Abstract
Sociale media zoals Facebook en WhatsApp zijn niet langer de communicatiemiddelen waar vooral jongeren gretig gebruik van maken. Toch is het wetenschappelijke onderzoek naar de (socio)linguïstische kenmerken van socialemediataal haast enkel op de jongste generaties gefocust. Dit voorstel wil daar verandering in brengen: we willen nagaan of en hoe senioren zich de conventies van het genre eigen maken. Vertoont hun taalgebruik de typische kenmerken van socialemediataal zoals geïdentificeerd in onderzoek naar de online schrijfpraktijk van jongeren? Hoe verzoenen ouderen hun stevig verankerde schrijfgewoonten met de mogelijkheden van het genre? Zijn ze meer geneigd om socialemediaconventies over te nemen in intergenerationale conversaties met 'digital natives' dan in conversaties met peers?
Onze studie beoogt zowel een analyse van spontane als experimentele taaldata. We zullen spontane WhatsApp-conversaties van senioren binnen verenigingen analyseren, en vergelijken met beschikbare WhatsApp en Messenger-conversaties van jongeren. Daarnaast zetten we ook WhatsApp-conversatie-experimenten op, om na te gaan in hoeverre bepaalde kenmerken aan hen ontlokt kunnen worden. Ook de percepties en attitudes van senioren m.b.t. socialemediataal zullen in kaart gebracht worden.
Deze studie zal ons niet enkel inzicht bieden in talige flexibiliteit op oudere leeftijd, ze moet ook recht doen aan de 'agency' van de oudste generaties in 'nieuwe' media en de intussen als evident aangenomen benchmarks voor socialemediataal in vraag stellen. Op die manier kan het onderzoek bijdragen tot de ontwikkeling van een meer inclusieve benadering van digitale geletterdheid.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)