Onderzoeksgroep
Expertise
translationeel onderzoek naar humane gastro-intestinale aandoeningen
De hippocampus als sleutel tot het bestuderen van geslachtsverschillen in de neurologische ontwikkeling van IUGR-biggen.
Abstract
Intra-uteriene groeirestrictie (IUGR) beschrijft een pathologische aandoening waarbij de foetus er niet in slaagt te groeien tot zijn biologische potentieel, voornamelijk vanwege een slechte functie van de placenta. IUGR treft 8% van de zwangerschappen in landen met hoge inkomens en is een belangrijke oorzaak van perinatale sterfte en morbiditeit. IUGR kan neurologische tekortkomingen veroorzaken, maar de mechanismen die aan deze tekortkomingen ten grondslag liggen, moeten nog worden bepaald. Met het brede scala aan neurologische ontwikkelingsstoornissen die verband houden met IUGR, is het gebruik van diermodellen die geschikt zijn voor het onderzoeken van onderliggende mechanismen bij IUGR-pasgeborenen cruciaal voor de ontwikkeling van effectieve en gerichte therapieën voor baby's. De perinatale ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel bij varkens komt sterk overeen met die bij mensen. Biggen worden daarom beschouwd als een solide model om te onderzoeken hoe perinatale groeirestrictie de hersenstructuur en -functie beïnvloeden. Dit project heeft tot doel te zoeken naar eiwitten in de hippocampus met een belangrijke rol in de neuronale ontwikkeling en functie waarbij sekseverschillen in IUGR eerder zijn beschreven om de betere aanpassing van vrouwelijke IUGR-biggen vergeleken met mannelijke biggen te verklaren. Het belang om de morfologische verschillen in de hippocampus in kaart te brengen kan ons helpen de pathofysiologie van neurologische ontwikkelingsstoornissen later in het leven te begrijpen. Dit is belangrijk omdat nieuwe inzichten in de pathofysiologie kunnen leiden tot nieuwe therapeutische of preventieve therapieën tegen IUGR.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Bockstal Lieselotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bepaalt het geslacht de gevolgen van stress in de vroege ontwikkeling? Wat kan de darmbarrière ons vertellen?
Abstract
De doelstelling van dit project is aan te tonen dat stress in het vroege leven een risicofactor is voor de ontwikkeling van gastro-intestinale disfunctie en dat mannen en vrouwen verschillen in de manier waarop ze met deze stressor omgaan. Aangenomen wordt dat deze verschillende respons tussen beide biologische geslachten al in de baarmoeder aanwezig is, waarbij wordt gesuggereerd dat de mannelijke nakomelingen benadeeld zijn in het reageren op stressoren tijdens de zwangerschap. Tijdens de postnatale ontwikkeling lijken de vrouwelijke nakomelingen echter het zwakkere geslacht te zijn. We zien dat er meer biologische vrouwen kampen met een lekkende darm ('leaky gut syndrome'). In dit project willen we de darmpermeabiliteit bestuderen gedurende de periode dat het maagdarmkanaal uitgebreide ontwikkelingsveranderingen ondergaat bij mannelijke en vrouwelijken pasgeboren en juveniele biggen. Tijdens deze periode van plasticiteit kunnen stressoren het normale ontwikkelingsproces verstoren, met langdurige gevolgen. Daarom zullen we stress in het vroege leven (intra uterine growth restriction tijdens de draagtijd en chronische stress tijdens kunstmatige opfok) in onze opzet opnemen om te onderzoeken of er een geslachtsafhankelijk effect is op de darmpermeabiliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Ginneken Chris
- Co-promotor: Van Bockstal Lieselotte
- Mandaathouder: Banous Naya
- Mandaathouder: Mohaghegh Toosi Ali
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het belang van parasiet weefsel tropisme en interactie met Kupffer cellen in de behandeling van Viscerale Leishmaniase.
Abstract
Viscerale leishmaniase (VL) of Kala-azar is een verwaarloosde tropische ziekte veroorzaakt door Leishmania parasieten die in staat zijn te overleven in macrofagen van de zoogdier-gastheer. Miltefosine is een oraal geneesmiddel dat gebruikt wordt om VL patiënten te behandelen, maar de efficiëntie van dit geneesmiddel is sterk afgenomen. Parasieten van hervallen patiënten blijken geen verhoogde resistentie tegen het geneesmiddel te hebben opgebouwd, maar kunnen het immuunsysteem moduleren om overleving in macrofagen te bevorderen, zelfs in omstandigheden waarin het geneesmiddel toegediend wordt. De impact van miltefosine behandeling op de overleving van de Leishmania parasiet zal in vivo worden geëvalueerd in verschillende weefsels met behulp van moleculaire detectie-technieken (quantitatieve PCR) en medische beeldvorming (bioluminescentie meting) in knaagdiermodellen van VL waarin infectie initiatie door een infectieuze zandvlieg-beet nagebootst wordt. Combinatie van deze informatie met de kwantificering van geneesmiddelniveaus in de verschillende weefsels zal toelaten niches te identificeren waarin parasieten verhoogde kans hebben om de medicamenteuze behandeling te overleven. De expressie van genen na infectie en miltefosine behandeling zal bestudeerd worden in geïnfecteerde lever macrofagen (Kupffer cellen, KC's) om te begrijpen hoe parasieten kunnen overleven in gastheercellen van behandelde patiënten. Met behulp van transgene muismodellen, zal dit onderzoek toelaten de impact van KC's en KC genexpressie op infectie en efficiëntie van behandeling na te gaan. De voorgestelde multidisciplinaire aanpak zal aanleiding geven tot nieuwe inzichten in de complexe interacties tussen de parasiet, de gastheer en het geneesmiddel en zal het formuleren van aanbevelingen voor betere behandelingen toelaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Caljon Guy
- Co-promotor: Maes Louis
- Mandaathouder: Van Bockstal Lieselotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het belang van parasiet weefsel tropisme en interactie met Kupffer cellen in de behandeling van Viscerale Leishmaniase.
Abstract
Viscerale leishmaniase (VL) of Kala-azar is een verwaarloosde tropische ziekte veroorzaakt door Leishmania parasieten die in staat zijn te overleven in macrofagen van de zoogdier-gastheer. Miltefosine is een oraal geneesmiddel dat gebruikt wordt om VL patiënten te behandelen, maar de efficiëntie van dit geneesmiddel is sterk afgenomen. Parasieten van hervallen patiënten blijken geen verhoogde resistentie tegen het geneesmiddel te hebben opgebouwd, maar kunnen het immuunsysteem moduleren om overleving in macrofagen te bevorderen, zelfs in omstandigheden waarin het geneesmiddel toegediend wordt. De impact van miltefosine behandeling op de overleving van de Leishmania parasiet zal in vivo worden geëvalueerd in verschillende weefsels met behulp van moleculaire detectie-technieken (quantitatieve PCR) en medische beeldvorming (bioluminescentie meting) in knaagdiermodellen van VL waarin infectie initiatie door een infectieuze zandvlieg-beet nagebootst wordt. Combinatie van deze informatie met de kwantificering van geneesmiddelniveaus in de verschillende weefsels zal toelaten niches te identificeren waarin parasieten verhoogde kans hebben om de medicamenteuze behandeling te overleven. De expressie van genen na infectie en miltefosine behandeling zal bestudeerd worden in geïnfecteerde lever macrofagen (Kupffer cellen, KC's) om te begrijpen hoe parasieten kunnen overleven in gastheercellen van behandelde patiënten. Met behulp van transgene muismodellen, zal dit onderzoek toelaten de impact van KC's en KC genexpressie op infectie en efficiëntie van behandeling na te gaan. De voorgestelde multidisciplinaire aanpak zal aanleiding geven tot nieuwe inzichten in de complexe interacties tussen de parasiet, de gastheer en het geneesmiddel en zal het formuleren van aanbevelingen voor betere behandelingen toelaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Caljon Guy
- Co-promotor: Maes Louis
- Mandaathouder: Van Bockstal Lieselotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject