Onderzoeksgroep

Expertise

Mijn onderzoeksfocus is het bestuderen van musculoskeletale pijn vanuit een breed biopsychosociaal kader bij verschillende groepen van patiënten die pijn lijden en het opvolgen van kunstenaars met een verhoogd risico op het ontwikkelen van musculoskeletale pijn. Dit onderzoek is in lijn met de speerpunten 'Neurowetenschappen' en Volksgezondheid en Eerstlijnszorg van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Technologie ondersteunde hoog intensieve training voor chronische lage rugpijn: de Techno-HIT studie. 01/10/2022 - 30/09/2026

Abstract

Chronische lage rugpijn (CLBP) is één van de meestvoorkomende chronische musculoskeletale aandoeningen wereldwijd, verantwoordelijk voor de hoogste niveaus van invaliditeit. Implementatie van oefentherapie (ET) in de behandeling van CLBP wordt aangeraden door alle state-of-the-art richtlijnen, maar er is echter meer onderzoek nodig om specifieke modaliteiten van ET en hun onderliggende mechanismen te onderzoeken, aangezien dit de behandelingsresultaten kan optimaliseren. Onze onderzoeksgroep heeft aangetoond dat hoogintensieve training (HIT) een waardevolle methode kan zijn om de effectgroottes van ET te verbeteren bij personen met ernstig invaliderende CLRP (PwCLRP). Het toevoegen van technologie kan bijdragen aan het verhogen van de therapietrouwheid, waardoor PwCLRP worden aangemoedigd om hun oefeningen te blijven uitvoeren en het revalidatieproces te verlengen. Een dubbelblind drie-armig multicentrum RCT zal worden uitgevoerd, waarbij 168 PwCLBP worden gerandomiseerd in 3 groepen. Patiënten met cLBP die zich presenteren bij UZA/Jesse voor consultatie en start van een revalidatieprogramma, en die voldoen aan de inclusiecriteria, worden door de arts geïnformeerd over dit onderzoek. Als ze geïnteresseerd zijn, wordt een goedkeuringsformulier uitgegeven en ondertekend, gevolgd door informed consent. Patiënten die het informed consent binnen 2 weken ondertekenen en retourneren, worden gecontacteerd voor mogelijke inschrijving. Alle 3 de groepen starten met een biopsychosociaal educatieprogramma (BPS) (4 sessies), gevolgd door ET in het ziekenhuis gedurende 12 weken (12x/week). Groepen 1 en 2 zullen HIT-training krijgen, groep 3 zal Moderate IT (MIT)-training krijgen. Vervolgens wordt een 12 weken durend ET -programma (2x/week) thuis voortgezet, waarbij groep 1 wordt ondersteund door een app (TECH-HIT: technologie-ondersteund). Korte- (na 12 en 24 weken training) en langetermijneffecten (6 en 18 maanden na stopzetting van de training) van HIT worden geëvalueerd. De primaire uitkomstmaat zal functionele invaliditeit zijn, beoordeeld aan de hand van de Modified Oswestry Disability Index (MODI). Het primaire doel is het evalueren van de korte- en langetermijneffectiviteit van een op tijd gebaseerd geïndividualiseerd HIT-protocol op invaliditeit in vergelijking met matige intensiteitstraining (MIT) zoals gebruikt in de gebruikelijke zorg, bij pwCLBP. Secundaire doelen omvatten 1) het evalueren van de korte- en langetermijneffectiviteit van HIT op psychosociale correlaties, centrale verwerking van pijn en fysieke fitheid, 2) het onderzoeken van aanvullende effecten van (langdurige) HIT thuis, 3) het onderzoeken van de toegevoegde waarde van technologie via een mobiele toepassing die ondersteuning biedt tijdens thuis training, 4) het evalueren van de kosteneffectiviteit van (technologie ondersteunde) HIT vergeleken met MIT. Deze studie zal de rekrutering starten in februari 2024 en een actieve interventiefase van drie jaar hebben. Het einde van de rekruteringsfase is gepland rond januari 2027, waarna een periode van zes maanden volgt voor de definitieve data-analyse en het schrijven van publicaties. Data-analyse zal worden uitgevoerd met JMP Pro. Voor het primaire doel zullen beschrijvende statistieken worden uitgevoerd om de verschillende uitkomstmaten voor elke groep te bepalen, en uiteindelijk zullen lineaire meervoudige regressieanalyses worden uitgevoerd om associaties tussen invaliditeit en pijnverwerking te bepalen. Dit project zal waardevolle inzichten bieden in de effectiviteit van HIT door middel van een kwalitatief hoogwaardige klinische evaluatiestudie in een breder spectrum van PwCLBP in een revalidatiecentrum. Het toegevoegde gebruik van technologie kan HIT ondersteunen door PwCLBP aan te moedigen hun oefeningen te blijven uitvoeren, het revalidatieproces te verlengen en langetermijn positieve effecten te behouden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur (REVAKI). 01/01/2017 - 31/12/2024

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De grote sprong (LEAP) voorwaarts: telerevalidatie en E-health in kinesitherapie. 01/11/2022 - 31/10/2024

Abstract

Telerevalidatie en eHealth omvatten een waaier aan opportuniteiten en voordelen voor revalidatie en kinesitherapie programma's, maar ook een hele hoop uitdagingen op maatschappelijk, technologisch en individueel niveau. Met deze postdoc challenge is ons doel om een geschikte kandidaat aan te trekken die aan de slag kan gaan met deze uitdagingen op ten minste één van deze drie niveaus: 1) maatschappelijk: het verzamelen van bewijs over de (kosten-)effectiviteit van telerevalidatie en eHealth in kinesitherapie met behulp van interventiestudies op grote schaal; 2) technologisch: de technische aspecten van eHealth op hoger niveau brengen door middel van onderzoek omtrent technologie en artificiële intelligentie (AI) voor het gebruik van verzamelde patiëntendata bij klinische besluitvoering; 3) individueel: het monitoren en/of opheffen van barrières door emoties, cognities, en gedrag te onderzoeken in verschillende contexten om verschillen in outcome te verklaren. Door gebruik te maken van innovatieve rekruteringsstrategieën (m.i.v. triggerende rekruteringsvideo's en organisatie van een hackathon), doelt MOVANT erop om een postdoc kandidaat met hoog potentieel te rekruteren. Deze kandidaat zal een aanvraag uitwerken voor een FWO postdoctoraal onderzoeker en/of MSCA-PF. De kandidaat zal ondersteund worden door een promotor en een mentorenteam dat bestaat uit verschillende ZAP collega's en de MOVANT onderzoekscoördinator.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Leerecosysteem, O&O en grensoverschrijdende expertise gewijd aan neuro-musculoskeletale aandoeningen (NOMADe project) 01/10/2019 - 30/09/2023

Abstract

De belangrijkste uitdaging voor NOMADe is het verbeteren van de kwaliteit van de preventieve of curatieve oplossingen die worden voorgesteld voor de bevolking in het grensgebied FrankrijkWallonië-Vlaanderen (FWVl) door de bestaande kloof te verkleinen tussen de wetenschappelijke kennis die afkomstig is van wetenschappelijke laboratoria en universiteiten en de actoren op het terrein die betrokken zijn bij de NMSA. Het gaat erom te zorgen voor de overdracht tussen kennis en goede theoretische klinische praktijken die voortvloeien uit evidence based-practice (EBP) en evidence-based medicine (EBM) naar de actoren op het terrein met het oog op een gezondheidswinst voor de bevolking. De voorgestelde oplossing om deze kloof te dichten, bestaat uit het ontwikkelen van een ecosysteem - een reeks entiteiten die in een bepaalde omgeving samenwerken - dat gespecialiseerd is in NMSA's en dat opgebouwd is rond vier clusters: e-learning, R&D, expertise en validering. Het e-learningcentrum zal bestaan uit een online leerplatform waardoor het mogelijk wordt om: (1) de verschillende actoren op het terrein beter op te leiden en (2) de interacties en de communicatie tussen de actoren op het terrein en de bevolking (patiënten) te vergemakkelijken. De R&D-cluster zal genormaliseerde "intelligente devices" ontwikkelen om de bevolking te evalueren, monitoren of revalideren. Met de biopsychosociale expertisecluster wordt het mogelijk om een totaalaanpak van het gezondheidsprobleem van de bevolking te garanderen en klinische proeven op te zetten waarbij de bevolking aan de drie zijden wordt betrokken, met inachtneming van de regionale ethische aspecten. De valideringscluster zal zich zowel richten op de inhoud van het leerplatform als op digitale apparaten. De grensoverschrijdende samenwerking tussen de NOMADe-partners zal een belangrijke toegevoegde waarde hebben voor de benaderingen die momenteel aan de 3 zijden bestaan, omdat zij over een sterke en complementaire monodisciplinaire expertise beschikken maar niet gecoördineerd zijn. Het ecosysteem heeft als doel deze te bundelen. Het NOMADe-project heeft dan ook de ambitie om de levensomstandigheden van de bevolking van het grensgebied FWVl te verbeteren door de opleiding/onderwijs en de faciliteiten die beschikbaar zijn voor de actoren op het terrein te verbeteren en te bundelen. De in het kader van het project verzamelde resultaten zullen ook worden gebruikt voor sensibiliseringscampagnes ten behoeve van de NMSA-patiënten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Inzicht verwerven in de complexe achtergrond van pijn bij hemofilie-patiënten: een longitudinale studie vanuit een biopsychosociaal referentiekader. 01/10/2019 - 30/09/2023

Abstract

Hemofilie is een genetische aandoening die gekenmerkt wordt door herhaaldelijke bloedingen in de gewrichten. Dankzij enorme verbetering van de wetenschappelijke inzichten hebben patiënten met hemofilie (PmH) een levensverwachting die vergelijkbaar is met de algemene bevolking. Maar de overgrote meerderheid van volwassen PmH heeft last van zeer intense en invaliderende gewrichtspijn. Hoewel de complexiteit van pijn bestudeerd is in verschillende andere chronische gewrichtsaandoeningen, is er een immens gebrek aan studies die pijn bestuderen bij PmH. De huidige studies hebben zich onvoldoende gefocust op pijn als primaire uitkomstparameter, en bieden dus geen antwoord op de vraag in welke mate pijn voorkomt (prevalentie en uitgebreidheid van pijn), in welke mate pijn een impact heeft op het functioneren van de patiënt en wat de onderliggende nociceptieve processen zijn. Daarnaast is pijn in PmH onvoldoende bestudeerd vanuit een biopsychosociaal kader, en is de rol van gedachten, emoties en gedrag onvoldoende in kaart gebracht. Vooral de interacties tussen pijn en gedachten, emoties en gedrag zijn ongekend. Longitudinale studies zijn noodzakelijk om deze bidirectionele relaties te onderzoeken. Het hoofddoel van de huidige onderzoeksaanvraag is daarom om meer inzichten te verwerven in gewrichtspijn in PmH om ook in deze populatie een eerste stap richting pijnbehandeling te kunnen zetten. Aangezien de overgrote meerderheid van de studies uitgevoerd in andere patiëntenpopulaties met chronische gewrichtspijn het belang van een biopsychosociale benadering heeft aangetoond, zullen we in deze studie een set van uitkomstparameters gebruiken waarvoor consensus bestaat en die aanbevolen wordt in onderzoek van patiënten met chronische gewrichtspijn. Het eerste doel van deze studie is het bestuderen van pijnkarakteristieken (prevalentie, intensiteit en uitgebreidheid van pijn), alsook de levensimpact van pijn (impact op functioneren en kwaliteit van leven). We zullen daarvoor gevalideerde uitkomstparameters gebruiken in een niet-geselecteerde maar representatieve steekproef van PmH. Als tweede doelstelling beogen we het bestuderen van perifere en centrale nociceptieve processen in PmH, inclusief de relatie met gewrichtsbeschadiging, om meer inzichten te krijgen in de pathofysiologie van gewrichtspijn. De derde doelstelling is om de fluctuaties in pijnintensiteit en in pijngedrag (inname van extra stollingsfactoren of pijnmedicatie, fysieke activiteit) in kaart te brengen om meer inzichten te verkrijgen in de relatie tussen pijn en pijngedrag in PmH. We zullen heel specifiek nagaan of gedachten, emoties en gewrichtsschade een predictieve rol hebben in het voorspellen van pijngedrag. De inzichten die we zullen verwerven met het voorliggend onderzoeksproject zullen leiden tot een uitgebreidere biopsychosociale evaluatie van pijn dat zowel in klinische settings als in onderzoek kan gebruikt worden. Deze verbeterde beoordeling van pijn zal ook toelaten om predictoren van pijn in kaart te brengen. Dankzij deze inzichten zullen we in staat zijn om behandelingsstrategieën uit te werken, rekening houdend met de onderliggende nociceptieve processen, de specifieke gedachten & emoties, alsook het pijngedrag van de patiënt. We verwachten dat aangepaste pijnbehandeling efficiënter en minder duur zal zijn, en dat het zal leiden tot een verbeterde kwaliteit van leven en een toegenomen sociale participatie van PmH.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Towards a better understanding of ankle pain in haemophilia patients: A study examining the relationship between structure and function, taking pain mechanisms into account 01/10/2019 - 30/09/2020

Abstract

Hemofilie is een genetische aandoening die gekenmerkt wordt door herhaaldelijke bloedingen in de gewrichten wat leidt tot vroegtijdige artrose van de gewrichten. De overgrote meerderheid van volwassen PmH heeft dan ook last van zeer intense en invaliderende gewrichtspijn. Ondanks de hoge prevalentie van pijn bij PmH is de evaluatie van pijn uitermate beperkt en verschilt deze bovendien sterk tussen de verschillende haemofilie referentie centra. Bovendien geeft 39% van PmH aan dat hun pijn onvoldoende behandeld wordt. Dit onderlijnt het belang om snel werk te maken van een degelijke pijn evaluatie en pijnehandeling in deze populatie. De enkel en de knie zijn de meest aangedane gewicht dragende gewrichten bij PmH. Tegenwoordig wordt artrose van de knie relatief goed behandeld. Dit is echter niet het geval voor de arthropathie van de enkel en een groot deel van patiënten heeft invaliderende enkelpijn. Er is een immens gebrek aan studies die gewrichtspijn vanuit een breed biopsychosociaal perspectief bestuderen bij PmH, wat in scherp contrast staat ten opzichte van het grote aantal studies dat andere musculoskeletale pijncondities bestudeert. De evaluatie van een gewricht bij patiënten met chronische aandoeningen dient uitgevoerd te worden volgens het ICF model (International Classification of Functioning, Disability and Health), dat vooropgesteld wordt door de wereld gezondheidsorganisatie (WHO). Volgens dit framework dient het functioneren van een persoon beschreven te worden in termen van structuren en functies van het menselijk lichaam, aangevuld met beperkingen in activiteiten en participatie, en contextuele factoren. Deze laatste zijn persoonlijke of omgevingsfactoren die zowel herstelbelemmerend als herstelbevorderend kunnen werken. Het doel van de huidige onderzoeksaanvraag is daarom om meer inzichten te verwerven in de pijn ter hoogte van het enkelgewricht bij PmH. De onderzoeksresultaten zullen toelaten om pijn beter te onderzoeken en te behandelen, met het oog op optimaal functioneren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Primaire en secundaire preventie van letsels bij OBV dansers. 01/09/2019 - 30/08/2021

Abstract

Zowel moderne als klassieke dans kenmerkt zich door een grote hoeveelheid blessures veroorzaakt door overbelasting. Deze overbelasting wordt gedefinieerd als "een toename van trainingsbelasting resulterend in een afname van prestatie". Overtraining in combinatie met slechte voeding kan leiden tot menstruele onregelmatigheden, wat reproductieve functies en de opbouw van botmassa nadelig kan beïnvloeden. De combinatie van verminderde energiebeschikbaarheid, menstruele onregelmatigheden en verminderde botmassa werd de "Female Athlete Triad (FAT)" genoemd. In 2014, introduceerde het International Olympic Committee (IOC) de term Relatieve Energie Dysfunctie in Sport (RED-S). Het verving de term en het syndroom dat voorheen 'Female Athlete Triad' genoemd werd, waarmee de combinatie en wisselwerking van een verstoord eetpatroon, onregelmatige menstruatie en verminderde botdichtheid bij sportende vrouwen werd aangeduid. Door recente wetenschappelijke inzichten was het duidelijk geworden dat de term 'Female Athlete Triad' niet meer passend was. Het syndroom RED-S verwijst naar 'het verminderd fysiologisch functioneren veroorzaakt door een relatief energietekort en omvat, maar is niet beperkt tot, stoornissen van de(1) stofwisseling, (2) menstruatie, (3) gezondheid van de botten, (4) immuniteit, (5) eiwitsynthese en (6)cardiovasculaire gezondheid'. Er is echter tot op de dag van vandaag een gebrek aan studies die de onderlinge relaties tussen de verschillende condities bestuderen. Lage energiebeschikbaarheid (LEA, low energy availability) is de voornaamste oorzaak van dit complexe syndroom. Het is niet zozeer een verstoord eetpatroon, als wel een verstoorde energiebalans die ten grondslag ligt aan dit probleem. Dit heeft een invloed op veel meer processen in het lichaam dan men aanvankelijk dacht. Ook treft het niet alleen vrouwen, maar kan het ook voorkomen bij mannelijke atleten. Het hoofddoel van deze studie is "het ontrafelen van energie metabole aspecten van RED-S in elite adolescente en volwassen dansers en de relatie te bestuderen met menstruele onregelmatigheden, botkwaliteit en klachten." Elite dansers vertonen een verhoogd risico op het ontwikkelen van RED-S. Preliminaire gegevens tonen aan dat volwassen elite dansers een verminderde botdensiteit hebben, dat zij een onregelmatige cyclus hebben en eetstoornissen vertonen, wat een lage energiebeschikbaarheid suggereert. Verminderde energiebeschikbaarheid staat centraal in de ontwikkeling van RED-S. Totale energie uitgave (TEE) is de som van energie uitgave in rust, voedings-geïnduceerde en activiteit-geïnduceerde energie uitgave. Momenteel is de evaluatie van energiebeschikbaarheid voornamelijk gebaseerd op algoritmes die energie uitgave in rust voorspellen, maar die geen rekening houden met de andere twee componenten. Om de rol van verminderde energiebeschikbaarheid te bestuderen zullen we eerst de 3 elementen van TEE accuraat kwantificeren. Daarbij zullen we temporele relaties evalueren om de gevolgen van verminderde energie beschikbaarheid op menstruele onregelmatigheden te onderzoeken. Het is reeds geweten dat RED-S geassocieerd is met verminderde botdensiteit en dus met een verhoogd risico op stressfracturen. De tweede doelstelling van dit project is om de relatie tussen verminderde energiebeschikbaarheid, menstruele onregelmatigheden en botkwaliteit inclusief letsels te bestuderen. Dit is van belang bij elite dansers die een extreem hoog risico hebben op letsels. De inzichten verworven via dit project zullen van belang zijn bij verdere studies bij meisjes met eetstoornissen en dus een verminderde energiebeschikbaarheid.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het verduidelijken van de rol van psychologische en sociale factoren in lage rugklachten bij intens fysieke adolescenten: een case studie bij vrouwelijke pre-professionele dansers. 01/07/2019 - 31/12/2020

Abstract

Het algemeen doel van dit onderzoek om de rol van psychologische van sociale factoren bij lage rugklachten (LRK) te bestuderen bij adolescenten die intens fysiek actief zijn. Door middel van een kwalitatieve onderzoeksdesign wensen we de psychologische en sociale risicofactoren in kaart te brengen. We gebruiken hiervoor pre-professionele adolescente dansers als case studie. Dit is de eerste aanzet naar fundamentele prospectieve studies waarbij de oorzaak van LRK grondig wordt bestudeerd in adolescenten. Lage rugklachten zijn de meest voorkomende redenen voor arbeidsongeschiktheid en dysfuncties. De prevalentie van LRK neemt spectaculair toe tijdens de adolescentie, vooral bij meisjes. De multidimensionale oorzaak (met inbegrip van biologische, psychologische en sociale factoren) is algemeen aanvaard bij volwassenen, maar werd zelden bestudeerd bij adolescenten. Dit is opmerkelijk, aangezien LRK tijdens de adolescentie een belangrijke risicofactor is voor het ontwikkelen van LRK op volwassen leeftijd. Elite pre-professionele dansers vormen een ideale studiegroep om de etiologie van LRK te bestuderen, aangezien het een homogene groep is wat betreft het niveau van fysieke activiteit en het een groep is met een verhoogd risico op het ontwikkelen van LRK tijdens de adolescentie. Het vernieuwend aspect van onderliggend onderzoeksvoorstel is het ontrafelen van de oorzaken van LRK vanuit een multidisciplinair perspectief in adolescenten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van LRK tijdens een uitdagende periode in hun leven. De voorgestelde kwalitatieve onderzoeksmethodologie laat toe om risico factoren meer diepgaand te bestuderen, gezien het tekort aan gevalideerde vragenlijsten om psychologische en sociale factoren te bevragen bij adolescenten. De samenwerking tussen verschillende disciplines laat toe om een meer gedetailleerd inzicht te krijgen in de persoon als geheel, met inbegrip van individuele en contextuele factoren die LRK zouden kunnen verklaren in adolescenten die intens fysiek actief zijn. Dit project vormt de basis voor de voortzettingen van deze onderzoekslijn naar de meer fundamentele aspecten van LRK bij dansers en adolescenten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het verwerven van meer inzicht in enkelpijn bij hemofilie-patiënten: Evaluatie van de relatie tussen structurele schade en functiestoornissen, waarbij rekening wordt gehouden met pijnmechanismen. 01/04/2019 - 27/02/2020

Abstract

Hemofilie is een genetische aandoening die wordt gekenmerkt door steeds terugkerende bloedingen, waarbij het merendeel van de spontane bloedingen zich in synoviale gewrichten voordoet. Dankzij de enorme wetenschappelijke vooruitgang hebben patiënten met hemofilie (PwH) een levensverwachting die vergelijkbaar is geworden met die van de algemene bevolking. Echter, ondanks adequate profylactische substitutietherapie, komen recidiverende gewrichtsbloedingen nog steeds voor. Deze bloedingen hebben verwoestende gevolgen voor de gewrichtscomponenten door ijzerafzettingen en ontstekingen in het gewricht, resulterend in synoviale ontsteking, kraakbeendegeneratie en botschade, met als eindstadium een zeer pijnlijke en invaliderende hemofiele artropathie die de meerderheid van de volwassen PwH treft. Ondanks de hoge prevalentie van pijn bij PwH is pijn evaluatie niet goed ontwikkeld en verschilt sterk tussen hemofilie behandelcentra. Bovendien geeft 39% van de patiënten aan dat hun pijn niet goed behandeld wordt. Dit onderstreept de dringende noodzaak om zowel de pijnbeoordeling als de pijnbehandeling bij patiënten met hemofilie te verbeteren. Enkels en knieën zijn de meest aangetaste gewichtdragende gewrichten bij patiënten. Terwijl veel volwassen patiënten in geval van knieartropathie een totale knieprothese krijgen, is dit niet het geval voor enkelartropathie, en de meerderheid van de volwassen patiënten heeft te kampen met slopende pijn in de enkel. Gewrichtsbeoordeling bij patiënten met chronische aandoeningen moet worden uitgevoerd volgens de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), het door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorgestelde kader waarin het menselijk functioneren wordt beschreven in termen van lichaamsstructuren en -functies, activiteiten en participatie en contextuele factoren. Deze laatste zijn persoonlijke of omgevingsfactoren die het functioneren kunnen belemmeren of vergemakkelijken. Studies die enkelpijn bij ouderen onderzoeken vanuit dit brede biopsychosociale kader ontbreken absoluut, wat in contrast staat met de bulk aan literatuur over andere musculoskeletale pijnklachten zoals lage rugpijn of osteoartritis. Inzicht in de complexiteit van enkelpijn bij patiënten zal toelaten de pijn beter te evalueren en te beheersen om zo een optimaal functioneren te bereiken, inclusief een betere werking van de omliggende gewrichten. Dit is de eerste studie die de structurele en functionele status van aangedane enkelgewrichten evalueert in combinatie met de lokale en centrale pijnconditie bij patiënten met hemofilie om zo de complexiteit van enkelpijn beter te begrijpen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De krijger van de schoonheid. Hoe meetbaar is de kwaliteit van beweging van de performer in het werk van Jan Fabre? 01/01/2016 - 31/12/2017

Abstract

Het doel van dit project is de ontwikkeling van een score-instrument ter evaluatie van de kwaliteit van beweging. Het instrument zal uitgetest worden door experten uit het artistieke circuit met een verschillende achtergrond en toegepast op performers van Troubleyn en novice-performers van het Conservatorium Antwerpen. Door, naast met videobeelden, ook te werken met 3D reconstructiebeelden van video-opnames, kunnen we het aspect beweging extraheren van de context tijdens een performing act. Op die manier kunnen experten, los van de identiteit van de performer, evalueren of de kwaliteit van de beweging verschilt tussen novice en ervaren performers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verkennend onderzoek naar de controle van vrijwillige, onvoorspelbare bewegingen 01/07/2015 - 31/12/2016

Abstract

Het belang van een biomechanische evaluatie van voorspelbare bewegingen bij patiënten, sporters en dansers werd reeds erkend. De biomechanica van onvoorspelbare en niet-cyclische bewegingen is nog niet onderzocht. Dit onderzoek wil een methode ontwikkelen om motorische controle te bestuderen bij onvoorspelbare bewegingen en meer inzicht verwerven in het motorische leerproces (door novice en ervaren performers te vergelijken).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een prospectieve studie naar de invloed van sensorimotorische incongruentie op de transitie van acute naar chronische whiplash-geassocieerde aandoeningen. 01/07/2009 - 30/06/2013

Abstract

In dit onderzoek willen we nagaan of een aanhoudend conflict tussen motorische activiteit en sensorische feedback aanleiding kan zijn voor sensitisatie van het centrale zenuwstelsel en het ontwikkelen van chronische pijn na een acuut whiplash trauma. De proefpersonen zullen gedurende 6 maanden worden opgevolgd en op 3 verschillende tijdstippen worden getest (0, 2 en 6 maanden na het whiplash trauma).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject