Onderzoeksgroep

Expertise

Please refer to the English text.

Hyperwithin: een verlegen dramaturgie in schaduwtijden. 01/12/2023 - 30/11/2027

Abstract

Het Antropoceen, gedefiniëerd door de diepgaande impact van de mensheid op het milieu, stelt onze rol als schepper en waarnemer van onze wereld op de proef, schommelend tussen overmoed en nederigheid. Desondanks probeert de menselijke stem zich meer dan ooit te laten gelden in een tijdperk dat dwingt tot een meer evenwichtige en geïntegreerde aanwezigheid van de mens in zijn omgeving. Dit onderzoeksproject verkent een nieuw perspectief binnen het Antropoceen, waarbij de zoektocht naar zichtbaarheid wordt gezien als een factor die bijdraagt aan ecologische verwoesting. Door parallellen te trekken tussen de opkomst van de industrialisatie en de opkomst van de cultuur van het "Self" te midden van de visuele, spectaculaire cultuur sinds het einde van de 18e eeuw, stelt dit onderzoek dat een kritiek op zichtbaarheid intrinsiek een kritiek op het "Self" is. Met dit onderzoek wil ik naar de mens als individu kijken en begrijpen wanneer, waarom en hoe de mens besloot om het "Self" boven alles te plaatsen. Waarom moeten we onszelf overal en in alles zien? Moet men herkend worden om te zijn? Moeten dingen constant aanwezig zijn om te bestaan? Kun je nog steeds bestaan als je ervoor kiest om niet te verschijnen? Om deze vragen te onderzoeken, is in dit onderzoek gekozen voor een veelzijdige benadering, waarbij theoretisch onderzoek wordt gecombineerd met artistieke praktijk. Centraal in dit onderzoek staat het concept 'verlegenheid' als een alternatieve denkwijze. 'Verlegenheid', niet alleen gezien als een persoonlijke eigenschap maar ook als iets dat moet worden uitgevoerd, een ethisch kader in de kunstwereld en een ontwrichtend theoretisch concept, nodigt ons uit om menselijk gedrag en nederigheid te heroverwegen in het licht van het Antropoceen. Deze benadering introduceert ecologische overwegingen in het discours over representatie en de uitvoerende kunsten en daagt traditionele paradigma's uit. Als 'verlegen' een verschuiving suggereert naar meer nederigheid en een bescheidener benadering van menselijk gedrag, zou het dan mogelijk een meer milieubewuste benadering kunnen bieden? Aangezien het bijna onmogelijk is het Antropoceen te representeren, zou een 'verlegen' en postvisuele voorstelling als een levensvatbaar perspectief kunnen dienen?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De Stemmen van Materialen: Onderzoeken hoe de mens omgaat met de natuur van materiële eindigheid. 01/12/2023 - 30/11/2027

Abstract

Hoe kunnen sieraden fungeren als een performatief medium dat verhalen vertelt over materiële schaarste op planetaire en lokale schaal? Deze onderzoeksvraag kwam voort uit mijn tien jaar durende ontwerppraktijk, die zich bezighoudt met de herkomst en waardering van materialen en mijn rol als juweelontwerper binnen het hedendaagse discours rond klimaat. Net zoals de 'Blue Marble' foto (tijdens de Apollo 17 missie in 1972) een nieuwe kijk op de aarde gaf, kunnen sieraden, met hun kleine schaal in deze wereld, nieuwe, zorgzame manieren creëren om ons te verhouden tot planetaire processen of hyperobjecten waar we deel van uitmaken, maar die door hun complexiteit nog steeds moeilijk te bevatten zijn. Het onderwerp van dit onderzoek is materiële schaarste, de planetaire eindigheid van materialen. Vanuit een eco-kritische benadering stel ik een 'spatio-temporal' onderzoek voor dat verder gaat dan de menselijke tijdschaal naar materialiteit, die verborgen blijft in onze mensgerichte wereld. Vanuit de theoretische context van het Antropoceen en de culturele ecologie rond extractie, zal ik de 'agency' (vertegenwoordiging) en stem van grondstof onderzoeken. Om een materiële stem te horen, moet je eerst leren luisteren. Met de methodologie van het 'probing' wil ik leren wat materialen hebben meegemaakt en hoe ze vervolgens zijn getransformeerd binnen hun economische en ecologische context. De stemmen die naar voren komen worden in publieke conversaties gebracht in de tactiele en visuele taal van sieraden. Actief luisteren naar drie materialen - zand, steenkool en water - vormt de basis voor drie casestudies over de ecologische en historische relaties tussen materialen en mensen, en een reeks resultaten - objecten, openbare gesprekken en opnames - die bijdragen aan een breder discours over de verstrengeling van mensen, grondstof en ecosystemen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Meer-dan-menselijke Japanse dramaturgieën en hun performatieve uitwerking. 01/09/2023 - 31/08/2027

Abstract

Sinds de oudheid wordt theater beschouwd als een kunstvorm waarin de mens centraal staat, vooral in westerse culturen. Dit antropocentrische denken en handelen is de laatste jaren echter uitgedaagd door meer-dan-menselijke perspectieven die meer handelingsvermogen toeschrijven aan natuur, dieren en dode geesten. Dit onderzoek neemt een kritische houding aan tegenover de fundamentele premissen van de huidige meer-dan-menselijke tendens in de filosofie, omdat het vooral een resultaat is van één beweging in de westerse wetenschap en haar performatieve uitwerkingen. Het doet dit door zich te baseren op Japanse filosofie en Japanse traditionele theatervormen (met name nō en bunraku), die bij uitstek van meet af aan meer-dan-menselijk zijn. Dit onderzoeksproject bevindt zich op het kruispunt van traditioneel Japans theater, meer-dan-menselijke dramaturgie, Japanse filosofie en kritische analyses van Japanse en/of door Japan beïnvloede hedendaagse voorstellingen. Hoewel interdisciplinariteit zodus deel uitmaakt van het onderzoek, ligt de primaire focus op de laatste van de vier componenten, namelijk de hedendaagse voorstellingen. Het hoofddoel van het onderzoek is het ontwikkelen van een compendium van meer-dan-menselijke dramaturgische vocabulaires, dat voornamelijk steunt op niet-westerse filosofieën en Japanse theatergeschiedenissen. Analyses van Japans traditioneel theater en hedendaagse voorstellingen zullen worden gemaakt op basis van zowel theoretische lectuur als empirisch veldwerk. Aangezien veel theaterhuizen en voorstellingen gepresenteerd in België en Europa een cruciaal gebrek hebben aan diepgaande kennis van niet-westerse, niet-menselijke perspectieven, zullen de onderzoeksresultaten van dit project bijdragen tot het hertekenen van de theoretische kaart met betrekking tot niet-menselijke filosofieën, door een andere geschiedenis van meer-dan-menselijke dramaturgieën te introduceren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Eindes performen: een theoretisch-methodologisch onderzoek naar postume dramaturgie. 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

De ecocatastrofe en de toenemende rol van technologie in surveillance en in de manipulatie van democratieën, leiden ertoe dat hedendaagse theatermakers en choreografen voorstellingen maken over 'eindes'. Dood, spoken, extinctie, instorting, machines verstrengeld met meer-dan-menselijke entiteiten die doorgaan 'zonder ons': het zijn centrale thema's in 'Performing Ends'. Dit onderzoek claimt dat de posthumanistische golf in theorie en podiumkunsten overgaat in het 'postume'. Met het einde aan de horizon, beweegt het theater voorbij elk betekenisvol drama, vervaagt de object-subject scheiding, en lopen menselijke performers verloren in een wereld die ze niet langer begrijpen. Dramaturgieën van eindes beginnen na de catastrofe en ontvouwen zich als een voortdurende epiloog. Kris Verdoncks werk over extinctie en uitputting, Amada Piña's dekoloniale dramaturgieën van bedreigde dansen en Arkadi Zaides' spectrale performances van de doden en straling staan centraal in dit project. Daarnaast zal dit project dramaturgie hanteren als methode en praktijk: het onderzoek zal een methodologie ontwikkelen voor de analyse van dramaturgieën van eindes en posthumane podiumkunsten in het algemeen. Voortbouwend op science-and-technology studies, posthumanistische performativiteit en "veldfilosofie", wordt een theoretisch kader uitgewerkt dat toelaat het creatieprocess te bestuderen, om zo te begrijpen hoe meer-dan-menselijke actoren intrinsiek deel uitmaken van dramaturgieën van het einde

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ieder Lichaam, Mijn Zelf: Conceptuele Kunst en Persoonlijkheid. 01/12/2021 - 30/11/2025

Abstract

Conceptuele kunst, actief beoefend van de late jaren '60 tot de vroege jaren '70, documenteert een gelijktijdige volledige manifestatie van de ware realiteit van de wereld en de ware persoonlijkheid van de kunstenaar, terwijl het inspireert tot een potentiële volledige ontbinding van de persoonlijkheid van zowel de kunstenaar als de toeschouwer in een staat van een zelf-andere eenheid, en dit door middel van de depersonalisatie van de kunstenaar tot zelfverloochening en belichaming van een ieder-lichaam, bewerkstelligd geworden in het uitvoeringsproces van een werk. Deze stelling is buitengewoon in de kunsttheoretische context, maar een logische conclusie van de oorspronkelijke definitie van conceptuele kunst die door kunstenaar Sol LeWitt werd gesteld als een methodologie om "subjectiviteit te vermijden" (1967) om het idee te realiseren zoals het is bedacht, door middel van een geïnstrueerde eenvoudige handeling, en om te zien hoe de wereld erop reageert. Welk principe maakt dit effect mogelijk? Hoe kan het potentieel geactiveerd worden? Geïnformeerd door Alexander Alberro's theoretische articulatie van conceptualisme (1999), Kitaro Nishida's filosofie van 'absoluut tegenstrijdige zelf-identiteit' (1939), Lucy Lippard's en Bas Jan Ader's poëtische simulaties van korfgeesten (1969-71), en Pierre Bourdieu's 'dispositionalistische' onderzoeksmethode (2013), voert dit onderzoeksproject de voorgestelde conclusie uit op een zelfreflecterende manier, met mijn levende lichaam hier en nu als de enige agent voor een vier jaar durende geïnstrueerde performance, die vele conceptuele kunstenaars verzamelt in één entiteit als een personificatie van de geschiedenis van de conceptuele kunst, geherdefinieerd aan de hand van depersonalisatie in plaats van dematerialisatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject