Abstract
Als een twee- of meertalige een woord in een taal leest, activeert hij/zij dan automatisch lexicale representaties in alle talen die hij/zij kent? Dit is wat de algemeen aanvaarde language nonselective hypothese stelt, maar de studies die deze hypothese ondersteunen, vertonen methodologische valkuilen. In een meertalige context als Vlaanderen is het al helemaal belangrijk om taalverwerking bij meertaligen op systematische en grondige wijze te bestuderen zodat we inzicht verwerven in hoe meertaligen in het dagelijks leven taal verwerken. Op die manier kunnen we een betrouwbaar antwoord vinden op de vraag of meertaligen hun mentale lexicon op niet-taalselectieve of op taalselectieve wijze raadplegen. De overweldigende meerderheid van studies die twee-/meertalige taalverwerking hebben bestudeerd, hebben cognaten (woorden met dezelfde betekenis in twee talen, bv. "water") of interlinguale homografen (IH's; woorden met twee verschillende betekenissen in twee talen, bv. "fee" is Engels voor "vergoeding") gebruikt die voorkomen in de moedertaal (L1). Nochtans is het juist de L1 die vermoedelijk kwalitatief verschilt van andere talen die een meertalige kent, waardoor het gebruik van woorden die in de L1 bestaan resultaten kan opleveren die niet representatief zijn voor lexicale verwerking in het algemeen. Bovendien tonen veel studies woorden in isolatie, wat afwijkt van hoe we normaal lezen. Dit onderzoeksvoorstel omzeilt deze problemen door L2-L3 cognaten in zinnen te presenteren.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)