Onderzoeksgroep
Expertise
Lore Dams is kinesitherapeut, manueel therapeut en behaalde haar doctoraat in de biomedische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen (MOVANT) en KU Leuven (GRID) in 2021. Haar doctoraatsonderzoek richtte zich op het ontrafelen van pijn na chirurgie voor borstkanker vanuit een biopsychosociaal perspectief. Om preventie en behandeling te optimaliseren, deed ze onderzoek naar het effect van pijneducatie direct na borstkankerchirurgie, evenals evaluatietools (kwantitatieve sensorische testen) en risicofactoren voor pijn na de behandeling van borstkanker. Als postdoctoraal onderzoeker brengt ze haar klinische ervaring als kinesitherapeut in oncologische revalidatie naar zowel haar onderwijs als onderzoek. Haar onderzoek onderzoekt de impact van levensstijlinterventies (met name lichamelijke activiteit) op het verminderen van door chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie en andere bijwerkingen van de behandeling voor kanker. Gedreven door de verbetering van patiëntenzorg streeft ze naar interdisciplinaire benaderingen en effectieve transmurale communicatie.
Het ontrafelen van problemen met het bovenste lidmaat na de behandeling van borstkanker: wat is de rol van perifere weke delen eigenschappen? - De SOFT-TI studie.
Abstract
Een verminderde functie de arm of het bovenste lidmaat, wat zich uit in moeilijkheden bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, komt vaak voor na de behandeling van borstkanker, met een prevalentie van 50% één jaar na de operatie. Problemen met de arm aan de geopereerde zijde zijn complex en hebben diverse onderliggende mechanismen. In deze longitudinale studie willen we de bijdrage van perifere structurele en mechanische eigenschappen van zachte weefsels (zoals littekenstijfheid en fibrose ter hoogte van de borst en schouder) aan de functie van het bovenste lidmaat bij overlevenden van borstkanker onderzoeken. Specifiek willen we de rol van deze factoren zowel op korte termijn (binnen 1 maand na de operatie) als op lange termijn (meer dan 6 maanden na het einde van de chirurgie en/of radiotherapie) onderzoeken, alsook of problemen met de zachte weefsels op korte termijn voorspellend zijn voor de functie van het bovenste lidmaat op lange termijn. We zullen zowel objectieve als subjectieve metingen van de functie van het bovenste lidmaat bestuderen om een alomvattend beeld te krijgen van het gebruik van de arm in het dagelijkse leven. Het ontrafelen van de rol van zachte weefsel factoren voor de functie van het bovenste lidmaat op verschillende tijdstippen na borstkankerchirurgie, en het verkrijgen van een vollediger inzicht in deze functie, zowel subjectief als objectief, vormt de eerste cruciale stap voor de ontwikkeling van preventie- en behandelingsstrategieën voor dit probleem na borstkanker. Op lange termijn beogen we met dit onderzoek de kwaliteit van leven van vrouwen na de behandeling van borstkanker te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Groef An
- Co-promotor: Dams Lore
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar het voorschrijven van gepersonaliseerde oefeninterventies ter preventie van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie
Abstract
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een slopende en veel voorkomende bijwerking van neurotoxische kankerbehandeling. De meest voorkomende symptomen van CIPN zijn sensorische en motorische symptomen in de handen en/of voeten. CIPN kan de dagelijkse activiteiten en de behandeling van kanker belemmeren. Hoewel er proof of concept is voor lichaamsbeweging in de preventie van CIPN, is de kwaliteit van het bewijs vrij laag. Als gevolg hiervan is lichaamsbeweging niet opgenomen in de huidige internationale evidence-based richtlijnen voor de preventie van CIPN (zoals geen enkele andere strategie) en wordt lichaamsbeweging niet routinematig aanbevolen of voorgeschreven in de klinische praktijk voor patiënten die beginnen met chemotherapie. Een extra hiaat is kennis over de barrières en facilitatoren van een beweegprogramma tijdens chemotherapiebehandeling ter preventie van CIPN. Deze kennis is cruciaal voor het optimaliseren van beweeginterventies en therapietrouw, evenals voor het effectiever maken van de integratie van lichaamsbeweging in de klinische praktijk in het kader van de preventie van CIPN. Daarom is het primaire doel van het huidige project het bestuderen van het effect van een oefenprogramma op symptomen van CIPN bij borst- en darmkankerpatiënten die op taxanen of platina gebaseerde chemotherapie krijgen. Het oefenprogramma is op maat gemaakt voor de patiënt en gebaseerd op de richtlijnen voor fysieke activiteit in de oncologie. Een prospectieve gerandomiseerde gecontroleerde studie met korte (3 maanden) en lange termijn (6 maanden) follow-up zal worden uitgevoerd met zelfgerapporteerde CIPN-symptomen (QLQ-CIPN20, sensorische subschaal) als primaire uitkomstmaat. Secundaire wetenschappelijke doelstellingen zijn het effect van het oefenprogramma op tekenen van CIPN (objectief onderzoek), mentaal en sociaal functioneren (zelfgerapporteerd) en relatieve dosisintensiteit van chemotherapie (objectief onderzoek). Tertiaire wetenschappelijke doelstelling is het uitvoeren van een procesevaluatie. Het doel van deze procesevaluatie is om de barrières en bevorderende factoren van het beweegprogramma te onderzoeken bij patiënten die op taxanen of platina gebaseerde chemotherapie krijgen, door na te gaan of ze zich aan het beweegprogramma houden en hoe patiënten en zorgverleners de implementatie van het beweegprogramma ervaren. Een dergelijke procesevaluatie kan helpen bij het identificeren van determinanten van het uitvallen van het beweegprogramma en aanbevelingen doen voor valorisatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Dams Lore
- Co-promotor: De Groef An
- Co-promotor: Meeus Mira
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effect en neuro-immunologische werkingsmechanismen van een nieuwe multimodale oefeninterventie ter vermindering van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie: DE CIPN-EX TRIAL.
Abstract
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een slopende en veelvoorkomende bijwerking van chemotherapie. De meest voorkomende symptomen zijn sensorische veranderingen in de handen en/of voeten. CIPN kan dagelijkse activiteiten en de voortzetting van de kankerbehandeling verstoren. Ondanks het belang van CIPN zijn er geen evidence-based interventies om CIPN af te remmen. Multimodale oefentherapie is een veelbelovende strategie, echter is het klinische bewijs op het afremmen van CIPN beperkt. Het zou baanbrekend zijn als een nieuw multimodaal oefenprogramma bestaande uit neurodynamische oefeningen, aerobe en weerstandstraining effectief is in het afremmen van CIPN. Doel van dit project is om diepgaande kennis te vergaren over hoe een multimodaal oefenprogramma (neurodynamische + aerobe en weerstandstraining) CIPN kan verminderen bij patiënten die taxanen- of platinumgebaseerde chemotherapie krijgen, door het onderzoeken van 1) het effect van oefentherapie op CIPN-symptomen en tekenen, 2) op CIPN biomarkers (Neurofilament Light Chain, Brain Derived Neurotrophic Factor, Nerve Growth Factor, inflammatoire cytokines) en 3) of veranderingen in CIPN biomarkers veroorzaakt door oefentherapie geassocieerd zijn met vermindering van CIPN symptomen. Een prospectieve gerandomiseerde gecontroleerde studie zal worden uitgevoerd met CIPN symptomen als primaire uitkomst en CIPN tekenen als secundaire uitkomst (kwantitatieve sensorische testen), zowel op korte als lange termijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Meeus Mira
- Co-promotor: De Groef An
- Mandaathouder: Dams Lore
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject