsopleidingen op basis van de resultaten van WP1 en WP2. Aan de hand van co-creatie werksessies ontwikkelt de onderzoeksgroep samen met stakeholders een draft strategie in de vorm van een onderwijspakket, dat wordt getoetst in een Delphi procedure. De disseminatie naar opleidingsinstituten, professionele en wetenschappelijke organisaties, doelgroepen en beleidsmakers toe en de creatie van een draagvlak voor concrete strategieën gebeurt samen met de stuurgroep. Een eindsymposium en publicaties in vaktijdschriften zullen hiertoe bijdragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: van Olmen Josefien
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Michels Nele
- Co-promotor: Van Royen Kathleen
- Co-promotor: Van Royen Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het in kaart brengen van instrumenten, kaders en perspectieven op ouderenmis(be)handeling.
Abstract
Dit project heeft tot doel een eerste mapping uit te voeren van de instrumenten, kaders en perspectieven die relevant zijn bij het voorkomen, opsporen en aanpakken van ouderenmis(be)handeling in België. De resultaten van dit onderzoek zullen de basis vormen voor toekomstig onderzoek gericht op het opstellen en implementeren van een interprofessioneel protocol dat adequaat kan reageren op ouderenmis(be)handeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Barbaix Renate
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Peremans Lieve
- Co-promotor: Swennen Frederik
- Co-promotor: Van Royen Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Doeltreffende informatie-uitwisseling en zorggerichtheid in telefonische Covid-19 contactopsporing. Een toegepast sociolinguïstisch en conversatie-analytisch optimalisatie-onderzoek naar interactionele dynamiek en pragmatisch bewustzijn.
Abstract
In antwoord op urgente problemen rond Covid-19 contact tracing (terughoudendheid bij verstrekken informatie, gebrek aan zorggerichtheid, het script domineert), beoogt dit project een analyse en optimalisering van de telefonische contact tracing gecoördineerd door het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Er zijn 4 objectieven: (i) diagnose van de interactie in 3 cycli van dataverzameling en -analyse (miv. 1 cyclus over gesprekken in andere talen dan het Nederlands); (ii) aanbevelingen voor de praktijk, de ontwikkeling van trainingsmateriaal en een pakket voor recrutering, (iii) een piloottoepassing gevolgd door een effectiviteitsmeting, en (iv) een bredere publieke consensus over het belang van contact tracing (maatschappelijke impact). Het project schuift zich in een toegepaste, interactioneel sociolinguïstische en conversatie-analytische traditie van wetenschappelijk onderzoek naar medische interacties en interviews-in-instituties over gevoelige onderwerpen. Het project vult een leemte in (i) fundamentele kennis over de talig-interactionele dynamiek van contact tracing gesprekken als een specifiek institutioneel gesprekstype en (ii) toegepaste kennis gericht op taakgerichte efficiëntie en adequaat pragmatisch bewustzijn bij contactopspoorders als aspecten van professionele reflectie. Dit project over een kerncommunicatieve opdracht bij het indijken van de Covid-19 pandemie, steunt op een hechte samenwerking tussen relevante taalkundige, medische en ethische expertise.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandenbroucke Mieke
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Colebunders Robert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voorbereid zijn op COVID-19: meer dan mondmaskers en social distancing.
Abstract
Dit project zal de huisartsen, die bij lokale opflakkeringen van COVID-19 een cruciale rol spelen, ondersteunen bij het gestructureerd doorverwijzen van kwetsbare mensen en groepen naar het lokale welzijnswerk. Het lokale netwerk van gezondheidswerkers en welzijnswerkers zal op deze manier haar rol optimaler spelen bij het wetenschappelijk onderbouwd detecteren, monitoren en evalueren van de psychosociale impact van COVID-19 en van de maatregelen die daarbij horen. Dit project zorgt er voor dat lokale opflakkeringen van het virus worden gedetecteerd en zal naast de medische ook de psychosociale impact van de ziekte kunnen opvolgen en aanpakken. iCAREdata, is nu al operationeel bij detectie en opvolging van COVID-19. Deze databank wordt snel verrijkt met de sociale determinanten om zo de pandemie en haar impact beter op te sporen en de lokale opflakkeringen te bestrijden met een focus op kwetsbare groepen in de lokale context. Dit innovatief platform ondersteunt huisartsen in het correct verwijzen voor psychosociale noden naar het welzijnswerk. De doelgroep omvat de zorgactoren en de zorgverleners in de eerstelijnszorg (ELZ), die middels samenwerkingsverbanden de zorg willen afstemmen op de behoeften van de burger, conform GDPR. Secundaire doelgroepen zijn de patiënten in de eerstelijnszorg, in het bijzonder kwetsbare groepen evenals de beleidsorganen die zicht willen krijgen op medische en psychosociale zorgbehoeften met een gerichte en lokale aanpak.Onderzoeker(s)
- Promotor: Philips Hilde
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Invloed van natuur op verdeling mentale gezondheid (NAMED - tweede fase)
Abstract
Mentale gezondheidsproblemen zijn een groeiend probleem in onze moderne wereld. De invloed van de urbane leefomgeving is nog weinig gekend. Het door BELSPO gefinancierd NAMED-project (juli 2017 – juli 2021) onderzoekt de impact van de (on)bebouwde omgeving op de mentale gezondheid in het Brussels Gewest. Er worden zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Vanuit ELIZA zijn Hans Keune, Hilde Bastiaens & Roy Remmen betrokken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Remmen Roy
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Toepassen van interventies voor preventie de van hart-en vaatziekten in geselecteerde sites in Europa en sub-Sahara Afrika: een implementatie onderzoek (SPICES)
Abstract
De algemene doelstelling van het project is het implementeren en evalueren van een uitgebreid CVD preventie en controle programma voor patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten in vijf settings: een landelijke en semi-stedelijke gemeenschap in een land met lage inkomens (Uganda) en in een land met gemiddelde inkomens (Zuid-Afrika), en populaties met verminderde toegang tot de gezondheidszorg in drie Europese landen met hoge inkomens (België, Frankrijk, UK). Naast een literatuuronderzoek zal ook gestart worden met de exploratie van de studie sites op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek (surveys) met de bedoeling de huidige situatie in kaart te brengen. De evaluatie van het project omvat zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek en zal een kosten effectiviteitsevaluatie omvatten. Daarnaast zullen de verschillende teams ook elkaars onderzoeksite bezoeken om zo ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Om de duurzaamheid van de uitgewerkte en geïmplementeerde interventies te ondersteunen, zullen beleidsmakers betrokken worden tijdens het hele proces van ontwikkeling en implementatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Anthierens Sibyl
- Co-promotor: Van geertruyden Jean-Pierre
- Co-promotor: Van Royen Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Invloed van natuur op verdeling mentale gezondheid (NAMED).
Abstract
Mentale gezondheidsproblemen zijn een groeiend probleem in onze moderne wereld. De invloed van de urbane leefomgeving is nog weinig gekend. Het door BELSPO gefinancierd NAMED-project (juli 2017 – juli 2021) onderzoekt de impact van de (on)bebouwde omgeving op de mentale gezondheid in het Brussels Gewest. Er worden zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Vanuit ELIZA zijn Hans Keune, Hilde Bastiaens & Roy Remmen betrokken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Remmen Roy
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Licht op groen. Opstellen onderzoeksdesign voor beleid- en praktijkgericht onderzoek naar de effecten van natuur op gezondheid, met bijzondere focus op kwetsbare groepen in de Provincie Antwerpen.
Abstract
Licht op groen. Opstellen onderzoeksdesign voor beleid- en praktijkgericht onderzoek naar de effecten van natuur op gezondheid, met bijzondere focus op kwetsbare groepen in de Provincie Antwerpen. Door middel van kwalitatief onderzoek bij stakeholders worden onderzoeksprioriteiten geidentificeerd. De beschikbare databanken worden geinventariseerd en de mogelijkheden van kwantitatief vervolgonderzoek worden in kaart gebracht. Principal researcher Dr Hans Keune Co-researchers professor Hilde Bastiaens and Roy RemmenOnderzoeker(s)
- Promotor: Remmen Roy
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Fase 2 partnerprogramma (2015-2019) voor institutionele samenwerking tussen de Universiteit van Limpopo en de Vlaamse universiteiten.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van geertruyden Jean-Pierre
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Bervoets Lieven
- Co-promotor: Bogers John-Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject