Onderzoeksgroep
Expertise
Disability studies. Het gebruik van de ICF in kaart brengen handicap; bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid situatie en planning interventie. Kinderen en volwassenen met ontwikkelingsstoornissen en / of verworven hersenletsel; dynamische evaluatie van leerpotentieel; voorwaarden van inclusief onderwijs, cognitieve enhancement leren Aanpasbaarheid van het cognitieve functioneren van mensen met cognitieve ontwikkelingsstoornissen, ecologie, modifiability en plasticiteit Ethische aspecten van prenatale diagnostiek Het syndroom van Down: gezondheidsproblemen, follow-up, cognitieve ontwikkeling, integratie
Onderzoek naar Europese kinderen en volwassen ex-prematuren (RECAP preterm)
Abstract
Het algemene doel van het project is om de gezondheid, de ontwikkeling en de kwaliteit van leven van kinderen en volwassenen die zeer prematuur geboren werden ( <32 weken zwangerschap) of met zeer laag geboortegewicht (VLBW, <1500g) te verbeteren - ongeveer 50 000 geboortes per jaar in Europa - door de oprichting van een ICT-platform , en data te integreren, te harmoniseren en gebruik te maken van de schat aan gegevens uit 20 Europese cohorten van VPT / VLBW kinderen en volwassenen en hun families, vanaf de vroege jaren 1980 tot heden, samen met de gegevens uit de nationale registers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
- Co-promotor: Merckx Joanna
- Co-promotor: Van Rie Annelies
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Screening om de gezondheid en ontwikkeling van extreem vroeggeboren prematuren in Europa te bevorderen (SHIPS).
Abstract
SHIPS is een internationaal, multicentrisch onderzoeksproject opgericht door de wetenschappelijke vereniging EPICE-consortium met als coördinator 'Institut National de la Sante et de la Recherche Medicale' (INSERM). De specifieke doelen van het SHIPS-project zijn: 1. De screenings- en opvolgingsprogramma's bij te vroeg geboren kinderen evalueren (in termen van structuur, organisatie, financiering, periodes en inhoud). 2. Kijken hoe goed deze screeningsprogramma's worden opgevolgd 3. Nagaan welke de meest succesvolle programma's zijn en waarom 4. Nagaan hoe de ontwikkeling verloopt bij 5-jarige te vroeg geboren kinderen, en welke onderzoeksmethoden het best zijn op de leeftijd van 2 en 5 jaar. 5. Europese richtlijnen opstellen en verspreiden voor screenings- en preventieprogramma's voor prematuur geboren kinderen, die zijn gebaseerd op de onderzoeksresultaten, de ervaringen van artsen, onderzoekers, beleidsmakers en families. De populatie bestaat uit 6727 premature kinderen, geboren tussen 1/6/2011 en 1/7/2012, na een zwangerschapsduur van 24 à 32 weken, in 18 Europese regio's, die levend ontslagen werden uit de Neonatale Intensive Care Unit. Deze cohorte werd samengesteld vanuit het EPICE (Effective Perinatal Care in Europe) Project (www.epiceproject.eu). Voor het SHIPS-project wordt deze cohorte opgevolgd op de leeftijd van 5 jaar om zo reeds bestaande screeningsprogramma's voor zeer vroeg geboren premature kinderen te beoordelen. Voor België (regio Vlaanderen) was het SPE (Studiecentrum Perinatale Epidemiologie) de partner in het Europese EPICE-consortium, o.l.v. Prof. Van Reempts (UZA) en Dr. Guy Martens (SPE). In het SHIPS project is de Universiteit Antwerpen de coordinerende partner voor Vlaanderen. Het centrale Ethische Comité is Ethisch Comité UZA Antwerpen. SHIPS introduceert 4 nieuwe studies: o De eerste studie zal de kenmerken van regionale en unit-gebaseerde follow-up screening en preventieprogramma's voor zeer premature pasgeborenen (< 32 weken zangerschapsduur) onderzoeken. o De tweede studie onderzoekt, via een vragenlijst, de gezondheid en de ontwikkeling van het kind, alsook het welzijn van de familie en het gebruik van hulpverlening. o De derde studie zal een klinisch onderzoek uitvoeren bij kinderen, geboren na een zwangerschapsduur van 28 weken of minder, die een hoger risico hebben op problemen. Gestandaardiseerde tests zullen gebruikt worden om het algemene cognitieve vermogen (IQ), het executief functioneren , verwerkingssnelheid, gedrag, problemen met aandachttekort en het werkgeheugen te meten. o De vierde studie is een kwalitatieve studie die via interviews peilt naar de ervaringen van ouders met follow-up programma's. De klinische onderzoeken zullen uitgevoerd worden in de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen (Gent, Brussel, Antwerpen en Leuven), alsook in twee lokale ziekenhuizen, namelijk AZ St. Jan te Brugge en Ziekenhuis Oost-Limburg te Genk. De ouders van deze kinderen kunnen de vragenlijst ter plekke invullen. Ouders met kinderen, geboren tussen 28-32 weken, krijgen de vragenlijst aan huis verzonden. De vragenlijst neemt ongeveer 30-60 minuten in beslag. De klinische onderzoeken worden binnen het kader van de follow-up RIZIV conventie verwerkt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Jonge mensen met complexe en intense noden ondersteunen en includeren (ENABLIN).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gedifferentieerde klaspraktijken 'Goed geënt'.
Abstract
Het project wil 25 scholen met hun klasleraren, zorgteam, directie en eventueel de betrokken pedagogisch begeleider of een in de school gekende lerarenopleider, nascholen in het omgaan met heterogene groepen en het hanteren van differentiatie, met oog voor diverse leerstijlen en hun meervoudige intelligenties. Het project heeft als doel om leerkrachten inzicht en praktische toepassingen bij te brengen van de thema's 'omgaan met diversiteit, gedifferentieerde klaspraktijken, handelingsgericht werken, compenserende en dispenserende maatregelen en hulpmiddelen, redelijke aanpassingen, klasmanagement, didactische werkvormen'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Valorisatie onderzoeksresultaten van de praktijktest leerzorgkader.
Abstract
In een vorig onderzoek werd bij een serie aselecte steekproeven van in totaal 8600 leerlingen uit de verschillende geledingen van gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, door medewerkers van alle CLB's uit Vlaanderen een proefinschaling gedaan in één van de 5 leerzorgniveaus, 4 clusters van beperkingen, en doelgroepen, op basis van de huidige leerlingdossiers bij de.CLB's bekend in juni 2008, ten einde de bruikbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid na te gaan van de door de Stuurgroep Indicatoren vastgelegde inschalingscriteria in het leerzorgkader. Daartoe werden een handleiding, beslisboom en electronisch inschalingsformulier in een speciaal daartoe aangemaakte website ontworpen, een helpdesk opgericht en een logboek van opmerkingen bijgehouden en geanalyseerd. De resultaten werden zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd, en van daaruit gekeken naar verschuivingen binnen types en geledingen onderwijs. Er werd ook gekeken naar de overeenkomst met de theoretisch verwachte inschalingen. Dit project wil de resultaten van deze praktijktest Leerzorgkader valoriseren, in enerzijds een communicatie naar het werkveld (CLB's en scholen) en anderzijds suggesties formuleren voor een verdere professionalisering in het leerzorgkader.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
- Co-promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Praktijktest in het kader van leerzorg.
Abstract
Dit project is een praktijktest voor het leerzorgkader; het wil een electronisch invulformulier ontwikkelen, op basis van de indicatorenlijst zoals ontwikkeld in de werkgroep indicatoren van leerzorg van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs, om CLB's toe te laten leerlingen op een vlotte manier in de leerzorgmatrix in te schalen, zowel wat hun leerlingkenmerken betreft als één van de vijf zorgniveaus; en de validiteit en haalbaarheid ervan nagaan bij een steekproef van 8600 leerlingen kleuter-, basis- en secundair onderwijs. Het dossier leerzorg heeft tot doel de zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs te plaatsen binnen één gemeenschappelijk referentiekader. De leerzorgmatrix is een ordeningskader om de zorg in het onderwijs te structureren, te ordenen en te organiseren. Het vertrekt vanuit twee invalshoeken: leerzorgniveaus en clusters van specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
- Co-promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het opstarten van een regionaal consult-netwerk ten aanzien van inclusief onderwijs voor lagere scholen in de provincie Antwerpen.
Abstract
Om een gefundeerd antwoord te kunnen formuleren op hoe je het best ouders, begeleiders en leerkrachten kan ondersteunen in een inclusie-proces dienen volgende doelstellingen te worden onderscheiden: -Een totaal-inzicht krijgen op hoe er in de provincie Antwerpen gewerkt wordt rond inclusief onderwijs. -Voor het basisonderwijs in de provincie Antwerpen willen we komen tot een zo volledig mogelijke inventaris van vragen en noden bij ouders en leerkrachten. - Komen tot een optimaal ondersteunings- en begeleidingspakket voor ouders, begeleiders en leerkrachten binnen de provincie Antwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Nascholingsproject : een minuutje, ik denk na.
Abstract
Dit is een nascholingsproject op initiatief van de Vlaamse regering, in het kader van de prioritaire thema's 'eindtermen leren leren, sociale vaardigheden & zorgverbreding'. Doelgroep: leerkrachten kleuter, basisonderwijs en 1ste graad secundair, remedial teachers en schoolbegeleiders Doel: bewustwording en inzicht van leerkrachten verhogen in oorzaken en preventie van leermoeilijkheden bij zgn. risicokinderen (kinderen met ontwikkelingsachterstand, sociaal-economische kansarmoede), en verbetering didactische attitude m.b.t. de ontwikkeling van algemene denk- en leervaardigheden van kinderen, leerstofdifferentiatie en inclusief onderwijs Middel: opleiding in de theorie en praktijk van de theorie van cognitieve structurele modificeerbaarheid & gemedieerde leerervaring , en het Instrumenteel Verrijkingsprogramma (4 van de 14 instrumenten) van Feuerstein Opleidingsformaat: groepsseminaries van 14 sessies (= 7 x1 dag) voor +/- 15 personen+ klasbezoek Methode: bewustwordings- denkoefeningen met potlood en papier; groepsgesprekken, videovoorbeelden; toepassing in klas met video-observatie en besprekingOnderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
MENTOR: pilootproject inclusief onderwijs Vlaanderen.
Abstract
Het MENTOR project is een van de 30 Europese geselecteerde pilootprojecten met de steun van de Europese Commissie, D.G. V (voor Werkgelegenheid, industriële Relaties en Sociale Zaken), onder het programma Gelijke Kansen voor mensen met een handicap. De doelen van het MENTOR-project zijn: optimale ontwikkelings- en leerbevorderende omgevingen creëren; voor kinderen en volwassenen met ontwikkelingsachterstand niet apart, samen met anderen, in een gewone omgeving: d.w.z. inclusie bevorderen in gewoon onderwijs, jeugdbewegingen en werk opvoeders (ouders, leerkrachten en alle andere "deskundigen" helpen zich bewust te worden van hun invloed op de ontwikkeling vankinderen met achterstand MENTOR wil een bronnencentrum voor onderzoek, opleiding,en begeleiding op touw zetten voor iedereen die met ontwikkeling, leren, en inclusie bezig is. Activiteiten : - opleidingen voor diverse beroepsgroepen en ouders over het thema leerbevordering (cognitief, sociaal en emotioneel) en inclusie - bewustmaking via campagnes, artikels, sensibilisatieavonden, schoolbezoeken - beleidsbeïnvloeding: deelname aan commissies en adviesorganen (VLORe.a.) - begeleiding kinderen met cognitieve handicaps in gewone scholen - uitwerken en automatiseren documentatiecentrum over inclusie en handicap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Denekens Joke
- Co-promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SMILEGH: Post-academische bijscholing van het personeel van de Stad Rome in cognitieve en mediërende leerbevorderende methode bij jongeren met een verstandelijke beperking
Abstract
Pilootproject in het kader van het Leonardo Programma van de Europese Commissie voor de Beroepsopleidingen. Het project wil de beroepsopleiding van jongeren met een intellectuele handicap hervormen , naar een betere cognitieve vorming van de algemene denkvaardigheden : doel is het probleemoplossend vermogen, omgaan met informatie, aanpassingsgedrag verbeteren. Daartoe krijgen 35 educatieve personeelsleden van diverse centra voor gespecialiseerde beroepsopleiding (aan jongeren met een mentale handicap) , beheerd door de Stad Rome, een opleiding van 25 dagen in de methodologie van het Instrumenteel Verrijkingsprogramma van Feuerstein, o.l.v. een Belgisch expert; die ook de toepassing in de praktijk ervan opvolgt. Parallel wordt in België (Antwerpen en Brussel) een gelijkaardig pilootproject met jongeren opgestart.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Cognitieve ontwikkeling.
Abstract
Gemedieerde leerervaring en cognitieve ontwikkeling. Bedoeling is op basis van de theorie van de structurele cognitieve modificeerbaarheid van Feuerstein en andere ecologische intelligentietheorieen een model te ontwikkelen dat bruikbaar is in opvoeding en onderwijs ter preventie van intellectuele retardatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Integratie van jonge volwassenen met mentale achterstand in de normale arbeidsmarkt.
Abstract
Interventie met cognitieve training (FEI - instrumenteel verrijkingsprogramma van Feuerstein). Doelgroep = jong volwassenen met mentale achterstand. Doel = integratie in de normale arbeidsmarkt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Maes Remy
- Co-promotor: Lebeer Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject