Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoek behelst een analyse van de juridische kwesties die kunnen opduiken bij potentieel controversiële interventies op het gebied van gezondheidszorg en tot op zeker hoogte ook van verwantschap. De bestudeerde onderwerpen omvatten maar zijn niet beperkt tot: abortus; euthanasie en medisch geassisteerde zelfmoord; (levende) orgaandonatie en orgaanhandel; prenatale tests, medisch geassisteerde voortplanting en draagmoederschap; biobanking; experimenten op mensen; dwangmaatregelen. Mijn invalshoek is naast strikt juridisch ook ethisch en rechtsfilosofisch van aard.
Naar verantwoorde kiembladmodificatie: ontwikkeling van een regelgevend kader dat mensenrechten integreert.
Abstract
Dit onderzoek focust op het regelgevend kader voor kiembladmodificatie (GGE) in menselijke embryo's. GGE vertegenwoordigt een revolutionaire techniek in genetische manipulatie en heeft een enorm potentieel om erfelijke ziekten te voorkomen. Dit potentieel, de snelle vooruitgang van de techniek en de voortschrijdende inzichten m.b.t. mensenrechten, leidden er toe dat academici thans pleiten voor een verantwoord pad naar een effectieve regulering van GGE (in plaats van de huidige ban). Regelgeving is cruciaal gezien de impact van GGE op het individu, de samenleving en toekomstige generaties (GGE-modificaties zijn erfelijk). Tot nu toe bestaat er een leemte in de regelgeving en het doel is dan ook om een gedetailleerd voorstel te doen voor regelgeving die GGE mogelijk maakt en mensenrechten m.b.t. onderzoek, klinische proeven/ toepassingen integreert voor GGE met therapeutisch doel. Eerst wordt de stand van de wetenschap onderzocht. Dan worden de mensenrechtelijke vraagstukken onderzocht. Het huidige (inter)nationale regelgevende kader zal worden beschreven en regelgeving uit gelijkaardige materies met gevestigde regelgeving zal worden onderzocht. Dit resulteert in een gedetailleerd voorstel van regelgeving toegespitst op GGE waarin de rechten (recht op gezondheid, persoonlijke integriteit, wetenschap, privacy, menselijke waardigheid) van de betrokken partijen (embryo zero, ouders, toekomstige generaties, maatschappij) ingebakken zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Mandaathouder: Smets Jolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het belang van trans en intersekse minderjarigen bij genderbevestigende en geslachtsnormaliserende behandelingen: een rechtsvergelijkende en mensenrechtenanalyse.
Abstract
De interpretatie van wat in het 'belang van het kind' zou zijn in de context van medische interventies voor trans en intersekse minderjarigen lijkt onderhevig aan verandering als gevolg van nieuwe mensenrechtenoverwegingen. Dit heeft zich recent vertaald in een meer terughoudende benadering van genderbevestigende en, respectievelijk, geslachtsnormaliserende behandelingen voor minderjarigen totdat zij geïnformeerde toestemming kunnen geven. Voor trans minderjarigen vormt dit een beperking van hun status quo, terwijl het voor intersekse minderjarigen een verbetering lijkt te zijn. Mijn voorgestelde onderzoek zal de eerste diepgaande rechtsvergelijkende en mensenrechtenanalyse van dit onderwerp zijn, met de focus op het evoluerende principe van 'het belang van het kind'. Mijn onderzoek omvat een analyse van de regelgevende kaders in België, Nederland, Malta en Engeland en Wales, en een interviewstudie inzake het medische besluitvormingsproces in de Belgische klinische praktijk. Deze kaders en de klinische praktijk zullen vervolgens worden geëvalueerd op hun overeenstemming met de evoluties rond het principe van 'het belang van het kind' die plaatsvinden op het niveau van de mensenrechten. Door gemeenschappelijke principes te identificeren en (procedurele) aanbevelingen te formuleren, beoogt mijn onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van een meer geharmoniseerde benadering rond het 'belang van het kind' bij medische interventies voor trans en intersekse minderjarigen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Mandaathouder: Castermans Maxime
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zorgen voor morgen: werken aan een duurzame uitvaartzorg in een superdiverse samenleving.
Abstract
Een van de dingen die de Covid19-pandemie heeft getoond is het belang maar ook de kwetsbaarheid van de uitvaartsector. De sector is klein maar belangrijk aangezien ieder lid van de samenleving er ooit mee in aanraking komt. Des te opvallender was het relatieve gebrek aan media-aandacht of sociale steun voor de sector tijdens de pandemie. Deze observatie vormde de kiem voor een nader onderzoek naar problemen waarmee de sector worstelt, die verder reiken en langer teruggaan dan de Covid19-pandemie. Culturele veranderingen en verschuivingen in onze samenleving impliceren wijzigende, steeds diversere en individuelere uitvaartwensen. Verdere professionalisering van de uitvaartsector in Vlaanderen vraagt om een samenwerking van cultuursociologisch, juridisch, ethisch en ecologisch onderzoek. Dit interdisciplinair project dat tot stand kwam op vraag van en in samenwerking met de Vlaamse en Belgische uitvaartsector zal resulteren in wetenschappelijke vooruitgang op 4 gebieden: een meer volledig en meer coherent juridisch kader voor de omgang met dode lichamen (een herziening van de wet op de lijkbezorging), een analyse en voorstel tot tegemoetkoming van de begrafenisnoden in een superdiverse samenleving (met een bijzondere focus op de moslimgemeenschap als grootste minderheidsgroep in België), een ethische totaalreflectie vanuit de zorgethiek op de milieu-impact van onze begrafeniskeuzes, een analyse van de impact van het pandemie-beleid op de uitvaartsector en een protocol voor uitvaart tijdens/na catastrofes. De maatschappelijke finaliteit van het project bestaat in het onderzoeken en initiëren van professionaliseringsmogelijkheden (zoals een ethische commissie voor de uitvaartsector, academische modules voor de opleiding tot begrafenisondernemer) alsook initiatieven om het sociale debat rond begrafeniskeuzes te faciliteren (met o.a. een artikel op VRT NWS en Radio 1 over wijzigende tendenzen en noden in de uitvaartsector, en een podcast over de ethiek van de uitvaart).Onderzoeker(s)
- Promotor: Schaubroeck Katrien
- Co-promotor: Bellinkx Vincent
- Co-promotor: Hens Kristien
- Co-promotor: Kostet Imane
- Co-promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Co-promotor: Verschraegen Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstellen van een witboek over rechtvaardige toegang tot innovatieve behandelingen en technologieën in de gezondheidszorg.
Abstract
Na de goedkeuring van aanbeveling CM/Rec(2023)1 aan de lidstaten over rechtvaardige toegang tot geneesmiddelen en medische apparatuur in een situatie van tekort, en als vervolg op de discussienota van CDBIO (doc CDBIO (2023)25) om uitstaande ethische kwesties te beoordelen die relevant zijn voor innovatieve behandelingen en technologieën die nog niet worden gedekt door de aanbeveling, zal een witboek over rechtvaardige toegang tot innovatieve behandelingen en technologieën in de gezondheidszorg worden opgesteld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Happy@Home: Telemonitoring in de transmurale zorg.
Abstract
De toenemende vergrijzing, het nijpende (zorg)personeelstekort, de administratieve belasting en de hoge ziektekosten beklemtonen de hoge nood aan een andere organisatie van de zorg. Door het organiseren van zorg op afstand op basis van continue telemonitoring in de plaats van momentopnames kan men in dialoog met patiënten en zorgverleners toewerken naar een meer betaalbare, holistische en patiënt-gecentreerde zorg. Ondanks het potentieel van telemonitoring raakt het bestaande aanbod aan oplossingen slechts moeizaam en beperkt geïmplementeerd. Verschillende barrières liggen hieraan ten grondslag, zoals wetgeving, problemen met terugbetaling, nomenclatuur, kostprijs, alsook gebrek aan kennis en ervaring bij zorgverleners. Er is daarom nood aan synergie en afstemming tussen bedrijven binnen de digitale gezondheidstechnologie en de gezondheidszorg. Dit TETRA-project heeft als doel om technologiebedrijven en zorgorganisaties te ondersteunen bij de implementatie van telemonitoring in de transmurale zorg. De doelgroep van het project bestaat uit ontwikkelaars van digitale gezondheidstechnologie (IoT-integratoren, applicatieontwikkelaars, data science consultants…), zorginstellingen uit 1e, 2e, 3e en 4e lijn (o.a. thuisverpleging en ziekenhuizen) en netwerkpartners.Onderzoeker(s)
- Promotor: van Zimmeren Esther
- Co-promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbeteren van medische besluitvorming in een superdiverse samenleving: uitdagingen en juridische mogelijkheden.
Abstract
De Europese samenleving wordt steeds diverser door migratie. Personen met een migratieachtergrond, vooral die uit niet-westerse landen, kunnen grote problemen ondervinden bij het zoeken naar medische zorg. Enkele van de belangrijkste uitdagingen doen zich voor bij medische besluitvorming, waar culturele voorkeuren voor nauwe familiebetrokkenheid moeilijk te rijmen vallen met het westerse model van geneeskunde, zoals vastgelegd in gezondheidsrecht en medische deontologie. Dit is het eerste omvattende onderzoeksproject over medische besluitvorming bij patiënten met een migratieachtergrond in de Europese context. Het brengt de modernste expertise op het gebied van gezondheidswetenschappen, medische sociologie en gezondheidsrecht samen en hanteert een transversaal onderzoeksdesign en een sociaal-juridische onderzoeksmethodologie op maat. Op deze wijze zullen we cruciaal inzicht verwerven in de voorkeuren van patiënten met een migratieachtergrond en in strategieën en instrumenten die wettelijk aanvaardbaar kunnen zijn om medische besluitvorming op een diversiteitssensitieve manier te verbeteren. De doelstellingen van het voorgestelde onderzoek zijn drieledig, elk corresponderend met een grote kenniskloof en daarom baanbrekend. Het eerste doel is het onderzoeken van de voorkeuren en uitdagingen van populaties met een migratieachtergrond met betrekking tot medische besluitvorming, met bijzondere aandacht voor de rol van familieleden, en de variaties tussen en binnen deze groepen. Het tweede doel is het onderzoeken van de praktische strategieën en hulpmiddelen die huisartsen hebben ontwikkeld om antwoord te bieden op deze voorkeuren en uitdagingen. Het derde doel is het analyseren van de ruimte die het Belgische gezondheidsrecht laat om in te spelen op deze voorkeuren en nagaan of dit kader geherinterpreteerd of aangepast moet worden in het licht van het "mensenrecht op cultureel aangepaste gezondheidszorg". Overkoepelend wil dit onderzoeksproject diversiteitssensitieve, patiëntgerichte zorg voor patiënten met een migratieachtergrond verbeteren door de identificatie van strategieën en instrumenten die wettelijk aanvaardbaar tegemoetkomen aan hun voorkeuren. Deze vertalen we in beleids- en juridische aanbevelingen, evenals in een educatieve module voor artsen en voorlichtingsmateriaal voor patiënten, families en gezondheidswerkers. Het project maakt gebruik van een mixed-methods design met desk-research, kwantitatieve (factoriële enquête met hypothetische vignetten) en kwalitatieve onderzoeksmethodologieën (focusgroepen, diepte-interviews en nominale groepsmethode). Het onderzoeksteam zal de resultaten gezamenlijk bekijken vanuit de drie perspectieven, met behulp van multiperspectieve kwalitatieve methoden. Door bij te dragen aan diversiteitssensitieve, patiëntgerichte zorg voor personen met een migratieachtergrond, sluit ons onderzoeksproject nauw aan bij de missie en visie van de UAntwerpen over het bevorderen van diversiteit en gelijke kansen. Het ondersteunen van een inclusieve samenleving door het verminderen van ongelijkheden en sociale uitsluiting is ook een prioritair actiepunt voor de Europese Commissie, de Raad van Europa, de VN en de WGO. Hun beleidsinstrumenten benadrukken dat de ongelijkheden in toegang tot gezondheidszorg toenemen en vooral kwetsbare groepen treffen, waaronder patiënten met een migratieachtergrond. Ze pleiten dan ook voor maatregelen om iedereen een bevredigende mate van zorg te garanderen. Door bij te dragen aan dit doel, richt ons onderzoeksproject zich op centrale beleids- en onderzoeksprioriteiten. Het project zal daarom naar verwachting leiden tot grote kansen om Europese en andere internationale financiering te verkrijgen en de basis vormen voor internationale samenwerkingen, rekening houdend met vergelijkbare uitdagingen in andere Europese landen. Op die manier zal het project ook de internationale zichtbaarheid van de UAntwerpen aanzienlijk verhogen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: van Olmen Josefien
- Co-promotor: Van Royen Paul
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Multiculturalisme in de gezondheidszorg: rechten en plichten van gezondheidszorgberoepsbeoefenaars en patiënten wanneer ze uitdrukking wensen te geven aan hun religieuze en culturele voorkeuren in de context van de gezondheidszorg.
Abstract
Als gevolg van de toenemende impact van multiculturalisme in de gezondheidszorg ontstaan er uitdagingen die de patiënt-artsrelatie dreigen uit te hollen. Mijn onderzoek zal als eerste systematisch de rechten en plichten van zorgverleners en patiënten analyseren wanneer zij hun religieuze of culturele voorkeuren in de gezondheidszorg willen manifesteren. De nadruk zal liggen op het tonen of dragen van religieuze of culturele symbolen en kleding door zorgverleners, en op religieus of cultureel geïnspireerde verzoeken van patiënten om te worden behandeld door een zorgverlener van hetzelfde geslacht/gender, ras/ethniciteit of religie. Het eerste doel is om, binnen het supranationale wettelijke kader en de wettelijke kaders van België, Frankrijk, Nederland en het VK, te onderzoeken hoe het tonen of dragen van religieuze of culturele symbolen en kleding door zorgverleners in de gezondheidszorg wordt gereguleerd. Het tweede doel is om, binnen het supranationale wettelijke kader en de wettelijke kaders van de vier onderzochte landen, een mogelijk recht op geslachts/gender-, ras/ethniciteits- of religieconforme zorg te onderzoeken, en welke rechtsmiddelen beschikbaar zijn voor zorgverleners die zich hierdoor gediscrimineerd voelen. Door de bevindingen van beide onderzoeksdoelen te integreren, stelt het project ons ook in staat om de grenzen te bepalen van mogelijke discriminatie van zorgverleners in West-Europa wanneer ze werken in een multiculturele gezondheidszorgsetting.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Van de Velde Sarah
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Mandaathouder: El Yattouti Naoual
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De implicaties van neuro-technologische ontwikkelingen voor de bescherming van de menselijke geest. Is er nood aan een vernieuwd mensenrechtenkader?
Abstract
Hoewel neurotechnologieën nog in de kinderschoenen staan, wordt verwacht dat ze snel en steeds meer ingang zullen vinden, resulterend in een steeds breder scala aan toepassingen en een ongekende intrusie in de menselijke geest. Grotendeels nieuwe risico's die verband houden met het monitoren, manipuleren en zelfs beheersen van de geest, zullen aanzienlijke uitdagingen voor ons mensenrechtenkader opleveren. Momenteel is het debat over deze kwestie erg gefragmenteerd en wordt het gedomineerd door niet-juridische perspectieven. Mijn onderzoek zal het eerste zijn dat een uitgebreide juridische analyse uitvoert, gericht op het beantwoorden van de vraag of het huidige mensenrechtenkader adequaat kan reageren op de uitdagingen van neurotechnologische ontwikkelingen, dan wel dat dit mensenrechtenkader aangepast moet worden. De overkoepelende doelen zijn: (1) het onderzoeken van de implicaties van neurotechnologische ontwikkelingen voor de menselijke geest; (2) te bepalen of, en zo ja, hoe deze implicaties worden aangepakt door het mensenrechtenkader; (3) op basis daarvan de toereikendheid van het bestaande mensenrechtenkader te beoordelen; en (4) te onderzoeken of het nodig is om bestaande mensenrechten te verduidelijken of, als alternatief, deze aan te vullen met neurospecifieke mensenrechten om de mensenrechtenrespons te verbeteren en future proof te maken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Vansweevelt Thierry
- Mandaathouder: Istace Timo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verwantschapsstudies en gezondheidsrecht.
Abstract
Mijn onderzoek behelst een analyse van de juridische kwesties die kunnen opduiken bij potentieel controversiële interventies op het gebied van gezondheidszorg. De bestudeerde onderwerpen omvatten maar zijn niet beperkt tot: abortus; euthanasie en medisch geassisteerde zelfdoding; orgaandonatie bij leven en na overlijden; orgaanhandel; embryo-onderzoek; prenatale tests, medisch geassisteerde voortplanting en draagmoederschap; biobanking; experimenten op mensen; dwangmaatregelen; intersex; AI in de gezondheidszorg; multiculturaliteit in de gezondheidszorg. Mijn invalshoek is naast strikt juridisch ook ethisch en rechtsfilosofisch van aard.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Mandaathouder: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
"Mannelijkheid als eigendom": Naar een nieuwe juridische theorie over de relatie tussen gender-gebaseerde vormen van privilege en het recht.
Abstract
Steunend op Critical Race Theory en Feminist Legal Theory vertrekt dit project vanuit de premisse dat mannelijkheid nog steeds een bevoorrechte positie bekleedt die ondersteund wordt door het recht. Hoewel gendergelijkheid formeel bereikt is door toedoen van anti-discriminatiewetgeving blijft het recht genderongelijkheden legitimeren. De ontwikkeling van een nieuwe juridische theorie die het anti-discriminatiekader achterwege laat is cruciaal om aan te geven en te verklaren waar mannelijk privilege door het recht wordt bekrachtigd. Geïnspireerd op Harris' baanbrekend werk "Whiteness as Property", dat witheid conceptualiseert als een vorm van eigendom die gewaarborgd wordt door het recht, gaat mijn project na of en hoe haar theorie over rasgebonden onderdrukking gebruikt kan worden om een juridische theorie te ontwikkeling die beter in staat is om gendergebonden onderdrukking te verklaren, door mannelijkheid als een vorm van eigendom te beschouwen. Net zoals eigenaars exclusieve rechten hebben over hun eigendom, kan men stellen dat de privileges die gepaard gaan met cis-gender heteroseksuele witte mannelijkheid mettertijd wettelijke voordelen geworden zijn. Na de invoering van formele gelijkheid beschermt de wet deze vorm van eigendom nog steeds door het status quo te garanderen die de facto mannen tot voordeel strekt. EU-recht en recht van de Raad van Europa over gendergelijkheid zal onderzocht worden om deze hypothese te testen en de juridische theorie verder uit te werken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Mandaathouder: Decoster Ariël
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het opstellen van twee werkdocumenten over het vraagstuk van neurotechnologie en mensenrechten.
Abstract
Dit project omvat het opstellen van (1) een werkdocument dat evalueert en analyseert of, en zo ja, in welke mate de huidige mensenrechtenarchitectuur toereikend is om individuen en groepen te beschermen tegen opkomende neurotechnologieën. Er zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan hoe rechtspraak en bestaande regelgeving uitgebreid of ontwikkeld kunnen worden om een dergelijke bescherming te bieden, en (2) een werkdocument dat specifieke toepassingen van neurotechnologie bespreekt en analyseert in hoeverre de bestaande mensenrechtenarchitectuur adequate bescherming biedt. Er zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan het identificeren van lacunes in het beschermingskader die moeten worden aangepakt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Francqui Leerstoel 2022-2023 Prof.Britta van Beers.
Abstract
Professor Britta van Beers is houder van de 2022-2023 Francqui Leerstoel, toegekend aan de faculteit Rechten van de UAntwerpen (Belgische Francqui Leerstoel met buitenlandse houder). Zij is hoogleraar rechtsfilosofie aan de afdeling rechtstheorie en rechtsgeschiedenis van de Vrije Universiteit Amsterdam. In haar onderzoek verkent zij de juridische en rechtsfilosofische betekenis van het begrip persoonlijkheid en de symbolische dimensies en functies van het recht bij het reguleren en beheren van nieuwe biomedische technologieën. De Francqui-leerstoel bestaat uit een inaugurale les en een reeks van 5 lezingen die in het tweede semester van het academisch jaar 2022-2023 worden georganiseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Discussienota over gelijke toegang tot innovatieve behandelingen en technologieën in de gezondheidszorg
Abstract
Voorbereiding van een discussienota over gelijke toegang tot innovatieve behandelingen en technologieën in de gezondheidszorg, voor de Steering Committee for Human Rights in the fields of Biomedicine and Health (CDBIO) van de Raad van Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het in kaart brengen van instrumenten, kaders en perspectieven op ouderenmis(be)handeling.
Abstract
Dit project heeft tot doel een eerste mapping uit te voeren van de instrumenten, kaders en perspectieven die relevant zijn bij het voorkomen, opsporen en aanpakken van ouderenmis(be)handeling in België. De resultaten van dit onderzoek zullen de basis vormen voor toekomstig onderzoek gericht op het opstellen en implementeren van een interprofessioneel protocol dat adequaat kan reageren op ouderenmis(be)handeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Co-promotor: Barbaix Renate
- Co-promotor: Bastiaens Hilde
- Co-promotor: Peremans Lieve
- Co-promotor: Swennen Frederik
- Co-promotor: Van Royen Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Consultancy over billijke toegang tot behandelingen en apparatuur in de context van schaarse middelen
Abstract
Redactie van een projectoverzicht over billijkheid in toegang tot behandeling en apparatuur in de context van schaarse middelen, in het licht van de opmerkingen ontvangen van het Committee on Bioethics van de Raad van Europa (DH-BIO). Opstellen van een conceptinstrument (richtlijn, aanbeveling) over billijkheid in toegang tot behandeling en apparatuur in de context van schaarse middelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Consultancy voor een mogelijk juridisch instrument inzake billijke toegang tot vaccins in de context van een crisis van de publieke gezondheidszorg.
Abstract
De lidstaten van de Raad van Europa worden momenteel geconfronteerd met een ernstige crisis van de volksgezondheid als gevolg van de COVID-19-pandemie. Deze gezondheidscrisis heeft een verwoestend effect op individuen, gezinnen en gemeenschappen. Het brengt ook grote ethische uitdagingen met zich mee en dwingt regeringen en bevoegde autoriteiten om moeilijke beslissingen te nemen in de context van onzekerheid en schaarse middelen. Dit project omvat consultancy bij de ontwikkeling van een mogelijk juridisch instrument dat personen, in de context van een pandemie, toegang tot vaccins garandeert in overeenstemming met ethische principes en respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in instrumenten van de Raad van Europa. Deze omvatten het recht op leven en de bescherming tegen onmenselijke behandeling (artikels 2 en 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens), het recht op bescherming van de gezondheid (artikel 11 van het Europees Sociaal Handvest) en het beginsel van billijke toegang tot gezondheidszorg (artikel 3 van het Verdrag van Oviedo).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Advies over een strategisch actieplan inzake mensenrechten en biogeneeskunde met betrekking tot mensenrechten en technologieën in de biogeneeskunde voor de periode 2020-2025.
Abstract
Consultancy, in coördinatie met het secretariaat van het Comité voor Bio-Ethiek van de Raad van Europa en de voorzitter van de ontwerpgroep voor het strategisch actieplan, met als doel het uitvoeren van een redactionele evaluatie van het strategisch actieplan inzake mensenrechten en nieuwe technologieën met het oog op de presentatie ervan op de 16de plenaire vergadering van het Comité voor Bio-Ethiek (19-21 november 2019).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Handboek voor parlementairen over het Verdrag van de Raad van Europa tegen de handel in menselijke organen.
Abstract
Opstellen van een "Handbook for parliamentarians on the Council of Europe Convention against Trafficking in Human Organs" om de verschillende bepalingen van het Verdrag en zijn toegevoegde waarde uit te leggen aan parlementairen en parlementaire medewerkers, en hen enkele voorbeelden te geven van goede nationale wetgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Grensoverschrijdende toegang tot levenseinde-diensten in Europa: een juridische analyse.
Abstract
Grensoverschrijdende toegang tot levenseinde-diensten wint snel aan belang in Europa en, zeer onlangs is België daarbij één van de belangrijkste landen van bestemming geworden. Het voorgestelde onderzoeksproject is het eerste dat systematisch de juridische uitdagingen zal analyseren die ontstaan wanneer Europese burgers toegang willen tot levenseinde-diensten in een ander Europees land. De focus zal liggen op toerisme voor geassisteerde zelfdoding; euthanasietoerisme; import van zelfmoordpillen en -materialen; en de grensoverschrijdende erkenning van voorafgaande wilsbeschikkingen. Het eerste doel van het onderzoeksproject is het onderzoeken van de juridische maatregelen die landen hebben genomen of kunnen overwegen om te verhinderen dat hun burgers toegang zouden krijgen tot levenseinde-diensten in het buitenland die verboden zijn op hun eigen grondgebied en, vice versa, het onderzoeken van de juridische maatregelen die landen van bestemming hebben genomen of kunnen overwegen om buitenlanders te verhinderen om gebruik te maken van bepaalde levenseinde-diensten op hun grondgebied. Het onderzoek zal zich beperken tot Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als landen van oorsprong, en tot België, Nederland en Zwitserland als landen van bestemming. Het tweede en tevens het hoofddoel van het onderzoeksproject is het onderzoeken van de juridische aanvaardbaarheid van de beperkingen die zo zullen zijn geïdentificeerd, in het licht van het recht van de Europese Unie, mensenrechten, en internationaal privaatrecht. Op deze wijze zullen we bepalen welke beperkingen van grensoverschrijdende toegang tot levenseinde-diensten in Europa rechtmatig worden of kunnen worden opgelegd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Extern consulent bij de opstelling van het strategisch actieplan van het Committee on Bioethics van de Raad van Europa.
Abstract
Extern consulent bij de opstelling van het strategisch actieplan voor de periode 2020-2025 van het Committee on Bioethics van de Raad van Europa, om de uitdagingen voor mensenrechten het hoofd te bieden, veroorzaakt door ontwikkelingen op het terrein van de biogeneeskunde.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expertrapport over orgaantransplantietoerisme
Abstract
Ondersteuning van rapporteur Ms Stella Kyriakides, Committee on Social Affairs, Health and Sustainable Development, Parlementaire Vergadering, Raad van Europa, bij de voorbereiding van haar rapport over "Orgaantransplantatietoerisme" door een exportmemorandum voor te bereiden over het onderwerp van orgaantransplantatietoerisme (vooral focussend op de huidige stand van zaken in Europa en wereldwijd, inclusief de kwesties terzake, de uitdagingen en de beleidsreacties die betrekking hebben op het onderwerp). Voorbereiding van een exportmemorandum over orgaantransplantatietoerisme voor rapporteur Ms Stella Kyriakides, Committee on Social Affairs, Health and Sustainable Development, Parlementaire Vergadering, Raad van Europa, oktober 2018. Presentatie van het expertmemorandum aan het Committee on Social Affairs, Health and Sustainable Development, Raad van Europa, 4 december 2018, Parijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Late abortussen: Een vergelijkend onderzoek van regelgeving en juridische knelpunten.
Abstract
Abortus van een levensvatbare foetus (hierna: late abortus) is zeer omstreden en een bron van toenemende bezorgdheid. Hoewel late abortussen fundamentele juridische vragen opwerpen, maken ze vooralsnog niet het voorwerp uit van systematisch juridisch onderzoek. Om deze ernstige lacune op te vullen zal het voorgestelde onderzoek als eerste systematisch en rechtsvergelijkend de uitdagingen analyseren die late abortussen vormen voor het medisch recht en de mensenrechten. Een dergelijke analyse is van uitzonderlijk belang omdat ze de limieten verduidelijkt van (de toepassing van) essentiële principes van het medisch recht en de mensenrechten. De nadruk zal liggen op de juridische spanning die kan bestaan tussen de wettelijke erkenning van de belangen van de levensvatbare foetus en het recht op zelfbeschikking van de zwangere vrouw, wat een belangrijke impact kan hebben op de zorgplicht van de arts. Deze analyse zal helpen bepalen of we getuige zijn van het ontstaan van een nieuwe juridische doctrine, die focust op de "belangen van de levensvatbare foetus", parallellen vertoont met de standaard van "de belangen van het kind" en, in het kader van late abortussen, bepaalde medische ingrepen voorschrijft of verbiedt. Meer in het algemeen zal het een nieuw licht werpen op het unieke en zeer fascinerende juridische concept van "progressieve rechtsbescherming", waarbij de juridische bescherming van een foetus geleidelijk toeneemt naarmate deze groeit, levensvatbaar wordt en geboren wordt. De urgentie en actualiteit van het project wordt verder aangetoond door het feit dat, binnen de Belgische context, de juridische status van late abortussen zelfs nog niet vaststaat, er belangrijke juridische ontwikkelingen op komst zijn en er en totaal gebrek is aan empirische gegevens over het onderwerp. Daarom zal het project specifiek aandacht schenken aan juridische kwesties die naar Belgisch recht nog niet (volledig) opgehelderd zijn en aan de verdiensten en implicaties van positiebepalingen en juridische initiatieven die recent werden geformuleerd. Het project zal resulteren in aanbevelingen om de abortuswetgeving te verbeteren. Van uitzonderlijk belang is dat we, om een empirische basis te verschaffen voor deze aanbevelingen, voor het eerst en in nauwe samenwerking met andere onderzoekers die zeer recent toegang gekregen hebben tot twee unieke en relevante data sets, empirische gegevens over de praktijk van late abortussen in Vlaanderen zullen analyseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Mandaathouder: De Meyer Fien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bio-ethiek: bescherming van de mensenrechten in de biogeneeskunde.
Abstract
Coördinatie van de werkzaamheden van de deskundigengroep voor het onderzoek van de wet van de Republiek Wit-Rusland nr. 28-З Over transplantatie van menselijke organen en weefsels van 4 maart 1997 (zoals gewijzigd in 2007, 2012 en 2015, evenals ontwerp-amendementen van 2018), vis-à-vis de naleving van de standaarden vastgelegd in de referentiedocumenten over transplantatie van de Raad van Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bio-ethiek: bescherming van de mensenrechten in de biogeneeskunde.
Abstract
Consultancy dienstverlening met betrekking tot het onderzoek van de wet van de Republiek Wit-Rusland nr. 28-З Over transplantatie van menselijke organen en weefsels van 4 maart 1997 (zoals gewijzigd in 2007, 2012 en 2015, evenals ontwerp-amendementen van 2018), vis-à-vis de naleving van de standaarden vastgelegd in de referentiedocumenten over transplantatie van de Raad van Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Orgaanhandel en mensenhandel met het oog op orgaanwegname: Een beschrijvende en kritische analyse van internationale juridische kaders en hun implementatie.
Abstract
Orgaanhandel – dit omvat meer bepaald het gebruik van financiële compensatie of andere illegale middelen om een orgaan te verkrijgen – is een fenomeen dat nationale regeringen, juridische experten en artsen zeer ernstige zorgen baart, omwille van de exploitatie die ermee gepaard gaat en zijn nadelige effecten op de integriteit van het transplantatiesysteem. De strijd tegen orgaanhandel is pas zeer recent een prioriteit geworden voor intergouvernementele mensenrechten-, veiligheids- en rechtshandhavingsorganisaties, zoals de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Europese Unie, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en Interpol. Als gevolg hiervan zijn verschillende internationale juridische instrumenten tot stand gekomen die commerciële transacties, dwang en fraude verbieden in het kader van orgaandonatie. In een parallelle juridische ontwikkeling is het verwijderen van organen ook opgenomen in de internationale juridische instrumenten die werden ontwikkeld in de strijd tegen mensenhandel. In navolging van deze bindende strafrechtelijke instrumenten inzake mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen en ter remediëring van hun tekortkomingen heeft de Raad van Europe recent een Verdrag tegen de Handel in Menselijke Organen aangenomen, waardoor een parallel strafrechtelijk regime tot stand kwam. Omwille van het zeer recente karakter van de strafrechtelijke regimes ontwikkeld met betrekking tot orgaanhandel en mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen, is er zeer grote belangstelling in (1) een duidelijke afbakening tussen beide types misdaad en (2) de wijze waarop de relevante juridisch bepalingen op dit moment geïmplementeerd worden en best geïmplementeerd zouden worden in de nationale wetgeving. Als gevolg van de heterogene oorsprong van beide juridische regimes bestaat er daarenboven aanzienlijke onduidelijkheid over een aantal cruciale juridische kwesties. Het voorgestelde onderzoek zal een grondige juridische analyse inhouden van de precieze reikwijdte en afbakening van de parallelle internationale wettelijke kaders die werden ontwikkeld rond orgaanhandel en mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen. Hierbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan het belang van het onlangs door de Raad van Europa aangenomen Verdrag tegen de Handel in Menselijke Organen, dat door België en enkele andere lidstaten van de Raad van Europa ondertekend werd op de ondertekeningsceremonie op 25 maart 2015. Vervolgens zal de normatieve geldigheid worden onderzocht van belangrijke beleidsopties in de implementatie van beide wettelijke regelingen. Dit zal een evaluatie behelsen van (1) de (on)wenselijkheid van de strafbaarstelling van donoren en/of ontvangers en (2) de omvang van de meldingsplicht vanwege artsen die geconfronteerd worden met orgaanhandel en mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen. Vervolgens zal een rechtsvergelijkende analyse worden uitgevoerd van relevante wetsbepalingen die nu in voege zijn in (a) België en de buurlanden, (b) Europese landen die betrokken zijn geraakt bij orgaanhandel en mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen (zoals Moldavië, Spanje en Turkije) en (c) niet-Europese landen die recent relevante wetsbepalingen hebben aangenomen (zoals de Verenigde Staten, Israel en Pakistan). Meer in het bijzonder zal dit een onderzoek inhouden van (1) de strafrechtelijke bepalingen inzake mensenhandel met het oog op het verwijderen van organen, (2) de strafrechtelijke bepalingen inzake orgaanhandel en (3) de beschermings- en preventieve maatregelen die momenteel in de nationale transplantatieregulering van toepassing zijn. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek zullen ten slotte tekortkomingen en best practice voorbeelden worden geïdentificeerd en beleidsregels worden ontwikkeld voor de bevoegde nationale en internationale instanties over de wijze waarop de relevante bepalingen best kunnen worden geïmplementeerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Mandaathouder: Gawronska Sylwia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verwantschapsstudies en gezondheidsrecht.
Abstract
Mijn onderzoek spitst zich toe op de domeinen van orgaanhandel, draagmoederschap en experimentele geassisteerde voortplantingstechnologieën. Wat orgaanhandel betreft zal ik een juridische analyse maken van de evolutie en draagwijdte van het concept orgaanhandel en zal ik dit concept vergelijken met het concept van mensenhandel voor orgaanwegname. Dit zal worden gevolgd door een vergelijkende juridische analyse van nationale transplantatiereguleringen en strafrechtelijke bepalingen die nuttig zijn om deze types van misdaden tegen te gaan. Bovendien zal ik ook onderzoek doen naar de juridische en ethische analyse van belangrijke beleidsopties in de strijd tegen orgaanhandel. Met betrekking tot draagmoederschap zal ik onderzoek doen naar (de evolutie van) de regulering van draagmoederschap op supranationaal vlak en in België en een aantal andere landen. Speciale aandacht zal hierbij besteed worden aan het (vermeend) recht tot voortplanting, aan juridische problemen met betrekking tot de nationaliteit en afstamming van kinderen geboren als gevolg van internationale draagmoederschapsregelingen en aan de uitdagingen van commercieel draagmoederschap. Het laatste onderwerp focust zich op de juridische implicaties van experimentele geassisteerde voortplantingstechnologieën, met bijzondere aandacht voor baarmoedertransplantatie, mitochondrial replacement technology en artificiële gameten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Assche Kristof
- Mandaathouder: Van Assche Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject