Abstract
Humane Afrikaanse trypanosomiase (HAT), veroorzaakt door Trypanosoma brucei gambiense parasieten, is een verwaarloosde tropische ziekte in sub-Sahara Afrika. Hoewel het aantal HAT-gevallen reeds gereduceerd is, blijft verbeterde diagnose cruciaal voor de komende post-eliminatiefase. Huidige diagnostiek vertrouwt op serologische tests die antilichamen (Abs) tegen variant oppervlakteglycoproteïnen (VSGs) detecteren, meer specifiek LiTat 1.3, LiTat 1.5 en (in mindere mate) LiTat 1.6. Het blijft onduidelijk waarom deze VSGs zulke robuuste diagnostische antigenen voor gambiense-HAT (gHAT) zijn. Hun universele gebruik wordt toegeschreven aan hun predominantie, wat betekent dat ze voorkomen in bijna alle gHAT-gevallen tijdens de vroege stadia van infectie en een sterke en specifieke Ab-respons induceren. Echter, daar ontbreekt momenteel bewijs voor. Het gebrek aan structuren voor Ab-VSG-complexen voor T. brucei belemmert ons begrip van immuunherkenning. Deze studie wil deze kloof dichten door de structurele kenmerken en epitopen die betrokken zijn bij Ab-VSG-interacties op te helderen, gericht op de predominante gHAT VSGs. Ook onderzoekt het de vroege VSG-expressiepatronen en valideert het of de predominante VSGs effectief vroeg voorkomen. De resultaten dragen bij aan het fundamenteel begrijpen van de trypanosoom immunobiologie en bieden een moleculaire basis voor het verbeteren van gHAT-diagnose, ter ondersteuning van de wereldwijde inspanningen om HAT te elimineren.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)