Abstract
Op de klimaattop van 2015 in Parijs heeft de wereld zich ertoe verbonden om de opwarming van de aarde te
beperken tot ruim onder de 2°C. Naast een snelle en volledige decarbonisatie van alle sectoren, vereist het
bereiken van deze doelstellingen ook de inzet van negatieve emissietechnologieën (NET's) die actief CO2 uit de
atmosfeer verwijderen en langdurig vastleggen. Er zijn reeds een aantal technologieën voorgesteld, waaronder
verschillende technologieën die gebruik maken van natuurlijke processen. Geen enkele van die voorgestelde
technologieën is echter al beschikbaar op voldoende grote schaal en het gebrek aan empirische gegevens
belemmert momenteel de ontwikkeling van realistische roadmaps voor de noodzakelijke snelle, veilige en
grootschalige toepassing van NET's.
Een veelbelovend maar nog maar weinig bestudeerde NET is versnelde silicaatverwering (enhanced weathering,
EW). Tot nu toe is het onderzoek naar C opslag door EW vooral beperkt gebleven tot laboratoriumexperimenten,
zonder bodem en belangrijke biota, en die dus nog ver verwijderd zijn van de werkelijkheid. Biota zoals planten,
mycorrhizale schimmels en regenwormen kunnen kritische determinanten van minerale verwering zijn, maar hun
invloed op EW werd nog niet onderzocht. Aan de andere kant wordt veldonderzoek naar EW bemoeilijkt omdat de
verweringsproducten en dus ook de C opslag in het veld zeer moeilijk te kwantificeren zijn. Vooral uitloging van
verweringsproducten vormt hier een probleem. Het huidige project voorziet daarom een cruciale stap tussen de
labexperimenten en toekomstige toepassingen in het veld: mesocosmos-experimenten die belangrijke biota
bevatten en tegelijkertijd een nauwkeurige kwantificering van verweringsproducten en dus van de C opslag
mogelijk maken. Deze experimenten zullen specifiek nagaan wat de invloed van belangrijke biota - planten,
mycorrhizale schimmels en regenwormen – op EW is. Zo zullen ze belangrijke informatie leveren om de labgebaseerde resultaten te extrapoleren naar de echte wereld.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)