Onderzoeksgroep
Expertise
Nederlandse literatuur van de 16de tot de 18de eeuw (voornamelijk toneel en lied). Op het vlak van het toneel gebeurt er vooral onderzoek naar de genres, de opvoeringsmogelijkheden (met 3D reconstructies van historische theaters) en de referentiële aspecten in het toneel. Op het vlak van het lied werken wij mee aan de Nederlandse Liederenbank. De aandacht gaat vooral uit naar zowel wereldlijke als geestelijke liedbundels. De nadruk ligt daarbij meer op het litearaire aspect dan op het muzikale.
Wuftheid in de kerk. Een studie van de culturele transfer van Franse air-de-courmelodieën in geestelijke liedboeken in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de zeventiende eeuw.
Abstract
In de zeventiende eeuw gebruikte de katholieke kerk in de Nederlanden het geestelijke lied als een propagandamiddel om het terrein terug te winnen dat ze na het Concilie van Trente had verloren. Auteurs van zeventiende-eeuwse geestelijke liedboekjes in de Zuidelijke Nederlanden gebruikten vaak populaire, bekende liederen uit het profane liedrepertoire om hun stichtelijke teksten op te dichten volgens het principe van de contrafactuur, d.w.z. het schrijven van nieuwe teksten op bestaande melodieën. Dat de auteurs zich daarbij inspireerden op populaire Nederlandstalige liederen wekt geen verwondering, maar in praktisch alle geestelijke liedboeken wordt er ook verwezen naar Franse liederen. Vaak gaat het zelfs om meer dan een vierde van de liederen. Deze vaststelling roept vragen op over het belang van de Franse liederen en hun populariteit in de liedcultuur in de Zuidelijke Nederlanden. Om de rol van de contrafactuur in geestelijke liedboekjes te bestuderen en dan vooral het belang en de functie van Franse liederen daarin, selecteren we tien representatieve zeventiende-eeuwse geestelijke liedboeken die alle in grote mate liederen bevatten gedicht op airs de cour, wat een corpus van ongeveer 500 liederen oplevert. Door creatief de Nederlandse Liederenbank, een recente online databank, die het mogelijk maakt om intertekstuele en referentiële verbanden tussen duizenden liederen bloot te leggen – in combinatie met de databanken van het Centre du Musique Baroque de Versailles (CMBV) en de databank van het internationale project Répertoire International des Sources Musicales (RISM) te ondervragen, zullen we antwoorden formuleren op vragen als: hebben we hier te maken met een rechtstreekse relatie tussen de geestelijke lieddichters en de Franse liederen of zijn deze liederen via het wereldlijke repertoire in het geestelijke terechtgekomen? Circuleerden er originele Franse profane liedbundels in de Nederlanden of bereikten de Franse melodieën deze gewesten via mondelinge overlevering? Welke auteurs importeerden de liederen? Waren zij op hun beurt een voorbeeld voor latere generaties? Kenden deze de eventuele buitenlandse melodieën nog of baseerden ze zich al op Nederlandse contrafacten? Gingen de Franse liederen, eenmaal ze ingeburgerd waren, ook onder Nederlandse wijsnamen rond in deze gewesten? In hoeverre zijn de Nederlandse geestelijke contrafacten rechtstreekse vertalingen of bevatten ze literaire ontleningen van de Franse teksten? Hoe lang werken deze intertekstuele relaties door of m.a.w. hoe sterk blijken auteurs zich nog bewust te zijn van de toon en de inhoud van het Franse origineel? Voor welk publiek waren deze geestelijke liedboeken bestemd? Richten ze zich voornamelijk op een jong elitair publiek of proberen ze een ruimer publiek te bekoren? Hoe functioneerden deze liedboekjes in de liedcultuur van de Zuidelijke Nederlanden? Met de antwoorden op deze vragen willen we inzicht verwerven in het functioneren van het geestelijke liedboek in de Zuid-Nederlandse liedcultuur en zo een lacune invullen in zowel de literatuurgeschiedenis als in de muziekgeschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: De Koninck Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Grenzeloos: Een West-Europese canon van romans in een veranderend medialandschap (1471 – ca. 1550)
Abstract
Door de uitvinding van de boekdrukkunst kon middeleeuwse verhalende literatuur gemakkelijker verspreiding vinden . In West-Europa ontstond zo een transnationale canon van populaire romans. De bestudering van deze verhalen als groep overstijgt de beperktheid van nationale filologen en geeft inzicht in het internationale succes en de regionale verscheidenheid van deze verhaalstof.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Willaert Frank
- Mandaathouder: de Bruijn Elisabeth
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hy dwong het volk door toneel te luisteren naar hun plichten. Maatschappijkritiek in het zeventiende-eeuwse theater in de Nederlanden.
Abstract
'Hy dwong het volk door klucht te luistren naar hun plichten.' Dit vers schreef de toneeldichter Jan Vos in 1662 als lofdicht op Bredero. Bredero's kluchten zijn duidelijk op vermaak gericht, maar toch dwingt hij het publiek om sociaal kritisch te zijn. Deze dichtregel geeft raak weer hoe het zeventiende-eeuwse theater functioneerde. De rederijkers uit de zestiende eeuw brachten didactische toneelstukken op marktpleinen, terwijl het toneel in de zeventiende eeuw voor een relatief beperkt publiek in de schouwburg werd opgevoerd en voornamelijk gericht was op vermaak. Om hun betalend publiek niet te beledigen moesten auteurs andere strategieën aanwenden om maatschappijkritiek te uiten. Aan de andere kant verschenen de meeste stukken in de zeventiende eeuw ook in druk, waardoor auteurs een ruimer publiek konden bereiken. Kritiek op politieke gebeurtenissen werd voorheen al onderzocht. In veel toneelstukken werd er echter ook commentaar geleverd op de alledaagse realiteit. Kritiek op levensstijl (geld, mode), klassenverschillen (beroepen, adel, burgerij), privéleven (huwelijk, seksualiteit) en maatschappelijke problemen (bedelarij, criminaliteit) werd tot nu toe nauwelijks onderzocht in het Nederlandse toneel. Daarom bestudeer ik de inhoud en strategie van deze vorm van maatschappijkritiek in een representatief corpus van komische toneelstukken uit de Nederlanden, met speciale aandacht voor de verschillen tussen Noord en Zuid. Ik plaats deze teksten in hun historische context en toets ze aan de zeventiende-eeuwse theatertheorie om de strategische keuzes van de toneeldichters in Noord en Zuid te verklaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Ferket Johanna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Literatuur die de censor nooit onder ogen kreeg! Het alternatieve literaire circuit in Antwerpen aan het einde van de zeventiende eeuw.
Abstract
Het vertrekpunt van het onderzoek is Het Mengelmoes, een tot nu toe onontgonnen Antwerps handschrift uit 1696. Het bevat een doelbewust samengestelde collectie van meer dan 300 teksten, veelal liederen, die nooit aan de kerkelijke censuur werden onderworpen. Via een analyse van deze teksten in hun historische context, en een vergelijking van de teksten in Het Mengelmoes met door de censor goedgekeurde teksten uit parallelle genres (bv. liederen in de Nederlandse Liederenbank), wil ik achterhalen hoe de teksten en liederen functioneerden. Het doel van het onderzoek is het bepalen van een referentiekader voor de alternatieve literatuur in de zeventiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Molenaar Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hij dwong het volk door toneel te luisteren naar hun plichten. Maatschappijkritiek in het zeventiende-eeuwse theater in de Nederlanden.
Abstract
'Hy dwong het volk door klucht te luistren naar hun plichten.' Dit vers schreef de toneeldichter Jan Vos in 1662 als lofdicht op Bredero. Bredero's kluchten zijn duidelijk op vermaak gericht, maar toch dwingt hij het publiek om sociaal kritisch te zijn. Deze dichtregel geeft raak weer hoe het zeventiende-eeuwse theater functioneerde. De rederijkers uit de zestiende eeuw brachten didactische toneelstukken op marktpleinen, terwijl het toneel in de zeventiende eeuw voor een relatief beperkt publiek in de schouwburg werd opgevoerd en voornamelijk gericht was op vermaak. Om hun betalend publiek niet te beledigen moesten auteurs andere strategieën aanwenden om maatschappijkritiek te uiten. Aan de andere kant verschenen de meeste stukken in de zeventiende eeuw ook in druk, waardoor auteurs een ruimer publiek konden bereiken. Kritiek op politieke gebeurtenissen werd voorheen al onderzocht. In veel toneelstukken werd er echter ook commentaar geleverd op de alledaagse realiteit. Kritiek op levensstijl (geld, mode), klassenverschillen (beroepen, adel, burgerij), privéleven (huwelijk, seksualiteit) en maatschappelijke problemen (bedelarij, criminaliteit) werd tot nu toe nauwelijks onderzocht in het Nederlandse toneel. Daarom zullen we de inhoud en strategie van deze vorm van maatschappijkritiek bestuderen in een representatief corpus van ernstige en komische toneelstukken uit de Nederlanden, met speciale aandacht voor de verschillen tussen Noord en Zuid. We zullen deze teksten in hun historische context plaatsen en toetsen aan de zeventiende-eeuwse theatertheorie om de strategische keuzes van de toneeldichters in Noord en Zuid te verklaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Ferket Johanna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
'Hy dwong het volk door toneel te luisteren naar hun plichten'. Maatschappijkritiek in het zeventiende-eeuwse theater in de Nederlanden.
Abstract
In de zeventiende eeuw werd het theater professioneel. Toneelstukken werden voor een klein publiek in de schouwburg opgevoerd en het was voornamelijk op vermaak gericht. Auteurs moesten daarom andere middelen aanwenden om maatschappijkritiek te uiten. De meeste stukken verschenen in de zeventiende eeuw ook in druk, waardoor auteurs een ruimer publiek konden bereiken. Kritiek op politieke gebeurtenissen werd eerder al regelmatig onderzocht. In veel toneelstukken werd er echter ook commentaar geleverd op de alledaagse realiteit: gewoontes, tradities, trends, seksualiteit, religie, standen, beroepsgroepen, rolpatronen, geld, enz. In dit onderzoek wordt de inhoud, strategie en functie van deze vorm van maatschappijkritiek bestudeerd in een representatief corpus van ernstige en komische toneelstukken uit de Lage Landen. De toneelteksten worden in hun historische context geplaatst en getoetst aan de contemporaine theatertheorie om de strategische keuzes van de toneeldichters in Noord en Zuid te verklaren. Dit onderzoek wil op die manier een nieuw inzicht bieden in de verhouding tussen theater en maatschappij in de zeventiende eeuw.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Ferket Johanna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Literatuur die de censor nooit onder ogen kreeg! Het alternatieve literaire circuit in Antwerpen aan het einde van de zeventiende eeuw.
Abstract
Het vertrekpunt van het onderzoek is Het Mengelmoes, een tot nu toe onontgonnen Antwerps handschrift uit 1696. Het bevat een doelbewust samengestelde collectie van meer dan 300 teksten, veelal liederen, die nooit aan de kerkelijke censuur werden onderworpen. Via een analyse van deze teksten in hun historische context, en een vergelijking van de teksten in Het Mengelmoes met door de censor goedgekeurde teksten uit parallelle genres (bv. liederen in de Nederlandse Liederenbank), wil ik achterhalen hoe de teksten en liederen functioneerden. Het doel van het onderzoek is het bepalen van een referentiekader voor de alternatieve literatuur in de zeventiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Molenaar Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geschiedenis (her)schrijven in vroegmodern Mechelen: tekstgenese en gradaties van auteurschap in een vroegmoderne stedelijke kroniektraditie.
Abstract
In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd waren kronieken de manier bij uitstek om het verleden te bewaren voor toekomstige generaties. Het voorgestelde onderzoek focust op een Mechelse stadskroniek die om twee redenen uitzonderlijk interessant is. 1) De tekst biedt in tegenstelling tot andere stadskronieken uit de Nederlanden een doorlopende geschiedenis van de stad Mechelen, geput uit literaire bronnen (o.a. epiek, lyriek). 2) De tekst is overgeleverd in onderling sterk verschillende versies die zichtbare wijzigingen bevatten. Drie van deze handschriften zijn bovendien autografen, die de lezer een zeldzame blik bieden in het hoofd van een vroegmoderne auteur. Dit onderzoek problematiseert de houding die verschillende bewerkers en kopiisten aannamen ten opzichte van de tekst, tegen de achtergrond van de historische context waarin elke versie gesitueerd moet worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Willaert Frank
- Mandaathouder: Caers Bram
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
'Van Ninette tot Herbergprinses': Zangspelen en opera's uit de Zuidelijke Nederlanden (1759-1907) en de positie van het Nederlands als zangtaal.
Abstract
Dit onderzoeksproject bestudeert het Nederlandstalige zangspel en de Nederlandstalige opera uit de Zuidelijke Nederlanden, tussen 1759 en 1907. De nadruk ligt daarbij op de complexe rol van het Nederlands als zangtaal en op de evolutie en functie van de Nederlandstalige zangspelen en opera's als esthetisch experiment, verlicht beschavingsideaal, taalkundige proeve, uiting van Belgisch en/of Vlaams nationalisme, etc. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van vijf zorgvuldig geselecteerde zangspelen en opera's.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De "business of performance": Theaterimpresario's en het toneelrepertoire in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1680 en 1795.
Abstract
Voor de eerste keer in een studie van het laat-zeventiende- en achttiende-eeuwse theater- en operaleven in Brussel, Gent en Antwerpen, zal de nadruk worden gelegd op de rol van de impresario en op de effecten van de "business van de prestaties" (dwz de manier waarop theaters werden gerund en drama werd geproduceerd en uitgevoerd) op het toneelrepertoire. Het onderzoek zal antwoorden opleveren op vragen als: Wat motiveerde impresario's om een theater te runnen? Welke esthetische en literaire aspiraties hoopten ze te realiseren en hoe hadden financiële motivaties invloed op artistieke beslissingen? Wat kan de rol van de impresario ons vertellen over de vermeende culturele (literaire) crisis van de Zuidelijke Nederlanden? Wat was de status van het verrassend grote aantal vrouwelijke impresario's? Wat voor soort toneelstukken en libretto's hebben lieten de impresario schrijven? Hoe werd buitenlands repertoire aangepast om een lokaal publiek en de lokale overheden tevreden te stellen? Hoe reageerden lokale toneelschrijvers? En tenslotte, hoe werden impresario's afgebeeld in satirische toneelstukken?Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: De Paepe Timothy
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geschiedenis (her)schrijven in vroegmodern Mechelen: tekstgenese en gradaties van auteurschap in een vroegmoderne stedelijke kroniektraditie.
Abstract
In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd waren kronieken de manier bij uitstek om het verleden te bewaren voor toekomstige generaties. Het voorgestelde onderzoek focust op een Mechelse stadskroniek die om twee redenen uitzonderlijk interessant is. 1) De tekst biedt in tegenstelling tot andere stadskronieken uit de Nederlanden een doorlopende geschiedenis van de stad Mechelen, geput uit literaire bronnen (o.a. epiek, lyriek). 2) De tekst is overgeleverd in onderling sterk verschillende versies die zichtbare wijzigingen bevatten. Drie van deze handschriften zijn bovendien autografen, die de lezer een zeldzame blik bieden in het hoofd van een vroegmoderne auteur. Dit onderzoek problematiseert de houding die verschillende bewerkers en kopiisten aannamen ten opzichte van de tekst, tegen de achtergrond van de historische context waarin elke versie gesitueerd moet worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Willaert Frank
- Mandaathouder: Caers Bram
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De typografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen (1473-ca. 1815). Genres, evoluties en factoren.
Abstract
Het voorgestelde onderzoek wil een licht werpen op de typografische evoluties van het handgedrukte boek in Vlaanderen en de achterliggende redenen daarvoor bloot leggen door een beperkt aantal goedgekozen tekstgenres over een langere periode onder de loep te nemen. De werkhypothese daarbij is dat typografische ontwikkelingen zich afhankelijk van het soort genre anders, sneller of trager ontwikkelen, een uitgangspunt dat voorlopig door gevalsstudies wordt bevestigd (bv. Van Impe & Bos 2006).Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Proot Joran
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: De relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746/1762.
Abstract
Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Peeters Frank
- Mandaathouder: De Paepe Timothy
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meervoudige identiteiten in een laatmiddeleeuwse en vroegmoderne stad: Mechelen in de 15de en 16de eeuw.
Abstract
Dit project wil door het analyseren van meervoudige identiteiten die stedelingen aannemen en (re)produceren een meer genuanceerde blik geven op de stedelijke samenleving dan het traditionele sociale en sociaal-culturele onderzoek toelaat. Voor de casus Mechelen in de late middeleeuwen en het begin van de nieuwe tijd zal worden nagegaan hoe stedelingen deze identiteiten construeren (o.a. door hun participatie in het middenveld van sociale organisaties), hoe ze die beleven op het publieke forum en hoe deze identiteiten worden ervaren in het collectieve geheugen (rituelen, historiografie en literatuur).Onderzoeker(s)
- Promotor: Stabel Peter
- Co-promotor: Marnef Guido
- Co-promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Van Dijck Maarten
- Co-promotor: Willaert Frank
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: de relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746.
Abstract
Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Peeters Frank
- Mandaathouder: De Paepe Timothy
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zingen en lezen. Een onderzoek naar de functies van Zuid-Nederlandse wereldlijke liedboeken in de zeventiende eeuw.
Abstract
Liederen speelden een belangrijke rol in de 17de-eeuwse maatschappij waarin de orale cultuur binnen bepaalde sociale klassen nog zeer dominant was. Van deze orale cultuur kunnen we ons alleen een beeld vormen aan de hand van picturale bronnen en van teksten die in druk en handschrift bewaard bleven. Het object van dit onderzoeksproject vormen de Nederlandstalige wereldlijke liedboeken die in de Zuidelijke Nederlanden verschenen tijdens de 17de eeuw. Dit is een welomlijnd corpus van liedbronnen aangezien slechts twaalf titels zijn bewaard, allemaal uitgegeven tussen 1628 en 1677, die samen 751 liederen bevatten. Het aantal bewaarde exemplaren van deze liedboeken in bibliotheken is gering en het aantal bekende herdrukken blijft, met uitzondering van drie populaire liedbundels, beperkt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Toneelpraktijk & theater in het netwerk van een vroegmoderne stad: Functie, inrichting en gebruik van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746.
Abstract
Het onderzoek behandelt het georganiseerde toneel- en theaterleven in Anwerpen in een bredere, stedelijke context. Aan de hand van de impliciete en expliciete opvoeringsgegevens in de toneelteksten in combinatie met virtuele reconstructies van de theatergebouwen en speellocaties willen we nagaan hoe het theaterleven evolueerde en de thaters functioneerden tussen 1610 en 1746. De theatergebouwen en speellocaties geven de toenemende institutionalisering van het toneel weer. Een reconstructie van de evolutie van het theaterleven en van de theaters vanuit een literair-historisch standpunt vormt he beoogde resultaat van dit onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Peeters Frank
- Mandaathouder: De Paepe Timothy
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het schooltoneel van de jezuïten in de provincia Flandro-Belgica tijdens het ancien régime (1575-1773).
Abstract
Deze studie zal het schooltoneel van de jezuïeten in de provincia Flandro-Belgica als een samenhangend geheel behandelen. Door het internationale karakter van het jezuïetentoneel zal dit een nieuw licht werpen op opvattingen, werkwijzen en tendensen die karakteristiek zijn zowel voor deze provincie als voor het jezuïetentoneel elders in de wereld. Om het belang en de invloed ervan te onderzoeken zullen de kenmerken ervan worden vergeleken met het contemporaine wereldlijke toneel in het Nederlands en met het schooltoneel van andere orden die hier actief waren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Mandaathouder: Proot Joran
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Liederenbank van de Zuidelijke Nederlanden: een inventaris van het 17de-eeuwse Nederlandstalige lied in de vorm van een online raadpleegbare gedigitaliseerde databank en CD-rom.
Abstract
Het lied speelt in de 17de-eeuwse maatschappij een belangrijke rol. Het lied was immers een medium dat in zeer brede lagen van de bevolking werd geproduceerd en gerecycleerd, zowel in een profane als in een religieuze context en voor alle leeftijden. Het project beoogt de ontsluiting van alle Nederlandstalige liederen uit de 17de eeuw, uit de Zuidelijke Nederlanden, in een databank 'De Liederenbank van de Zuidelijke Nederlanden'. Via deze digitale ontsluiting van de inhoud, vorm en melodie van het 17de-eeuwse Zuid-Nederlandse lied kan een tot nog toe ongeïnventariseerd gebied in de Nederlandse letterkunde én de musicologie wetenschappelijk onderzocht worden. Het project heeft een literaire en cultuurhistorische waarde. De liederen zijn belangrijk voor het onderzoek op het gebied van de literatuurgeschiedenis, cultuurgeschiedenis, en volkskunde.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Liederenbank van Vlaanderen: een gedigitaliseerde on-line inventaris van het 17de eeuwse Nederlandstalige lied.
Lied, muziek en dans in het Zuid-Nederlandse toneel van de zeventiende eeuw. Een onderzoek naar de functie van muzikale elementen.
Abstract
In vrijwel alle 17de-eeuwse toneelopvoeringen komen muzikale elementen voor. Liederen waren vaak een structureel onderdeel van de tekst, muzikanten zorgden voor begeleiding en sfeerschepping, dans en ballet moest de voorstelling visueel aantrekkelijk maken. Het project wil zowel de literaire, musicologische als theaterwetenschappelijke aspecten van het Zuid-Nederlandse toneel bestuderen aan de hand van een aantal literair-muzikale parameters aan de productiezijde, zowel bij de auteurs als bij de uitvoerenden, en aan de zijde van het publiek. Daarbij wordt gelet op institutionele, geografische, gender- en genreverschillen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mythologische voorstellingen in de Vlaamse kunst van de zeventiende eeuw geplaatst in hun intellectuele context.
Abstract
Uitgaande van een volledige beredeneerde catalogus van Rubens' mythologische voorstellingen (zo'n 130 nummers) en van een overzicht van mythologische schilderijen van andere Vlaamse schilders van de 17de eeuw zal een diepere interpretatie van deze voorstellingen van klassieke ("heidense") goeden en godinnen worden betracht. Hierbij zal worden rekening gehouden met mogelijke verschillen naargelang het doelpubliek, enerzijds bestaande uit humanistische geleerden, anderzijds volkstalig geletterde burgers. Waar nodig zullen paralLellen worden aangewezen met de behandeling van deze goden en godinnen in de Latijnse en de Nederlandse literatuur.Onderzoeker(s)
- Promotor: Balis Arnout
- Co-promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Van der Stighelen Katlijne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Muziek in het Nederlandse en Vlaamse toneel van de zeventiende eeuw,
Abstract
Muziek heeft steeds een belangrijke functie vervuld in het theater. Ook in de 17de eeuw maakte muziek niet alleen in de opera's, die in die eeuw in de Nederlandsen hun intrede deden, maar ook in de toneelstukken een inherent deel uit van de opvoering. In een groot aantal stukken is de muziek een structureel onderdeel van de tekst in liederen of in koor- en reizangen. Bovendien werd bij elke opvoering een beroep gedaan op muzikanten voor begeleiding, sfeerschepping, als intermezzo e.d. Over de muzikale dimensie van het theater in de 17de-eeuwe Nederlandsen zijn tot op heden slechts verkennende studies gepubliceerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Willaert Frank
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Muziek in het Nederlandse en Vlaamse toneel van de 17de eeuw.
Abstract
Muziek heeft steeds een belangrijk functie vervuld in het theater. Ook in de 17de eeuw maakte muziek niet alleen in de opera's, die in die eeuw in de Nederlanden hun intrede deden, maar ook in de toneelstukken een inherent deel uit van de opvoering. In een groot aantal stukken is de muziek een structureel onderdeel van de tekst in liederen of in koor- en reizangen. Bovendien werd bij elke opvoering een beroep gedaan op muzikanten voor begeleiding, sfeerschepping, als intermezzo e.d. Over de muzikale dimensie van theater in de 17de-eeuwse Nederlanden zijn tot op heden slechts verkennende studies gepubliceerd. Het proejct wil zowel de literaire, de musicologische als de theaterwetenschappelijke aspecten van de muziek bestuderen, enerzijds in Amsterdam, waar al bij het begin van de eeuw een professionele schouwburg werd opgericht, anderzijds in de rest van Nederland en Vlaanderen waar het toneel vooral in de handen van de rederijkerskamers bleef, die weliswaar in enkele steden ook naar een professionele schouwburg evolueerden. Het project zal het belang van de muzikale dimensie van het 17de-eeuwse toneel onderzoeken aan de hand van een aantal literair-muzikale parameters aan de productiezijde, zowel bij de auteurs als de uitvoerenden, en aan de zijde van het publiek. Daarbij wordt gelet op institutionele, geografische, gender- en genreverschillen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Hubert
- Co-promotor: Willaert Frank
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject