Kleine Spelers in het Grote Machtsspel: de Diplomatieke Tussenpersonen van Koning Leopold II in het late Qing-China. 01/11/2022 - 31/10/2026

Abstract

Dit project introduceert een diepte-onderzoek naar het netwerk van formele en informele diplomatieke tussenpersonen van de Belgische koning Leopold II in het late Qing-China. Ondanks Belgische infrastructurele investeringen in Oost-Azië verbonden aan de konings imperialistische ambities, wordt de aanwezigheid van Belgische agenten in China zelden of nooit vermeld in de bestaande literatuur. Een analyse naar de positie en netwerken van deze actoren biedt nochtans een unieke inkijk in inter-imperiale dynamieken en relaties die zich ontvouwden in deze dynamische transnationale gemeenschap. Aangezien de agenda's van deze Leopoldiaanse agenten niet altijd strikt gebonden waren aan 'Leopoldiaanse' of 'Belgische' belangen, nuanceert dit project de idee van Leopold II als hoofdrolspeler binnen het koloniale web. Via combinatie van socio-culturele technieken van New Diplomatic en New Imperial History is dit onderzoek in staat het lineaire en teleologische narratief van de Big Game in China te deconstrueren. Door de aandacht te verleggen voorbij de metropool-periferie dichotomie die de huidige geschiedschrijving nog steeds bepaalt, zal deze actor-studie een diepgaander narratief construeren van 'westerse' imperialisme in China, met aandacht voor de rol van tussenpersonen van kleinere mogendheden, inter-imperiale samenwerking en competitie en de mechanismen van informele diplomatie in semikoloniale regio's.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kleine Spelers in het Grote Machtsspel: de Diplomatieke Tussenpersonen van Koning Leopold II in China, 1865-1909. 01/11/2021 - 31/10/2022

Abstract

Dit project focust op de Belgische aanwezigheid in Qing-China, wat zich uitte in infrastructurele investeringen en nauw verbonden was met de imperialistische ambities van Koning Leopold II. De opzet is een diepgravend onderzoek van Leopolds web van agenten in China tijdens de periode 1865-1909. Hoewel de verschillende 'diplomatieke' agenten van de koning in contact stonden met het paleis, waren hun eigen agenda's niet altijd gebonden aan strikt 'Leopoldiaanse' of 'Belgische' belangen, maar soms ook aan die van andere machten die in China actief waren. Door een socioculturele analyse op microniveau te combineren met onderzoek naar grotere politiek-economische processen, zal dit project de gedachten, praktijken en netwerken van deze 'grensoverschrijdende' mensen – veelal mannen, maar ook enkele vrouwen – blootleggen vanuit het weinig gehanteerde perspectief van 'kleine machten' zoals België. Belgische staatse en niet-staatse agenten worden zelden vermeld in de literatuur over het late Qing-China. Door aandacht te verleggen voorbij de metropool-periferie dichotomie die nog steeds de historiografie grotendeels bepaalt, zal deze socioculturele en 'actoriële' geschiedenis van Leopoldiaanse/Belgische expansie in China een meer gelaagd narratief construeren van 'westers' imperialisme in China, met aandacht voor inter-imperiale samenwerking en competitie en de nog nauwelijks bestudeerde werking van de informele (dynastieke) diplomatie in semikoloniale regio's.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Plenum 2.0. De broodnodige actualisering van een beproefd onderzoeksinstrument. 01/01/2020 - 31/12/2021

Abstract

In 2010 creërde Power in History het internetplatform Plenum.be, waarmee de gedigitaliseerde Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers publiek toegankelijk en doorzoekbaar werden gemaakt. Vandaag is dit veelgebruikte, maar technisch achterhaalde instrument aan een grondige herwerking toe. Met dit project willen we concreet 1) een nieuwe databank ontwerpen om betere zoekresultaten te garanderen, 2) een nieuwe, gebruiksvriendelijke website bouwen, 3) de Handelingen onderwerpen aan de meest actuele OCR-technieken, 4) types tekst en teksten van individuele sprekers in de databanken van elkaar onderscheiden en 5) alles op een nieuwe, aan de UAntwerpen gelocaliseerde server plaatsen. Op die manier willen we de toegankelijkheid van de Handelingen voor academische en niet-academische onderzoekers gevoelig verhogen en vernieuwende vormen van discursief onderzoek (ook internationaal en interdsciplinair) mogelijk maken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Europese fascinatie voor Arabisch socialisme: West-Europese sociale bewegingen en ontwikkeling en mensenrechten in de Arabische socialistische wereld, jaren 50 - 80. 01/10/2016 - 30/09/2017

Abstract

In de nasleep van de naoorlogse dekolonisatie kwamen verschillende vormen van Arabisch socialisme tot hun hoogtepunt in de Arabische wereld. Zij inspireerden revolutie, protest en hervorming. Hoewel we een goed zicht hebben op de invloed van het Arabische socialisme op de betrokken moslimsamenlevingen, en hoewel zijn rol in internationale betrekkingen voorwerp is van nieuw onderzoek, is er veel minder bekend over de invloed van het Arabische socialisme op de niet-gouvernementele verhoudingen tussen West-Europa en de Arabische wereld. Het doel van dit onderzoeksproject is om de netwerken en ideeën te bestuderen die sociale bewegingen in West-Europa en de Arabische wereld verbonden. Op deze manier behandelt het cruciale problemen in de geschiedenis van transnationale noord-zuidverbindingen, 'socialistische' globalisering en mensenrechten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

NISE - Nationale bewegingen en intermediaire structuren in Europa. 01/01/2015 - 31/12/2017

Abstract

Sinds het einde van de 18de eeuw hebben nationalisme, nationale bewegingen en nationale identiteit een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Europa. Ondanks de vele lokale specifieke omstandigheden en de historische variabelen zijn er parallellen tussen de nationale bewegingen. De discoursen van nationale uniciteit werden gecreëerd in een context van intense internationale uitwisseling over de nationale grenzen heen. Bovendien kunnen nationale ideologieën alleen door hun dialectische relatie met elkaar worden gedefinieerd. Het feit dat nationale bewegingen voornamelijk transnationaal zijn, is nog niet voldoende bestudeerd. Er zijn relatief weinig studies over transfers en transnationale invloeden in de constructie van naties en er is een gebrek aan empirisch gebaseerde vergelijkingen: nationale identiteit is voornamelijk bestudeerd in afzonderlijke landen. Zelfs wanneer vergelijkingen worden gemaakt, worden de gevallen vaak gekozen uit hetzelfde geografische gebied. Daarnaast is veel informatie over de bronnen voor de studie van nationale bewegingen gebaseerd op ongecontroleerde data, die niet systematisch worden gepresenteerd. Tot op heden is er geen gecoördineerde inspanning op Europees niveau geweest om records, documentatie en informatie over dit onderwerp te verzamelen, om ze te bewaren en bekend te maken voor onderzoek. Tegelijkertijd is er ook behoefte aan advies en ondersteuning voor het behoud en de bekendmaking van de bronnen. Daartoe is het interdisciplinaire NISE-netwerk opgericht. Het hoofddoel is om vergelijkende en transnationale studies op nationaal en regionaal vlak te maken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Oost vs. West? Een radicaal comparatief perspectief op naties en nationalisme in de Europese geschiedenis (19de-20ste E.). 01/01/2014 - 31/12/2018

Abstract

Nations and nationalism from the margins. A research agenda Dit internationale samenwerkingsverband wil het naties en nationalismeonderzoek vanuit 3 perspectieven vernieuwen: 1. Thematisch: door sociale groepen te bestuderen die geen deel uitmaken van national(istisch)e bewegingen, die zich verzet hebben tegen nationale integratie en/of die verwaarloosd zijn binnen het onderzoek. 2. Methodologisch en heuristisch: door naties en nationalisme te reframen van buiten het veld van het nationalismeonderzoek (bv. vanuit urban studies, ethnomethodology), door onderzoekers uit verschillende velden samen te brengen (geschiedenis, politieke wetenschappen, sociologie, antropologie, literatuurwetenschappers, enz.), en door originele of onderbenutte bronnen te gebruiken. 3. Geografisch: door 'marginale' casussen in het onderzoek te betrekken of te vergelijken. Om deze onderzoeksagenda te realiseren, organiseren we vier intensieve workshops die moeten uitmonden in een publicatie: : 1. Breaching banal nationalism 2. National indifference 3. National identification and personal experience 4. Rethinking civic vs. ethnic nationalism Meer info op: www.uantwerpen.be/en/conferences/from-the-margins/programme/

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Universalisme vs. particularisme in de transnationale civil society van mensenrechtenorganisaties. Amnesty International USA en Human Rights Watch tussen samenwerking en concurrentie (1978-2008). 01/10/2012 - 30/09/2014

Abstract

Aan het begin van de 21ste eeuw is het aantal NGO's die in de transnationale civiele samenleving opereren bijna ontelbaar. Men kan de proliferatie van mensenrechtenorganisaties (MROs) toejuichen maar men zou zich ook moeten afvragen waarom er zoveel zijn. Weerspiegelt dit een effectieve arbeidsverdeling of wijst het op particularistische belangen? Dit project, dat nauw aansluit bij de recente groei van historisch onderzoek in MROs, focust op de spanning tussen hun universalistische missie en hun particularistische tendensen. De onderliggende hypothese is dat de toegenomen participatie van MROs in een 'mensenrechtenmarkt' een competitie heeft gecreëerd dat soms botst met de universalistische logica van samenwerking en de verdediging van mensenrechten. Met andere woorden: organisatorisch eigenbelang kan het universeel ideaal van de mensenrechten gefragmenteerd en de effectiviteit van de activiteiten en de campagnes van de MROs belemmerd hebben. Deze hypothese zal getest worden via een analyse van de relaties tussen Amnesty International USA en Human Rights Watch voor de periode 1978 ¿ 2008, waarbij een structureel-kwantitatief onderzoek (historische sociale netwerkanalyse) en een kwalitatieve bronnenstudie gecombineerd zullen worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BOF Expatriatievergoeding VLIR Leerstoel Rubens 2012. 01/01/2012 - 31/05/2012

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Universalisme vs. particularisme in de transnationale civil society van mensenrechtenorganisaties. Amnesty International USA en Human Rights Watch tussen samenwerking en concurrentie (1978-2008). 01/10/2010 - 30/09/2012

Abstract

Aan het begin van de 21ste eeuw is het aantal NGO's die in de transnationale civiele samenleving opereren bijna ontelbaar. Men kan de proliferatie van mensenrechtenorganisaties (MROs) toejuichen maar men zou zich ook moeten afvragen waarom er zoveel zijn. Weerspiegelt dit een effectieve arbeidsverdeling of wijst het op particularistische belangen? Dit project, dat nauw aansluit bij de recente groei van historisch onderzoek in MROs, focust op de spanning tussen hun universalistische missie en hun particularistische tendensen. De onderliggende hypothese is dat de toegenomen participatie van MROs in een 'mensenrechtenmarkt' een competitie heeft gecreëerd dat soms botst met de universalistische logica van samenwerking en de verdediging van mensenrechten. Met andere woorden: organisatorisch eigenbelang kan het universeel ideaal van de mensenrechten gefragmenteerd en de effectiviteit van de activiteiten en de campagnes van de MROs belemmerd hebben. Deze hypothese zal getest worden via een analyse van de relaties tussen Amnesty International USA en Human Rights Watch voor de periode 1978 ¿ 2008, waarbij een structureel-kwantitatief onderzoek (historische sociale netwerkanalyse) en een kwalitatieve bronnenstudie gecombineerd zullen worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Legerdienst als burgerplicht? Een politiek-sociale geschiedenis van de relatie tussen leger en burgersamenleving in België (1830-1914) 01/07/2010 - 31/12/2014

Abstract

Dit project analyseert in welke mate en hoe legerdienst in België een doorgeefluik kon zijn van normen en waarden tussen het leger en de burgersamenleving in de periode 1830-1914. Het stelt met name de vraag of dienstplicht 'civiliserende' effecten heeft gehad op het leger dan wel of er een 'militariserende' invloed van is uitgegaan op de burgersamenleving. Concreet doet het dit via een onderzoek van de nationale politieke arena.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De natie in de stad: imagining the nation beyond Benedict Anderson. 01/02/2009 - 31/12/2010

Abstract

Dit project is een aanzet tot internationale samenwerking met partners in Oxford en Leiden. Doel is de historische kennis over natievormingsprocessen in de 19de eeuw in een fundamenteel nieuwe richting te sturen. Met name het paradigma van de imagined communities van B. Anderson wordt ter discussie gesteld via een comparatief onderzoek naar de verbeelding van de natie binnen verschillende stedelijke milieus in België, Nederland en Duitsland.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De verbeelding van de periferie en het centrum van de wereld. Een verkenning van de globale en transnationale aspecten van natievorming in België en Nieuw-Zeeland tijdens de 19de en 20ste eeuw. 01/12/2008 - 30/11/2009

Abstract

Dit comparatieve project zal de spanning tussen centrum en periferie onderzoeken in de constructie van nationale identiteit in België en Nieuw-Zeeland tijdens de 19de en 20ste eeuw. Om hun kleine omvang, geringe internationale gewicht en perifere positie te compenseren, hebben beide zich namelijk verbeeld als frontier nations. De globale invalshoek situeert zich op drie niveaus: inhoudelijk (representatie), analyse (verklaring) en methodologie (ruimtelijke schalen).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject