Onderzoeksgroep
Expertise
Maarten Van Acker is een expert in infrastructuur en stedenbouw. Hij is professor Stedenbouw aan de opleidingen Architectuur en Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening aan de Faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Maarten is woordvoerder van de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling, bestuurder bij juxta architectuur en vice-voorzitter van Europan Belgium. Hij coacht verschillende stedenbouwkundige administraties, kwaliteitskamers en architectenbureaus bij de realisatie van stedelijke ontwikkelingsprojecten, de integratie van infrastructuurprojecten en de coördinatie van internationale ontwerpwedstrijden. Maarten is lid de redactieraad van RUIMTE, ONTO en ZuidZee. Hij promoveerde op zijn onderzoek naar de impact van infrastructuurontwerp op de verstedelijking van België sinds de 19e eeuw. Hij is auteur van verschillende publicaties zoals En de rest is Parking, Stations as Nodes, From Flux tot Frame, Highway x City, In Via Veritas, de KempenAtlas, het Spoorboek, Groene Singel, Zaaien op Beton, Turnhout 2012, ... In New York verrichtte Maarten bij The New School for Design zijn postdoctorale onderzoek naar stedelijke (infra) structuren.
Hergebruik in stedelijke ontginning (HSO) implementatie van levensduurvoorspellingsmodellen om de beschikbaarheid van herbruikbare materialen in het stedelijk landschap te voorspellen.
Abstract
Circulariteit, en vooral hergebruik van ConstructieMaterialen (CM) om Bouw- en AfbraakAfval (BAA) te reduceren, wint aan belangstelling. De verzamelnaam voor het opslaan en hergebruiken van materialen uit post-consumptiebronnen zoals producten, infrastructuur en CM, in stedelijke gebieden, is Stedelijke Ontginning (SO). Er is echter een tekort aan informatie over de locatie, type, hoeveelheid, kwaliteit en restwaarde van die herbruikbare materialen. Bestaande SO databanken zijn dan ook eerder gebaseerd op generieke aannames, omdat een gedegen onderzoek van elk bouwelement erg subjectief en tijdrovend is. Daarom zijn deze databanken van mogelijk herbruikbare componenten niet accuraat en blijft ook hun toepassing beperkt. HSO heeft als doel een methodologisch framework te ontwikkelen om de herbruikbare CM in het stedelijk landschap te inventariseren en visualiseren. HSO gaat de uitdaging aan om een methode te ontwikkelen om het detailniveau te verhogen van de stedelijke naar de gebouwschaal om: • een nauwkeurigere inventaris van beschikbare CM in het stedelijk landschap te verkrijgen • a.d.h.v. levensduurvoorspelling deze inventaris te corrigeren door de dimensie van herbruikbaarheid toe te voegen • de bouwsector te helpen om de beschikbare, herbruikbare CM te bepalen Deze methode stelt de bouwsector in staat om innovatieve digitale platformen te ontwikkelen om CMOnderzoeker(s)
- Promotor: Audenaert Amaryllis
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kennis- en innovatieplatform voor stedelijke leefbaarheid.
Abstract
Het optimaliseren van de leefbaarheid in steden is een globaal topic dat kadert binnen een internationaal maatschappelijk erkende uitdagingen. Daarom worden bij bouwprojecten (al dan niet verplicht onder de Milieu Effecten Rapportage (MER) procedure) milderende maatregelen geïntroduceerd voor, onder andere, het optimaliseren van de luchtkwaliteit, het mitigeren van stedelijke hitte en het beperken van geluidhinder. De effectieve implementatie (en monitoring) van zulke maatregelen verloopt echter zeer moeizaam, door diverse bottlenecks die in de markt geïdentificeerd werden. Daartegenover is er een toenemende public awareness omtrent de problematieken gerelateerd aan stedelijke leefbaarheid en de daaruit voortvloeiende impact op de menselijke gezondheid, waardoor de vraag naar snelle en efficiënte ingrepen, en een duidelijke communicatie naar de bevolking, steeds groter wordt. Het voorliggende projectvoorstel kadert binnen een opeenvolging van onderzoekstrajecten, welke aangevat werd met een doctoraatsonderzoek omtrent ruimtelijke ingrepen voor de optimalisatie van luchtkwaliteit in steden (PhD D. Voordeckers onder begeleiding van Prof. M. Van Acker). Binnen dit doctoraat werden verschillende instrumenten ontwikkeld voor het monitoren, ontwerpen en analyseren van maatregelen. Deze instrumenten werden door middel van een diepgaande marktbevraging (binnen het kader van het daaropvolgende IOF POC voorstel) als zeer relevant bevonden voor de bevordering van het implementatieproces van ruimtelijke maatregelen voor de optimalisatie van leefbaarheid in steden en in de nabijheid van grote verkeersassen. De bevraging van diverse actoren (vb. VMM, Dep. Omgeving, VITO, Arcadis, Maat-Ontwerpers, De Werkvennootschap, …) resulteerde in de detectie van drie grote lacunes in de markt: (1) het ontbreken van een kennispartner voor het bieden van ontwerpmatige ondersteuning en het overbruggen van de kenniskloof tussen ingenieursbureaus en architecten / stedenbouwkundigen; (2) het gebrek aan monitoring van leefbaarheid in steden en van de impact van maatregelen en (3) de noodzaak van een partner met overkoepelend kennis over de diverse aspecten van leefbaarheid (luchtkwaliteit, hitte en geluid) voor het bieden van ondersteuning bij het maken van afwegingen tussen verschillende maatregelen. Om in te spelen op deze marktopportuniteit wordt binnen het huidige projectvoorstel (IOF-POC) ingezet op de verdere technologische en commerciële doorontwikkeling van de expertise, met als doel het oprichten van een Urban Liveability Platform (ULP) te bekomen dat op een dynamische wijze de marktlacunes invult. Het platform bundelt technologische (CFD simulaties en metingen) en ontwerpmatige (ontwerpend onderzoek) kennis, ontwikkeld binnen een multidisciplinair team (SRP & DuEL) en gebruikt deze om op te treden als ondersteunende of evaluerende partner tussen de expertise van ingenieursbureaus en ruimtelijke planners. Het projectvoorzet zet enerzijds in op het optimaliseren en verbreden van de expertise (naast luchtkwaliteit ook hitte en geluid) en deze te centraliseren binnen één platform. Anderzijds wordt een commerciële doorontwikkeling voorzien, waarbij wordt getracht om het aantal industriële contractovereenkomsten, die ontstaan zijn vanuit de scope van dit platform, verder uit te bouwen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Denys Siegfried
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Duurzame Logistieke Terreinen (DuLoTe).
Abstract
Met het project 'Duurzame logistieke terreinen' willen VIL, VITO en UAntwerpen de logistieke sector inspireren en stimuleren om logistieke terreinen en vastgoed duurzamer te maken. Dit door kosten- en ruimtebesparende samenwerking en de inzet van innovatieve technologieën. status: In uitvoering | thema: Groene Supply Chains | type: Regionaal De logistiek is een groeisector voor onze regio, uiterst gunstig gelegen ten opzichte van het Europese hinterland. De groei van de logistieke volumes vertaalt zich in een stijgende vraag naar infrastructuur, terreinen en gebouwen. Zo ontstaat een spanningsveld met andere, maatschappelijke beleidsambities zoals de Vlaamse 'Bouwshift' en de 'Blue Deal' en de Europese klimaat- en natuurdoelstellingen. Dit spanningsveld zorgt voor een toenemende bedrijfseconomische impact bij de betrokken bedrijven. Stijgende grond- en grondstofprijzen in combinatie met strengere bouwvoorschriften en milieueisen dwingen de logistiek om de visie op het logistieke terrein te herzien. Door bewuster om te gaan met deze ruimte, duurzamer te bouwen en in te richten en bepaalde functies van het terrein te gaan delen kan de maatschappelijke impact beperkt worden. INTEGRALE DUURZAAMHEIDSVISIE In project wordt een integrale duurzaamheidsvisie ontwikkeld voor de lange termijn, maar ook praktische adviezen, een stappenplan en samenwerkings- en businessmodellen waarmee bedrijven, individueel of collectief aan de slag kunnen om de visie te verwezenlijken, in hun eigen economisch en ons aller maatschappelijke belang. Het project behandelt het dagelijkse gebruik en kleine investeringen door de bedrijven, maar ook op de (her)ontwikkeling en renovatie van vastgoed en terreinen door projectontwikkelaars en terreinbeheerders. OPPORTUNITEITEN De interdisciplinaire aanpak van het project biedt de deelnemers een ruim zicht op de verschillende duurzaamheidsaspecten die samenkomen in het logistieke terrein en voorziet hen van kennis en inzichten om onderbouwde beslissingen te nemen op korte en lange termijn Het project zal voor de diverse duurzaamheidsuitdagingen oplossingen voorstellen op technologisch vlak, maar ook door samenwerking tussen bedrijven en aantonen hoe een dergelijke samenwerking op het terrein best wordt georganiseerd CONCRETE ACTIVITEITEN In kaart brengen van best practices en delen van technische en academische kennis binnen de domeinen ontwerp en ruimtelijke ordening, ruimtegebruik, waterbeheer, circulaire ontwikkeling en biodiversiteit Consolidatie van de verworven inzichten en vertaling naar effectieve toepassing op logistieke terreinen en gebouwen Uitwerken van geschikte business modellen en beheerstructuren om samenwerking inzake duurzaamheid op logistieke terreinen te stimuleren. Uitwerken van pilootprojecten in samenwerking met de deelnemende partijen Opstellen van een visie met transitiepaden om te komen tot duurzame logistieke terreinen in Vlaanderen op lange termijn en een stappenplan met concrete adviezen voor de betrokken bedrijvenOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Beckers Joris
- Co-promotor: De Blust Gerrit
- Co-promotor: Ilsbroekx Raf
- Co-promotor: Lauwers Dirk
- Co-promotor: Vloebergh Guy
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden (INNOFINS).
Abstract
Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaat adaptatie en mitigatie. Er is een groeiend noodzaak om natuurgebaseerde oplossingen (NBO) met groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen die klimaatverandering op een geïntegreerde, systemische en duurzame manier benaderen. Hoewel investeringen in NBO's erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en maatschappelijke doelen, zijn de publieke budgetten in Vlaanderen hiervoor ontoereikend. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen investeringen en noden. De publieke onderfinanciering staat in scherp contrast met de beschikbaarheid van private middelen voor investeringen. NBO projecten hebben vaak zeer hoge aanvangskosten en kennen erg diffuse baten op lange termijn die niet gemakkelijk te vertalen zijn naar inkomstenstromen. Er zijn dus nieuwe verdienmodellen noodzakelijk die private investeringen kunnen activeren, binnen de Vlaamse context. In dit project onderzoeken we drie nieuwe vormen van innovatieve financiering door reële NBO business cases te ontwikkelen via baatafroming, impactfinanciering en volksfinanciering via initial coin offerings (ICOs). Nieuwe financierings- en verdienmodellen staan echter niet op zichzelf en hebben een relatie met planningsinstituties en processen, beleidsarrangementen, methodes voor waardebepalingen en juridische instrumenten. Bovendien houden ze ook sociale gevaren in wanneer ze meervoudig worden toegepast. Om een realistische en holistische aanpak te ontwikkelen, willen we een trans- en interdisciplinair onderzoek opzetten, waarbij de financieringsinstrumenten worden geëvalueerd op hun ruimtelijke, juridische, beleidsmatige, economische en sociale impact. Via de leeflabs kunnen we de ruimtelijke, juridische, institutionele en sociale impact geïntegreerd evalueren en het nut optimaliseren voor maatschappelijke gebruikers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Van afval tot gebouw. Geografisch ondersteunde toolvoor een circulaire gebouwde omgeving. Visualisering van voorraden en stromen van bouw- en sloopmaterialen. (GEO-CBE).
Abstract
Ongeveer 35% van al het afval in Vlaanderen is afkomstig van bouw- en sloopactiviteiten. Dat afval bevat echter een groot aandeel herbruikbare materialen. Het project (GEO-CBE) wil een geïntegreerde digitale tool ontwikkelen om bouw- en sloopafval (BSA) en zijn stromen te geolokaliseren. De centrale doelstelling is de ruimtelijke, economische en milieuparameters identificeren om de optimale locatie van tijdelijke, permanente of zelfs verplaatsbare hubs voor de recyclage van deze bouwmaterialen te herkennen. In tijden van materiaalschaarste en -tekorten, beperkingen en hoge materiaalprijzen, naast geopolitieke en C02reductiedoelstellingen waarmee Vlaanderen en Europa geconfronteerd worden, is onderzoek naar het hergebruik en de recyclage van BSA meer dan ooit relevant. Er is een urgente behoefte aan inzicht in het netwerk van voorraad-, bouwen sloopafvalstromen, om een systeem van tijdelijke en permanente locaties - Circular Hubs (CHs) - uit te bouwen voor het verzamelen, opslaan en herverdelen van afval als secundaire grondstoffen. Duurzame en toekomstbestendige afvalbeheersystemen moeten inspelen op de groeiende vraag naar echte circulaire systeemoplossingen, waarbij de bouwsector in Vlaanderen veel potentieel biedt. De toenemende vraag naar woningen, in combinatie met steeds hogere normen voor (levens)kwaliteit, energie en milieu, heeft geleid tot een drastische toename van de vraag naar bouwmaterialen (bv. hout, beton en staal). Binnen het hedendaagse debat over grondstoffenschaarste en afvalrecycling in steden krijgt circulariteit als aanpak om afval te verminderen dan ook grote belangstelling. Het ontbreekt lokale belanghebbenden, beleidsmakers, grote projectontwikkelaars en bedrijven in de bouw- en sloopsector echter aan kennis over stromen en voorraden van BSA. Hoe kan materiaal van bouw- en sloopactiviteiten beschikbaar komen en, in plaats van als afval, worden opgevat als een hulpbron voor stedelijke projecten? De gebouwde omgeving met hoge materiaalconcentraties (voorraden) en veel bouw- en sloopactiviteiten is veelbelovend voor het recyclen van BSA. Waar en hoe CH's te ontwikkelen is echter nog niet beantwoord. Het GEO-CBE-project wil in deze behoeften voorzien door een geïntegreerd digitaal instrument te ontwikkelen ter met oog op eindgebruikers in de bouw- en sloopsector. Het project heeft met name drie hoofddoelstellingen 1. Een platform ontwikkelen om een ruimtelijke materiaalstroomanalyse te visualiseren van drie bouw- en sloopafvalstromen namelijk hout, beton en staal in Vlaanderen, in 2020-2021-2022. 2. Op basis van de resultaten van de ruimtelijke materiaalstroomanalyse verschillende scenario's ontwikkelen om mogelijke locaties en parameters te bepalen voor de implementatie van verschillende soorten hubs voor de opslag, de recycling en het hergebruik van BSA. 3. Een milieueffectbeoordeling ontwikkelen om de prestaties van verschillende scenario's te evalueren en de beste oplossingen te bepalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Audenaert Amaryllis
- Co-promotor: Buyle Matthias
- Co-promotor: Furlan Cecilia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Interdisciplinair onderzoeksproject co-creatie voorontwerp BYPASS project.
Abstract
Het deel van het Middelheimmuseum (Middelheim Oost) dat grenst aan het ziekenhuis, heringericht rond het thema "Hospita(bi)lity": het terrein zal opnieuw ontworpen worden, met als doel interactief te werken, en zowel op fysieke en mentale beweeglijkheid in te zetten. Behalve een landschappelijke interventie voorzien we ook artistieke ingrepen, waarvoor kunstenaars samen met de patiënten en verschillende experts een verwelkomende en weldoende omgeving ontwikkelen. Het eindresultaat is een totale belevingstuin, die uitnodigt tot bewegen en zintuiglijke ervaringen, maar ook tot reflectie en dialoog. Het idee achter BYPASS komt voort uit wetenschappelijk medisch en stedenbouwkundig onderzoek waaruit blijkt dat een kwalitatieve omgeving bijdraagt tot een beter fysiek en mentaal herstel van patiënten, en bijdraagt tot een grotere levenskwaliteit voor stadsburgers in het algemeen. Met BYPASS ontsluiten we de zorginstellingen en museum: op een dagelijkse en informele manier. Maar we gaan ook verder. Met een participatief ontwerpproces en een sterke programmatie creëren we ontmoetingen tussen de kinderen en jongeren van UKJA, hun verzorgers, wetenschappers, ontwerpers, stadsplanners en bredere bezoekers van de ruime omgeving, vrijwilligers, medewerkers en bezoekers van het museum. Zo wordt met deze innovatieve ingreep naast een nieuwe kwaliteitsvolle publieke verblijfsruimte ook maximaal ingezet op een uniek co-creatieproces, met interessante leerkansen, en duurzame bijdrage aan lokale, regionale en internationale beleidsvisies op zorg, gezond leven, groen- en waterbeheer. Binnen deze dienstverleningsovereenkomst neemt UAntwerpen een opdracht als onderaannemer van Stad Antwerpen op zich, met name door via interdisciplinair onderzoek de co-creatie in het voorontwerp van het BYPASS project te voeden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Glazemakers Inge
- Co-promotor: Annemans Margo
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Metro-polis II Atelier.
Abstract
In een voorgaand onderzoekstraject door LABO RUIMTE (Departement Omgeving, Vlaamse overheid), Metro-polis I, werd de wisselwerking tussen het spoorsysteem en ruimtelijke ontwikkeling rond stations in Vlaanderen verkend aan de hand van scenario-onderzoek. Een doorvertaling van de inzichten uit deze studie naar actie op het terrein behoeft de interactie tussen verschillende schaalniveaus en de betrokkenheid van een bredere groep aan actoren (beleidsmakers, ontwikkelaars, experten, spoortechnici, stadsontwerpers,…). In Metro-polis II Atelier wordt daarom een reeks ateliersessies georganiseerd als trans-disciplinaire leeromgeving, met aandacht voor het creëren van wervend en inspirerend beeldmateriaal. Ontwerpend onderzoek zal worden ingezet als middel voor ruimtelijke verbeelding en verheldering, om een dialoog op gang te brengen, en om sleutelactoren te verbinden. Het doel is om de inzichten uit de eerste studie (die de meerwaarde aantonen van een betere samenhang tussen ruimte en spoor) bij te stellen en te concretiseren, actoren te detecteren die er op het terrein mee aan de slag kunnen, nieuwe coalities op het spoor te komen, en nieuwe modellen voor samenwerking of governance te ontwerpen om die samenhang ook daadwerkelijk te realiseren. Het Metropolis atelierteam bestaande uit professoren en onderzoekers van Universiteit Antwerpen zal in samenwerking met de opdrachtgever de (ontwerpend) onderzoeksvragen en methodiek van de ateliersessies vormgeven en het gehele proces begeleiden en documenteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Complexe planprocessen: productieve, gezonde en duurzame wijkontwikkeling.
Abstract
Deze opdracht begeleidt de stad Sint-Niklaas bij het onderzoeken van het ontwikkelingspotentieel en de daarbij horende procesvoering van de SVK-site. De opdracht start met het in kaart brengen van de agenda's van de verschillende actoren wat betreft de programmatie van de site. Met de uitbreiding van Stad Sint-Niklaas met de SVK Stadslob zal ook het mobiliteitsnetwerk voor de ontsluiting van de site herbekeken worden. In dit traject maken we ook een inventaris op van internationale voorbeeldpraktijken van ruimtelijke en culturele toe-eigening. Tenslotte zetten we de stap naar implementatie en adviseren we over het beschikbare planningsinstrumentarium, alsook de stedenbouwkundige procesvoering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Goethals Marleen
- Co-promotor: Vandyck Frederik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Operationeel CFD Model voor impact-analyse van ruimtelijke ingrepen op de stedelijke ventilatie.
Abstract
Binnen het hedendaagse debat omtrent leefbaarheid in steden krijgt het topic van natuurlijke ventilatie als mitigerende maatregel steeds meer belang. Vooral op vlak van luchtkwaliteit komt natuurlijke ventilatie sterk op de voorgrond sinds er naast de reductie van lokale emissies (vb. transitie naar elektrisch wagenpark of invoer (ultra) lage emissizones) gezocht moet worden naar alternatieve maatregelen om te voldoen aan de steeds strenger wordende richtlijnen (European standards en World Health Organization (WHO) Air Quality Guidelines (AQGs)). De publieke opinie en de acties van burgerinitiatieven leggen een enorme druk op ruimtelijke planners en stedelijke beleidsmakers om de problemen omtrent luchtkwaliteit en hitte aan te pakken. Algemeen is geweten dat street canyons (straten geflankeerd door gevels van gebouwen aan beide zijden) door hun morfologie de knelpuntzones zijn voor natuurlijke ventilatie en dus sterk geconfronteerd worden met verhoogde pollutiewaarden en problemen omtrent stedelijke hitte. Ruimtelijke planners en stedelijke beleidsmakers hebben tot heden echter weinig bruikbare en betrouwbare tools en kennis voorhanden om deze street canyons te analyseren en om oplossingsgerichte maatregelen te formuleren. Deze vraag vanuit de markt werd naar voren geschoven tijdens gesprekken met Kabinetsadviseurs (Stad Antwerpen), ruimtelijke beleidvoerders (stad Antwerpen, dienst Klimaat & Leefmilieu), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en ontwerpbureaus (Maat-Ontwerpers, OMGEVING). Dit projectvoorsel zet volop in op deze lacune in de markt door het aanreiken van gevalideerde tools (CFD simulaties) voor analyse van bestaande situaties en impactanalyse van ruimtelijke ingrepen gekoppeld aan ondersteuning bij de implementatie van ruimtelijke maatregelen voor de optimalisatie van ventilatie in stedelijke omgevingen en deze als product-dienst aan te bieden aan bedrijven en overheden. Dit door het gebruik van de opgebouwde kennis omtrent deze materie (uniek binnen het Vlaamse kennisveld) binnen de multidisciplinaire samenwerking tussen de onderzoeksgroep Sustainable Energy, Air and Water technology (DuEL) (Faculty of Science, UA) en de onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling (Faculty of Design Sciences, UA). Naast de opgebouwde kennis werd een tool ontwikkeld (CFD model) voor het uitvoeren van gedetailleerde analyses van stedelijke gebieden (focus op street canyons) en het doorrekenen van ruimtelijke ingrepen die inzetten op de optimalisatie van de lokale natuurlijke ventilatie en/of polluentenverspreiding. Het CFD model onderscheidt zich van huidige gangbare modellen doordat het gevalideerd is (a.d.h.v. een uitgebreide meetcampagne) en de mogelijkheid heeft om de aanpassingen aan gebouwconfiguraties door te rekenen (in tegenstelling tot gebruikelijke modellen voor Vlaamse overheden zoals AtmoStreet, IMPACT en CAR die enkel wijzigingen in uitstoot/verkeersstromen kunnen doorrekenen). Voor dit projectvoorstel wordt een IOF-POC develop aangevraagd om het CFD door te ontwikkelen in co-creatie met Stad Antwerpen en VMM en zo op technologisch vlak marktintroduceerdbaar te maken. Verder worden op commercieel vlak stappen genomen (verder markt- en concurrentiescreening, gedetailleerde waardebepaling van de dienst en analyse van reële kosten, zoals personeel maar ook technische zaken zoals meetinfrastrcuctuur en computele rekenkracht) ter onderbouwing van de ontwikkeling van de Service Platform (onderbouwing vervolgaanvraag IOF Service Platform in 2023) met potentiële doorgroei tot spin-off bedrijf. Tot slot werden een aantal alternatieve valorisatiepistes gedetecteerd zoals inschrijven op Europese kaderprogramma's (Interreg, Life, Horizone Europe), samenwerkingsovereenkomsten met overheidsbedrijven voor grootschalige projecten (vb. Lantis) en samenwerkingsovereenkomsten omtrent de opzet van de screeningstool door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Denys Siegfried
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expertenreflectie 3D – ruimtelijk rendement/publieke ruimte.
Abstract
De beleidsverkenning '3D omgevingsplanning' beoogt de impact van deze 3D omgevingsuitdagingen op de omgeving in kaart te brengen en op deze wijze een shift in de omgevingsplanning te realiseren richting een 3D – planning waar rekening wordt gehouden met alle stromen, lagen, volumes en relaties op alle mogelijke niveaus die de fysieke leefomgeving bevatten, waarbij beter inzicht wordt verkregen in de complexe dynamiek van onze leefomgeving.Tijdens een eerste fase van de beleidsverkenning wordt een denkkader uitgewerkt, waar de ondersteuning van experten gevraagd wordt in de vorm van een expertreflectie. De expert staat in voor een beknopte reflectie op de mogelijke toekomstige impact van één of meerdere 3D-uitdagingen op de leefomgeving. In een tweede stap wordt deze reflectie tijdens een workshop via een SWOT- analyse gebruikt als basis om de mogelijke betekenis ervan voor de leefomgeving en omgevingsplanning in te schatten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Visualiseren van "material spatial dimension of waste flows" in de Antwerpse provincie (ATLANTES).
Abstract
Vlaanderen en de Provincie Antwerpen ambiëren tegen 2030 de voetafdruk van grondstofverbruik met 30% te verminderen door meer in te zetten op circulaire economie (CE). Dit project tracht de CE-aanpak te ondersteunen door de ontwikkeling van een online platform dat de afvalstromen van en naar de provincie Antwerpen weet te visualiseren. Dankzij de analyse van afvalstromen kunnen overheden en publieke instellingen immers de impact van hun beleidskeuzes en de geboekte resultaten in deze CE-transitie maximaliseren. Bovendien stelt het bedrijven in staat om hun afvalmaterialen te traceren op provinciaal niveau maar ook nieuwe productieprocessen ontwikkelen waarbij ze hun afvalstoffen ook hergebruiken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbruggen Sven
- Co-promotor: Furlan Cecilia
- Co-promotor: Mercelis Siegfried
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Plan voor gezonde kernverstering in de Merode (KERNGEZOND).
Abstract
Steeds meer komt het belang van een gezonde leefomgeving in de aandacht. Met dit project willen we een bijdrage leveren aan de kennis over gezond versterken van woonkernen in het buitengebied. Door lokale zorgverleners te betrekken in het planproces zoeken we naar een manier om enerzijds het gebied beter te kunnen benutten door de zorgsector, anderzijds het natuurlijke kapitaal in de kernen te verhogen in functie van gezondheid. Het project resulteert in richtlijnen voor ruimtelijk ontwerpers voor gezonde kernversterking. Daarnaast wordt het project beschouwd als een leerproces naar een interdisciplinaire samenwerking tussen de ruimtelijke planning en zorgsector op niveau van beleid, onderzoek en praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: De Blust Gerrit
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
AirTech'byDesign: Technologie en Stadsontwerp samen in de strijd tegen luchtvervuiling in smalle straten.
Abstract
De slechte luchtkwaliteit in onze steden staat momenteel centraal in het publieke debat rond gezonde leefomgeving en vormt het speerpunt van innovatieve stedenbouw en mobiliteitsbeleid. Vooral de zogenaamde 'street canyons' vormen de meest problematische verkeersaders van onze steden: het zijn smalle binnenstedelijke wegen die aan beide zijden geflankeerd worden door een ononderbroken rij (hoge) gebouwen. In deze straatprofielen ligt de luchtkwaliteit vaak onder de Europese normen en die van de Wereldgezondheidsorganisatie. Zowel stedenbouwkundig ontwerp als technologische oplossingen, zoals fotokatalysatoren, hebben bewezen een krachtig instrument te vormen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en de algemene gezondheid van de bewoners. Dit onderzoek beperkt zich echter vaak tot een enkel domein, sector of discipline (biotechniek of stedenbouw) en is vaak beperkt tot de analyse van de impact van een enkele parameter op de luchtkwaliteit. Ten tweede richten de meest bekende maatregelen zich op het verminderen van de uitstoot van verontreinigende stoffen en bevinden ze zich op een hoger plannings- en beleidsniveau. Op lokaal schaalniveau van verkeersintensieve locaties en deze street cayons ontbreekt systematisch onderzoek naar de mogelijke bijdrage van stadsontwerp en technologische interventies om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bovendien is een groep minder bekende verontreinigende stoffen, de zogenaamde vluchtige organische koolstof (VOC), minder gevoelig voor verkeersregels. De behandeling van wegbestrating, wanden en gevels met een fotokatalysator heeft bewezen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. In street canyons zijn de luchtstroomsnelheden echter vaak te laag voor een optimale prestatie van deze fotokatalysatoren. Wijzigingen in het stedenbouwkundig ontwerp (die de luchtcirculatie en de integratie van UV-verlichting verbeteren) kunnen de VOC-emissie in street canyons in de stad verminderen met een minimale milieubelasting. Kortom, wat luchtkwaliteit in street canyons betreft, bestaat er een fundamenteel disciplinair schisma tussen milieu- en stedenbouwkundige ontwerpwetenschappen. Om te kunnen omgaan met de ruimtelijke verdeling van luchtverontreiniging en de hoge drempel om technologische innovatie te introduceren in stadsplanning, wil dit onderzoeksproject milieu- en ontwerpwetenschappen combineren. Daarom besloten de Onderzoeksgroep voor Stedelijke Ontwikkeling (Ontwerpwetenschappen), DuEL en BioGEM (Ingenieurswetenschappen) om samen deze urgente uitdaging aan te pakken. De wetenschappelijke uitdaging die in dit project wordt aangegrepen, is drieledig: (1) Inzicht verwerven in de ruimtelijke en moleculaire verspreiding van VOC in de stedelijke omgeving, met de nadruk op street canyons, (2) Maximaliseren van het effect van ruimtelijke interventies door en fotokatalytische reductietechnieken om de luchtkwaliteit van street canyons te verbeteren; (3) Formuleren van richtlijnen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in street canyons op basis van LCA-metrieken en extrapoleren van de methodologie naar toekomstige technologische verbeteringen. Samen bieden deze uitdagingen een kans om de gezondheidsproblemen onze stedelijke street canyons te verbeteren. Verdeeld over vier werkpakketten en vier jaar, vraagt deze multidisciplinaire aanpak van deze uitdaging om een combinatie van methodologieën, gaande van literatuuronderzoek tot onderzoek door ontwerp, over modellering en casestudy-onderzoek. De Turnhoutsebaan in Antwerpen wordt geselecteerd als casestudy en is representatief voor typische Vlaamse street canyons op het niveau van ruimtelijke structurerende kenmerken (lengte, hoogte-breedteverhouding), verkeersdichtheid, aangetoonde hoge luchtvervuilingsniveaus en de beschikbaarheid (of afwezigheid) van groene infrastructuur.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Billen Pieter
- Co-promotor: Tytgat Tom
- Mandaathouder: Voordeckers Dimitri
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Healthy corridors as drivers of social housing neighbourhoods for the co-creation of social, environmental and marketable NBS (URBiNAT).
Abstract
Keen Nederlands URBiNAT focuses on the regeneration and integration of deprived social housing urban developments through an innovative and inclusive catalogue of Nature-Based Solutions (NBS) ensuring sustainability and mobilising driving forces for social cohesion. Interventions will be focused on the public space to co-create with citizens new urban, social and nature-based relations within and between different neighbourhoods.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pottgiesser Uta
- Promotor: Vallet Nathalie
- Co-promotor: Vallet Nathalie
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herbestemming ondergrondse parkings.
Abstract
Mobiliteits- en vastgoedexperten voorspellen een sterk gereduceerde parkeervraag in onze binnensteden voor de komende decennia. Steden zetten in op een duurzamere modal shift: meer ruimte voor openbaar vervoer, fietsers en voetgangers. Ook een toenemende deelmobiliteit (waaronder op lange termijn de zelfrijdende wagen) zou de parkeerbehoefte in onze steden aanzienlijk doen krimpen. Ook vanuit klimaatadaptie en gezondheidsoverwegingen wordt een herziening van de bovenmaatse auto-infrastructuur in stadscentra bepleit, en in steeds meer steden als prioritaire beleidsdoelstelling toegepast. Het internationale paradigma van steden op mensenmaat lijkt hand in hand te gaan met het herzien van de plaats van de auto in de stad. Raf Ilsbroekx en Maarten Van Acker verkenden de mogelijkheden van herbestemming van ondergrondse stadsparkings aan de hand van internationale casestudies en ontwerpend onderzoek. De tentoonstelling CASCO -1 toont de resultaten van het onderzoek dat in 2018 bekroond werd met een BWMSTR-label. Het label inspireerde de opstart van nieuwe doctoraatsonderzoeken rond de herbestemming van infrastructuur en het (her)ontwerpen van ondergrondse ruimtes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van (buitenlandse) voorbeelden van infrastructuurprojecten gekoppeld aan gebiedsontwikkeling.
Abstract
In het kader van de verkenningsfase van het complex project Noordzuidverbinding Limburg worden 'vergelijkbare' best practices van infrastructuurontwerp bestudeerd in het binnen – en buitenland met een vergelijkbare problematiek en reikwijdte (vb. nieuwe infrastructuur in een min of meer verstedelijkte omgeving), die ondertussen volledig of toch ten minste gedeeltelijk gerealiseerd zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gobelin: groenblauwe netwerken in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van de opdracht is ten eerste om op basis van een gedegen wetenschappelijke onderbouwing vanuit de literatuur een door alle partners ondersteunde afbakening van het begrip groenblauwe netwerken te formuleren, gebaseerd op de doelen van biodiversiteit, klimaat en leefkwaliteit. Op basis van deze afbakening/definitie dient het bestaande groenblauwe netwerk en de potentie voor uitbreiding en kwalitatieve versterking in beeld te worden gebracht. Het laatste deel van de opdracht bestaat uit ontwerpend onderzoek, waaronder de uitwerking van concrete cases met als doel om de theorie in de praktijk te brengen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Notteboom Bruno
- Co-promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Envies de Loire. International design competition of the Metropolitan region Tours Val de Loire
Abstract
Het cureren van de internationale ontwerpwedstrijd was onderdeel van het regionale programma Envies the Loire, geïnitieerd door het stedenbouwkundig agentschap van de stad Tours. De wedstrijd werd gelanceerd met het doel om ontwikkelingsscenario's en voorstellen te krijgen die de Loire terug in het hart van het leven van Metropolitan plaatsen. Dit onderzoek ontwikkelde inzichten, die de mogelijkheden onthulden om een synthese te maken tussen de wensen van de lokale bewoners met de criteria van UNESCO om de Val de Loire op de Werelderfgoedlijst te zetten. Het onderzoek vond manieren om dit gebied opnieuw toe te eigenen door bewoners en bezoekers, creëerde nieuwe publieke ruimte die rekening houdt met hedendaagse uitdagingen (klimaatverandering, groen-blauwe verbindingen, duurzame mobiliteit, digitale transitie, toerisme, veerkracht enzovoort).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herontwerp van historische sites in functie van toekomstige maatschappelijke uitdagingen en beleidsmatige prioriteiten van lokale besturen.
Abstract
Het Ursulineninstituut te Sint-Katelijne-Waver, de kolonie Wortel-Merksplas en het Fort te Mortsel zijn publieke historische erfgoed sites die in de loop der jaren (voor een gedeelte) hun functie hebben verloren. In de toekomst moet er gezocht worden naar een herbestemming, die (I) enerzijds moet inspelen op nieuwe maatschappelijke uitdagingen en daarmee samenhangende (strategische) beleidsmatige prioriteiten van de betrokken lokale besturen, maar (II) anderzijds geen afbreuk mag doen aan de historische waarde van deze historische erfgoed gebouwen. Voor deze zoektocht kan 'ontwerpend onderzoek' ('research by design') als methodiek ingezet worden, om te komen tot verschillende opties voor deze herbestemming, waarbij elke optie resulteert in nieuwe inzichten ten opzichte van vorige opties. Deze inzichten zijn erg belangrijk om te komen tot een definitief ontwerp. Vanwege hun expertise in deze methodiek, kunnen onderzoekers binnen de Universiteit van Antwerpen (i.e. faculteit Ontwerpwetenschappen, Henry van de Velde onderzoeksgroep), de organisatie Kempens Landschap bijstaan in hun zoektocht naar een gepaste herbestemming voor deze erfgoed sites.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vallet Nathalie
- Co-promotor: Notteboom Bruno
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De Kwaliteitskamer, nl. het Stadsatelier.
Abstract
Een team van experts in stadsontwikkeling komt onder de noemer Stadsatelier tweewekelijks samen om grootschalige bouwprojecten van meet af aan bij te sturen. Zo moet de stad Oostende op een eenduidige maar innovatieve manier verder ontwikkelen. Het Stadsatelier speelt niet enkel een rol bij huisvestingsprojecten, maar ontwikkelt tegen 2017 ook een Globaal Strategisch Ontwikkelingsplan over hoe de stad er op lange termijn moet uitzien.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stadsontwikkeling per fiets. Een ruimtelijk instrument om het fietsen langs stedelijke corridors te verbeteren.
Abstract
Dit onderzoek wil inzicht geven in de factoren die de fietsbaarheid van onze steden bepalen en aantonen hoe we de fietscondities en de ruimtelijke omgeving van de fietser kunnen verbeteren. In een eerste fase wordt op zoek gegaan naar een fundamentele methode om de ruimtelijke factoren die de routes van fietsers bepalen (veiligheid, comfort, hindernissen, voorzieningen…) te definiëren. De bestaande literatuur wordt bevraagd en aangevuld met een casestudie onderzoek langsheen drie fietscorridors in de Stad Antwerpen. Ondersteund door de Transport Institute van de TUDelft (prof. Kees Maat), worden de routes van fietsers in kaart gebracht en bevraagd via GIS-software en fietsers uit te rusten met data-applicaties. De resultaten worden gepaard met ruimtelijk cartografisch onderzoek en aangevuld met de bevraging van de belangrijkste stakeholders (fietsersbond, selectie van buurtbewoners, stad Antwerpen, provincie Antwerpen, AWV). In de tweede fase van het onderzoek worden er, op basis van de gedefinieerde parameters van fietsbaarheid, via ontwerpend onderzoek ruimtelijke ingrepen geformuleerd die de fietsbaarheid langsheen deze corridors kunnen verbeteren. Met de stakeholders wordt een co-creatieproces opgestart, waarbij tijdens gezamenlijke ontwerpsessies de ontwerpvoorstellen besproken en verbeterd worden. Uit de bevindingen van dit iteratief ontwerpend onderzoek op drie verschillende case studies (Turnhoutsebaan, Mechelsesteenweg en Singelfietspad) worden ontwerprichtlijnen gedestilleerd om de fietsbaarheid in steden fundamenteel te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Begeleiding en hoofdredactie Kempenatlas.
Abstract
De Kempen zijn een regio in voortdurende transitie. Doorheen de geschiedenis werden allerlei ambities en grootschalige droombeelden op de zanderige heidegronden geprojecteerd. Vaak tabula rasa, met alle gevolgen van dien. Vandaag worden opnieuw ambitieuze projecties losgelaten op de regio. Om de historische fout van tabula rasa te vermijden, start AR-TUR samen met de Universiteit Antwerpen een project op dat net de eigenheid van Kempen in kaart brengt. Het project wil een basisdocument opleveren – in de vorm van een atlas – dat de kwaliteiten van de regio helder in kaart brengt, zodat toekomstige projecten zich hierin kunnen verankeren en zich door laten inspireren. Maarten Van Acker is hoofdredacteur van het boek. De cartografische expertise wordt uitbesteed aan het Nederlandse architectuurbureau MUST. De fotografie wordt verzorgd door Filip Dujardin. De Atlas wordt uitgegeven bij Public Space.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Adviesverlening en voorbereiding van het Globaal Strategisch Onwikkelingsplan (GSO).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Alternatieve voorzetten van ontwerpen voor Kasteeldomein Zellaer (Bonheiden), de Kasteelhoeve (Grobbendonk), Molendomein Beddermolen (Tongerlo-Westerlo) en rangeerstation (Essen), domein Hof ter Laken en mogelijk nog extra domeinen.
Abstract
De opzet van dit project is het aanreiken van alternatieve ontwerpvoorstellen of scenario's voor een aantal historisch waardevolle open ruimte gebieden in de Provincie Antwerpen die de organisatie Kempens Landschap via aankoop tracht open te stellen voor het publiek. Via ontwerpend onderzoek (i.e. methodologie) worden er per scenario verschillende visualisaties of 3D-beelden uitgewerkt die zowel inspirerend zijn voor de uiteindelijke ontwerpkeuzes als voor de onderhandelingen met potentiële (netwerk)partners.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vallet Nathalie
- Co-promotor: Notteboom Bruno
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opmaken van een ontwikkelingsstrategie in het kader van de leefbaarheid van dorpen (netwerk).
Abstract
Dorpen hebben momenteel te kampen met uitdagingen zoals bv. ontgroening, vergrijzing, druk op de dienstverlening, slechte woningkwaliteit, beperkt openbaar vervoer, aantasting van de sociale cohesie, …. Door deze ontwikkelingen komt de leefbaarheid van dorpen sterk onder druk staan. Toch is een goede leefomgeving belangrijk voor het samenleven en het "zich goed voelen" van de bewoners. Dit onderzoeksproject biedt een praktisch kader voor dorpsontwikkeling voor het verbeteren van de leefbaarheid met keuzemogelijkheden en bijhorende gevolgen. Een praktisch kader wordt uitgewerkt voor verschillende beleidsdomeinen (wonen, zorg, voorzieningen, werk, landbouw) met bijhorende set van indicatoren (met gegevens) en een instrumentenkoffer.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
- Co-promotor: Coppens Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kleine infrastructuurprojecten met een grote impact op de stad. Onderzoek van internationale succespraktijken van passages. Register 2.
Abstract
Terwijl steden blijven groeien, reizen hun bewoners steeds langere afstanden, tussen steeds meer diverse bestemmingen, met behulp van een steeds breder scala aan transportmethoden, snelheden en middelen. Bovendien, terwijl het mobiliteitssysteem steeds complexer wordt, blijven vervoersnetwerken vaak ontworpen los van elkaar. Dit onderzoek richt zich op de passage als een snelkoppeling, een overgangsruimte, een speciale route, als een cruciaal stedelijk hulpmiddel bij het vergemakkelijken van de toegang tot de verschillende voorzieningen en mobiliteiten van de stad.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Adviesverlening over de implementatie in het kader van de ontwikkeling en uitwerking van een visie voor stadsvernieuwing in al zijn aspecten voor de hele Stad Oostende.
Abstract
Onderzoek naar de implementatie van het algemeen stedenbouwkundig en architecturaal ontwikkelingskader, hieronder wordt onder meer verstaan de ontwikkeling en uitwerking van een visie voor stadsvernieuwing in al zijn aspecten voor de he Ie stad Oostende; het voorbereiden van de inhoud van het Globaal Strategisch Ontwikkelingsplan (GSO) en een gedetailleerde planning en de hieraan verbonden kosten opmaken voor de uitvoering van het GSO. Ook begeleiding geven aan projectgebonden ruimtelijke uitvoeringsplannen kwaliteitsadvies maakt deel uit van dit project, parallel met de opmaak van het visiedocument; evenals de nieuwe inbreidingsprojecten uit het WoonplanBis opstarten, begeleiden en er een finaal advies over geven; aanvullend architecturaal en stedenbouwkundig advies geven aan de strategische bouwprojecten van de stad.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Storm in de Stad. Wat kunnen de architectuur, de stedenbouw en meer specifiek de steden in Vlaanderen leren van de New Yorkse aanpak?
Abstract
Maarten Van Acker kreeg in 2011-2012 de kans om een jaar les te geven en onderzoek te doen aan Parsons – The New School for Design in New York, dankzij een beurs van het Belgian American Educational Foundation. In opdracht van het vaktijdschrift RUIMTE, schreef Maarten een reeks van essays over het raakvlak tussen leven en stedenbouw in New York. Binnen dit project wil Maarten de artikels uitwerken tot internationale publicatie met GPRC-label.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De behartiging van het voorzitterschap van de Spilliaertcommissie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontwerp van duurzame, inclusieve publieke interieurs vanuit een stedenbouwkundig en interieur-architecturaal perspectief
Abstract
"Stedelijke publieke ruimte vormt één van de wezenskenmerken van de stad, van het stedelijk leven, van de stadscultuur. Om die redenen zijn hybride vormen van publieke ruimte, de zogenaamde tweede publieke ruimte, pas interessant in zoverre ze geen ondermijning vormen van de eerste publieke ruimte." (Borret, beleidsnota 2006-2011, p.39) Kristiaan Borret, voormalig stadsbouwmeester van Antwerpen, wijst in zijn beleidsnota op de kwaliteiten van de zogenoemde 'tweede publieke ruimte', namelijk passages, insteken, toegankelijke binnengebieden en open interieurs. Ze mogen echter niet de levendigheid van de zogenoemde 'eerste publieke ruimte', namelijk de straten en pleinen, aantasten, aldus Borret. Ook andere auteurs wijzen op de gevaren van de 'tweede publieke ruimten' voor de kwaliteit van de publieke ruimte. (Sorkin 1992; Avermaete & Teerds 2007, Koolhaas 2002; De Cauter 2004). Anderzijds kunnen deze 'tweede publieke ruimten' juist een ontmoetingsplaats vormen voor groepen die geen plaats vinden in de straten en pleinen. Architect Manuel de Sola-Morales (1992) wees juist op het belang van deze nieuwe vormen van publieke ruimte die het alledaagse leven van de huidige Europese stad kunnen stimuleren. Stedenbouwkundige Ali Mandanipour (2010) meent dat deze ruimten juist een tegenwicht kunnen bieden voor sociale fragmentatie in de stad. Tenslotte dient het ontwerp van deze ruimten ook duurzaam in tijd te zijn. Tot nu toe werd vooral de 'eerste publieke ruimte' onderzocht binnen door academici werkzaam binnen stadsontwerp en stedenbouw. Daarnaast werden vanuit architectuur en interieurarchitectuur heel specifieke publieke interieurs, zoals kinderdagverblijven of winkel- en zorgcentra, bestudeerd. Maar een interdisciplinaire benadering ontbrak tot nu toe. Deze studie wil de disciplinaire grenzen overschrijven en zoeken naar een gemeenschappelijke taal of framework om de 'tweede publieke ruimten' op een meer holistische manier te ontwerpen. De onderzoeksvraag stelt: Hoe kunnen we duurzame, kwalitatieve publieke interieurs of 'tweede publieke ruimten' ontwerpen die bovendien geïntegreerd zijn in een breder netwerk met de 'eerste publieke ruimte'? Om dit te bereiken, zullen we ontwerpprincipes ontwikkelen die gebaseerd zijn op theorie over de publieke ruimte en het stadsontwerp enerzijds, als (interieur)architectuurtheorie anderzijds. Daarenboven worden die getest in diverse casestudies.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Vos Els
- Co-promotor: Van Acker Maarten
- Mandaathouder: Poot Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
IVM - internationaal programma "Passages, transitional spaces for the 21st-century city".
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inspelen op de demografische uitdagingen: capaciteitsvraagstuk voorzieningen, doordacht beheer van (claims) op schaarse ruimte in de context van een groeiende stad.
Abstract
Dit project betreft Programmaspoor 3: Slim omgaan met ruimte - Deelpakket 2: leegstand en herbestemming. De interlokale vereniging kenniscentrum Vlaamse steden wenst een overzicht te krijgen op de problematiek van leegstand in Vlaanderen in functie van een betere benutting van de beschikbare gebouwde ruimte, en in functie van het tegengaan van een potentieel verval van de gebouwde ruimte.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coppens Tom
- Co-promotor: Van Acker Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject