Onderzoeksgroep
Expertise
Onderzoek in het brede domein van demografie en bevolkingsstudies, gekenmerkt door de toepassing van demografische en actuariële methoden op het vlak van sociale demografie (bv. relatievorming en -ontbinding, totale en rangspecifieke vruchtbaarheid, algehele en oorzaakspecifieke mortaliteit, interne en internationale migratie), geneeskunde (bv. preventieve gezondheidszorg, kankerbehandelingen), onderwijs (bv. schoolloopbanen, drop-out, onderwijsniveau) en arbeidsmarktprocessen (bv. activeringsmaatregelen, arbeidsintrede leefloners, arbeidsmarktuitkomsten van personen met een migratieachtergrond, werk-gezinsbalans). Gegevens over demografische en huishoudenstransities, schooloopbanen and arbeidsmarkttransities worden vervolgens tevens geïntregreerd middels cohort-componentprojecties en microsimulatiemodellen om beleid en diverse organisaties te informeren over bevolkingsdynamieken en hun implicaties.
Gezondheidsgelijkheid bevorderen door microbioomgericht en multidisciplinair onderzoek (U-MaMi).
Abstract
Historisch gezien is onderzoek naar gezondheid en welzijn bij kritische bevolkingsgroepen verwaarloosd, vooral bij vrouwen, kinderen en sociaaleconomisch achtergestelde groepen. Dit wereldwijde probleem, dat wordt gekenmerkt door systemische verwaarlozing en onderfinanciering, onderstreept de dringende behoefte aan onderzoekscentra die het voortouw nemen bij transformatieve initiatieven. Een interdisciplinaire aanpak is cruciaal om deze ongelijkheden effectief aan te pakken. Ons voorstel introduceert de oprichting van het "U-MaMi" Research Centre of Excellence, ontworpen als een geïntegreerd ecosysteem om impactvol onderzoek, innovatie, onderwijs, beleid en maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren, met een sterke focus op gezondheidsgelijkheid en microbioomgericht onderzoek. Dit ecosysteem omvat hoofdonderzoekers en hun teamleden uit belangrijke disciplines om deze doelen te bereiken: microbiologie en microbioomonderzoek (Sarah Lebeer), bio-ethiek (Kristien Hens), algemene geneeskunde (Veronique Verhoeven), kindergeneeskunde (Stijn Verhulst), neus-keel-oor specialisatie (Olivier Vanderveken), sociologie (Karel Neels), marketing en business (Annouk Lievens). Met de gekozen naam voor ons centrum, "U-MaMi", erkennen we niet alleen de cruciale rol van moeders en 'maternale microben' in het vormgeven van het microbioom en de gezondheid van hun kinderen, maar benadrukken we ook het belang van een verenigd en inclusief perspectief op gezondheid en gezondheidsgelijkheid om transformatieve acties te stimuleren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Hens Kristien
- Co-promotor: Lievens Annouk
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Vanderveken Olivier
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Patronen van gezinsvorming bij jongvolwassenen met een migratieachtergrond: hoe worden ze beïnvloed door arbeidsmarktmogelijkheden en economische conjunctuur?
Abstract
Het aandeel jongvolwassenen met ouders met een migratieachtergrond (2de generatie) of die als kind zijn gemigreerd (tussengeneratie of 1,5 generatie) neemt toe in heel Europa. Patronen van gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie trekken steeds meer de aandacht van de academische wereld en beleidsmakers vanwege de mogelijke impact die ze kunnen hebben op toekomstige demografische trends in Europa. Deze impact zal echter verschillen naargelang de 1,5 en 2de generatie onderscheiden patronen van gezinsvorming behouden met betrekking tot het tijdstip van ouderschap en het aantal kinderen, dan wel verwacht kan worden dat patronen van gezinsvorming in migrantenpopulaties convergeren naar die in meerderheidspopulaties. Onderzoek naar gezinsvorming heeft aangetoond dat de verlenging van schoolloopbanen en variërende kansen op de arbeidsmarkt in functie van economische cycli een sterke invloed hebben gehad op het aantal kinderen en vooral op de timing van het ouderschap. De literatuur over de vruchtbaarheid bij migranten heeft zich tot nu toe grotendeels gericht op de ontwikkeling van geschikte indicatoren en de verschuiving van vruchtbaarheidspatronen over opeenvolgende generaties, maar er is nauwelijks onderzoek verricht naar de associatie tussen economische cycli en vruchtbaarheid in migrantenpopulaties, laat staan variatie in deze associatie naar herkomstgroep en migratiegeneratie. Gegeven de verschillende kansen die migranten en autochtonen hebben op de arbeidsmarkt, geven theorieën over gezinsvorming bij jongeren met een migratieachtergrond aanleiding tot tegenstrijdige hypothesen over de vraag of patronen van gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie zullen convergeren met die van autochtonen. Gezien deze hiaten in de literatuur, gebruikt dit project unieke longitudinale microdata uit Belgische registers van de sociale zekerheid om i) de variatie in de associatie tussen economische cycli en gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie in België te onderzoeken rond de Grote Depressie (2005-2017) in verschillende herkomstgroepen en migratiegeneraties, en ii) te bepalen in welke mate differentiële arbeidsmarktkansen en werkonzekerheid op individueel, koppel- en huishoudensniveau deze associatie mediëren. Het project neemt vier analyseniveaus in beschouwing. Ten eerste onderzoekt het project hoe het verband tussen geaggregeerde economische indicatoren en gezinsvorming varieert tussen herkomstgroepen en migrantengeneraties. Ten tweede analyseert het project hoe de verschillende stabiliteit in werkgelegenheid op individueel niveau de associatie tussen economische cycli en gezinsvorming tussen herkomstgroepen en migrantengeneraties medieert. Ten derde onderzoekt het project de dynamiek van koppels om te bepalen partners de onzekerheid op de arbeidsmarkt accumuleren, dan wel onderling compenseren. Ten vierde en laatste, gegeven de hogere prevalentie van multigenerationele en uitgebreide huishoudens in specifieke migrantenpopulaties, analyseert het project of huishoudens het effect van individuele werkonzekerheid op de timing van ouderschap en het aantal kinderen bufferen, dan wel uitdiepen door processen van accumulatie of compensatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Marynissen Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in genderdynamieken in de arbeidsmarktintegratie van koppels met een tweede generatie migratieachtergrond: de gegenderde impact van lokale en sociale contexten
Abstract
Er zijn grote verschillen tussen de arbeidsmarktuitkomsten van personen met en zonder een migratieachtergrond. Bijgevolg staat de arbeidsmarktintegratie van het grote, en groeiende aandeel tweede generatie migranten hoog op de agenda van zowel academici als beleidsmakers in Europa. Een belangrijke beperking kenmerkt echter de literatuur (en beleid) over de arbeidsmarktintegratie van personen met een migratieachtergrond: het dominante individuele perspectief negeert genderdynamieken binnen koppels en de lokale en sociale context van arbeidsmarktintegratie. Dit is opmerkelijk gegeven dat onderzoek naar genderdynamieken bij de algemene bevolking meermaals heeft gedocumenteerd hoe partners hun relatieve middelen de genderverdeling in de arbeidsparticipatie van koppels bepalen, en het idee dat tweede generatie migranten vaak "tussen twee werelden" leven. Bijgevolg hebben zowel contextuele kenmerken (bv. lokale arbeidsmarkten, lokale beschikbaarheid van (in)formele kinderopvang) en sociale netwerken (bv. familie, buren) wellicht een verschillende invloed naargelang gender en migratieachtergrond en brengen daarom mogelijk genderdynamieken in koppels hun arbeidsmarkttrajecten teweeg. Dit project beantwoordt aan deze lacunes door een levensloopperspectief te hanteren en een multistate modelling framework te ontwikkelen om te bestuderen hoe lokale en sociale contexten vormgeven aan genderdynamieken in de arbeidsmarktintegratie van koppels met een tweede generatie migratieachtergrond.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Mandaathouder: Marynissen Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Arbeidsmarkttrajecten rond belangrijke familie transities bij vrouwen met een migratieachtergrond: inzicht in pad-afhankelijkheden en interacties met meso- en macroniveaucontexten
Abstract
De arbeidsmarktuitkomsten van vrouwen verschillen sterk naargelang migratieachtergrond. Het is van cruciaal belang om de mechanismen achter deze verschillende arbeidsmarktuitkomsten te onderzoeken, aangezien de arbeidsmarktintegratie van het grote aandeel vrouwen met een migratieachtergrond relevant is op zowel maatschappelijk als individueel niveau. Terwijl onderzoek bij de algemene bevolking aantoont dat arbeidsmarkttrajecten van vrouwen sterk samenhangen met hun gezinstransities, zoals gezinsvorming of het beëindigen van een relatie, is er weinig bekend over de verbanden tussen werk en gezin bij vrouwen met een migratieachtergrond. Bovendien heeft levenslooponderzoek onderstreept dat eerdere levensloop ervaringen en contexten op meso (bv. informele zorgverleners) en macroniveau (bv. toegankelijkheid van formele kinderopvang) de wisselwerking tussen werk- en gezinstrajecten beïnvloeden. Het is echter nog niet onderzocht in welke mate dergelijke pad-afhankelijkheden en contextuele factoren arbeidsmarkttrajecten van vrouwen met een migratieachtergrond rond belangrijke gezinstransities beïnvloeden en leiden tot uiteenlopende arbeidsmarktuitkomsten tussen herkomstgroepen en generaties. Door pad-afhankelijkheden en contextuele factoren te beschouwen als levensloopmechanismen die arbeidsmarkttrajecten rond belangrijke familie transities vormgeven, zal dit project nieuwe inzichten opleveren voor verschillen in arbeidsmarktintegratie naargelang de migratieachtergrond van vrouwen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Mandaathouder: Maes Julie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie omtrent de positie van benadeelde groepen op de arbeidsmarkt.
Abstract
Sinds 2013 analyseert de 'Socio-economische Monitoring' de situatie van personen met een buitenlandse origine in de Belgische samenleving in het algemeen en op de arbeidsmarkt in het bijzonder. Vanaf 2024 worden dergelijke analyses uitgebreid naar meerdere benadeelde groepen (o.a., geslacht, leeftijd, handicap). In deze monitoringsrapporten worden een aantal verklarende factoren aangehaald (e.g., studiedomein, gezinssituatie…). Wat evenwel ontbreekt is een uitgebreide kwantitatieve multifactoranalyse van die verschillende factoren – geïntegreerd in een model in de geest van de traditionele Oaxaca-Blinder decompositie – die de deelname aan de arbeidsmarkt van benadeelde groepen beperken. Dergelijke analyse moet de verschillen in de werkzaamheidsgraad, de aard van het werk en het loon zo nauwkeurig mogelijk benaderen en net die elementen identificeren die het sterkst bijdragen tot deze verschillen. Het resultaat zal ons meer inzicht geven in mogelijke bijkomende factoren die de weg naar (duurzaam en kwalitatief) werk verhinderen of net bevorderen. Het doel van deze studie is daarom om een gedetailleerde kwantitatieve analyse te ontwikkelen van de factoren die bijdragen aan verschillen in arbeidsparticipatie en loonniveaus van 18-64-jarigen naargelang i) origine, ii) gender, iii) leeftijd, iv) opleidingsniveau, en v) het hebben van een handicap. Naast analyses voor de meest recente periode, bestuderen we ook of er belangrijke veranderingen zijn in deze verschillen over de afgelopen 10 jaar en gaan we na in welke mate de veranderde kloof doorheen de tijd verklaard kan worden door verschuivingen in de compositie van de verschillende groepen. Bijgevolg staan voor elk van deze vijf groepen vier doelstellingen centraal: - Inzicht in verschillen met betrekking tot werkzaamheid, (langdurige) werkloosheid, inactiviteit en de aard van tewerkstelling (e.g., loon, stabiliteit van de tewerkstelling, type tewerkstelling, type statuut). - Inzicht in de mate waarin verschillen tussen groepen veranderd zijn over de afgelopen 10 jaar. - Inschatting van de mate waarin verschillen verklaard kunnen worden door een brede set aan individuele kenmerken, huishoudens kenmerken en werk-gerelateerde kenmerken. - Inzicht in de factoren die hebben bijgedragen aan convergenties/divergenties in arbeidsmarktuitkomsten over de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Maes Julie
- Co-promotor: Vujić Sunčica
- Co-promotor: Wood Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een inclusievere arbeidsmarkt in en rondom de haven van Antwerpen.
Abstract
De lage deelname van groepen met grote afstand tot de arbeidsmarkt, vrouwen en groepen met een migratieachtergrond in de arbeidsmarkt in en rondom de Antwerpse haven wordt als maatschappelijke problemen gezien. Bijgevolg hanteert dit project kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden om het latente arbeidsaanbod van deze groepen in kaart te brengen (WP1), drempels t.a.v. arbeidsdeelname te identificeren (WP2), Het potentiele job-aanbod voor deze groepen in kaart te brengen (WP3) en drempels t.a.v. aanwerving bij werkgevers te identificeren (WP4).Onderzoeker(s)
- Promotor: Wood Jonas
- Co-promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe padafhankelijkheid, familiedynamieken en activeringsprogramma's de arbeidsmarkttrajecten van eerste en tweede generatie migranten vorm geven: een multistate benadering vanuit het levensloopperspectief.
Abstract
In een context van versnelde vergrijzing en krimp van de beroepsactieve bevolking wint de succesvolle arbeidsmarktintegratie van personen met een migratieachtergrond in Europa snel aan belang. In vele landen gaapt echter een kloof tussen de arbeidsmarktuitkomsten van mensen met een migratieachtergrond (eerste en tweede generatie) en mensen zonder migratieverleden. De theorie van gesegmenteerde assimilatie suggereert dat migranten zich in verschillende arbeidsmarktsegmenten begeven naargelang variatie in individuele factoren, gezinsdynamieken en contextuele beleidsfactoren. Hoewel onderzoek naar arbeidsmarkttrajecten van migranten inmiddels verschillende stadia van de levensloop heeft belicht, ontbreekt een geïntegreerd perspectief dat aangeeft hoe padafhankelijkheden zich in dergelijke trajecten ontvouwen doorheen de levensloop en interageren met gezinsdynamieken en de beleidscontext. Op basis van recente methodologische ontwikkelingen in levensloopanalyse ontwikkelt dit project een multistate levensloopperspectief om na te gaan hoe de gesegmenteerde arbeidsmarktintegratie naar migratieachtergrond (herkomst en generatie) gradueel tot stand komt. Concreet wordt in kaart gebracht hoe initiële arbeidsmarktposities verdere arbeidsmarkttransities bepalen en deze padafhankelijkheden interageren met gezinsbiografieën, maar ook hoe eerdere arbeids- en gezinstrajecten de instroom in en effecten van inburgerings- en activeringsmaatregelen op verdere arbeidsmarkttransities bepalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Wood Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het gebruik van dynamische microsimulatie als integrerend analytisch kader voor het modelleren van historische en toekomstige vruchtbaarheidstrends op basis van individuele en contextuele factoren.
Abstract
Het lage geboortecijfer vormt sinds de jaren 1970 een belangrijke drijvende kracht van de bevolkingsveroudering in Europa. Verschillende individuele en contextuele factoren worden als verklaring aangehaald voor veranderende patronen van gezinsvorming, waaronder de sterk toegenomen onderwijs- en arbeidsparticipatie, economisch conjunctuurschommelingen en het gebrek aan gezinsbeleid in vele landen. Door de toegenomen migratie sinds het einde van de jaren 1990, gaat de aandacht recent in toenemende mate uit naar de mogelijke impact van migratie op vruchtbaarheidstrends. Niettegenstaande het ruime aanbod aan potentiële verklaringen, werd vooralsnog geen integrerend analytisch kader ontwikkeld dat toelaat de wisselwerking tussen dergelijke factoren te modelleren en de bijdrage van specifieke determinanten aan vruchtbaarheidstrends op geaggregeerd niveau in kaart te brengen. Dit project onderzoekt hoe onderwijsparticipatie en migratieachtergrond gezinsvorming beïnvloeden, en analyseert tevens de wisselwerking van deze factoren met de veranderende economische en beleidscontext. Het project integreert de modellen voor de transitie naar ouderschap en verdere gezinsvorming vervolgens in een dynamisch microsimulatiemodel dat toelaat de gevoeligheid van vruchtbaarheidstrends voor conjunctuurschommelingen en een wijzigende beleidscontext te onderzoeken, waarbij de interactie tussen dergelijke factoren en het veranderende profiel van de bevolking expliciet wordt onderkend.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Wood Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in genderdynamieken in de arbeidsparticipatie van migranten.
Abstract
De arbeidsmarktintegratie van eerste en tweede generatie migranten staat hoog op de agenda van zowel academici als beleidsmakers in Europa. Toch zijn er grote verschillen tussen de arbeidsmarktuitkomsten van migranten en personen zonder een migratieachtergrond, die bovendien aanzienlijk groter zijn bij vrouwen dan bij mannen. In huidige verklaringen voor arbeidsmarkttrajecten van migranten is er echter weinig aandacht voor genderdynamieken die verschillende patronen van arbeidsmarktintegratie van migranten kunnen verklaren. We weten weinig over hoe arbeidsmarkttrajecten van migranten gevormd worden door genderdynamieken binnen huishoudens (bv. relatieve arbeidsposities van partners, de typische daling in vrouwelijke arbeidsparticipatie na ouderschap) en lokale gendercontexten (bv. beschikbaarheid van kinderopvang, sociale netwerken). Dit is opmerkelijk aangezien onderzoek voor de algemene bevolking het cruciale belang van deze factoren duidelijk aantoont. Daarom integreert dit project een gender en levensloopperspectief om te onderzoeken hoe genderdynamieken binnen huishoudens en lokale gendercontexten vormgeven aan de arbeidsmarktintegratie van eerste en tweede generatie migranten. Op methodologisch vlak ontwikkelt dit project op basis van recente ontwikkelingen in levensloopanalyse een multistate multi-process modelling framework. Derhalve zullen onze bevindingen fundamenteel bijdragen aan een beter inzicht in genderdynamieken in de arbeidsmarktintegratie van migranten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Mandaathouder: Marynissen Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO Sabbatsverlof 2023-2024 (Prof. K. Neels).
Abstract
Het aandeel van personen met een migratieachtergrond in de Europese samenlevingen neemt toe, zowel direct door migratie als indirect omdat de (klein)kinderen van migranten een groeiende tweede en derde generatie vormen. De diversiteit in termen van migratieachtergrond is momenteel nog beperkt in oudere leeftijdsgroepen, maar wordt steeds duidelijker als we kijken naar jongere volwassenen en met name kinderen onder de 15 jaar. Het aandeel van jongvolwassenen met een migratieachtergrond in de vruchtbare leeftijdsgroep zal de komende decennia dus sterk toenemen, maar de gevolgen van deze toenemende diversiteit voor de toekomstige demografische trends en bevolkingsdynamiek in Europese landen zullen grotendeels afhangen van de patronen van gezinsvorming bij vrouwen die zich recent in het land hebben gevestigd, maar ook de mechanismen die de patronen van gezinsvorming bij de tweede en derde generatie vormgeven. Dit project heeft als doel het wetenschappelijke debat en het – in toenemende mate gepolariseerde - publieke debat over het effect van migratie op ontvangende landen te voeden door (i) de ontwikkeling van betrouwbare indicatoren van de vruchtbaarheid bij migranten en hun afstammelingen dan deze waarop het debat momenteel is gebaseerd, (ii) meer inzicht te krijgen in de mechanismen die de patronen van gezinsvorming bij migranten en hun (klein)kinderen vormgeven, en iii) meer nauwkeurigere methoden te ontwikkelen om de potentiële impact van toenemende diversiteit in termen van migrantenachtergrond op toekomstige demografische trends in Europese samenlevingen te meten. Deze doelstellingen vertalen zich in drie onderzoeksdoelstellingen en werkpakketten: i) verbetering van de meting van de vruchtbaarheid in migrantenpopulaties (onderzoeksdoelstelling 1), ii) analyse van het verband tussen de vruchtbaarheid van migranten en structurele factoren (bv. onderwijsexpansie en economische cycli) die de voorbije decennia hebben geleid tot sterke verschuivingen in het tempo en de kwantiteit van vruchtbaarheid in meerderheidspopulaties (onderzoeksdoelstelling 2), en iii) de ontwikkeling van een dynamisch microsimulatiemodel van gezinsvorming in migrantenpopulaties om de potentiële impact van migrantenpopulaties op (toekomstige) vruchtbaarheidstrends in België te kwantificeren (onderzoeksdoelstelling 3).Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF Sabbatsverlof 2023 - K. Neels.
Abstract
Het aandeel van personen met een migratieachtergrond in de Europese samenlevingen neemt toe, zowel direct door migratie als indirect omdat de (klein)kinderen van migranten een groeiende tweede en derde generatie vormen. De diversiteit in termen van migratieachtergrond is momenteel nog beperkt in oudere leeftijdsgroepen, maar wordt steeds duidelijker als we kijken naar jongere volwassenen en met name kinderen onder de 15 jaar. Het aandeel van jongvolwassenen met een migratieachtergrond in de vruchtbare leeftijdsgroep zal de komende decennia dus sterk toenemen, maar de gevolgen van deze toenemende diversiteit voor de toekomstige demografische trends en bevolkingsdynamiek in Europese landen zullen grotendeels afhangen van de patronen van gezinsvorming bij vrouwen die zich recent in het land hebben gevestigd, maar ook de mechanismen die de patronen van gezinsvorming bij de tweede en derde generatie vormgeven. Dit project heeft als doel het wetenschappelijke debat en het – in toenemende mate gepolariseerde - publieke debat over het effect van migratie op ontvangende landen te voeden door (i) de ontwikkeling van betrouwbare indicatoren van de vruchtbaarheid bij migranten en hun afstammelingen dan deze waarop het debat momenteel is gebaseerd, (ii) meer inzicht te krijgen in de mechanismen die de patronen van gezinsvorming bij migranten en hun (klein)kinderen vormgeven, en iii) meer nauwkeurigere methoden te ontwikkelen om de potentiële impact van toenemende diversiteit in termen van migrantenachtergrond op toekomstige demografische trends in Europese samenlevingen te meten. Deze doelstellingen vertalen zich in drie onderzoeksdoelstellingen en werkpakketten: i) verbetering van de meting van de vruchtbaarheid in migrantenpopulaties (onderzoeksdoelstelling 1), ii) analyse van het verband tussen de vruchtbaarheid van migranten en structurele factoren (bv. onderwijsexpansie en economische cycli) die de voorbije decennia hebben geleid tot sterke verschuivingen in het tempo en de kwantiteit van vruchtbaarheid in meerderheidspopulaties (onderzoeksdoelstelling 2), en iii) de ontwikkeling van een dynamisch microsimulatiemodel van gezinsvorming in migrantenpopulaties om de potentiële impact van migrantenpopulaties op (toekomstige) vruchtbaarheidstrends in België te kwantificeren (onderzoeksdoelstelling 3).Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Arbeidsmarktintegratie van moeders met een migratieachtergrond in België: analyse van longitudinale microdata afkomstig van het DataWarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.
Abstract
Het project omvat een samenwerking met Alicia Adsera (Princeton University) en Marcella Valdivia (OESO) met het oog op het leveren van twee bijdragen aan de OECD International Migration Outlook van 2023. Een eerste bijdrage betreft een illustratie op basis van Belgische volkstellings- en registergegevens van de beperkingen van de Period Total Fertility Rate (period TFR) als indicator voor de vruchtbaarheid van migranten. De period TFR, die rechtstreeks gestandaardiseerd is voor leeftijd, houdt geen rekening met de verblijfsduur, wat in periodes van hoge migratie kan leiden tot een ernstige overschatting van de vruchtbaarheid van vrouwen van de eerste generatie (zie CHAPTER 4 Migrant family building: Recent evidence and implications, p. 111-144). Een tweede bijdrage betreft een illustratie aan de hand van longitudinale microgegevens uit de Belgische Sociale Zekerheidsregisters van de impact van ouderschap op arbeidsmarktpositie van moeders met een migratieachtergrond. Dankzij de longitudinale follow-up geven de resultaten aan dat de verschillen in arbeidsparticipatie van moeders met en zonder migrantenouderschap grotendeels terug te voeren zijn tot de verschillende arbeidsmarktpositie van deze vrouwen vóór ouderschap (zie CHAPTER 5 Labour market integration of migrant mothers, p. 145-202).Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Profiel en arbeidspotentieel langdurig werkzoekenden op zoek naar hefbomen.
Abstract
Om de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt te verlichten, is het aangewezen om de werkzaamheidsgraad te verhogen en inzicht te krijgen in de activeerbaarheid van zij die niet werken, waaronder het stijgend aandeel langdurig werkzoekenden (LWZ). Er is echter weinig onderzoek naar LWZ in Vlaanderen, waardoor het onduidelijk is welke hefbomen kunnen worden ingezet om drempels tot de arbeidsmarkt voor deze doelgroep weg te werken. Aan de hand van een multi-actor mixed-methods aanpak, beoogt dit project daarom ons inzicht te vergroten in i) de doelgroep LWZ, ii) de effectiviteit van dienstverlening en acties bij LWZ, en iii) de effectiviteit van acties en verdere noden bij werkgevers. In werkpakket 1 maken we gebruik van kwalitatieve focusgroepsgesprekken om inzicht te verwerven in de arbeidswens, inzetbaarheid, drempels en noden naargelang het profiel van LWZ. De grootste tekortkoming in bestaande literatuur omtrent de activering van LWZ is het gebrek aan effect-evaluaties voor deze specifieke doelgroep. Werkpakket 2 combineert daarom een Vlaanderen-brede analyse van de instroom in en effectiviteit van dienstverlening en acties bij VDAB en partners en hun effectiviteit, met een Mixed Methods experimenteel design waarbij we Antwerpen en Limburg als proeftuin voor een interventieonderzoek gebruiken. Om naast antwoord op de vraag "werken activeringsmaatregelen?" ook inzicht te verwerven in waarom deze al dan niet effectief zijn om LWZ toe te leiden naar arbeidsdeelname, zullen we een selectie van trajecten via longitudinaal kwalitatief onderzoek opvolgen door diepte-interviews uit te voeren met alle betrokkenen rond een traject, d.w.z. met werkzoekende, werkgever en bemiddelaar. Werkpakket 3 focust op de werkgeverszijde en omvat allereerst een Vlaanderen-brede analyse van de effectiviteit van acties en verdere noden bij werkgevers aan de hand van een vignette onderzoek. In het laatste werkpakket van dit project synthetiseren we de belangrijkste bevindingen van de voorgaande werkpakketten en organiseren we een interactieve klankbord workshop waarbij de bevindingen afgetoetst worden met de doelgroep van LWZ.Onderzoeker(s)
- Promotor: Wood Jonas
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Vujić Sunčica
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Europese demografische uitdagingen voor families en gezondheid.
Abstract
Beeld je in dat je post-doc tijd krijgt van ons. Post-doc tijd met als enige verplichting om een post-doc voorstel voor te bereiden om je eigen onderzoek aan te vragen en hopelijk uit te voeren. Het Centrum voor Bevolking, Familie en gezondheid van de Universiteit Antwerpen houdt een wedstrijd om getalenteerde doctors in de sociale wetenschappen aan te trekken die bij ons hun loopbaan willen lanceren. Voor de wedstrijd schrijf je een wetenschappelijk essay waarin je een probleem beschrijft dat dringend onderzocht moet worden. Het probleem heeft academische aandacht nodig vanuit een Europees comparatief perspectief en raakt aan vraagstukken uit de sociale demografie, de familiesociologie en/of de sociologie van ziekte en gezondheid. Je documenteert het probleem met een empirische analyse, bij voorkeur in comparatief perspectief. Bij het uitwerken van het essay besteed je bijzondere aandacht aan vraagstukken van gender en/of sociale ongelijkheid. Het essay van de winnaar zal bij Population Europe aangeboden worden ter publicatie in hun reeks Pop Digest.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Wouters Edwin
- Mandaathouder: Maes Julie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werkt werk-gezinsbeleid voor de tweede en derde generatie? Een mixed methods benadering.
Abstract
Ongeziene stijgingen in vrouwelijke tewerkstelling en dalingen in vruchtbaarheid hebben huishoudens in het naoorlogse Europa grondig getransformeerd tot kleinere tweeverdienershuishoudens. Als antwoord op deze veranderingen, hebben Europese overheden werk-gezinsbeleid ontwikkeld zoals formele kinderopvang of ouderschapsverlof. De hoge vruchtbaarheid en relatief milde spanning tussen werk en gezin in Europese voortrekkerslanden als België en Zweden suggereren dat dit beleid effectief is. Hoewel, gezien de toenemende diversiteit in Europese bevolkingen rijst vooral in voortrekkerslanden de vraag: 'werkt' dit soort beleid even goed voor 2de en 3de generatie migrantengroepen? In het licht van deze nieuwe vraag, biedt het COPE-project twee belangrijke bijdragen. Ten eerste wordt het gebruik en de effecten van werk-gezinsbeleid bestudeerd voor vrouwen van de 2de en 3de generatie naargelang de specifieke modaliteiten van het beleid, gebruik makend van de meest gedetailleerde register data voor België en Zweden. Ten tweede wordt in het COPE-project een mixed methods onderzoeksdesign toegepast op de Belgische case om differentieel gebruik en effecten van werk-gezinsbeleid naar originegroep te analyseren, maar ook diepgaande kennis op te bouwen omtrent de wijze waarop deze patronen tot stand komen. Onze bevindingen zijn uiterst relevant voor beleidsmakers in de context van inclusief sociaal beleid, maar ook het vrijwaren van het arbeidsaanbod in deze tijden van bevolkingsveroudering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Mandaathouder: Wood Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vervolgonderzoek Samenleven in Diversiteit.
Abstract
Superdiversiteit staat centraal in het Vlaanderen van vandaag. Deze diversiteit impliceert dat het aantal personen met een buitenlandse herkomst gestaag toeneemt, maar ook dat de populatie met een vreemde herkomst heterogener wordt. Meten is weten. Om beleid te kunnen afstemmen op deze superdiversiteit is het essentieel om de positie van groepen met een migratieachtergrond op verschillende domeinen te observeren en te analyseren. om zicht te krijgen op domeinen die niet onderzocht kunnen worden op basis van variabelen beschikbaar in administratieve databanken, lanceerde de Vlaamse Overheid in 2017 de Samenleven in Diversiteit (SID) bevraging (Stuyck et al., 2018). Deze survey richt zich in het bijzonder op personen met een Marokkaanse, Turkse, Poolse, Roemeense en Congolese herkomst, groepen die typisch ondervertegenwoordigd blijven in andere bevragingen. Dit onderzoek behandelt diversiteit en integratie als transversale concepten die betrekking hebben op een breed scala thema's en beleidsdomeinen. In dit vervolgonderzoek focussen we op diversiteit en integratie in individuele gedragingen, attitudes en ervaringen. We onderscheiden zeven samenlevingsdomeinen: (1) opvoeding en onderwijservaringen van kinderen, (2) arbeidsmarktposities, (3) taalkennis en taalgebruik, (4) inburgering, (5) diversiteit en sociale contacten, (6) sociale participatie en (7) houdingen t.o.v. diversiteit en geloof in de samenleving. Vier onderzoeksdoelen staan centraal in dit project: 1. Operationaliseren van het concept 'heterogeniteit naar migratieachtergrond' in de SID-steekproef; 2. Documenteren van variatie naar migratieachtergrond in de zeven samenlevingsdomeinen; 3. Bestuderen in welke mate variatie in de zeven samenlevingsdomeinen naar migratieachtergrond verklaard kan worden door socio-demografische achtergrondkenmerken, socio-economische eigenschappen of socio-culturele profielen; 4. De onderlinge dynamiek tussen de samenlevingsdomeinen in kaart brengen, met bijzondere aandacht voor "spill-over" effecten voor groepen met een migratieachtergrond.Onderzoeker(s)
- Promotor: Wood Jonas
- Co-promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Arbeidsmigratie en Vergrijzing: een onderzoek naar de effectiviteit van de huidige inburgerings- en bemiddelingstrajecten voor nieuwkomers en personen met een migratieachtergrond in Vlaanderen.
Abstract
Tussen 2015 en 2030 worden de Europese welvaartstaten (waaronder België) geconfronteerd met de lange-termijn gevolgen van de babyboom en babybust in de tweede helft van de 20e eeuw: de grote cohorten geboren in 1950 en 1960 naderen gaandeweg de pensioenleeftijd, maar de instroom van de kleine cohorten geboren na 1970 is onvoldoende om een krimp van de beroepsbevolking te vermijden. Het rapport over vervangingsmigratie van de Verenigde Naties schatte in 2001 dat een aanzienlijk groei van migratie nodig zou zijn ten opzichte van de niveaus die gangbaar waren in de jaren 1990 om de beroepsbevolking in Europa op peil te houden. Tegen alle verwachtingen in en ondanks het scepticisme ten aanzien van de migratievooruitzichten van de Verenigde Naties is de migratie naar Europa sinds 2000 aanzienlijk toegenomen, waarbij de migratie de niveaus in de jaren 1950 en 1960 van de 20e eeuw inmiddels heeft overschreden met een aanzienlijke marge. In alle Europese landen blijft de werkzaamheidsgraad van personen met een migratieachtergrond echter aanzienlijk achter op het niveau van autochtonen, wat het scepticisme in het publieke debat ten aanzien van migratie verder voedt. Hoewel de oververtegenwoordiging van tweede en latere migranten in de werkloosheid en de oververtegenwoordiging van eerste generatie migranten in de sociale bijstand inmiddels overvloedig werd gedocumenteerd, is er tot nu toe slechts in beperkte mate onderzoek beschikbaar dat gebruik heeft kunnen maken van beschikbare registergegevens om het gebruik en het effect van activeringsprogramma's op de arbeidsmarktpositie van eerste, tweede en latere generaties migranten in detail te onderzoeken. Dit project maakt gebruik van een nieuwe onderzoeksinfrastructuur die werd ontwikkeld in het kader van een voorafgaand VIONA-project (Vlaamse overheid) waarbij longitudinale microgegevens van het departement inburgering, de dienst voor arbeidsbemiddeling en de registers van de sociale zekerheidsinstellingen aan elkaar werden gelinkt om de arbeidsmarkttrajecten te analyseren van zowel de populatie met een migratieachtergrond die reeds in het land verbleef (tweede en latere generaties) als de trajecten van nieuwe migranten die zich in de periode 2005-2015 in het land hebben gevestigd (eerste generatie, waaronder asielzoekers). Op basis van deze sterk innoverende onderzoeksinfrastructuur – en gegeven dat verschillende profielen migranten kunnen worden onderzocht – draagt dit project bij tot de literatuur over de effectiviteit van verschillende integratie- en activeringsmaatregelen, waarbij ook de variatie in de effectiviteit van dergelijke maatregelen in kaart wordt gebracht, aangezien de tweede en latere generaties migranten, eerste generatiemigranten (waaronder gezinsherenigers) en asielzoekers op de arbeidsmarkt met verschillende barrières worden geconfronteerd. Het project beoogt een verdere samenwerking met de regionale stakeholders die hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van de onderzoeksinfrastructuur en tevens een sterke valorisatie van de onderzoeksresultaten in samenwerking met diverse lokale en regionale actoren actief in het domein van arbeidsmarktbeleid en inburgering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Wood Jonas
- Mandaathouder: Kasztan Tair
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De arbeidsparticipatie van koppels voor en na ouderschap: kunnen verschillen in arbeidsmarkttrajecten en bestaansmiddelen de aanhoudende genderspecialisatie in huishoudens verklaren?
Abstract
De voorbije decennia hebben de meeste Europese landen een forse stijging gekend van vrouwelijke arbeidsparticipatie. De toenemende gendergelijkheid op vlak van onderwijs- en arbeidsmarktuitkomsten ging evenwel niet gepaard met een gelijkaardige evolutie naar gendergelijkheid in huishoudens en families. De genderverdeling van (on)betaald werk blijkt in de praktijk nog steeds ongelijk en ook de arbeidsparticipatie rond ouderschap vertoont meer variatie bij vrouwen dan het geval is bij mannen. Volgens micro-economische theorieën is deze genderspecialisatie in (on)betaald werk de uitkomst van een onderhandeling op basis van de socio-economische positie van beide partners. Naarmate het verdienpotentieel van vrouwen toeneemt, is het voortbestaan van een traditionele rolverdeling binnen huishoudens vanuit dit perspectief evenwel paradoxaal Gendertheorieën stellen daartegen dat de genderverdeling van (on)betaald werk na ouderschap sterk wordt bepaald door culturele normen rond ouderschap waaraan koppels conformeren en waardoor deze normen worden gereproduceerd. Gebruikmakend van gedetailleerde longitudinale gegevens van de Belgische Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid en vergelijkende panelgegevens voor een grotere set Europese landen, analyseert dit project de genderverdeling van betaald werk rond ouderschap. Concreet wordt onderzocht in welke mate sprake is van genderverschillen in het vervullen van de economische vereisten voor ouderschap en gezinsvorming (beschikken over voldoende financiële middelen, werkzekerheid,…) en in welke mate differentiële arbeidsmarkt- en loonkenmerken voor ouderschap dus een verklaring kunnen bieden voor het uitdiepen van genderverschillen na ouderschap, dan wel sprake lijkt van hardnekkige genderrollen niettegenstaande de sterkere relatieve inkomens- en arbeidsmarktpositie van vrouwen voor ouderschap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstoel Migratie, Integratie en Arbeidsmarkt. Determinanten van arbeidsparticipatie en werkzaamheid van personen met een migratieachtergrond, met specifieke aandacht voor inburgeringstrajecten nieuwkomers en de latente vrouwelijke arbeidsreserve.
Abstract
De Leerstoel Migratie, Integratie en Arbeidsmarkt is een onderzoeksproject in samenwerking met de Vlaamse overheid naar de arbeidsmarktpositie van personen met een migratie-achtergrond in Vlaanderen, met specifieke aandacht voor de arbeidsmarktpositie van vrouwen en de effectiviteit van inburgeringstrajecten voor nieuwkomers. Het project is innovatief aangezien registergegevens met betrekking tot i) inburgering (ABB), ii) opleidings- en activeringstrajecten (VDAB) en iii) arbeidskaarten (WSE) worden geïntegreerd met longitudinale microdata ontleend aan het DataWarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid met het ook op de reconstructie en longitudinale analyse van arbeidsmarkttrajecten van personen met een migratie-achtergrond aan de hand van geavanceerde hazard en econometrische modellen. Doorheen het project worden interviews en focusgroepen opgezet met zowel deelnemers en trajectbegeleiders die de inzichten gebaseerd op de longitudinale analyse van trajecten op basis van registergegevens verder uitdiepen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Raeymaeckers Peter
- Co-promotor: Vujić Sunčica
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een betere arbeidsmarktpositie voor mensen met een migratieachtergrond (IMMIGBEL).
Abstract
Dit project beoogt het inzicht in socio-economische trajecten van personen met een migratie-achtergrond te verbeteren door simultaan te focussen op drie niveaus (tevens work packages): i) het individuele niveau, ii) het huishoudens- en iii) het bedrijfsniveau. Niettegenstaande een uitgebreide internationale literatuur waarin de arbeidsmarktuitkomsten en –trajecten onder de loupe worden gehouden, is vooralsnog geen sluitende verklaring voorhanden waarom het personen met een migratieachtergrond vaak slechter vergaat dan autochtonen. De human capital benadering stelt dat het belang van onderwijs aldoor toeneemt, en dat laaggeschoolden disproportioneel worden getroffen in een context waar vooral de vraag naar hooggeschoolde arbeid is toegenomen (Katz and Autor, 1999; Baldwin and Beckstead, 2003). Vooral eerste generatiemigranten beschikken vaak over lagere of andere kwalificaties dan die vereist in Westerse arbeidsmarkten (Heath and Cheung, 2007). Andere verklaringen geven aan dat de human capital theorie ontoereikend blijkt om de wisselende mate van arbeidsmarktintegratie van nieuwkomers te verklaren (Neels, 2001; Euwals et al. 2007; Baert and Cockx, 2013). Ook de theorieën die wijzen op gesegmenteerde assimilatie blijken minder optimistisch over de relevantie van onderwijs en gerelateerde factoren in het verklaren van de arbeidsmarktachterstand van eerstegeneratiemigranten. Waar sommige migranten beschikken over een breed scala aan mogelijkheden, worden anderen geconfronteerd met achterstelling, waaronder beperkte toegang tot sociale netwerken en/of discriminatie (Fuller 2001, Kalleberg en Soresen 1979, Heath & Cheung 2007). Ook een rigide regeling van de arbeidsmarkt die het aanwerven en ontslaan van medewerkers relatief duurder maakt, speelt vaak in het nadeel van personen met een migratieachtergrond, voor wie de waarde van het menselijke en culturele kapitaal vaak moeilijker kan worden ingeschat (Kogan, 2006). De focus op individuele kenmerken wordt in dit project om die reden aangevuld met een focus op dynamieken binnen huishoudens en bedrijven die de arbeidsmarktpositie van personen met een migratieachtergrond beïnvloeden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het effect van veranderende levenslopen op intergenerationele solidariteit.
Abstract
De generatie die stilaan op pensioen gaat ziet een dubbele verandering in hun families: hun eigen veranderende familie trajecten en de zo mogelijk nog complexere trajecten van hun volwassen kinderen. Dit project bekijkt de impact van die complexiteit op intergenerationele solidariteit en bestudeert de opwaartse (mantelzorg) en neerwaartse (kinderopvang) solidariteit en de intermediërende rol van gezondheid hierbij.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Wouters Edwin
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gezinsbeleid, Vrouwelijke Arbeidsparticipatie en Vruchtbaarheid: Socio-economische Verschillen in Gebruik en Effecten van Kinderopvang en Ouderschapsverlof in België.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Arbeid, gezin en sociaal beleid. Een analyse naar socio-economische verschillen in gezinsvorming op basis van een administratief sociaal-demografisch panel voor België.
Abstract
Sinds de jaren 1970 worden België en andere Europese landen geconfronteerd met een baby bust, waarbij de vruchtbaarheid is gedaald onder het vervangingsniveau van 2.1 kinderen per vrouw. Dit project onderzoekt recente trends in relatie- en gezinsvorming in België en tracht in te schatten hoe patronen van gezinsvorming in de nabije toekomst mogelijk zullen evolueren. Vier factoren worden daarbij specifiek onderzocht: i) de toegenomen onderwijs- en arbeidsparticipatie van vrouwen en de recursieve relatie tussen gezinsvorming en de socio-economische positie van vrouwen (en hun partners), ii) de toegenomen diversiteit van huishoudenstypes in Europese landen en het effect van dergelijke leefvormen op trends in vruchtbaarheid, iii) het toegenomen belang van sociaal beleid en gezinsbeleid voor het ondersteunen van de combinatie van gezin en werk en de socio-economische gradient in het gebruik van dergelijke voorzieningen, en iv) de evolutie van patronen van gezinsvorming bij migrantengemeenschappen en de impact van toegenomen migratie op demografische trends in België op geaggregeerd niveau. Voor het onderzoek worden longitudinale gegevens van de Belgische Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid gebruikt om een longitudinaal prospectief panel samen te stellen voor de periode 1998-2010. Dit panel biedt gedetailleerde informatie over de huishoudkenmerken en de socio-economische positie van circa 100.000 vrouwen en hun huishoudleden. Om de representativiteit van het panel doorheen de observatieperiode te garanderen, werden bijkomende steekproeven getrokken onder migranten (en hun huishoudleden) die zich na 1998 in België hebben gevestigd. De gedetailleerde en continue meting van huishoudkenmerken en socio-economische positie biedt een unieke gelegenheid om de recursieve relatie tussen deze factoren en gezinsvorming te onderzoeken (bv. het onderscheid tussen de effecten van de initiële socio-economische positie of leefvorm op de transitie naar ouderschap, en omgekeerd, de effecten die ouderschap vervolgens heeft op de socio-economische positie en huishoudkenmerken van de betrokken individuen). Het project maakt bovendien deel uit van een toonaangevend internationaal netwerk rond het gebruik van administratieve gegevens voor demografisch onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Mandaathouder: Kil Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de beeldvorming rond jong ouderschap bij kwetsbare jongeren.
Abstract
De doelstelling van dit onderzoek, in opdracht van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, is drieledig. Ten eerste wordt de representatie van jong ouderschap op de Vlaamse televisie geanalyseerd. Ten tweede zal gekeken worden naar de receptie van televisie-inhouden omtrent het onderwerp bij kwetsbare jongeren. Een derde, onderliggende, doelstelling bestaat erin om via participatieve onderzoekstechnieken na te gaan hoe kwetsbare jongeren betekenis geven aan de mediarepresentatie van jong ouderschap en welke rol sociale media kunnen spelen in dit proces van receptie en betekenisgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Paulussen Steve
- Co-promotor: Dhoest Alexander
- Co-promotor: Maeseele Pieter
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Ponnet Koen
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Van den Bulck Hilde
- Co-promotor: Walrave Michel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De pensioenbescherming van eerste, tweede en volgende generaties immigranten in België (MIGRAGE).
Abstract
De verschillen in pensioenbescherming tussen immigranten en niet-immigranten en tussen verschillende groepen van immigranten beschrijven en verklaren. Aangezien het project de nadruk legt op de mechanismen die deze verschillen verklaren, komen ook thema's als arbeidsmarktparticipatie en gezinsdynamieken (gezinsvorming en huishouddynamieken) aan bod.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Socio-economische patronen van gezinsvorming en vruchtbaarheid in Europa: wat is de invloed van economische context en sociaal beleid?
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Ghysels Joris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is decentralisatie van activering in de bijstand doelmatig?
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke ondersteuning aan wave 2 van het Generations and Gender Project.
Abstract
Het project beoogt en longitudinale benadering van gezinsvorming en -ontbinding, vruchtbaarheid en pensionering waarbij gepeild wordt naar de intenties die deze ontwikkelingen sturen. Ook de thema's inzake gezinszorg, personenzorg en emancipatie komen in het project aan bod. Het GGP-project heeft als specifiek doel verklaringen te bieden voor de waargenomen verschuivingen inzake partnerrelaties tussen generaties (kind-ouder en ouder-kind relaties, vruchtbaarheid, zorg voor vorige en volgende generaties) anderzijds.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Socio-economische patronen van gezinsvorming en vruchtbaarheid in Europa : Wat is de invloed van de economische en de beleidscontext?
Abstract
Het demografisch landschap wordt in Europa sinds 1970 gekenmerkt door uitstel van gezinsvorming naar oudere leeftijd en daling van de vruchtbaarheid onder het vervangingsniveau. De invloed van gezinsbeleid lijkt gering, maar het ongelijke effect van beleid naar onderwijs- en arbeidsmarktpositie blijft in onderzoek onderbelicht. Dit project onderzoekt hoe socio-economische patronen van gezinsvorming in Europa worden beïnvloed door variatie in de economische en beleidscontext tussen 1970 en 2010.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Arbeid, Gezin & Sociaal Beleid. Een analyse van socio-economische differentiatie in gezinsvorming op basis van een Administratief Socio-Demografisch Panel (ASDP) voor België.
Abstract
Dit project beoogt - analoog met onderzoek in Denemarken en Duitsland - de aanvraag van administratieve panelgegevens van Sociale Zekerheid en Rijksregisters in België voor de analyse van i) recente trends in vruchtbaarheid en ii) socio-economische differentiatie in de combinatie van gezin en arbeid. De resultaten worden geïnterpreteerd in het licht van de literatuur rond welvaartstaatregimes en onderzoek naar ongelijk gebruik van voorzieningen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Neels Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject