Fundamentele frequentie in het brabbelen en eerste woordgebruik van horende en gehoorgestoorde kinderen: intrinsieke toonhoogte.
Abstract
In zowat alle talen van de wereld worden hoge vocalen (zoals de /i/ in hier en de /u/ in 'koe') uitgesproken met een hogere toonhoogte dan lage vocalen (zoals de /a/ in 'daar'). Dit fenomeen wordt intrinsieke vocaaltoonhoogte genoemd. Hoe kunnen we dit fenomeen verklaren? Wetenschappers hebben twee verklaringen voorgesteld: 1. Dat heeft in essentie te maken met hoe ons spraakapparaat werkt: voor de uitspraak van /i/ of /u/ wordt de tong hoog geheven vooraan in de mond. Die spanning van de tong heeft uiteindelijk als resultaat dat de stembanden worden aangespannen, en dus een hogere toonhoogte produceren. Bij lage vocalen gebeurt net het omgekeerde, met een lagere toon als gevolg. 2. Dat heeft te maken met de intenties van de spreker: die wil de vocalen zo veel mogelijk van elkaar doen verschillen om zo klaar en duidelijk mogelijk te praten. Wetenschappers zijn het echter niet eens over welke verklaring de juiste is, maar wel over het volgende: als de eerste verklaring correct is dan moet intrinsieke vocaaltoonhoogte ook voorkomen in het brabbelen van een baby. En dan moet het fenomeen ook voorkomen in het brabbelen van een baby die doof geboren wordt. Verwonderlijk: dit is nog nooit systematisch en op grote schaal onderzocht. Dat gaan we in dit onderzoeksproject doen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gillis Steven
- Co-promotor: Verhoeven Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstoel "International Francqui Professor 2021-2022" (Prof. dr. Bruce Connell).
Abstract
Deze Internationale Francqui leerstoel kadert in het onderzoek naar bedreigde talen en de fonetische beschrijving van spraakklanken in de talen van de wereld. De fonetische dimensies van deze spraakklanken zullen worden onderzocht en de leerstoelhouder gaat op zoek naar distributiepatronen van spraakklanken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een akoestische analyse van woordklemtoon en ritme in vroege interacties van Nederlandstalige kinderen en hun ouders: Een longitudinale studie.
Abstract
Onderzoek toont aan dat neonatale kinderen het woordklemtoonpatroon en het ritme van hun inputtaal herkennen. Het is echter niet geweten wanneer en hoe de kinderen deze perceptuele kennis gaan gebruiken in hun eigen spraakproductie. Dit onderzoeksproject analyseert de verwerving van woordklemtoon en ritme in de periode waarin kinderen brabbelen en hun eerste woorden produceren. Het onderzoek naar woordklemtoon en ritme in de spraak van jonge kinderen is bijzonder relevant aangezien deze prosodische aspecten van cruciaal belang zijn voor de algemene taalontwikkeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gillis Steven
- Co-promotor: Verhoeven Jo
- Mandaathouder: De Clerck Ilke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Francqui Leerstoel 2015-2016 Prof. Peter Mariën.
Abstract
Op voorstel van de Universiteit, kent de Francqui-Stichting elk jaar twee Francqui-Leerstoelen toe aan de UAntwerpen. Deze zijn bedoeld om de uitnodiging mogelijk te maken van een Professor van een andere Belgische Universiteit of uit het buitenland, voor een reeks van tien lesuren. De Francqui-Stichting betaalt aan de titularis van een Francqui-Leerstoel het honorarium voor deze tien lessen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Jo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een akoestische analyse van woordklemtoon en ritme in vroege interacties van Nederlandstalige kinderen en hun ouders: een longitudinale studie.
Abstract
Onderzoek toont aan dat neonatale kinderen het woordklemtoonpatroon en het ritme van hun inputtaal herkennen. Het is echter niet geweten wanneer en hoe de kinderen deze perceptuele kennis gaan gebruiken in hun eigen spraakproductie. Dit onderzoeksproject analyseert de verwerving van woordklemtoon en ritme in de periode waarin kinderen brabbelen en hun eerste woorden produceren. Het onderzoek naar woordklemtoon en ritme in de spraak van jonge kinderen is bijzonder relevant aangezien deze prosodische aspecten van cruciaal belang zijn voor de algemene taalontwikkeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gillis Steven
- Co-promotor: Verhoeven Jo
- Mandaathouder: De Clerck Ilke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject