Onderzoeksgroep
Expertise
Taalverwerving: (T1) tweede-/vreemdetaalverwerving (T2) Engels als tweede/vreemde taal (T3) onderwijs en tweede-/vreemdetaalverwerving (T4) sociolinguïstiek en tweede-/vreemdetaalverwerving (T5) cognitieve belasting (in het taalonderwijs) Engelse taal: (E1) Engels grammatica (E2) Engels tekstproductie (schriftelijk en mondeling) (E3) vertaling (Nederlands naar het Engels) Vertaalwetenschap: (V1) algemene vertaalwetenschap (V2) vertaalcompetentie (V3) vertaalrevisiecompetentie (focus: stilistische vertaalrevisie)
AI-tools voor schrijven: Integratie van geavanceerde technologie in academisch schrijven in universitaire curricula en ondersteuningsstructuren voor studenten (AI Write).
Abstract
AI Write wil een revolutie teweegbrengen in het landschap van academisch schrijven in het Engels (als T1 en T2) door de ontwikkeling van innovatieve onderwijsbenaderingen en ondersteunende materialen die gebruikmaken van AI-tools. Met de snelle vooruitgang in AI-technologie voor het genereren van teksten erkent het project het transformatieve potentieel van deze tools voor het hervormen van de culturele schrijfgewoontes. Het project wil de implementatie bevorderen van best practices voor het effectief gebruik van AI-tools ter ondersteuning van academisch schrijven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Ureel Jim
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Een corpusgebaseerde analyse van grammaticale cohesie in Duits T2: inzichten in het effect van de moedertaal op academische schrijfvaardigheid in een vreemde taal.
Abstract
Dit project onderzoekt hoe gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) cohesie creëren in hun academische teksten. Het is belangrijk in academisch taalgebruik om cohesieve teksten te schrijven, d.w.z., grammaticale en lexicale middelen zo te gebruiken dat de logische structuur van een tekst duidelijk wordt. Uit onderzoek naar Engels T2 blijkt dat leerders cohesiemiddelen anders gebruiken dan moedertaalsprekers (T1). Het gebruik van cohesiemiddelen door leerders van andere talen dan het Engels heeft tot heden echter weinig aandacht gekregen in het onderzoek naar T2-verwerving. Dit project wil deze leemte vullen door een analyse van grammaticale cohesie in samenvattingen die door T2-leerders van het Duits zijn geschreven. Het doel van de studie is drieledig: (1) empirisch onderzoek naar de rol van de T1 in het taalgebruik van T2-leerders van het Duits met betrekking tot cohesie; (2) analyse van overeenkomsten en verschillen in het gebruik van cohesiemiddelen in Duits T1 en T2, met een focus op specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met Nederlands T1; (3) samenstelling van de benodigde corpora voor de analyse. Voor de contrastieve corpusanalyse zal ik een nieuwe methode gebruiken waarbij drie corpora in opeenvolgende cycli vergeleken worden. Op deze manier levert dit project een bijdrage aan het groeiend aantal leerderscorpora en bevordert het de theoretische inzicht in T1-specifieke en T1-onafhankelijke kenmerken van cohesie in leerderstaal.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Mortelmans Tanja
- Co-promotor: Ureel Jim
- Mandaathouder: Wedig Helena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De ontwikkeling van meertalige competentie bij (taal)docenten in het hoger onderwijs (APATCHE)
Abstract
Het doel van het APATCHE-project wordt uitgedrukt door het acroniem en titel. Het beoogt "Meertalige benaderingen toe te voegen aan de competenties van taaldocenten in het hoger onderwijs", door bewustmaking via verschillende verspreidingsevenementen, een methodologie voor leerplanontwikkeling en een onlinecursus. Meertalige benaderingen van het leren en onderwijzen van talen zijn benaderingen waarbij alle talen in de steeds meertaligere internationale klas in het hoger onderwijs als een enkele, allesomvattende set van competenties. Het APATCHE-project wil de aandacht vestigen op het belang van zo'n meertalige benadering en de nodige middelen aanreiken om ze in het hoger onderwijs in heel Europa in te voeren. Daartoe zullen we trachten een antwoord te geven op drie vragen, namelijk Wat is het?; Waarom is het nodig?; en Hoe kunnen we het invoeren? (1) Wat de vraag "Wat?" betreft, is ons doel het bewustzijn te vergroten van, en het verzamelen, verstrekken en verspreiden van kennis over het belang van meertalige benaderingen in het hoger onderwijs (en de opbouw van kennis in het algemeen), waarbij zowel nationale talen en het Engels als lingua academica, waardoor lerenden hun taalvaardigheden doeltreffender kunnen ontwikkelen, terwijl de autonomie en de motivatie worden vergroot en positieve interculturele attitudes worden bevorderd; de voordelen van meertalig leren in vergelijking met eentalige benaderingen; het belang, om redenen van verspreiding en maatschappelijk effect, van kennis in de plaatselijke en de nationale taal, alsook in het Engels; noodzakelijke vaardigheden en attitudes die moeten worden ontwikkeld en gestimuleerd; manieren om deze te ontwikkelen. (2) Wat de vraag "Waarom?" betreft, willen wij het bewustzijn vergroten van de noodzaak en het nut van een meertalige aanpak in het hoger onderwijs, zowel in (vreemde) taalklassen en in meertalige klassen waarin talen op zich niet het voorwerp van onderwijs zijn, maar een middel om kennis te verdiepen, de motivatie en de leereffectiviteit van studenten te vergroten, en toekomstige afgestudeerden beter in staat te stellen wetenschappelijke kennis aan de burgers over te brengen en in de toekomst een impact te hebben op Europese samenlevingen. (3) In verband met de vraag "Hoe?" is onze derde doelstelling het creëren van manieren om docenten in het hoger onderwijs in staat te stellen zich vertrouwd te maken met mogelijke methoden en scenario's om meertalige benaderingen in de klas te introduceren en en de nodige competenties te verwerven om dat te doen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Peeters Kris
- Co-promotor: Ureel Jim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
- Onderwijsproject
Academische taalvaardigheid in Duits als vreemde taal: een corpusgebaseerd contrastief onderzoek naar cohesie in geschreven leerderstaal.
Abstract
In dit project onderzoeken we de schrijfvaardigheid van gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) op het gebied van cohesie. Om lezersvriendelijke teksten in academische en professionele settings te schrijven, moeten leerders de gangbare cohesiemiddelen van de vreemde taal beheersen. Door het doelgerichte gebruik van cohesiemiddelen maakt een auteur de onderliggende logische structuur van een tekst zichtbaar voor de lezer. Deze lexicale en grammaticale middelen dienen ertoe woorden op een effectieve manier te verbinden tot zinnen, alinea´s, ideeën en teksten. Omdat het gebruik van cohesiemiddelen sterk taalafhankelijk is en de traditionele grenzen tussen woordenschat en grammatica doorbreekt, moet aan dit onderwerp bijzondere aandacht worden besteed in het (hoger) taalonderwijs. Gelet op het belang van cohesie voor effectieve tekstproductie is er tot op heden verrassend weinig onderzoek verricht in vreemdetaalverwerving dat op dit onderwerp focust. De bestaande studies beperken zich meestal tot cohesie in het Engels als vreemde taal; het onderwerp speelt verder weinig of geen rol in onderzoek naar vreemdetaalverwerving van andere talen, zoals het Duits. Tegelijk zien we dat cohesie in vertaalwetenschappelijk onderzoek een alsmaar grotere rol speelt. Hieruit zijn reeds belangrijke theoretische inzichten over het verschil in cohesievorming tussen talen voortgevloeid, die ook het onderzoek naar vreemdetaalverwerving kunnen bevorderen. Een tweede lacune doet zich voor op het gebied van het vreemdetalenonderwijs. Ook hier wordt weinig aandacht aan cohesie besteed, met als gevolg dat zelfs gevorderde leerders cohesiemiddelen op een manier gebruiken die afwijkt van de doeltaalnormen. Met dit project beogen we een omvattende analyse van cohesie in academische teksten (meer bepaald in samenvattingen) van leerders met Duits als vreemde taal en willen we op deze manier de beschreven lacunes vullen. Daarbij streven we drie doelen na: (1) we willen de manier waarop geavanceerde leerders cohesiemiddelen gebruiken vergelijken met het gebruik door moedertaalsprekers, (2) we willen de specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met het Nederlands als moedertaal onderzoeken; in het kader van dit project wordt daarom een nieuw corpus van samenvattingen in Duits T2 aangemaakt die geschreven zijn door studenten met Nederlands als moedertaal, een novum binnen het groeiende aantal leerderscorpora. (3) we willen onze theoretische bevindingen vertalen naar voorstellen voor een doeltreffende didactische aanpak van cohesie in het (academische) vreemdetalenonderwijs. Ook in methodologisch opzicht is het projectvoorstel vernieuwend omdat we een benadering beogen die baseert op opeenvolgende contrastieve corpusgebaseerde analyses. Hiervoor hebben we drie vergelijkbare corpora gekozen, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door Duitstalige studenten, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met diverse moedertalen, en ons nieuw corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met Nederlands als moedertaal. Met ons onderzoek leveren we een belangrijke bijdrage binnen het corpuslinguïstisch gebaseerd onderzoek naar leerderstaal, met name de kennis over de kenmerken van cohesie die al dan niet aan een bepaalde moedertaal (hier: Nederlands) toe te schrijven zijn. Eveneens zullen uit ons onderzoek voorstellen voortvloeien voor een doelgerichte innovatieve aanpak van cohesie als belangrijk onderdeel in het academische vreemdetalenonderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Mortelmans Tanja
- Co-promotor: Ureel Jim
- Mandaathouder: Wedig Helena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De effecten van corpusgebaseerd onderwijs op sociolinguïstische competentie: 'Mixed methods'-onderzoek naar stilistische vertaalrevisiecompetentie in het Engels.
Abstract
In dit project onderzoeken we stilistische revisie in vertalingen van het Nederlands naar Engels. Meer bepaald gaan we het effect van corpusgebaseerd onderwijs op stilistische vertaalrevisiecompetentie na. Het gebruik van corpora voor vertaalrevisie kende tijdens de afgelopen twintig jaar een sterke toename. Het blijft echter onduidelijk welke corpora het best aansluiten bij de behoeftes van vertalers in opleiding. Een belangrijke voorwaarde voor het succesvol verbeteren van fouten bij vertaalrevisie is dat deze fouten in eerste instantie worden gedetecteerd. Daarom speelt receptieve gevoeligheid voor fouten een belangrijke initiële rol bij vertaalrevisie. Het opsporen van fouten op stilistisch niveau is echter moeilijk omdat het inhoudt dat men keuzes moet maken tussen bestaande taalvarianten die door verschillende niveaus van formaliteit gekenmerkt zijn. Taalleerders en vertalers in opleiding zijn zich vaak niet bewust van de noodzaak van dergelijke keuzes . Indien dit wel het geval is, vinden ze zulke keuzes vaak enorm moeilijk. Daarom is de vraag hoe we de ontwikkeling van receptieve gevoeligheid voor linguïstische formaliteit in vertaalcontexten kunnen bevorderen van cruciaal belang. Door doelgerichte didactische ondersteuning kunnen we nauwkeurigere en bewustere beslissingen over stijl tijdens het vertaalrevisieproces bevorderen. Het voorliggende project beantwoordt deze vraag door te onderzoeken (1) welke invloed de vorm van expliciet corpusgebaseerd onderwijs heeft op de vaardigheid van vertalers in opleiding om problemen rond formaliteit in vertaalrevisie-opdrachten te detecteren en te corrigeren en (2) welke vormen van corpusgebaseerd onderwijs het hoogste rendement aantonen voor detectie en correctie van deze problemen. Deze experimentele studie heeft als hoofdvariabelen enerzijds het niveau van formaliteit in Engelse parallelteksten, die deel uitmaken van de corpora gebruikt voor vertaalrevisie, en anderzijds het type corpus (aangereikte vs. door studenten zelf aangemaakte corpora). Met dit onderzoeksopzet gaan we na of het overmatige contact met informeel Engels van vertalers in opleiding hun perceptie van talige formaliteit en hun vaardigheid om corpora samen te stellen en te gebruiken beïnvloedt. Door de rol te bepalen van stilistische variatie in corpora voor vertaalrevisie dragen de resultaten van deze interventiestudie bij tot het formuleren van best practices voor vertaalrevisiedidactiek. Daarnaast zijn de resultaten ook van theoretisch belang voor onderzoek binnen vreemdetaalverwerving, corpusgebaseerde vertaalwetenschap en communicatie-accommodatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Ureel Jim
- Mandaathouder: Diels Ella
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stilistische geschiktheid in het Engels als een vreemde taal: De verwerving van grammaticale formaliteit bij vertalers in opleiding.
Abstract
Een belangrijk aspect van communicatieve competentie is sociolinguïstische competentie, oftewel de bekwaamheid om taal op een geschikte wijze te gebruiken in communicatie. Ondanks de toename in onderzoek naar sociolinguïstische aspecten van vreemdetaalverwerving is het verwerven van gevoeligheid voor (in)formeel taalgebruik een element dat tot nu toe relatief weinig en/of eenzijdig is onderzocht bij vreemde-taalleerders. Dit project kaart deze leemte aan door gevoeligheid voor grammaticale formaliteit te onderzoeken bij vreemde-taalleerders Engels. Door gebruik te maken van zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens brengen we de ontwikkeling van gevoeligheid voor grammaticale formaliteit cross-sectioneel en longitudinaal in kaart. Kwantitatieve gegevens uit een online revisieopdracht en kwalitatieve gegevens uit semi-gestructureerde interviews worden geïntegreerd om een genuanceerder beeld te krijgen van hoe gevoeligheid voor grammaticale formaliteit wordt verworven bij vreemde-taalleerders Engels. De resultaten van dit project zullen bijdragen tot een beter inzicht in de ontwikkeling van sociolinguïstische competentie bij vreemde-taalleerders en tot het inrichten van sociolinguïstisch responsief vreemde-taalonderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Ureel Jim
- Co-promotor: Robert Isabelle
- Co-promotor: Schrijver Iris
- Mandaathouder: Diels Ella
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Deskundige gevoeligheid voor linguïstische formaliteit als benchmark voor het meten van stilistische vertaalrevisiecompetentie.
Abstract
Dit project draagt rechtstreeks bij aan het opzetten van experimenteel onderzoek naar de verwerving van vertaalrevisiecompetentie. De financiering wordt aangevraagd om een benchmark voor stilistische revisie van een formele academische vertaling te creëren. Met deze benchmark wordt de validiteit en betrouwbaarheid van experimenteel vervolgonderzoek gegarandeerd. Het meetinstrument aan de basis van de benchmark én het vervolgonderzoek bestaat uit een brontekst (academische tekst in het Nederlands) en een doeltekst (Engelse vertaling van de academische brontekst). Om de benchmark op te zetten, zullen 30 experts (professionele vertalers) uitgenodigd worden om de Engelse vertaling stilistisch te reviseren. De focus bij het reviseren ligt op het detecteren en corrigeren van het ongepaste gebruik van informele taal in een formele academische context. Geselecteerde grammatica- en woordenschatproblemen in de Engelse vertaling vormen de 40 items die samen het onderzochte meetinstrument uitmaken. Een kritische analyse van de hoeveelheid en aard van revisie zal uitgevoerd worden om de benchmark voor stilistische revisie van de vertaling te bepalen. De vastgestelde 'professionele benchmark' zal worden gebruikt om taalitems in dezelfde academische vertaling te selecteren voor experimenteel vervolgonderzoek met niet-experts (vertalers in opleiding).Onderzoeker(s)
- Promotor: Ureel Jim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een model voor vertaalrevisiecompetentie
Abstract
Vertaalrevisiecompetentie werd nog niet veel onderzocht in de vertaalwetenschap en er bestaat nog geen goed ontwikkeld model voor deze competentie. Het doel van dit project is een model voor vertaalrevisiecompetentie te ontwikkelen en de validatie ervan te starten via een pilootstudie (experimenteel onderzoek). De resultaten zouden in een latere fase als startpunt gebruikt worden voor een omvangrijker onderzoek (bv. PhD) naar revisiecompetentie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Robert Isabelle
- Co-promotor: Remael Aline
- Co-promotor: Ureel Jim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject