Abstract
De verspreiding van haatspraak in digitale ruimtes zoals sociale mediaplatforms en commentaarsecties op nieuwswebsites blijft een groot probleem, dat bijdraagt aan de polarisatie van de samenleving en de normalisering van haat. Dit doctoraatsproject benadert dit probleem proactief door een technologische interventie te ontwikkelen om online haatspraak te voorkomen. De interventie zal de vorm aannemen van een digitaal spel voor volwassen internetgebruikers . Het heeft als doel om hen te informeren over factoren die aanzetten tot het online plaatsen van haatspraak.
De eerste fase van het project creëerde een uitgebreid overzicht van determinanten van het plaatsen van haatspraak. Door gebruik te maken van de Delphi-methode werden inzichten verzameld van een interdisciplinair panel van experts uit onderzoek en praktijk. De bevindingen over wat de meest relevante persoonlijke, sociale en digitale factoren zijn voor het plaatsen van haatspraak werden samengevat in een ecologisch model. Het model illustreert hoe het samenspel van persoonlijke en omgevingsfactoren van invloed is op het plaatsen van haatdragende teksten of het maken van hatelijke opmerkingen. Het onderzoek besteedde speciale aandacht aan de invloed van kenmerken in de digitale omgeving door te werken met het concept van digitale 'affordances'. Daarnaast werden digitale strategieën voor risicobeperking geëvalueerd vanuit het perspectief van human-centered design.
De tweede fase van het project richt zich op moralisatie als een mechanisme dat online haatspraak zou kunnen uitlokken. In een online experiment wordt onderzocht of moraliserende signalen in online discussies de perceptie van haatspraak beïnvloeden en dienen als een legitimerende factor voor intolerante en onbeschaafde opmerkingen. Het onderzoek is gebaseerd op de Theory of Dyadic Harm, die stelt dat voorstellingen van schade een centrale factor zijn die persoonlijke voorkeuren veranderen in morele zaken. Deze kunnen op hun beurt sterkere emotionele reacties uitlokken bij gebruikers van sociale media. Het onderzoek zal de relatie tussen moralisatie en haatspraak onderzoeken in de context van discussies over genderdiversiteit en inclusiviteit, een onderwerp dat zowel veel besproken wordt als misogynistische en queerfobe reacties uitlokt in online discussies.
Met behulp van de inzichten uit de eerste twee onderzoeken richt de laatste fase van het project zich op de ontwikkeling van de game-interventie. Door literatuur over game design en theorieën over gedragsverandering te combineren, kiest het spel voor een educatieve benadering en wil het internetgebruikers laten zien hoe hun gedrag kan worden beïnvloed door factoren zoals moralisering. Het doel van het spel is om gebruikers te helpen deze invloeden te begrijpen en te leren hoe ze proactief controle kunnen krijgen over hun online gedrag en ongewenste en schadelijke acties online kunnen vermijden. Een prototype van het spel zal worden getest op gebruikerservaring en effectiviteit.
Met de ontwikkeling van het spel wil het onderzoeksproject het potentieel van educatie en cultuur benutten om tot gedragsverandering te komen. Deze benadering komt voort uit een overweging van hoe verschillende mensenrechten, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht om gevrijwaard te blijven van discriminatie, in balans moeten worden gebracht bij het omgaan met de complexe kwestie van online haatspraak.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)