Abstract
In het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt de nadruk gelegd op de verbintenis om landbouwers te sturen in de richting van milieuvriendelijker maatregelen via de groene betaling voor acties die specifiek het milieu ten goede komen. Deze praktijken sluit aan bij de verbintenissen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen via de akkoorden van Parijs. Een studie over de uitstoot van broeikasgassen door Pellerin et al. (2017) identificeerde een tiental mitigatiepraktijken, waarvan de implementatie relevant zou kunnen zijn in Frankrijk en België. Talrijke artikelen bestuderen het beleid dat de toepassing van deze praktijken aanmoedigt (Antle et al, 2003, Dessart et al, 2019, Doole et al, 2019) of meer in het algemeen de vermindering van de uitstoot aanmoedigt (De Cara et al, 2005). De uitvoering van dit mitigatiebeleid kan echter gevolgen hebben voor de kwaliteit van ecosysteemdiensten en vice versa. Bareille en Gohin (2020) tonen bijvoorbeeld aan dat een belasting op pesticiden de stikstofverontreiniging en de broeikasgasemissies doet toenemen als gevolg van veranderingen in het landgebruik op wereldschaal. Om deze antagonismen tussen mitigatiepraktijken en praktijken ter bescherming van ecosystemen te verminderen, is het interessant om de adoptie van alternatieve systemen te belichten in plaats van de adoptie van de ene of de andere categorie praktijken aan te moedigen. Deze doctoraatsthesis zal daarom draaien rond instrumenten van economisch beleid die de arbitrage tussen milieudoelstellingen mogelijk maken. Dit werk maakt gebruik van het economisch model aan de aanbodzijde AROPAj, dat het economisch gedrag van Europese landbouwsystemen weergeeft, en gebruikt micro-economische gegevens van het landbouwdata-netwerk om beleidsmaatregelen voor te stellen die arbitrage tussen milieudoelstellingen mogelijk maken via de integratie van modules die milieuvriendelijke praktijken modelleren.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)