Onderzoeksgroep
Expertise
- Multidimensionele ongelijkheid, armoede en welvaartsmeting - Welzijnsmeting en respect voor preferenties - Multivariate dependence en de copula - Oorzaken van veranderende inkomensverdelingen - Welzijnsmeting bij ouderen - Evaluatie van herverdelend en sociaal beleid
Het leven draait niet enkel om geld: op weg naar het gebruik van multidimensionale maatstaven van welzijn in de ex-ante analyse van sociaal beleid.
Abstract
Het gebruik van een innovatief type van sociale bijstand, conditionele cash transfer (CCT) programma's, is wijdverspreid in Latijns-Amerika en de rest van de wereld. Toch bestaat er discussie of ze al dan niet hun doelen bereiken, met betrekking tot het verminderen van armoede, zowel nu als in de toekomst. Daarnaast wordt zowel voor de evaluatie van CCT programma's als voor het identificeren van gerechtigden vaak gebruik gemaakt van unidimensionele maatstaven, ondanks het feit dat CCT programma's meerdere doelen hebben. Tegelijkertijd heeft de vraag of alternatieve ontwerpen van CCT programma's zouden kunnen leiden tot betere uitkomsten, relatief weinig aandacht gekregen. Tegen deze achtergrond, onderzoekt dit project wat de mogelijkheden en implicaties zijn van het gebruik van een multidimensioneel kader om CCTs te evalueren en gerechtigden te identificeren. We zullen de mogelijkheden van ex-ante microsimulatie analyses verrijken, door a) te bouwen op de informatie die ex-post impact evaluaties bieden en b) het koppelen van een multidimensionele maatstaf van welzijn aan een microsimulatiemodel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Panagamuwa Gamage Sakura
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Uitbouw van het Belgisch Online ProbabiliteitsPanel (BOPP).
Abstract
Het Belgian Online Probability Panel (BOPP) is een online dataverzamelingsinfrastructuur ontwikkeld en beheerd door alle Belgische universiteiten. Ze werd ontworpen om longitudinaal en interdisciplinair survey-onderzoek in de sociale en gedragswetenschappen te promoten. Het panel bestaat uit ongeveer 4000 personen van 16 jaar en ouder die in particuliere huishoudens in België wonen. BOPP combineert een tweetraps toevalssteekproef uit het Rijksregister met een rigoureuze rekruteringsstrategie bestaande uit een push-to-web fase en twee face-to-face fases. Panelleden worden zes tot tien keer per jaar bevraagd. Voor elke ingevulde vragenlijst (online of op papier) ontvangen panelleden een beloning. BOPP organiseert jaarlijks twee kernvragenlijsten om basisinformatie van panelleden te verzamelen. Daarnaast kunnen onderzoekers, tegen betaling, een voorstel indienen om survey- of experimentele data te verzamelen bij het panel. BOPP werkt volgens de principes van Open Science: na een embargoperiode worden de zorgvuldig gepseudonimiseerde bestanden toegankelijk voor de voltallige onderzoeksgemeenschap. De onderzoeksresultaten verschaffen nieuwe inzichten in wat leeft en speelt in de Belgische samenleving, en komen zo academici, beleidsmakers en geïnteresseerde burgers ten goede. Het panel zal het mogelijk maken (veranderingen in) de leefomstandigheden, opvattingen en gedragingen van mensen in Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te meten en te bestuderen. Daarbij worden expliciet hoge standaarden van datakwaliteit nagestreefd. De onderzoeksinfrastructuur ondersteunt de bredere gedrags- en sociaalwetenschappelijke onderzoeksgemeenschap in België in haar missie om relevant en betrouwbaar onderzoek te doen, door: (1) het mogelijk maken om relevante sociaal- en gedragswetenschappelijke onderzoeksgegevens op een tijdige en kosteneffectieve manier te verzamelen zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit, door schaalvoordelen te benutten bij het rekruteren en onderhouden van een representatieve steekproef van de bevolking; (2) het faciliteren van longitudinaal en interdisciplinair survey-onderzoek; (3) kansen te bieden voor innovatief en experimenteel vragenlijstontwerp (bijvoorbeeld vignetten, gebruik van video- en audiomateriaal), en voor verrijking van onderzoeksgegevens met administratieve data.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Coordinatie van de Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (CO-SHARE).
Abstract
SHARE - ERIC is one of the largest research infrastructures in human sciences in Europe. The Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (SHARE) is a micro data set on health, socio-economic status, and social networks of 140,000 individuals aged 50+ in 27 European countries and Israel. Since 2004, the SHARE project has completed eight waves, one every two-years (480,000 interviews), plus two other waves in 2020 and 2021 dedicated to the impact of COVID-19. The anonymized data enable registered researchers to analyze the health, social, and economic life dimensions of the ageing population. By July 2021, more than 3,000 scientific publications are based on SHARE data. Also national and international institutions such as the European Union rely on SHARE data to construct cross-country comparable statistics on ageing. The applicants, CSB (UA) and CREPP (ULg), have been associated to the SHARE project from the beginning and act as Country Teams in charge of the project for the Dutch and French speaking population, respectively. From the creation of the SHARE-ERIC Consortium in 2011, Belgian federal entities supported the SHARE project in Belgium: BELSPO covers coordination costs and FWO and FWB cover fieldwork costs upon the Dutch and French speaking population. With the current project we aim to continuate the funding of the essential coordination activities of the SHARE project.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van het gezin bij het verklaren van genderkloven op de arbeidsmarkt: lessen uit economische crises voor de COVID-19 pandemie.
Abstract
Women consistently attain worse labor market outcomes than men do in terms of wages, participation rates, and unemployment. These differences have been further deepened by the economic crisis brought about by the current Covid-19 pandemic. Recent literature emphasizes that (i), an important part of these gaps is due to wage discrimination by employers who exploit the fact that female workers are more willing to work in specific firms, possibly due to their location or other non-wage firm's characteristics; (ii), family decisions are the result of a bargaining process between the household members, whose preferences are the expression of the social norms to which they adhere. In this project, we aim to study the role of the family in explaining the labor supply decisions of couples and their consequences on gender gaps. The challenge is that labor supply depends on intra-household bargaining positions, but bargaining positions themselves change with relative economic performance within the household. To circumvent this endogeneity problem, we propose to use large macroeconomics shocks as quasi-natural experiments. The hypothesis is that significant changes in the economic conditions give us exogenous variation in the intra-household bargaining position that can affect the bargaining procedure itself. In this research project, we aim: (i) to understand to which extent changes in how the firm competes for workers of each gender explain the evolution of gender gaps in the labor market along the economic cycle; (ii), to use these results to investigate how the intra-household decision process (as governed by social norms on gender roles in the family) changes due to the economic environment. To do so, we will first develop a framework that allows us to establish a causal link between macroeconomic shocks and gender gaps in the labor market, leading to changes in the bargaining position within the household. We will then analyze how these changes in the bargaining position in the household, as instrumented by the economic cycle, affect household decisions. Understanding the evolution of intra-household decisions is of great value for designing policies that aim to redefine the gender norms within the household. Since job losses in the Covid-19 pandemic have been particularly severe for women and women also took up most of the additional childcare chores imposed on families by the lockdown of kindergartens and schools, this crisis could erode decades of progress towards gender equality. Our project aims to provide guidance on how to revert this trend by designing policy interventions that can trigger a long-term change in social norms.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Promotor: Merlino Luca Paolo
- Co-promotor: Winkler Roland
- Mandaathouder: Mandrisch Lucas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Advanced Center for inTernet Studies – Belgian Online Probability Panel.
Abstract
Dit project zorgt voor het ontwerp van het Belgian Online Probability Panel, ACTS (Advanced Center for inTernet Studies – Belgian Online Probability Panel). Het project is een samenwerking tussen alle Vlaamse en Franstalige universiteiten in België.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
The PARADox of BElgian Inequality Studies: Belgium less unequal than others? (BE-PARADIS)
Abstract
Inequality and poverty are high on the agenda of researchers, politicians, and international institutions, and fuel the public discussion at large. The IMF has labelled inequality as the 'defining challenge' of our time because it signals a lack of income mobility and opportunity, and because it has important consequences for growth and macroeconomic stability, and carries a risk of concentrating decision making in the hands of a few. In the last fifteen years also the OECD has gathered 'a significant body of evidence on the increased inequalities of income and opportunities in many countries', and concludes that inequality is 'bad and getting worse' (OECD 2018). In this proposal we start from two observations. First, and curiously enough, most existing statistics for Belgium tell a different story. Based on survey data, Horemans et al. (2011) and Van Rie and Marx (2014) conclude that the Belgian income inequality remained fairly stable between 1985 and the late 2000s. Also the OECD‐report cited above, reports a minor change in the Gini from 0.257 in 1983 to 0.264 in 2011, and even a slight decline since 2004. Similarly, Decoster et al. (2017) could not find evidence that the top incomes in Belgium have benefitted disproportionally from the economic growth since the nineties. Furthermore, the Belgian at‐risk‐of‐poverty rate has remained stable during the last decades. These findings not only stand in sharp contrast with the conclusions for many other countries; they also seem to contradict the widespread perception that inequality, poverty, material deprivation, and insecurity are on the rise. Understanding this 'paradox' is one of the central objectives of our project (and explains the project acronym). Second, Belgium remains notoriously absent from a rapidly expanding track in empirical research, which describes and analyses distributional information in a standard which emulates the framework of national accounts. This new standard is known as DIstributional National Accounts (DINA), and is essentially an extension of the methods proposed by Kuznets, who combined, in a pioneering effort, national income series (macro‐data) with income tax data (micro‐data). Recently, the upgrade of national accounts to incorporate distributional information has been initiated by the late Tony Before completing, please read carefully the instructions in the information file Call 2019 BRAIN‐be 2.0 Call 2019 'National thematic Project': BE‐PARADIS 2 Atkinson, and further developed by a scholars such as Thomas Piketty and Emmanuel Saez. In early 2018, their team at the Paris School of Economics launched the World Wealth and Income Database, which gives access to data about inequality and other macroeconomic indicators for many countries. Unfortunately, Belgium is missing from this dataset. In this project we will investigate the paradox and bring Belgium to the frontier of international research on inequality by renewed, profound, and critical inquiry of existing and fresh data, concepts, and methods.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Antwerps Interdiscplinair Platform voor Ongelijkheidsonderzoek
Abstract
Deze aanvraag gaat over sociaaleconomische ongelijkheid. Het doel van dit consortium is de wetenschappelijke kennis over dit vraagstuk substantieel te verrijken. Om dat te realiseren bundelt de huidige Methusalem-houder, het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, de krachten met het Centrum voor Stadsgeschiedenis en het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en dit in het "Antwerp Interdisciplinary Platform for Research into Inequality" (AIPRIL). Dat platform versterkt de multidisciplinaire onderzoekscapaciteit die dit complex thema vereist en verruimt het historisch en geografisch bereik van het onderzoek naar ongelijkheid. AIPRIL brengt onderzoekers samen die elk afzonderlijk al sterke internationale reputaties hebben opgebouwd in sociaal beleid, economie, economische geschiedenis en ontwikkelingsstudies. De ambitie van dit onderzoeksprogramma is om op internationaal niveau discipline-overschrijdende wetenschappelijke vooruitgang te maken op methodologisch, theoretisch en empirisch vlak. Het onderzoeksprogramma bestaat uit vier strategisch gekozen onderzoekslijnen: 1) Nieuwe data en methoden voor de multi-dimensionale meting van ongelijkheid; 2) Hoe ongelijkheid verminderen; 3) Verstedelijking en ongelijkheid en 4) Schokken en ongelijkheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Blondé Bruno
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: De Herdt Tom
- Co-promotor: De Weerdt Joachim
- Co-promotor: Soens Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bevraging van budgethouders PAB en PVB die geen gebruik maakten van hun recht op gratis bijstand in functie van de opstart.
Abstract
Navigeren door het systeem van persoonsvolgende financiering vormt een uitdaging, vooral voor nieuwe budgethouders. Sinds 1 mei 2021 hebben zij daarom recht op één jaar gratis lidmaatschap en gratis bijstand bij een bijstandsorganisatie naar keuze. Toch heeft een deel van de nieuwe budgethouders geen gebruik gemaakt van deze gratis bijstand. Het doel van dit onderzoek was om te achterhalen waarom sommige budgethouders geen gebruik maken van gratis bijstand en om de impact hiervan op de organisatie van hun zorg en ondersteuningen in kaart te brengen. Hiervoor maakten we gebruik van administratieve data van het VAPH en gegevens uit een online vragenlijst, waarbij zowel budgethouders die wel als geen gebruik hebben gemaakt van de gratis bijstand, werden bevraagd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de effecten van de gedeeltelijke terbeschikkingstelling van een persoonsvolgend budget in prioriteitengroep 2.
Abstract
Dit onderzoek heeft tot doel om na te gaan in welke mate het doel van de gedeeltelijke beschikkingstelling, namelijk de hoogste noden van de betrokken persoon te lenigen, gehaald wordt. Het onderzoek moet ook inzicht verschaffen in de wijze waarop het budget wordt ingezet en of het doel hierdoor al dan niet bereikt (kan) word(t)en..Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Coordinatie van de Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (CO-SHARE).
Abstract
SHARE - ERIC is one of the largest research infrastructures in human sciences in Europe. The Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (SHARE) is a micro data set on health, socio-economic status, and social networks of 140,000 individuals aged 50+ in 27 European countries and Israel. Since 2004, the SHARE project has completed eight waves, one every two-years (480,000 interviews), plus two other waves in 2020 and 2021 dedicated to the impact of COVID-19. The anonymized data enable registered researchers to analyze the health, social, and economic life dimensions of the ageing population. By July 2021, more than 3,000 scientific publications are based on SHARE data. Also national and international institutions such as the European Union rely on SHARE data to construct cross-country comparable statistics on ageing. The applicants, CSB (UA) and CREPP (ULg), have been associated to the SHARE project from the beginning and act as Country Teams in charge of the project for the Dutch and French speaking population, respectively. From the creation of the SHARE-ERIC Consortium in 2011, Belgian federal entities supported the SHARE project in Belgium: BELSPO covers coordination costs and FWO and FWB cover fieldwork costs upon the Dutch and French speaking population. With the current project we aim to continuate the funding of the essential coordination activities of the SHARE project.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie COVIVAT (tweede consortium overeenkomst).
Abstract
COVIVAT heeft als doel de sociale gevolgen van de verspreiding van het coronavirus voor de inkomens van de Belgische gezinnen in kaart te brengen, en wetenschappelijke inzichten te genereren die het sociaal-economische beleid kunnen ondersteunen om de sociale gevolgen van de coronacrisis te beperken, en die het post-coronabeleid mee vorm kunnen geven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van de sociale situatie en evolutie in het kader van de sociale doelstellingen en prioriteiten van het Nationaal Hervormingsprogramma en het Nationaal Sociaal Rapport.
Abstract
Dit project draagt bij aan de verdieping en uitbreiding van de jaarlijkse rapporten over de evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België. Deze rapporten zijn een belangrijk instrument om de informatie die de sociale indicatoren bevatten te ontsluiten. In het bijzonder zal de rapportering worden verbreed met een uitbreiding van het instrumentarium; het gebruik van beleidsindicatoren om meer tijdige informatie te kunnen gebruiken, ook in het kader van de COVID crisis, een inbedding in de nationale en internationale literatuur en een identificatie van sleuteluitdagingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SHARE - België, golf 9 - jaar 2 (SHARE-W9-II).
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Paradox of panacee? Een kritische evaluatie van de efficiëntie en billijkheid van conditionele cash transfer programma's in Latijns-Amerika.
Abstract
Conditionele cash transfer (CCT) programma's, sociale programma's die transfers voorwaardelijk maken op investeringen in menselijk kapitaal, groeiden uit tot één van de voornaamste vormen van sociale bescherming in Latijns Amerika. Positieve evaluaties motiveerden de wereldwijde replicatie van de originele CCT programma's. Er is echter weinig onderzoek verricht naar hoe deze programma's optimaal ontworpen kunnen worden. Bovendien kan worden gesteld dat het feitelijke ontwerp van bestaande programma's inconsistent is met de theoretische argumenten voor het voorwaardelijk karakter van transfers, waardoor de status van CCT programma's als ontwikkelingspanacee in twijfel getrokken wordt. Dit project dicht deze hiaat in de literatuur door te onderzoeken hoe bepaalde onderscheidende kenmerken de billijkheid en efficiëntie van Latijns-Amerikaanse CCT programma's beïnvloeden. Het project bestaat uit vier onderzoeksfasen. Eerst wordt een kindgerichte welzijnsindicator ontwikkeld, die kan worden gebruikt voor evaluatiedoeleinden. Ten tweede worden alternatieve targetingmethoden onderzocht, om het huidige gebruik van het targeten van lage-inkomens huishoudens te kaderen. Ten derde analyseert het project of de conditionaliteit van de transfers leidt tot een lagere opname van sociale rechten bij kwetsbare huishoudens. Ten slotte wordt het netto effect van CCT programma's op de inkomensongelijkheid geschat, rekening houdend met de fiscale implicaties van grootschalige sociale programma's.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Mandaathouder: Van Meensel Lena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie COVIVAT.
Abstract
Het COVIVAT consortium is een samenwerking tussen drie onderzoeksgroepen van de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen. Het consortium heeft als doel de sociale gevolgen van de verspreiding van het coronavirus voor de inkomens van de Belgische gezinnen in kaart te brengen, en wetenschappelijke inzichten te genereren die het sociaal-economische beleid kunnen ondersteunen om de sociale gevolgen van de coronacrisis te beperken, en die het post-coronabeleid mee vorm kunnen geven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EUSOCIALCIT
Abstract
EUSOCIALCIT zal wetenschappelijke analyses leveren en beleidsscenario's onderzoeken om het Europese sociale burgerschap te versterken. Het richt zich op drie domeinen die de bouwstenen van de Europese pijler van sociale rechten weerspiegelen (de empowerment van burgers, eerlijke arbeidsomstandigheden en sociale inclusie) en streeft vijf doelstellingen na: 1. Al lang bestaande rivaliserende benaderingen van Europees sociaal burgerschap samenbrengen, en een op hulpbronnen gebaseerd concept van sociale rechten op meerdere niveaus ontwikkelen (erkennend dat de hulpbronnen die de sociale rechten ondersteunen zich op EU-, nationaal en lokaal niveau kunnen bevinden). 2. Begrijp de huidige stand van de sociale rechten en hun relatie tot de uitkomsten (sociale en genderongelijkheid, armoede en onzekerheid). 3. Stel een diagnose van de tekortkomingen van de instellingen die ongewenste resultaten genereren. 4. Begrijp houdingen, voorkeuren en de vraag naar verandering onder burgers, en de beperkingen en kansen die deze creëren voor de sociale agenda van de EU. 5. Ontwikkel alternatieve beleidsscenario's om de Europese sociale rechten te versterken, in het bijzonder om de Europese pijler van sociale rechten te implementeren. Dit belooft een veelomvattender begrip van Europees sociaal burgerschap dan de bestaande literatuur nu biedt. We zullen nieuwe indicatoren en implementatiestudies leveren over sociale investeringen, arbeidsomstandigheden, minimuminkomensbescherming en huisvesting. Het project is bewust ambitieus in termen van zowel wetenschap als beleid, omdat effectief beleid een diepgaande analyse vereist van de huidige realiteit en alternatieve beleidsopties, zowel empirisch als conceptueel. Het consortium is gevormd om die ambitie te realiseren, door academische expertise – op het gebied van politicologie, recht, sociologie, sociaal beleid en economie – te combineren met praktische beleidservaring. Onze nadruk op de pluraliteit van mogelijke beleidsscenario's, op het luisteren naar burgers en co-creatie getuigt van onze overtuiging dat een academisch en beleidsgericht onderzoeksproject het publieke debat moet dienen en niet moet vervangen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Well-BOA: Ontwikkeling en toepassing van een nieuw onderzoeksinstrument om welzijn van ouderen te meten.
Abstract
De vergrijzende samenleving brengt grote beleidsuitdagingen met zich mee. Om het ouderenbeleid te kunnen evalueren, hebben beleidsmakers en onderzoekers een operationeel meetinstrument van welzijn nodig. Vermits welzijn een multidimensionaal concept is, moeten de uitkomsten van de dimensies tegen elkaar afgewogen worden. Bestaande benaderingen maken hiervoor gebruik van gemeenschappelijke afruilwaarden voor alle individuen en negeren de mogelijke meningsverschillen van ouderen over wat belangrijk is in hun leven. Het eerste doel van dit project is om een multidimensionale welzijnsmaatstaf te ontwikkelen met respect voor individuele variatie in voorkeuren. Uiteraard vereist dergelijke methode informatie over wat "het goede leven" is. Het tweede objectief van dit project is om een survey instrument op te stellen, genaamd Well-BOA (Well-being at Old Age), dat ons toelaat om op een directe manier betrouwbare data te bekomen over de voorkeuren van ouderen. Het survey instrument zal getest worden in een serie van online survey experimenten en toegepast worden bij een representatieve steekproef van het LISS panel en de SHARE survey. Tot slot zullen we twee manieren verkennen waarop de resultaten kunnen helpen om het ouderenbeleid te verbeteren: ten eerste door het identificeren van de "worst-off" met respect voor de eigen visie van ouderen en, ten tweede, door een maatstaf te ontwikkelen die gevoelig is voor de ongelijkheid in de welzijnsverdeling van de oudere bevolkinOnderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de personele inzet in woonzorgcentra, aangepast aan de veranderende zorg- en ondersteuningsnoden van de bewoners.
Abstract
Het onderzoek beoogt noodzakelijke en praktische handvatten aan te reiken voor de bepaling van geactualiseerde en geïntegreerde personeelsnormen voor de Vlaamse woonzorgcentra, zowel voor zorgpersoneel als voor ondersteunend personeel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SHARE - België, golf 9 - jaar 1 (SHARE-W9-I).
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaamse deelname aan de "Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe" (SHARE).
Abstract
De vergrijzing blijft een bijzonder grote uitdaging voor onze maatschappij. Het ESFRI-project SHARE creëert en onderhoudt een dataset van hoge kwaliteit die onderzoekers en beleidsmakers de mogelijkheid biedt om de vergrijzing op een gedetailleerde en multidisciplinaire wijze te bestuderen. SHARE is uniek doordat het crossnationaal vergelijkbare, longitudinale microgegevens verzamelt over de gezondheid, sociaaleconomische status en sociale en familiale netwerken van meer dan 123.000 vijftigplussers, verspreid over 28 landen. De SHARE database is cruciaal voor empirisch academisch onderzoek naar vergrijzing en wordt door vele disciplines gebruikt, zoals economie, gezondheidsstudies, sociologie, en demografie. Ook voor belangrijke beleidsvraagstukken biedt SHARE een unieke bron van informatie, bijvoorbeeld met betrekking tot vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt, actief ouder worden, en langdurige zorg.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SHARE - België, golf 8 - jaar 2.
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EF32 Proefkader voor de inzet van het persoonsvolgend budget voor personen met een handicap binnen de erkende capaciteit van een ouderenvoorziening.
Abstract
Met het proefkader willen we een voor alle betrokken actoren, en in het bijzonder de gebruikers en aanbieders, beveiligd kader creëren waarbinnen de mogelijkheden en beperkingen kunnen onderzocht worden inzake het inzetten van het persoonsvolgend budget nRTH VAPH binnen de erkende capaciteit van (semi-) residentiële ouderenzorg met eventuele tussenkomst in de zorgkost door het RIZIV, in het bijzonder WZC, CVK en DVC met bijzondere erkenning. Het werken met een proefkader biedt de sector en de betrokken administraties de nodige ruimte om de modaliteiten van de inzet in de praktijk uit te proberen en pas daarna verder regelgevend te verankeren. Cruciaal hierbij is het komen tot een sluitende financiële regeling die - voor de gebruiker eenvoudig en transparant is; - voor beide sectoren aanvaardbaar is; - voor beide administraties uitvoerbaar is. Het principe dat 'dubbele subsidiëring' vermeden dient te worden, staat hierbij voorop.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling voor de armen: evaluatie van de multidimensionale impact van ontwikkelingsinterventies met respect voor de voorkeuren van de armen.
Abstract
There is a growing consensus in the literature that well-being is a multidimensional concept. Yet, many development programmes still rely on monetary measures of well-being to target beneficiaries and evaluate outcomes. Such measures remain blind to the differences in nonmonetary dimensions of well-being between individuals. A multidimensional framework is required to take these differences into account. The aim of this project is to develop a richer framework for assessing well-being outcomes in development projects. A key feature of this multidimensional framework is that it respects the individual opinions of the poor on the importance of different dimensions of well-being. The framework will be implemented by addressing three specific and policy-relevant questions in three different developing countries. First, the question will be investigated whether the consideration of a richer framework will have implications for the targeting of social programs in Colombia. This question will be addressed using ex ante simulation techniques. Second, the new framework will be used to study the impact of an unconditional cash transfer programme in Kenya, using an ex post difference-in-difference estimator. Finally, we will study to what extent preferences of the poor in Ethiopia can be estimated with new stated preference techniques such as a discrete choice experiment. xxOnderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: De Weerdt Joachim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individuele Welvaartsanalyse gebaseerd op Behavioural Economics (IWABE).
Abstract
Economen evalueren sociaal en economisch beleid op basis van hun impact op het individuele welzijn van de leden van de samenleving. Een dergelijke meting hangt grotendeels af van de aanname dat individuen zich gedragen volgens standaard (dat wil zeggen transitieve en volledige) voorkeuren. Gemotiveerd door het overweldigende empirische bewijs uit de psychologie en gedragseconomie dat individueel gedrag vaak inconsistent lijkt met standaard voorkeuren, ontwikkelen we methodologische hulpmiddelen voor het analyseren van individuele welvaart in de aanwezigheid van dergelijke inconsistenties in het gedrag van agenten. Hiervoor zullen we een tussenliggende benadering verkennen die ligt tussen de agnostische benadering (dat wil zeggen robuuste conclusies zonder specifieke verklaring voor de inconsistenties) en de modelbenadering (dat wil zeggen een analyse op basis van een specifiek model dat niet standaard voorkeuren uitlegt). Voor het empirische gedeelte zullen we uitgebreid gebruik maken van de nieuwe en grotendeels onontgonnen MEqIN-dataset die werd verzameld door de PI's van dit project. Met deze dataset kunnen verschillende methoden voor het meten van welzijn worden vergeleken en kan gedetailleerde informatie over alle volwassenen van de geselecteerde huishoudens worden weergegeven. In de toepassingen zullen we onze aandacht beperken tot vier belangrijke dimensies van welzijn: gezondheid, materieel welzijn, werkstatus en de gezinssituatie. In dit opzicht zullen we ook opnieuw contact opnemen met de onderzochte huishoudens om extra gegevens te verzamelen met betrekking tot onze onderzoeksvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE.
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe succesvol vergrijzen de Europese ouderen? Een nieuw meetinstrumentarium en toepassingen met SHARE data.
Abstract
De vergrijzing brengt belangrijke beleidsuitdagingen met zich mee. Om de wenselijkheid en effectiviteit van beleidskeuzes over vergrijzing goed te kunnen beoordelen, is een operationeel meetinstrument om "succesvolle vergrijzing" te meten noodzakelijk. Dit project behandelt daarom de vraag hoe we succesvolle vergrijzing juist kunnen meten. In het bijzonder zal een nieuw meetinstrumentarium ontwikkeld worden om de mate van succesvolle vergrijzing op een precieze en nauwkeurige manier te meten. De nieuwe maatstaven zullen dan toegepast worden met nieuwe gegevens die verzameld zullen worden in de "Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe" (SHARE). De maatstaven zijn vernieuwend omdat ze de voorkeuren van oudere personen respecteren en bovendien gevoelig zijn voor de verdeling in de maatschappij. Geen van de bestaande meetinstrumenten in de literatuur heeft deze aantrekkelijke eigenschappen. Het project bestaat uit vier onderzoekstromen. In de eerste onderzoekstroom zal een fijnmazige maatstaf van succesvolle vergrijzing op het individuele niveau ontwikkeld worden. Deze maatstaf is consistent met de voorkeuren van oudere personen over wat ze zelf belangrijk vinden in hun leven. In de tweede onderzoekstroom zal een nieuwe methode worden ontwikkeld om de voorkeuren van oudere personen in kaart te brengen. In deze methode worden aan oudere personen een reeks keuzes tussen zogenaamde vignetten voorgelegd. Dergelijke vragen zullen toegevoegd worden aan de 8e golf van de SHARE data verzameling in 2018-2019. Ten derde zal een maatstaf van succesvolle vergrijzing op het maatschappelijk vlak ontwikkeld worden. Deze maatstaf is gevoelig voor de verdeling en bouwt verder op de resultaten van de vorige twee onderzoekstromen en inzichten uit de welvaartseconomie. Ten vierde zullen de nieuwe maatstaven toegepast worden. Dit kan nieuw licht werpen op oude empirische vragen uit de literatuur zoals de zogenaamde "satisfactie paradox". Daarenboven zal de kracht van de maatstaf om mortaliteit en gezondheidsproblemen te voorspellen vergeleken worden met andere maatstaven. Ten slotte zullen de resultaten van de verdelingsgevoelige maatstaf vergeleken worden over verschillende Europese landen om "best practices" te identificeren en om de rol van beleidskeuzes op succesvolle vergrijzing in kaart te brengen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Mandaathouder: Van Loon Veerle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
"To take or not to take?" Naar een beter begrip van de institutionele en persoonlijke hindernissen bij het aanvragen van uitkeringen.
Abstract
Social benefits targeted at the poor are an important part of modern welfare states. However, recent evidence shows that in many European countries only a fraction of those that are supposed to benefit, take up their social rights. Yet, we have relatively little insight into what drives nontake- up and how policy design can be improved so as to increase take-up. Furthermore, research on this topic, especially in Belgium, is rather scarce. This is unfortunate, because non-take-up undermines the effectiveness of public policies, and a better understanding of non-take-up could make a significant contribution to further insights into economic behaviour of households and their interaction with the welfare state. Therefore, the main objective of this research proposal is to investigate non-take-up of Belgian social assistance schemes and to make progress on three dimensions on which we lack evidence: 1) the size (how big is the problem?), 2) the causes (how can it be explained?) and 3) the solutions (what can be done?). To do so, I will build on the latest theoretical insights, collect and analyse new and existing administrative and survey data, and make use of both microsimulation techniques and field experiments. The results will allow us to a) generate new insights into the economic behaviour of households in general, and the non-take up of social benefits in particular; and b) inform policy makers on how to make existing policy measures more effective for reducing poverty.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Mandaathouder: Janssens Julie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mobile integrated social services increasing employment outcomes for people in need (MISSION)
Abstract
Het fenomeen van het niet-opnemen van sociale rechten, lokale diensten en uitkeringen/toelages waar mensen een recht op hebben, is een falen van onze welvaartstaat: we slagen er niet in iedereen op te nemen die recht op heeft een sociaal vangnet, zeker in het licht van de armoedecijfers die hoog blijven in Westerse samenlevingen. In dit project wordt een sociaalwerk interventie op het opnemen van rechten op het lokaal niveau getest door middel van een gerandomiseerd gecontrolleerd experiment in de stad Kortrijk. Bijkomend wordt onderzocht welke determinanten een verklaringen kunnen bieden voor het niet-opnemen van lokale diensten (met een focus op lokale diensten voor arbeidsvoorziening) en uitkeringen/toelages en wordt bestudeerd welke maatregelen dit fenomeen kunnen verhelpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Lancker Wim
- Co-promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SHARE - België, Golf 7 - jaar 2.
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ongelijkheid: kwantificering, bronnen en herverdeling.
Abstract
In dit onderzoeksproject staan drie onderzoeksvragen centraal. Ten eerste, de meting van ongelijkheid. Verder bouwend op mijn vroeger onderzoek naar multidimensionale ongelijkheidsmeting, bestudeer ik de meting van multidimensionale armoede en sociale mobiliteit over meerdere perioden. Ten tweede, ben ik geïnteresseerd in het onderzoeken van de oorzaken van ongelijkheid in België en de rest van de wereld. Het centrale idee is om counterfactual verdelingen te construeren die resulteren uit het veranderen van demografische of beleidsparameters. Een derde onderzoekslijn focust op de studie van optimale herverdelend beleid. In het bijzonder ben ik geïnteresseerd in de rol van de civiele maatschappij op de bereidheid tot betalen voor herverdeling en in het uitkristalliseren van de impliciete sociale preferenties in het huidig belastingsysteem.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Mandaathouder: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Preferentie-gevoelig multidimensionale ongelijkheidsmeting.
Abstract
In empirisch werk is het gebruikelijk om ongelijkheid te bestuderen door te kijken naar de inkomensverdeling. Deze benadering heeft als nadeel dat het blind blijft voor niet-inkomensverschillen tussen personen zoals hun gezondheid, tewerkstelling en onderwijsuitkomsten. Een multidimensionaal kader is noodzakelijk om deze verschillen in rekening te brengen. Echter, in een multidimensionaal kader is het mogelijk dat verschillende mensen verschillende voorkeuren hebben over hun multidimensionale uitkomsten. Het is een open theoretische vraag hoe een ongelijkheidsmaat kan opgebouwd worden die deze verschillen in voorkeuren in rekening brengt. Het huidige project onderzoekt daarom hoe de bestaande tool box van ongelijkheidsmaatstaven kan uitgebreid worden naar een multidimensionaal kader terwijl de voorkeuren van de betrokken personen gerespecteerd worden. Twee vragen zullen in detail bekeken worden. Ten eerste zal een klasse van preferentie-gevoelige ongelijkheidsmaatstaven met aantrekkelijke eigenschappen bestudeerd worden met een axiomatische methode. Om dat te doen moet een nieuw multidimensionaal transfer principe voorgesteld worden dat compatibel is met het Pareto principe. Ten tweede zullen we een survey instrument ontwikkelen gebaseerd op inzichten van de "stated preference" benadering. Dit instrument zal ons toelaten om voorkeuren van de betrokken personen te schatten over niet-inkomens dimensies. Door de twee antwoorden te combineren bekomen we een operationele preferentie-gevoelige multidimensionale ongelijkheidsmaatstaf die gebruikt kan worden om sociaal beleid te ontwikkelen en te evalueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De Vlaamse Welzijnsmeter: een pilootstudie
Abstract
Welzijnsvergelijkingen vormen een essentieel onderdeel van het ontwerp en de evaluatie van sociaal - en herverdelend beleid. Recente bijdragen in de literatuur argumenteren dat welzijn een multidimensionaal concept is, en dat inkomen niet noodzakelijk een goede benadering vormt. Om welzijn goed te meten hebben we daarom een rijker multidimensionaal instrumentarium nodig dat bijkomende informatie bevat over niet-monetaire dimensies zoals gezondheid, onderwijs, en arbeidsmarktstatus. De bestaande multidimensionale welzijnsmaten gebruiken meestal arbitraire gewichten om de verschillende dimensies samen te brengen in één getal. Helaas verwaarloost deze benadering de voorkeuren van de betrokkenen over het relatieve belang van de verschillende dimensies. Deze paternalistische benadering ligt daarom onder vuur in de academische literatuur. Om welzijn te meten op een niet-paternalistische wijze hebben we allereerst een instrumentarium nodig om de voorkeuren van de betrokken te achterhalen. Helaas bestaat er op dit moment geen flexibel en toepasbaar instrument dat voldoende fijnmazig is om op betrouwbare wijze deze voorkeuren te schatten. Het huidige project stelt daarom een nieuw online instrument voor, de welzijnsmeter, om deze lacune te dichten. Het centrale en meest innovatieve deel van de welzijnsmeter bevat een methode om voorkeuren te bevragen. Dit deel zal gebruik maken van een sequentie van bisectionele dichotome keuzes. Kort gesteld, presenteren we aan de respondent een sequentie van dichotome keuzes tussen levenssituaties. De antwoorden van de respondent geven ons dan informatie over (een smal interval rond) de indifferentiecurves zonder dat we parametrische veronderstellingen hoeven te maken. De projectfinanciering laat ons allereerst toe om een jobstudent aan te werven om de vragenlijst te implementeren in QUALTRICS (een geavanceerd web platform voor online vragenlijsten). Bovendien zal de financiering ons in staat stellen om een pilootstudie te implementeren op een steekproef van ongeveer 800 Vlaamse respondenten. De resultaten van dit onderzoek zijn belangrijk vanuit wetenschappelijk oogpunt omdat ze ons - als allereerste onderzoekers - zullen toelaten om niet-parametrische welzijnsvergelijkingen te maken. Bovendien kan de welzijnsmeter een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren door beleidsmakers te informeren over wat Vlamingen belangrijk vinden in hun leven. Hierdoor kunnen beleidsmakers hun prioriteiten voor een breed en multidimensionaal sociaal beleid beter stellen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kunnen we vertrouwen stellen in voorkeuren geschat met data over geluk? Ontwarren van de Gordiaanse knoop van geluk, voorkeuren en schaling.
Abstract
Moderne welvaartseconomie starts van de premisse dat de evaluatie van individueel welzijn de voorkeuren van de personen moet respecteren over wat een goed leven juist inhoudt. Het schatten van deze voorkeuren is een belangrijke uitdaging voor elke toegepaste welvaarts - en beleidsanalyse, in het bijzonder wanneer er niet-markt goederen betrokken zijn. Een nieuwe methode om voorkeuren te schatten is gebaseerd op geluksdata. Deze methode heeft duidelijk voordelen: ze is makkelijk om te implementeren en robust voor strategische antwoorden. Echter, het is mogelijk dat verschillende mensen de antwoordschalen verschillend interpreteren. Geluksscores kunnen daarom niet eenvoudig vergeleken worden. Het huidige project onderzoekt hoe destructief deze niet-vergelijkbaarheid juist is. In het project vergelijken we geluksscores over twee hypothetische situaties (vignettes) in twee online surveys.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE.
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SHARE - België, Golf 7 - jaar 1.
Abstract
Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pilootstudie "Welzijn en preferenties: een discreet keuze experiment"
Abstract
Het huidige projectvoorstel beoogt om een pilootstudie bij studenten in België, Bangladesh en Colombia op te zetten om door middel van een "discrete keuze experiment" informatie te verzamelen over de geprefereerde gewichten van de dimensies van het goede leven. Deze nieuwe methode laat toe om multidimensionale welzijnsmaten te ontwikkelen die rekening houden met de opinies van de respondenten en aldus niet paternalistisch zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het meten en mobiliseren van vermogen voor een samenhangende, inclusieve en eerlijke samenleving (CRESUS).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het meten van equivalente inkomens: de uitvoering van maatregelen voor individueel welzijn op basis van Belgische data (MEQIN) .
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wie zijn het slechtst af in een niet-paternalistische multidimensionele analyse van welzijn? Theorie, schatting en een toepassing op armoede bij Europese ouderen.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Herculesstichting. UA levert aan de Herculesstichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ongelijkheid: kwantificering, bronnen en herverdeling
Abstract
In dit onderzoeksproject staan drie onderzoeksvragen centraal. Ten eerste, de meting van ongelijkheid. Verder bouwend op mijn vroeger onderzoek naar multidimensionale ongelijkheidsmeting, bestudeer ik de meting van multidimensionale armoede en sociale mobiliteit over meerdere perioden. Ten tweede, ben ik geïnteresseerd in het onderzoeken van de oorzaken van ongelijkheid in België en de rest van de wereld. Het centrale idee is om counterfactual verdelingen te construeren die resulteren uit het veranderen van demografische of beleidsparameters. Een derde onderzoekslijn focust op de studie van optimale herverdelend beleid. In het bijzonder ben ik geïnteresseerd in de rol van de civiele maatschappij op de bereidheid tot betalen voor herverdeling en in het uitkristalliseren van de impliciete sociale preferenties in het huidig belastingsysteem.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Mandaathouder: Decancq Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject