Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoek situeert zich in het ruime veld van de politieke sociologie. Daarbinnen concentreer ik me specifiek op vijf onderzoeksgebieden 1. Kwantitatief onderzoek naar de politieke participatie van sociale groepen (leeftijd, etniciteit en gender). 2. Kwantitatief aanbods- en vraaggericht onderoek ter verklaring van de personalisering van stemgedrag 3. De kwantitatieve meting van publieke opinie ten aanzien van hoogtechnologische technologieën, zoals bijvoorbeeld kernenergie 4.Theoretisch sociaal theoretisch onderzoek naar de concepten aliënatie en solidariteit 5. Deze kennis zet ik tenslotte in bij inhoudsanalyses van het gebruik van solidariteitsclaims in de politieke communicatie van partijen en kiezers.
Maatschappelijke weerbaarheid bij radiologische uitdagingen in oorlogstijd (RRADEW)
Abstract
De algemene doelstelling van RRADEW ("Resilience to RADiological Events in Wartime") is het verbeteren van nucleaire paraatheids-, reactie- en herstelsystemen voor noodsituaties (EPR&R) door methodologische en technologische benaderingen te ontwikkelen om de veerkracht in de context van oorlogs- of gewapende conflictrampen te vergroten. Om dit doel te bereiken, brengt RRADEW 14 instellingen samen, waaronder twee uit Oekraïne, met een brede expertise in EPR&R, waaronder technische, sociale, ethische, wettelijke en regelgevende aspecten. Het eindresultaat van het project zal bestaan uit richtlijnen en aanbevelingen voor het verbeteren van de stralingsbescherming en het versterken van de veerkracht in situaties van gewapende conflicten, evenals opleidings- en trainingsmateriaal voor een betere voorbereiding van stakeholders.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Praten over solidariteit: welke solidariteitsframes gebruiken burgers uit verschillende welvaarstaten in hun interacties?
Abstract
Solidariteit is een nijpende kwestie, nog verder aangewakkerd door de vele crisissen en uitdagingen waarmee onze samenlevingen worden geconfronteerd; een pandemie, migratie, globalisering, en oorlog. Deze veranderingen zetten solidariteit, een al schaarse hulpbron, onder druk; op macroniveau, de welvaartsstaat, maar ook op microniveau, bij burgers. Gezien het belang van publieke opinie voor de legitimiteit van welvaartsstaten, is het belangrijk te weten hoe burgers denken over solidariteit. Heeft een crisis invloed op hoe ze over solidariteit praten en de solidariteitsframes en counter-frames die ze gebruiken? En hoe verhouden de frames die ze gebruiken zich tot de institutionele (welvaarts)context waarin ze leven? Deze vragen zullen worden onderzocht met een comparatief onderzoeksdesign op basis van Esping-Andersen's veelgebruikte welvaartsstaatstypologie. Ik zal gesprekken op sociale media en in focusgroepen onderzoeken via gerichte inhoudsanalyse, met behulp van een framework dat vier solidariteitsframes onderscheid: groepsgebaseerde, compassionele, wederkerige, en empathische. Ik zal innovatieve data- en coderingsmethoden gebruiken, en het gebruik van verschillende methoden zorgt voor methodologische triangulatie. De resultaten zullen inzicht geven in hoe solidariteitsframes in gesprekken worden gevormd en hervormd; Deze cruciale informatie kan politici en maatschappelijke organisaties helpen een solidariteitsdiscours te creëren dat resoneert met hun doelgroep.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Mandaathouder: Luypaert Anouk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Economische en sociale consideraties voor de maatschappelijke toekomst van nucleaire energie (ECOSENS).
Abstract
ECOSENS zal aan de hand van een deliberatieve aanpak de standpunten en risicopercepties van de burgers analyseren, alsook de voordelen en mogelijkheden van bestaande en nieuwe nucleaire technologieën dit tegen de achtergrond van grote maatschappelijke uitdagingen (klimaatcrisis, duurzaam energiebeleid, energiezekerheid). Het zal door een sociaal-ethische bril bekijken in hoeverre gevolg is gegeven aan aanbevelingen inzake de betrokkenheid van belanghebbenden en transdisciplinariteit (met name integratie van sociale en menswetenschappen) in nucleair onderzoek en besluitvorming, en aanbevelingen ontwikkelen om eventuele lacunes op te vangen. Maatschappelijke stakeholders (autoriteiten, industrie, academische wereld en het maatschappelijk middenveld) worden actief betrokken bij het verkennen en de coproductie van mogelijke scenario's qua energietoekomst en de rol van kernenergie daarin te verkennen en mede te concipiëren. Bij de beoordeling van de duurzaamheid van de huidige kernenergietechnologieën zal rekening worden gehouden met de gehele levensduur van de nucleaire investering met inbegrip van de splijtstofcyclus. Vervolgens wordt de integratie van nieuwe technologieën (Gen III+, IV, SMR) onderzocht in de context van de toekomstige energiemarkt en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit om de mogelijke rol van kernenergie te bepalen in de klimaatneutrale economie die tegen 2050. Meerdere perspectie²ven (nucleaire deskundigen, sociale wetenschappers, belanghebbenden, de samenleving) worden geïntegreerd en methodologische aanbevelingen voor duurzaamheidsbeoordeling worden voorgesteld. Om de zwakke punten van de bestaande economische modellen te remediëren, ontwikkelt ECOSENS een nieuw model op basis van de system of provision-benadering om indicatoren te creëren en te berekenen die relevant zijn voor een groot aantal belanghebbenden (consumenten, regeringen, leveranciers). Het model zal de "sociale discontovoet" omvatten en rekening houden met de grenzen van onze planeet, zoals weerspiegeld in het systeem van de "circulaire economie". Een reeks nationale casestudies evalueert het model en doet relevante aanbevelingen aan de stakeholders. De activiteiten en resultaten van ECOSENS zullen grootschalig worden gecommuniceerd en verspreid via enerzijds het stakeholder netwerk dat is opgezet om innovatieve betrokkenheid te faciliteren en anderzijds via Open Access-faciliteiten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een effectieve stralingsbescherming op basis van verbeterde wetenschappelijke evidentie en aandacht voor maatschappelijke overwegingen - focus op Radon en NORM (RadoNorm)
Abstract
RadoNorm heeft als doel om onderzoek en technische ontwikkelingen te doen om de Europese Lidstaten, de geassocieerde landen en de Europese Commissie te steunen in hun inspanningen om Europese Basic Safety Standards rond stralingsbescherming te implementeren. Dit multidisciplinaire en inclusieve onderzoeksproject zal alle relevante stappen in de "radiation risk management cycle" voor radon- en NORM-blootstellingssituaties in beschouwing nemen. In het project zijn 56 partners van 22 EU lidstaten en geassocieerde landen betrokken, en er wordt samengewerkt met de US en met Canada.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
"Lezen tussen de getallen: Het gebruik van numerieke informatie in het politieke nieuws en zijn effecten op het publiek".
Abstract
Elke dag worden we blootgesteld aan een stroom van politiek nieuws. We ontvangen dit nieuws via verschillende kanalen, of het nu gaat om krantenartikelen, televisieprogramma's, sociale mediaplatforms, of gewoon via gesprekken met vrienden. Veel van de berichten die we ontvangen bevatten numerieke informatie, zoals misdaadstatistieken, immigratienummers of opiniepeilingen. Deze getallen zijn bedoeld om bewijsmateriaal te leveren voor de gemaakte argumentatie, maar eerder onderzoek toonde aan dat we getallen a priori geloofwaardigheid oproepen, zelfs als we hun geldigheid niet kunnen beoordelen. In tijden van "fake news" en "filter bubbles" wordt het dus moeilijk voor ons om op basis van feiten tot een echt geïnformeerde mening te komen. Dit onderzoek behandelt dit probleem verklaart hoe en welke numerieke informatie het nieuws binnenkomt, evenals de (on)bewuste effecten op het publiek en hun gepercipieerde waarheidsgehalte. Het project beoogt deze twee vragen te beantwoorden door eerst te kijken of journalisten een voorkeur hebben voor persberichten die numeriek bewijs bevatten. Ten tweede wordt in het project onderzocht of het gebruik van numerieke info in het politieke nieuws verschilt in verschillende landen en hun nieuwskanalen. Ten derde wordt getest of mensen persberichten die numerieke bewijzen bevatten gemakkelijker geloven dan analoge berichten zonder bewijsmateriaal en of dit effect versterkt doorheen de tijd, in de mate dat individuen herhaaldelijk geconfronteerd worden met dezelfde getallen. Ten vierde onderzoekt het project de vraag of mensen nieuws met numerieke info gemakkelijker verspreiden in hun directe sociale netwerken, zowel online als offline.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Mandaathouder: Wolf Hanna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De communicatie van onzekerheden in situaties die gepaard gaan met stralingsrisico's.
Abstract
De communicatie van onzekerheden in situaties die gepaard gaan met stralingsrisico's Mede ten gevolge van het toenemend maatschappelijk belang dat gehecht wordt aan transparante risicocommunicatie, hebben zowel belangengroepen als algemeen publiek ook meer oog voor de onzekerheden die gepaard gaan met gebruik van radiologische toepassingen. Dit PhD-onderzoek spitst zich toe op het experimenteel ontwerp van adequate communicatiemodellen en instrumenten met het oog op de publieke verspreiding van informatie over de stralingsrisico's, in het bijzonder met betrekking tot de onzekerheden die hiermee gepaard gaan. Het onderzoek valt uiteen in drie belangrijke fazen: 1. Inventariseren van de onzekerheden die worden gelinkt aan het gebruik van stralingstechnologie, enerzijds in de rapporten van een aantal grootschalige H2020-projecten en anderzijds in de wetenschappelijke literatuur. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een vergelijkende case-studie-aanpak ten aanzien van een drietal specifieke casussen: crisiscommunicatie, levenslange stralingsblootstelling en de ontmanteling van nucleaire installaties 2. Opzetten van experimenteel onderzoek met het oog op de identificatie van adequate publieke communicatie van de in de eerste fase geïdentificeerde onzekerheden. 3. Omzetten van de experimentele resultaten in concrete en praktische richtlijnen. PhD-student: Ferdiana Hoti; Promotor: Prof. Peter Thijssen, University of Antwerp, Belgium, co-promotor: Prof. Ortwin Renn , University of Stuttgart, Germany; Mentor: Dr. Tanja Perko, SCK•CEN & University of Antwerp, Belgium.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lezen tussen de getallen: Het gebruik van numerieke informatie in het politieke nieuws en zijn effecten op het publiek.
Abstract
Elke dag worden we blootgesteld aan een stroom van politiek nieuws. We ontvangen dit nieuws via verschillende kanalen, of het nu gaat om krantenartikelen, televisieprogramma's, sociale mediaplatforms, of gewoon via gesprekken met vrienden. Veel van de berichten die we ontvangen bevatten numerieke informatie, zoals misdaadstatistieken, immigratienummers of opiniepeilingen. Deze getallen zijn bedoeld om bewijsmateriaal te leveren voor de gemaakte argumentatie, maar eerder onderzoek toonde aan dat we getallen a priori geloofwaardigheid oproepen, zelfs als we hun geldigheid niet kunnen beoordelen. In tijden van "fake news" en "filter bubbles" wordt het dus moeilijk voor ons om op basis van feiten tot een echt geïnformeerde mening te komen. Dit onderzoek behandelt dit probleem verklaart hoe en welke numerieke informatie het nieuws binnenkomt, evenals de (on)bewuste effecten op het publiek en hun gepercipieerde waarheidsgehalte. Het project beoogt deze twee vragen te beantwoorden door eerst te kijken of journalisten een voorkeur hebben voor persberichten die numeriek bewijs bevatten. Ten tweede wordt in het project onderzocht of het gebruik van numerieke info in het politieke nieuws verschilt in verschillende landen en hun nieuwskanalen. Ten derde wordt getest of mensen persberichten die numerieke bewijzen bevatten gemakkelijker geloven dan analoge berichten zonder bewijsmateriaal en of dit effect versterkt doorheen de tijd, in de mate dat individuen herhaaldelijk geconfronteerd worden met dezelfde getallen. Ten vierde onderzoekt het project de vraag of mensen nieuws met numerieke info gemakkelijker verspreiden in hun directe sociale netwerken, zowel online als offline.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Mandaathouder: Wolf Hanna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Solidariteitspolitiek: solidariteitsclaims in de retoriek van politieke partijen en waarom ze belangrijk zijn.
Abstract
In dit onderzoeksproject over het solidariteitsbegrip zullen we drie onderzoeksvragen beantwoorden. In het eerste deel spitsen we ons toe op de operationalisering van een actuele solidariteitstypologie, die de inzichten van Emile Durkheim en Axel Honneth verenigt: 'Solidarity, what is in a word?'. Solidariteit wordt in deze typologie gekenmerkt door vier solidariteitsattitudes die elk een bepaalde vorm van causale attributie behelzen. Groepsgebaseerde en compassionele solidariteit zijn beiden geënt op de aanwezigheid van gelijkenissen tussen menen. Ruilgebaseerde en empathische solidariteit zijn daarentegen geënt op verschillen. Op basis van circumplex modellen en impliciete associatietesten uit de persoonlijkheidspsychologie zullen we verschillende solidariteitsclaims proberen te destilleren die kunnen verbonden worden met de vierledige theoretische synthese op basis van het werk van Durkheim en Honneth. We definiëren solidariteitsclaims als retorische instrumenten die een expliciete link leggen tussen een specifieke attitudemodus en een specifieke attitudereferent. In het tweede deel van dit onderzoeksproject zullen we evalueren welke claims voorkomen bij welke politieke partijen: Is solidariteit enkel een kwestie voor linkse partijen of zijn de solidariteitsclaims variabel en gelinkt aan de onderscheiden partijen in een meerpartijensysteem? Met dit doel voor ogen zullen we zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve inhoudsanalyse uitvoeren van de partijprogramma's van de verschillende Belgische partijen tussen 1985 en 2014. Bovendien zullen we ook onderzoeken welke partijpolitieke claims worden overgenomen door in de media. Op basis van voorlopige onderzoeksresultaten lijkt er alvast sprake te zijn van een gevoelige toename van het aantal solidariteitsclaims in de programma's van de politieke partijen. Het blijft evenwel een open vraag welk type(s) van solidariteitsclaims vooral in de lift zitten. In het derde en laatste deel van dit onderzoeksproject gaan we na in hoeverre we de partijpolitieke solidariteitsclaims terugvinden bij het publiek, meerbepaald bij de verschillende electoraten: Speelt het een rol welke solidariteitsclaims worden gemaakt door de politieke partijen? Om de congruentie tussen partijen en hun electoraten in te schatten, maken we gebruik van factoriële survey experimenten. In onze factoriële experimenten vragen we respondenten om fictieve claims (vignetten) te beoordelen waarbij de claims gemanipuleerd worden in termen van zowel de attitudereferent als de attitudemodus. Respondenten beoordelen welke claims bij hun geprefereerde partij(en) horen. De vignetten worden geïntegreerd in twee surveys: een panelstudie van een studentenpopulatie en een representatieve online survey. Op basis van deze twee surveys testen we of kiezers stemmen voor partijen die de door hen geprefereerde solidariteitsclaims maken dan wel of de partijen hun kiezers socialiseren en die de solidariteitsclaims van hun partij overnemen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Mandaathouder: Verheyen Pieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Contextuele variatie in crisis-geïnduceerde veranderingen in de publieke opinie en het nucleaire beleid: het geval van het ongeval in Fukushima.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds SCK. UA levert aan SCK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Contextuele variatie in crisis-geïnduceerde veranderingen van de publieke opinie en het nucleaire beleid: het ongeval in Fukushima.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds SCK. UA levert aan SCK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Personalisering van stemgedrag. Media en campagne effecten in lokale en nationale verkiezingen.
Abstract
In recente discussies over de veranderende kenmerken van Westerse democratieën wordt de personalisering van de politiek als een van de voornaamste evoluties aangestipt. Centraal hierbij staat de idee dat individuele politici aan belang hebben gewonnen en dit ten vooral ten koste van politieke partijen. Kiezers baseren hun stemkeuze vooral op individuele eigenschappen van kandidaten. Politici profileren zich steeds vaker als individuele actoren en minder als leden van een partij. Tenslotte wordt de politiek door de media steeds meer geportretteerd als een strijd tussen individuen. Kortom, de individualisering grijpt ook in de politiek steeds verder om zich heen en dit is zeker in plurale samenlevingen waar de partijen een pacificerende invloed hebben een potentieel probleem. Niettemin, zijn er nog heel wat onbekenden in de personaliseringthese. Zo blijft het onduidelijk in welke mate het individueel stemgedrag wordt beïnvloed door de personalisering van de mediaberichtgeving en de campagnes. Meer specifiek kan men zich afvragen of deze twee communicatiekanalen de kiezer aanzet om te denken in termen van individuele kenmerken die persoonseigen zijn (bv. geslacht) of individuele eigenschappen die de partijen bepalen (bv. plaats op de lijst). Vaak wordt gesuggereerd dat een en ander afhangt van de institutionele context (lokaal vs. nationaal) maar ook dit is nauwelijks onderzocht. Omdat België wordt gedefinieerd als een 'critical case' in deze context, construeren wij een geïntegreerd model dat de lokale verkiezingen van 2012 in Antwerpen verbindt met de regionale verkiezingen van 2014. Dit laat ons toe om de interactie te evalueren van mediacontext, persoonlijke (campagne) communicatie en institutionele context in één geïntegreerd multi-level model. Deze bevindingen overstijgen de Belgische casus, en zijn in het bijzonder relevant voor landen met een kiessysteem dat toelaat een of meerdere voorkeurstemmen uit te brengen. Bovendien, zullen de inzichten van onze multi-levelstudie toelaten om een brug te slaan tussen de bevindingen van tot op heden vrij gescheiden onderzoekstradities (verkiezingsonderzoek, muti-level politiek, politieke communicatie).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Aelst Peter
- Co-promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwerpen methodiek klantentevredenheidsstudie Groen- en Recreatie domeinen provincie Antwerpen.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Provincie Antwerpen. UA levert aan de Provincie Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Politieke deelname van vrouwen na de verkiezingen van 7 juni 2009.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Meier Petra
- Co-promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Risico communicatie in de nucleaire noodsituaties.
Abstract
De doelstelling van dit doctoraal onderzoek is tweeledig, enerzijds een conceptuele en theoretische analyse van bestaande modellen voor risicocommunicatie en anderzijds de empirische evaluatie van feitelijke communicatiestrategieën in verband met nucleaire risico's. Meer specifiek willen we een model ontwerpen voor risicocommunicatie bij nucleaire noodgevallen vóór, tijdens en na een nucleaire crisis. Hiertoe doen we ten eerste een diepgaande studie van de factoren die de (gedragsmatige) reactie op risicocommunicatie beïnvloeden. Ten tweede identificeren we een aantal specifieke doelgroepen op basis van deze factoren. Ten derde ontwikkelen en testen we uiteenlopende communicatiestrategieën in verschillende fasen van de communicatiecyclus voor de geselecteerde doelgroepen. Het belangrijkste instrument dat voor deze studie wordt gebruikt, is een grootschalig survey-onderzoek bij de Belgische bevolking. Om de retentie- en accepteringsgraad van de communicatie in de context van een nucleair noodplan te meten, zal tevens experimenteel onderzoek geïntegreerd worden in dit survey-onderzoek, aangevuld met focusgroep gesprekken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Mandaathouder: Perko Tanja
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking.
Abstract
Dit onderzoeksproject heeft twee centrale doelstellingen. Eenerzijds wordt de basis gelegd voor een grootschalige risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking en anderzijds wordt een doctoraatsproject uitgewerkt waarvoor externe financiering zal worden gezocht. Er wordt met name onderzocht hoe experimentele contexten en beeldmateriaal zinvol kunnen worden geïntegreerd in een klassieke CAPI-survey.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Tevredenheidsonderzoek "Focus op Deurne".
Abstract
In dit onderzoeksproject focussen we op de tevredenheid van de 70.000 inwoners van Deurne. We zijn zowel geïnteresseerd in hun globale levenstevredenheid als in hun tevredenheid over het lokale politieke bestuur. Hiervoor gebruiken we een subtiele mix van zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoekstechnieken. Enerzijds vertrekken we van multilevel modellen om de belangrijkste determinanten te bepalen die leiden tot ontevredenheid. In die modellen baseren we ons zowel op individuele surveygegevens als op administratieve gegevens met betrekking tot de Deurnse statistische sectoren. De surveygegevens resulteren uit een toevalssteekproef, gestratificeerd in functie van de statische sectoren met het oog op een optimale territoriale spreiding. Anderzijds zullen we ook een beperkt aantal van onze respondenten fysiek samenbrengen om hen te laten discussiëren over specifieke 'critical incidents' die werden aangevoerd in de survey. Op deze manier hopen we een beter inzicht te verwerven in de processen die leiden tot ontevredenheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
- Co-promotor: Vallet Nathalie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De determinanten van voorkeurstemmen bij (sub-)lokale verkiezingen. De Antwerpse gemeenteraads- en districtraadsverkiezingen van 2006.
Abstract
In dit project gaan we op zoek naar de determinanten van voorkeurstem(proporties). We focussen op de Antwerpse gemeenteraads- en districtraadsverkiezingen die doorgaan in 2006. Terwijl ander onderzoek zich beperkt tot administratieve gegevens, betrekken wij ook survey-gegevens van de kandidaten en de lijstvormers in onze analyses. Deze data vergelijken we met reeds beschikbare gegevens voor de eerste districtraadsverkiezingen van 2000, zodat we de doelmatigheid van de decentralisatie kunnen evalueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De draagwijdte van de intergenerationele solidariteit in het Belgische pensioensysteem. Babybusters versus babyboomers.
Abstract
De vergrijzing vormt een fundamentele uitdaging voor de houdbaarheid van het Belgisch pensioensysteem dat hoofdzakelijk gefinancierd wordt via repartitie. We onderzoeken of het gevoerde beleid de lasten niet teveel afwentelt op de babybust-generatie. We baseren ons hiervoor niet alleen op de registratie van de geldstromen maar ons inspirerend op het werk van Louise Russell brengen we ook het economische traject dat de generaties achter de rug hebben in rekening.Onderzoeker(s)
- Promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lokale netwerken en politieke werving. De 'missing link' tussen politieke vraag en politiek aanbod.
Abstract
Sinds 1 januari 2001 is in Antwerpen de binnengemeentelijke decentralisatie van start gegaan. Concreet betekent dit dat rechtstreeks verkozen districtsraden een deel van het overheidsbeleid in Antwerpen op zich nemen. Deze binnengemeentelijke decentralisatie is doorgevoerd om de dialoog tussen de burger en de lokale overheid te herstellen. Het voorliggende onderzoeksvoorstel wil nagaan of de Antwerpse politiek hier al dan niet in slaagt en om welke reden. Er zal worden nagegaan in welke mate politieke partijen via hun werking en via de werving van hun (kandidaat-)mandatarissen al dan niet voeling hebben met de burgers. Zijn de mandatarissen en miltanten voldoende ingeschakeld in het sociale leven van hun buurt of district? Is de omvang van hun sociaal en cultureel kapitaal een voorwaarde voor hun succes?Onderzoeker(s)
- Promotor: Dierickx Guido
- Co-promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lokale netwerken en politieke werving
Abstract
In het kader van de lokale verkiezingen van 8 oktober 2000 worden alle kandidaten op de districtsraadlijsten in Antwerpen van de zes traditionele partijen via een schriftelijke enquête bevraagd. Daarnaast worden de lijstvormers van de politieke lijsten per district en per partij mondeling ondervraagd. Hierdoor kan het profiel geschetst worden van kandidaten op politieke lijsten in een stedelijke politieke omgeving. Vanuit welke principes vertrekken de lijstvormers om een 'goede' lijst samen te stellen en kunnen zij hun eigen principes handhaven? Welke motivering drijft kandidaten om tot een lijst toe te treden? Sociaal kapitaaltheorieën kunnen getoetst worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Dierickx Guido
- Co-promotor: Thijssen Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject