Abstract
Wanneer kunnen we spreken van een handeling? En wanneer is het eerder zo dat iets je overkomt? In de filosofie wordt er al lange tijd het onderscheid gemaakt tussen een louter lichamelijke beweging en een intentionele handeling. Dit onderscheid is van belang voor, onder andere, de manier waarop we nadenken over autonomie en verantwoordelijkheid. Het is ook sterk gekoppeld aan het idee van reden-responsiviteit: of iemand adequaat reageert op redenen voor of tegen bepaalde beslissingen.
Gewoontes en vaardigheden passen niet in dit plaatje. Enerzijds zijn ze in de categorie van het handelen te plaatsen, maar tegelijk ook in de categorie van de louter lichamelijke beweging. Dat komt omdat ze zowel doelgericht alsook automatisch te categoriseren zijn. In reactie hierop is een tussencategorie voorgesteld, waardoor we kunnen onderscheiden tussen louter lichamelijke bewegingen; activiteiten; en intentionele handelingen. Deze oplossing loopt echter tegen nogal wat problemen aan.
Het doel van dit project is om deze tussencategorie en haar relatie tot de andere categorieën beter te begrijpen. Dit wordt gedaan aan de hand van een grondige studie naar gewoontes en vaardigheden. Daarbij wordt gekeken naar het pragmatisme en de gesitueerde wijsgerige psychologie. Daarnaast wordt er gekeken naar de cognitiewetenschappen. Daarbij ligt een focus op de verschillende vormen van controle alsook op metacognitieve processen. Beide componenten worden geïntegreerd in een model van sterk verweven cognitie (cognitie is niet-hiërarchisch georganiseerd en zeer geïntegreerd).
Via deze studie wordt een nieuw model van handelen voorgesteld dat beter aansluit op de huidige bevindingen in de cognitiewetenschappen. Dit zal ons nieuwe handvatten geven om na te denken over autonomie en verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld binnen de discussie over impliciete oordelen.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)