Abstract
Adolescentie is een tijd gekenmerkt door lichamelijke veranderingen en vaak ook door onzekerheden over het lichaam. Toch focust het meeste onderzoek over young adult literatuur of YA op genres die lichamen behandelen als problemen. In navolging van disability studies dat focust op positieve verschillen als alternatief voor de druk van het normatieve lichaam, onderzoekt dit project de portrettering van vreemde of niet-normatieve lichamen in young adult sprookjesbewerkingen. YA is een populair genre dat zich bezighoudt met identiteit en de positieve impact van representatie en vaak personages met alternatieve lichamen portretteert, zoals Belle met een handicap. Sprookjes thematiseren het lichaam en adolescentie: happy endings hangen vaak af van de lichamen van de hoofdpersonages, zoals Assepoesters voet, en tonen hoe personages volwassen worden via mijlpalen zoals het verlaten van het huis. Deze normatieve patronen worden herwerkt in sprookjesbewerkingen, een ideaal genre om de culturele beeldvorming rond lichamen te onderzoeken. Dit project combineert methodes uit disability studies (vb. Garland-Thomson) en de tweede generatie van cognitieve wetenschap (vb. embodied narratology). Via concepten als crip time en chrononormativiteit, analyseert dit project de relatie tussen tijd, specifieker happy endings, en het lichaam om zo vreemde lichamen als een dynamisch concept te onderzoeken, wat lezende tieners kan voorzien van positieve en niet-normatieve lichaamsbeelden.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)