Onderzoeksgroep
Expertise
1. Ik maakte mijn doctoraat over de relatie tussen media en politiek. De focus lag op agendasetting, i.e. de mate waarin de media invloed uitoefenen op de thema's waarmee politici bezig zijn. 2. Mijn huidig onderzoek gaat vooral over politieke vertegenwoordiging en ongelijkheid in vertegenwoordiging. Centrale vragen zijn: Hoe reactief zijn politici ten opzichte van de publieke opinie? Wordt er bij beleidskeuzes minder rekening gehouden met de voorkeuren van zwakkere groepen (e.g. armsten, laagopgeleiden, vrouwen) dan met sterkere groepen?
Hoe de emoties van politici hun communicatiegedrag beïnvloeden.
Abstract
Onderzoek heeft aangetoond dat het politieke gedrag van burgers minder rationeel en meer emotioneel is dan oorspronkelijk gedacht. Studies over het gedrag van politici hebben daarentegen de rol van emoties grotendeels genegeerd. Dat is verrassend, want politici zijn ook mensen en menselijke emoties kunnen niet zomaar worden uitgeschakeld. Daarom richt ons project zich op emoties als een verwaarloosde drijfveer van het communicatieve gedrag van politici en, meer specifiek, van de mate waarin ze negativiteit, onbeleefdheid en emotionele oproepen gebruiken in hun retoriek. We onderzoeken hoe situaties die communicatieve reacties uitlokken, emoties opwekken (bv. hoe het gebruik van morele argumenten in een debat een politicus boos kan maken), en hoe deze emoties vervolgens de communicatie van de politicus beïnvloeden (bv. hoe de politicus zijn toevlucht neemt tot onbeschaafd taalgebruik), los van strategische redenen. We bestuderen dit via survey-experimenten en interviews met politici, en via observaties van echte politieke debatten. Om emoties te meten, combineert het project metingen van zelf-gerapporteerde, discrete emoties (zoals enquêtevragen die peilen in welke mate respondenten 'zich boos voelen') met unieke fysiologische metingen van affect bij politici (zoals 'huidgeleiding' als indicator van opwinding). Uiteindelijk streeft het project naar een beter begrip van hoe politici communiceren, door rekening te houden met zowel cognitieve als emotionele processen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Sevenans Julie
- Co-promotor: Walgrave Stefaan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Slecht begrepen, bewust genegeerd, of uiteindelijk toch goed vertegenwoordigd? De reikwijdte en mechanismen van de ongelijke politieke representatie van benadeelde groepen.
Abstract
De representatieve democratie staat voor de uitdaging om de ongelijkheid in politieke vertegenwoordiging weg te werken. Uit onderzoek blijkt immers dat politieke besluitvorming minder rekening houdt met de voorkeuren van arme, laagopgeleide en vrouwelijke burgers dan met die van rijken, hoogopgeleiden en mannen. Dit project steunt op deze bevindingen en levert twee bijdragen. Ten eerste houdt het rekening met de verschillende manieren waarop "goede vertegenwoordiging" tot stand kan komen. Politici kunnen enerzijds luisteren naar wat burgers willen (hun 'a priori' voorkeuren) en anderzijds onpopulaire maatregelen nemen, in het belang van burgers, en die goed uitleggen (met 'a posteriori' goedkeuring als doel). Dit project kijkt naar beide, als volwaardigere test van ongelijke representatie. Ten tweede verheldert het project de mechanismen die ongelijke vertegenwoordiging veroorzaken. Ongelijkheid kan ontstaan wanneer politici informatie missen over wat benadeelde groepen willen (ze worden slecht begrepen) of wanneer ze niet gemotiveerd zijn om responsief te zijn (groepen worden bewust genegeerd). Om die mechanismen te ontwarren, worden deze cognitieve processen hier direct bestudeerd. Concreet combineert het project (1) een analyse van publieke opinie en beleid met (2) een grootschalige survey over 'a posteriori' goedkeuring van beleid en (3) een survey, experiment en interview met politici. De resultaten zullen helpen om ongelijkheid effectiever te bestrijden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Walgrave Stefaan
- Mandaathouder: Sevenans Julie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe worden beleidsmakers beïnvloed door wat het publiek wil? Een experimentele studie naar het effect van publieke opinie op de voorkeuren en het gedrag van politieke elites.
Abstract
In een goed werkende democratie luisteren vertegenwoordigers naar de mensen die hen verkozen hebben—zo wordt vaak verondersteld. Het beleid dat ze maken, moet een afspiegeling zijn van de voorkeuren van de burgers. Een kerntaak van politieke wetenschappers is te onderzoeken of aan deze democratische assumptie voldaan wordt. Dit onderzoeksproject wil bijdragen aan deze onderzoekstraditie op drie verschillende manieren. Ten eerste wordt het causale effect van publieke opinie op politieke elites onder de loep genomen. Bestaand onderzoek heeft aangetoond dat er een verband bestaat tussen publieke opinie en beleidsbeslissingen, maar bewijs dat dit verband het gevolg is van responsiviteit door politieke elites, is schaars. Ten tweede wil het project de mechanismen achter het representatieproces ontrafelen. Er bestaan theorieën over waarom politieke elites hun gedrag—en soms zelfs hun eigen voorkeuren—aanpassen in functie van de publieke opinie, maar deze verklaringen zijn tot dusver zelden empirisch getoetst. Ten slotte wil dit project methodologisch vernieuwend zijn. De onderzoeksvragen zullen beantwoord worden aan de hand van survey-experimenten en diepte-interviews met politici zelf. Omdat de onderzoeker bij experimenten veel factoren kan controleren, zijn ze geschikt om causaliteit te testen en de mechanismen achter responsiviteit bloot te leggen. De diepte-interviews helpen om de bevindingen te interpreteren en in context te plaatsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Walgrave Stefaan
- Mandaathouder: Sevenans Julie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject