De Belgische prenatale microarray databank (BEMAPRE): realisatie van de databank, determinatie van genotype-fenotype correlaties en postnatale opvolging. 01/10/2016 - 30/09/2018

Abstract

Inleiding Sinds 2013 worden monsters voor genetische prenatale diagnose in België via chromosomale microarrayanalyse (CMA) onderzocht.Interpretatie van copy number variants (CNV),waarvan beperkte klinisch/fenotypische informatie bestaat,stelt majeure problemen.CNV worden geklasseerd in 3 groepen: pathogeen(P),benigne en unclassified variants (UV).Voor ambigue situaties bestaat een Ad Hoc Comité waar consensus bereikt wordt over onduidelijke resultaten gebaseerd op literatuur en/of ervaring met vergelijkbare varianten. Doel Een specifieke databank (BElgian MicroArray PREnatal (BEMAPRE)),die prenatale genetische en echografische bevindingen koppelt met postnatale gegevens is van cruciaal belang.Gezien ontdekte CNV populatiegebonden zijn,is een nationale databank noodzakelijk.Deze databank faciliteert de studie van correlaties tussen CNV-grootte/geninhoud en klinische outcome.Fenotypische studies van kinderen postpartum draagt bij tot kennis over CNV en gidst het beleid en de counseling in de prenatale periode. Methode Het framework wordt ontwikkeld met de 8 Centra voor Medische Genetica waarna genotypische en klinische data worden verzameld van P-CNV of UV.We registreren proband data onmiddellijk na de geboorte en op 2-3 jarige leeftijd,dan is het mogelijk de ontwikkeling en noden bij het kind na te gaan.Data-analyse betreft correlatie tussen ouderlijke data (e.g.paternale leeftijd) en CNV 'load', ernst van een fenotype ten gevolge van een 'primaire' P-CNV en aanwezigheid van bijkomende CNV,genomic imprinting (erven CNV van imprinted regio's in een parent-of-origin specifieke manier over), identificatie van labo- en populatiespecifieke CNV , de implicatie van CNV met en zonder echografische anomalie.We vernauwen de prenatale geno-fenotype correlatie van frequent gevonden P-CNV ens tellen additionele echografische richtlijnen op.Aanvullend wordt onderzocht: verschil in fenotypische ernst van CNV wanneer deze overgeërfd werd versus de novo;diagnostische yield van CMA in functie van indicatie voor invasieve prenatale diagnose;afbakenen van geografische risicozone's in België voor foetale afwijkingen en aanwezigheid van P-CNV. De databank zal gerapporteerde P-CNV, niet-gerapporteerde susceptibility CNV en UV zal bevatten en zal blijven groeien ook na het onderzoek . Conclusie De BEMAPRE databank laat detectie en publicatie toe van onbekende geno-fenotype correlaties wat van wetenschapppelijk,klinisch en maatschappelijk belang is.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

In vivo modellering van twee ulcero-mutilerende neuropathieën in Drosophila melanogaster 01/07/2011 - 31/12/2015

Abstract

Dit project beoogt de in vivo modellering van twee fenotypisch gelijkaardige neurodegeneratieve aandoeningen van het perifere zenuwstelsel, met name Charcot-Marie-Tooth type 2B en Hereditaire Sensorische Neuropathie type I. De wild-type en mutante versies van de causatieve genen, RAB7 en SPTLC2, zullen hiertoe geëxpresseerd worden in Drosophila melanogaster. Gebruik makend van deze diermodellen zal getracht worden het pathomechanisme van beide aandoeningen te achterhalen en zal tevens gezocht worden naar een mogelijk oorzakelijk verband tussen beide aandoeningen. Deze diermodellen kunnen bovendien gebruikt worden als basis voor het testen van therapeutische middelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

VIB-Identificatie van gemeenschappelijke moleculaire mechanismen in erfelijke sensorische zenuwaandoeningen. 01/01/2011 - 31/12/2011

Abstract

Dit project heeft als doel een Drosophila model te ontwikkelen voor Charcot-Marie-Tooth type 2B (CMT2B) en erfelijke sensorische neuropathie type I (HSAN-I).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Functionele implicaties van RAB7-mutaties in de pathogenese van een ulcero-mutilerende neuropathie. 01/07/2009 - 31/03/2012

Abstract

Dit postdoctoraal onderzoeksproject spitst zich toe op het ontrafelen van de pathogenese van twee ulcero-mutilerende neuropathieën, Charcot-Marie-Tooth 2B en Heriditaire Sensorische Neuropathie type I. Ondanks het feit dat de neuropathieën sterke fenotypische gelijkenissen vertonen, liggen twee verschillende genen aan de basis, met name RAB7 en SPTLC1. Primaire sensorische neuronen, die geïsoleerd worden uit rattenembryo's en viraal getransduceerd met de wild-type of mutant constructen, zullen aangewend worden om het effect van de mutaties op o.a. de endosomale populatie, de vorming van lipid rafts en axonaal transport te bestuderen. Daarnaast zal overgegaan worden tot de aanmaak van een Drosophila model van beide aandoeningen om te onderzoeken hoe de mutaties het perifere zenuwstelsel in vivo aantasten en na te gaan of we de pathomechanismen van beide neuropathieën met elkaar kunnen correleren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

VIB-Functionele implicaties van RAB7-mutaties in de pathogenese van een ulcero-mutilerende neuropathie 01/01/2009 - 30/06/2009

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek naar de rol van TGF-beta1 in het botmetabolisme en van andere nieuw te identificeren genen in de osteoblastdifferentiatie. 01/10/2004 - 30/09/2007

Abstract

Dit onderzoeksproject zal trachten nieuwe genen betrokken in de osteoblastdifferentiatie te identificeren en bouwt daarnaast verder op het functionele TGF-b1 onderzoek opgestart tijdens mijn doctoraat. De eerste doelstelling zal gerealiseerd worden door het uitvoeren van een functionele screen mbv een siRNA-bibliotheek: via selectieve knock-down van genen die mogelijk betrokken zijn bij de differentiatie van osteoblastprecursorcellen, kunnen die genen die een invloed op dit proces hebben, opgepikt worden. In het tweede luik zal getracht worden een antwoord te geven op een aantal openstaande vragen rond TGF-b1 signaaltransductie. De concrete doelstellingen zijn: Aantonen en karakteriseren van een intracriene signaalpathway waarvoor de type 2 mutanten een indicatie vormen; In vivo en in vitro studie van de functie van mutant TGF-b1 in het botmetabolisme door de aanmaak van een knock-in muismodel; Nagaan van de rol van latent TGF-b binding protein (LTBP) in het fenotypisch tot uiting komen van de mutaties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Identificatie en karakterisatie van een gen verantwoordelijk voor de hyperostose van Camurati-Engelman. 01/10/2001 - 30/09/2003

    Abstract

    De ziekte van Camurati-Engelmann is een zeldzame, autosomaal dominante aandoening. Ze wordt gekarakteriseerd door een verhoogde botdensiteit die voornamelijk optreedt ter hoogte van de diafysen en metafysen van de lange beenderen. In ernstige gevallen kunnen ook de schedel en wervels aangetast zijn. De voornaamste klinische symptomen zijn pijnlijke ledematen, een waggelende gang en algehele spierzwakte. Tot op heden zijn de genlokalisatie en het pathogenetisch mechanisme onbekend. In dit project wordt getracht deze via positionele klonering op te helderen. Daartoe werd in een eerste fase een genomische zoektocht aangevat op een grote Israëlische familie.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Identificatie en karakterisatie van een gen verantwoordelijk voor de hyperostose van Camurati-Engelman. 01/10/1999 - 30/09/2001

      Abstract

      De ziekte van Camurati-Engelmann is een zeldzame, autosomaal dominante aandoening. Ze wordt gekarakteriseerd door een verhoogde botdensiteit die voornamelijk optreedt ter hoogte van de diafysen en metafysen van de lange beenderen. In ernstige gevallen kunnen ook de schedel en wervels aangetast zijn. De voornaamste klinische symptomen zijn pijnlijke ledematen, een waggelende gang en algehele spierzwakte. Tot op heden zijn de genlokalisatie en het pathogenetisch mechanisme onbekend. In dit project wordt getracht deze via positionele klonering op te helderen. Daartoe werd in een eerste fase een genomische zoektocht aangevat op een grote Israëlische familie.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Identificatie en karakterisatie van het gen verantwoordelijk voor de hyperostose van Camurati-Engelmann. 01/10/1998 - 30/09/1999

        Abstract

        De ziekte van Camurati-Engelmann is een zeldzame, autosomaal dominante aandoening. Ze wordt gekarakteriseerd door een verhoogde botdensiteit die voornamelijk optreedt ter hoogte van de diafysen en metafysen van de lange beenderen. In ernstige gevallen kunnen ook de schedel en wervels aangetast zijn. De voornaamste klinische symptomen zijn pijnlijke ledematen, een waggelende gang en algehele spierzwakte. Tot op heden zijn de genlokalisatie en het pathogenetisch mechanisme onbekend. In dit project wordt getracht deze via positionele klonering op te helderen. Daartoe werd in een eerste fase een genomische zoektocht aangevat op een grote Israëlische familie.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject