Abstract
Eén van de klassieke takken van het internationaal recht is de immuniteitsleer. Net zoals staten immuniteiten en privileges genieten, worden deze immuniteiten en privileges toegekend aan internationale organisaties. Echter, waar de theorie van absolute staatsimmuniteit vanaf de jaren '50 geleidelijk aan geamendeerd werd (Dralle t. Tsjechoslawakije), kan hetzelfde niet gezegd worden van de immuniteitsleer inzake internationale organisaties. Integendeel, een tegenovergestelde beweging voltrok zich, waarin internationale organisaties zich meer en meer op een volledige immuniteit beriepen en deze ook toegekend kregen door hoven en rechtbanken. Terwijl internationale organisaties groeiden in grootte en aantal, en een steeds breder spectrum aan activiteiten ontwikkelden, werd ook het spectrum van hun immuniteit steeds breder. Deze expansie in activiteiten die reeds vroeger voor staten een absolute opvatting van immuniteit onmogelijk had gemaakt, dient nu tot eenzelfde conclusie te leiden ten opzichte van internationale organisaties. Het onderzoek spitst zich toe op schendingen van mensenrechten door internationale organisaties. De ontwikkeling van onder meer internationale financiële instellingen als de Wereldbank en het IMF tot de voornaamste actoren
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)