Onderzoeksgroep
De rol van dendritische cellen in alopecia areata.
Abstract
de rol van dendritische cellen bij alopecia areata Alopecia areata (AA) is een inflammatoire huidaandoening waarbij plekgewijs kaalheid optreedt op de schedel (alopecia totalis) of op het gehele lihcaam (alopecia universalis). Hierbij spelen zowel het cellulair als het h umoraal immuunsysteem een rol. Meer specifiek spelen de dendritische cellen (DC) dewelke zorgen voor antigencapatatie en -presentatie, hierin een sleutelrol. Verschillende behandelingsmethoden zijn gekend; een vaak gebruikte therapie echter is contactimmuuntherapie met 2,3 diphenylcyclopropenone (DCP, diphencyprone). De exacte werking hiervan is tot op heden niet helemaal gekend. Met dit project willen we onderzoeken welke verschillende dendritische celpopulaties er in de huid geïdentificeerd kunnen worden, alsook dewelke specifiek een belangrijke rol spelen in de immunopathogenese van AA en behandeling ervan met DPCP. Hiervoor includeren we 20 AA patiënten en een controlegroep. Doel1: identificeren en karakteriseren van DC-subsets in de huid en in het bloed van AA patiënten. Indien patiënten voldoen aan de criteria van ons onderzoek, wordt voor de start van de behandeling met DPCP een bloedstaal van 20 ml en 2 huidbiopten (diameter 3 mm) genomen ter hoogte van de hoofdhuid. Deze worden verwerkt in het labo met behulp van immunohistochemie en flowcytometrie om de verschillende DC subsets te identificeren. Ter vergelijking wordt bij een gezonde controlegroep hetzelfde protocol toegepast. De DC-subsets die bij AA patiënten verkregen worden, kunnen zo vergeleken worden met deze van de gezonde testpersonen. Doel 2: effect van 2,3 diphenylcyclopropenone (DPCP, diphencyprone) behandeling op de verschillende DC subsets indien de behandeling met DPCP effect heeft en terug haargroei waargenomen kan worden, wordt er opnieuw een bloedstaal en 2 huidbiopten genomen. Deze worden vervolgens met immunohistochemie en flowcytometrie verwerkt. De frequentie en het fenotype van DC-subsets, na behandeling met DPCP, wordt zo bestudeerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lambert Julien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van dendritische cellen in alopecia areata.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lambert Julien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Topicaal-toepasbare en langdurig werkzame glucocorticoïde receptor agonisten voor de behandeling van inflammatoire huidaandoeningen.
Abstract
Dit 'proof-of-concept' onderzoek spitst zich toe op de ontwikkeling van innovatieve langdurig werkzame en selectieve glucocorticoïde receptor agonisten voor de topicale behandeling van cutane inflammatoire ziekten zoals atopische dermatitis en psoriasis.Onderzoeker(s)
- Promotor: Augustyns Koen
- Co-promotor: Joossens Jurgen
- Co-promotor: Lambert Julien
- Co-promotor: Maes Louis
- Co-promotor: Sobott Frank
- Co-promotor: Vanden Berghe Wim
- Co-promotor: Van Der Veken Pieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BlackSkin Dermatology Online: contribution to teledermatology - Tweede fase.
Black skin dermatology online : contribution to teledermatology.
Globale evaluatie van lang bestaande psoriasisbehandelingen.
Abstract
Psoriasis is een chronische huidziekte met een prevalentie van ongeveer 2%. Momenteel wordt verondersteld dat psoriasis een T-cel gemedieerde ziekte is. De meest voorkomende vorm van psoriasis kenmerkt zich klinisch met erythemateuze, geïndureerde, hyperkeratototische plaques op voornamelijk de strekzijden van de ledematen, laag lumbaal en de scalp. Driekwart van de patiënten met psoriasis kan worden geholpen met lokale behandelingen (corticosteroïden, vitamine-D derivaten, retinoïden en emollientia). Systemische therapie is voorbehouden aan degenen met ernstige psoriasis. De standaard systemische psoriasisbehandelingen zijn psoralen+ultraviolet-A (PUVA), methotrexaat, acitretine en cyclosporine. De laatste paar jaar vertaalt het verworven inzicht in de pathogenese zich in het ontwikkelen van nieuwe behandelingen. Deze behandelingen richten zich op het `selectief' moduleren dan wel inhiberen van de immunologische component van de ziekte. De eerste klinische resultaten zijn nog niet volledig bevredigend en de veiligheid op lange termijn is nog niet gekend. Daarenboven zijn deze behandelingen extreem duur in vergelijking met reeds bestaande behandelingen. Het beschikbaar komen van nieuwe behandelingen is een positieve ontwikkeling, maar zou ook een stimulatie moeten zijn om de bestaande behandelingen nader te bestuderen om de positie van de nieuwkomers te bepalen. Vandaar dat we gebruik hebben gemaakt van twee datasets (`PUVA Follow up Study' en national surveys of the Psoriasis Foundation) om zowel de naamsbekendheid, het gebruik, de tevredenheid van de patiënt en de neveneffecten van geregistreerde psoriasisbehandelingen te bestuderen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de twee datasets waarop ik mij heb gebaseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lambert Julien
- Mandaathouder: Nijsten Tamarius
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De prevalentie van humaan papillomavirus (HPV) in door PUVA geïnduceerde spinocellulaire carcinomen (SCC) bij psoriasispatiënten.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Lambert Julien
- Co-promotor: Vermorken Jan
- Mandaathouder: Nijsten Tamarius
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject