Onderzoeksgroep
Een herwaardering van menselijk handelen in een meer-dan-menselijke wereld. Naar een nieuw materialistische antropologie.
Abstract
Hoe moeten we de materiële wereld opvatten als de bron van normativiteit, interconnectiviteit en waarde? Hoe vergroot de erkenning dat niet-menselijke entiteiten agency hebben onze ethische motivatie? Hoe moeten we de menselijke agent opvatten wanneer haar uitzonderlijke status zoveel schade heeft aangericht? Deze vragen staan centraal in nieuw materialistische theorieën, maar worden op paradoxale wijze beantwoord in relatie tot een impliciet en zwak antropologisch kader. De paradox schuilt in (1) een ethische dimensie die wordt binnengebracht door een ontologische herwaardering van de werkelijkheid, waarbij de menselijke agent wordt afgezworen als een superieure agent, maar tegelijkertijd wordt aangesproken als het wezen dat een specifieke houding ten opzichte van de materiële wereld moet innemen; (2) de manier waarop deze menselijke agent uiteindelijk wordt aangesproken om adequater te reageren op kwesties in het ethisch-politieke domein: via een beperkte reeks capaciteiten die haaks staan op de normatieve aantrekkingskracht van de ethisch-politieke kwesties die nieuw-materialisten juist nastreven. Dit project pakt deze dubbele paradox aan en overwint ze door een sterk antropologisch kader te ontwikkelen dat meer in overeenstemming is met de eigen theoretische verbintenissen van het nieuw materialisme en daardoor zijn normatieve streven mogelijk ook kan versterken. Dit kader wordt omschreven als een nieuw materialistische antropologie.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Vriese Herbert
- Co-promotor: Meijer Michiel
- Mandaathouder: de Nijs Bik Oscar
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een object-georiënteerde-antropologie. Een herwaardering van menselijk handelen in nieuw materialistische ethiek.
Abstract
Op welke manier moeten we de materiële wereld opvatten als een bron van normativiteit, interconnectiviteit en waarde? Hoe vergroot een opvatting die aan niet-menselijke entiteiten agency toekent een ethische positie met motiverende kracht? Hoe moeten we de menselijke agent opvatten wanneer haar uitzonderlijke status zoveel schade heeft aangericht? Deze vragen staan centraal in een nieuw materialistische ethiek, maar worden op paradoxale wijze beantwoord in verhouding tot een impliciet antropologisch kader. De paradox komt voort uit (1) een ethische dimensie van een ontologische herwaardering van de werkelijkheid, waarbij de mens zowel wordt verbannen uit zijn superieure positie maar tegelijkertijd wordt aangesproken als het wezen dat een specifieke houding moet aannemen ten opzichte van de materiële wereld; (2) de manier waarop deze ethische dimensie wordt verantwoord, namelijk via een zuiver subjectivistisch begrip van ethiek. Nemen we beide punten samen, dan kunnen we een dubbele paradox in de nieuw materialistische ethiek onderscheiden. Hoewel de weerlegging van de exclusieve status van de mens het onderliggende motief is van elk nieuw materialistisch denken, adresseert dit project deze paradox door een object-georiënteerde-antropologie te formuleren als een hermeneutisch kader om deze theoretische moeilijkheden te bestrijden en de normatieve kracht te versterken die zo centraal staan in nieuw materialistische ontologische narratieven.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Vriese Herbert
- Co-promotor: Meijer Michiel
- Mandaathouder: de Nijs Bik Oscar
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject