Onderzoeksgroep
Expertise
Begeleiding van leerkrachten, scholen, hogescholen en universiteiten met betrekking tot innovatieprocessen, kwaliteitsbewaking Instrumentontwikkeling en evaluatieonderzoek Educatie voor duurzame ontwikkeling, STEM- onderwijs, natuur- en milieueducatie
Impact Assessment voor Actie Competentie (IMP_ACT)
Abstract
Het doel van IMP>ACT is om beter te begrijpen en aanbevelingen te doen over hoe gemeten kan worden wat leerlingen daadwerkelijk leren in het onderwijs op het gebied van duurzaamheid en klimaatverandering (Sustainability and climate change eductaion, SCCE). Centraal in het bereiken van dit doel staat de ontwikkeling en validatie van het IMP>ACT beoordelingskader voor gebruikers in beleid en praktijk. SCCE is nog relatief nieuw in de EU-context. Er is nog steeds een gebrek aan inzicht in hoe effectief SCCE eruit ziet en hoe de impact ervan kan worden gemeten. Als gevolg daarvan ontbreekt het nog steeds aan een feitenbasis om beslissingen voor de verdere ontwikkeling van programma's en beleid te onderbouwen. Bestaand bewijsmateriaal is verspreid over wetenschappelijke gebieden en maatschappelijke actoren, wat vaak leidt tot onderbenutte feedback-lussen tussen monitoring, evaluatie en implementatie. Deze hiaten belemmeren effectieve beleidsvorming en het bereiken van SCCE-leerresultaten. De kern van het IMP>ACT beoordelingskader wordt gevormd door de concepten actievaardigheid (belangrijkste waarneembare leerresultaten van SCCE) en actiegerichtheid (belangrijkste kwaliteiten van het onderwijs, die het leren in SCCE stimuleren). IMP>ACT zal het raamwerk ontwerpen en valideren in een gebruikersgerichte, iteratieve aanpak door middel van kleinschalige interventies, gevolgd door zes grootschalige casestudies, geselecteerd om het bereik van levenslang leren van SCCE te dekken. IMP>ACT brengt een interdisciplinair consortium samen met partners uit SCCE-onderzoek, -beleid en -praktijk. In elk land werkt een nationale groep belanghebbenden (35 betrokken organisaties) actief mee aan de ontwikkeling en validatie van de IMP>ACT beoordeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Op weg naar Veerkracht: Gezamenlijke creatie door muziek en beweging voor lokale, vluchtelingen- en immigrantenkinderen.
Abstract
In een tijdperk van constante verandering en dreiging van politieke conflicten, virussen en klimaatverandering, wordt de mensheid op tal van manieren uitgedaagd. Kinderen worden het zwaarst getroffen door deze ongunstige omstandigheden, vanwege hun jeugdigheid en gebrek aan sociale macht. Veel jongeren zoeken hun toevlucht of migreren naar Europese landen, in de hoop op een betere toekomst. Toch gaat hun strijd vaak door, met moeilijkheden op school, binnen de gemeenschap van leeftijdsgenoten en hun bredere sociale kring. Muziek heeft bewezen een krachtig instrument te zijn om empowerment en sociale binding te stimuleren. Het doel van dit promotieonderzoek is om te groeien als kunstenaar-opleider door de ontwikkeling van op onderzoek gebaseerde praktijken die de "kracht van muziek" gebruiken om een zinvolle sociale impact te hebben. Uitgangspunt is het idee dat de integratie van gezamenlijk musiceren, samen bewegen, kan helpen om veerkracht op te bouwen. De focus ligt op de rol van lichamelijke beweging in muziekeducatie voor heterogene groepen lokale, nieuw aangekomen immigranten- en vluchtelingenkinderen. De rijvragen zijn: Welke artistieke en educatieve competenties zijn nodig om op beweging gebaseerde muziekactiviteiten te ontwerpen? Wat is de rol van co-creatie in een kindgerichte methodiek? Hoe kan het participatieve ontwerp van dergelijke activiteiten worden gebruikt om veerkracht te bevorderen? Door het ontwikkelen van een solide artistiek-pedagogisch kader wil de onderzoeker het potentieel van het participatieve aspect onderzoeken bij het ontwerpen van op beweging gebaseerde muzikale activiteiten om de veerkracht van een diversiteit aan kinderen te bevorderen. Om dit te bereiken, zullen de ontworpen workshops een veilige ruimte voor de kinderen bevorderen om hun interesses in muziek te uiten, hun muzikale herinneringen te verwelkomen en hun te leren de veelheid van geluid en beweging met een open geest te benaderen. De workshops zullen activiteiten omvatten zoals collectieve improvisatie, body percussie, instant compositie, grafische partituren, geluidswandelingen en op LBMS (Laban Bartenieff Movement System) geïnspireerde bewegingsoefeningen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Misverstanden over wetenschap bij leerlingen uit de secundaire school aanpakken via filosofische dialoog: een empirische studie.
Abstract
Hoe kunnen leerlingen uit het secundair onderwijs leren reflecteren over wetenschap? De groeiende kloof tussen de wetenschappelijke consensus en publieke opinie over thema's zoals klimaatverandering, de veiligheid van vaccins of de evolutietheorie, maakt de vraag bij uitstek relevant. Misvattingen over wetenschap dragen immers bij aan skepticisme tegenover wetenschappelijke kennis en de toename van fake nieuws. Het wetenschapsonderwijs kan een centrale rol spelen om het tij te keren. De vraag is welke klasaanpak effectief is. Dit doctoraatsproject zal onderzoeken wat het effect is van de participatie van leerlingen aan dialogen over wetenschap. Want wetenschap leren is meer dan alleen inzicht verwerven in de evolutietheorie of de moleculaire structuur van een virus. Het betekent ook inzicht verwerven in de processen die leiden naar wetenschappelijke kennis. Deze kennis over wetenschap is gekend als 'Nature of Science' (NOS). Een dialogische aanpak wordt tot dusver maar in beperkte mate toegepast of onderzocht in het onderwijs over NOS. Met name een dialoogtechniek uit het veld van de humane wetenschappen lijkt een interessant instrument om reflectie over wetenschap op te wekken: de filosofische dialoog. De filosofische dialoog is een onderwijsvorm die leerlingen helpt om te reflecteren over grote vragen en om de betekenis van concepten te verhelderen. Dit doctoraatsproject onderzoekt en evalueert het effect van het aanbrengen van filosofische dialoog in een wetenschapsles op het NOS-inzicht van leerlingen. Hiertoe worden eerst de huidige didactische praktijken omtrent NOS-onderwijs in kaart gebracht door middel van een documentenstudie en lerareninterviews. Daarna zal een systematische literatuurstudie de didactische praktijken binnen het NOS-onderwijs categoriseren en analyseren. Deze stappen laten toe de voorwaarden te formuleren om een dialooggebaseerde aanpak rond NOS in de wetenschapsklas uit te werken en te implementeren. Tenslotte wordt in een quasi-experimentele interventiestudie de ontwikkelde filosofische dialoog-methodiek over NOS geïntroduceerd in wetenschapsklassen van de derde graad van het secundair onderwijs. Deze exploratieve studie laat toe het effect te meten van de interventie op het NOS-begrip van jongeren. Op deze manier, draagt de studie bij aan het begrip van de impact van dialooggebaseerd NOS-onderwijs. Dit longitudinale onderzoek is uniek in haar aandacht voor het combineren van twee verschillende didactische paradigma's uit de humane en exacte wetenschappen. De studie laat toe een nieuwe didactische aanpak te onderzoeken op haar merites en de bevindingen te delen met de onderzoeksgemeenschap. Op haar beurt kan deze studie bijdragen aan het versterken van leerlingen om fake nieuws over wetenschap te herkennen en ontkrachten.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Schrijver Jelle
- Co-promotor: Pinxten Annie
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2023 – Graad 4 in Vlaanderen.
Abstract
TIMSS is een internationaal vergelijkende studie over de prestaties voor wetenschappen en wiskunde van leerlingen in het vierde leerjaar. De dataverzameling gebeurt bij een representatieve steekproef en de resultaten vormen de basis voor beleidsaanbevelingen. We zoomen daarbij in op (1) prestaties van Vlaamse leerlingen, (2) verklaren van verschillen door leerling-, klas- en schoolkenmerken, (3) vergelijken met anderen deelnemende landen en (4) trends in de Vlaamse prestaties overheen de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke onderbouwing voor een kwalitatieve, effectieve en efficiënte opvolging van de werking van Duurzaam Educatiepunt.
Abstract
We kunnen er niet omheen. Duurzaamheid en klimaat staan hoog op de agenda van onderzoekers en beleidsvoerders. Ook onderwijs en educatie zetten initiatieven op het getouw om huidige en toekomstige generaties te wapenen tegen de uitdagingen die duurzaamheidskwesties met zich meebrengen. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling wordt naar voor geschoven als een onderwijsaanpak die handvatten biedt om deze uitdagende taak te helpen volbrengen (UNESCO, 2017; Olsson et al., 2022). Duurzaam Educatiepunt, het expertisecentrum rond duurzaamheidseducatie van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, biedt ondersteuning aan scholen in het leerplicht- en hoger onderwijs bij hun inspanningen rond natuur- en milieueducatie (NME) of Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO). Dit gebeurt via drie educatieve programma's: het NME-programma, Milieu op School (MOS) en Ecocampus (hoger onderwijs). Het NME-programma richt zich op educatieve partners zoals o.a. NME-centra, NME-verenigingen en onderwijsactoren. MOS wil scholen ondersteunen om een duurzame leer- en leefomgeving te ontwikkelen in een samenwerking tussen leerlingen, het schoolteam en het ruimere netwerk van de school. Ten slotte wil Ecocampus een aanspreekpunt zijn voor het hoger onderwijs om duurzaamheid ook daar in de opleidingen te integreren. Om deze ondersteuning op het vlak van NME en EDO verder te optimaliseren werden HIVA-KULEUVEN, de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Utrecht gevraagd om de programma's van Duurzaam Educatiepunt te evalueren. Hierbij is het de bedoeling om na te gaan in welke mate het educatief aanbod van Duurzaam Educatiepunt aansluit bij de specifieke noden van de gebruikers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
(Differentiële) effectiviteit van educatie voor duurzame ontwikkeling.
Abstract
Educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) speelt een sleutelrol bij het verwezenlijken van de Europese ambities in het kader van de Green Deal. EDO heeft tot doel leerlingen die competenties bij te brengen die nodig zijn om te bouwen aan een betere toekomst voor iedereen, door bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke, economische en ecologische problemen. Voortbouwend op Europese referentiekaders zoals de 'Competenties voor Levenslang Leren' en de "Groene Competenties", is in recent wetenschappelijk werk het concept actiecompetentie als centraal element van EDO aangemerkt. Actiecompetentie kan als zodanig een basis vormen voor burgers om de 'wicked problems' aan te pakken die kenmerkend zijn voor duurzaamheid. Academici en maatschappelijke stakeholders zijn het erover eens dat EDO en de belangrijkste pedagogische beginselen ervan (holisme, pluralisme en actiegerichtheid) de ontwikkeling van actiecompetentie bij leerlingen kunnen bevorderen. Er is steeds meer evidentie die deze claims ondersteunt, maar het blijft onduidelijk onder welke omstandigheden EDO voor wie effectief is. Voortbouwend op resultaten en data uit bestaand onderzoek, zal het DEESD-project zich richten op de complexe kwestie van differentiële educatieve effectiviteit in EDO in termen van het bereiken van actiecompetentie bij leerlingen op scholen. Secundaire analyses die gebruik maken van grootschalige datasets, en binnen de ethische contouren van die data, zullen worden uitgevoerd om de centrale vraag 'wat werkt voor wie in EDO' te beantwoorden. Leidende vragen betreffen de relatie tussen configuraties van de pedagogische principes van EDO aan de ene kant en configuraties van de actiecompetentie van leerlingen aan de andere. De resultaten zullen bijdragen tot het identificeren van doeltreffende strategieën om de ontwikkeling van actiecompetentie van diverse doelgroepen binnen het formele onderwijs te ondersteunen, en EDO af te stemmen op de behoeften van de lerenden. Deze inzichten effenen het pad voor een bijdrage aan de ambities van Horizon Europe om mondiale uitdagingen op het gebied van klimaat, energie, mobiliteit, voedsel, natuurlijke hulpbronnen, landbouw, milieu, democratie en veiligheid aan te pakken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Literatuuronderzoek naar natuurbetrokkenheid bij jongeren in het secundair onderwijs.
Abstract
Het belang van natuur voor de ontwikkeling van de jongeren (12- 18 jaar) wordt veelvuldig aangehaald in de wetenschappelijke literatuur. Zowel voor de gezondheid, het welbevinden en schoolprestaties, als voor het leggen van fundament voor een duurzame milieuvriendelijke houding als burger. Toch lijken jongeren in het secundair onderwijs minder interesse te tonen in de natuur. Hoewel verschillende organisaties natuur-educatieve programma's aanbieden, blijkt de vraag vanuit de jongeren en scholen zelf hiernaar niet erg hoog. Omwille van deze mismatch werd er binnen dit onderzoeksproject een antwoord gezocht op de volgende onderzoeksvragen: 1) Wat is de stand van zaken in wetenschap en beleid met betrekking tot het belang van en de drempels en hefbomen voor het werken rond natuurbetrokkenheid met jongeren (12-18j) in het secundair onderwijs? 2) Wat kunnen we leren uit internationale voorbeeldpraktijken over het omgaan met de geïdentificeerde drempels en hefbomen, op het vlak van onderwijs en de jongeren zelf ? 3) Welke aanbevelingen kunnen op basis van beide verkenningen geformuleerd worden rond natuurbetrokkenheid bij jongeren in het secundair onderwijs in Vlaanderen en voor volgende stappen voor ondersteunend beleid? Deze onderzoeksvragen werden beantwoord door middel van een systematische literatuurstudie en drie casestudies.Onderzoeker(s)
- Promotor: Keune Hans
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Michels Nele
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TIMSS2019 Grade 4 Repeat Grade 6
Abstract
De Vlaamse TIMSS 2019-resultaten omtrent het gemiddeld prestatieniveau wiskunde en wetenschappen van de leerlingen 4de leerjaar waren beneden het verhoopte niveau. Zowel voor wetenschappen als voor wiskunde werd een significante daling genoteerd ten opzichte van het niveau van 2015. Nader inzicht is wenselijk om te komen tot een evidence-informed onderwijsbeleid en onderwijspraktijk om het tij te keren. TIMSS 2019-R zal bij dezelfde steekproef scholen en leerlingen toetsen afnemen zodat de leerwinst tussen het 4de en 6de leerjaar kan worden bepaald. Deze toetsen bestaan uit geselecteerde items van de TIMSS-toetsen en van de peilingstoetsen voor wiskunde en wetenschappen. Tevens worden vragenlijsten afgenomen bij de leerlingen, de leraren van het 5de en 6de leerjaar en de schoolleiding om de samenhang van de resultaten in het 6de leerjaar en van de leerwinst met een aantal contextvariabelen in kaart te brengen. Ook worden de effecten bekeken van de COVID-19 pandemie op de effectieve leertijd (kwantitatief en kwalitatief) voor het onderwijs wiskunde en wetenschappen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Virtuele Laboratoria voor Exoplaneten en Protoplanetaire Schijven (CHAMELEON).
Abstract
De eerste detectie van een exoplaneet betekende een nieuw tijdperk in onze hoop om buitenaards leven te detecteren. Deze detecties hebben nieuwe parameterruimten geopend en laten zien dat er fysische en chemische omstandigheden bestaan in (A) planeetvormende schijven die enorm verschillen van wat we weten in het zonnestelsel en in (B) (exo)planeten die enorm verschillen van de planeet aarde toen het leven zijn oorsprong vond in een zuurstofloze soep, en toch de levensdragende chemie kon laten opstarten. In dit MC-ITN richten we ons op de ontwikkeling van virtuele laboratoria, wat het cruciale hulpmiddel zal zijn om de huidige en toekomstige schijf- en exoplaneetwaarnemingen in detail te analyseren en om de hiaten in onvolledige waarnemingsgegevens op te vullen. Onze virtuele laboratoria zullen geavanceerde numerieke en statistische methoden gebruiken die input omvatten van astrofysica, computationele chemie, laboratorium- en theoretische fysica, geowetenschappen, wiskunde en computerwetenschappen. Virtuele laboratoria spelen een sleutelrol bij het simuleren van nog niet onderzochte fysisch-chemische omgevingen. Onze 3 belangrijkste doelstellingen zijn: - Wetenschappelijk: zoek en voorspel de chemische samenstelling van planeetvormende schijven en exoplaneetatmosferen. - Technologisch: kennisoverdracht tussen wetenschappelijke gemeenschap voor planeten en sterschijven door uitwisseling van state-of-the-art codes. Modellen met verschillende complexiteit toepassen en ontwikkelen als schakel tussen grote observationele en numerieke modelgegevens. Verken modellen als virtuele laboratoria voor parameterruimten die niet kunnen worden bereikt door observaties of door (laboratorium) experimenten. - Educatief: Train complexe modellering en interpretatie van big data. Gebruik fascinatie voor exoplaneten en hun geboorteplaatsen om wetenschap te promoten in de samenleving en in de lokale en bredere gemeenschappen dankzij toegewijde kunst- en onderwijs- en kunst- en wetenschapsprojecten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kolenberg Katrien
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
iSTEM inkleuren, een interassociatie-cel om scholen te ondersteunen in STEM-didactiek (iSTEM).
Abstract
De vijf pijlers voor iSTEM didactiek zijn. • interdisciplinaire integratie van STEM leerinhouden • probleemgecentreerd leren • onderzoekend en ontwerpend leren • samen leren • vakdidactische input Teacher Design Teams (TDT) of Learning Design Studios zullen worden gebruikt als manier om professioneel leren van leraren te bevorderen en om de leraren in de iSTEM- benadering te introduceren. Het doel van de TDT's is om materialen en methoden te ontwikkelen die zullen worden geïmplementeerd en uitgetest. De prioritaire gebieden voor de ontwikkeling van de iSTEM-didactiek zijn in deze fase: • Eerste twee jaren van het secundair onderwijs • Technisch en beroepsonderwijs Een effectiviteitsonderzoek zal worden uitgevoerd om de resultaten van deze aanpak zichtbaar te maken op het niveau van de leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sabbatsverlof 2018-2019 Prof. Peter Van Petegem.
Abstract
Aan de NTNU is een uniek onderwijsproject lopende overheen alle faculteiten van de universiteit, met name 'Experts in Teamwork', gericht op interdisciplinaire samenwerkingsvaardigheden. De voorbije jaren is sterk geïnvesteerd in het onderwijs, maar zijn ook veel data verzameld met als doel de effectiviteit van deze leeromgeving na te gaan. De focus van mijn sabbatical zal liggen op een grondig evaluatie-onderzoek, waarbij kan gebruik gemaakt worden van verschillende cohortengroepen (jaarlijks > 2000 studenten, ingedeeld in 'villages' van 25-30 studenten, met daarbinnen interdisciplinaire groepen van 5-6 personen), met telkens drie meetmomenten. Naast de weg gericht op psychometrisch onderzoek, structurele vergelijkingen, multilevel analyses met meerdere meetmomenten wil ik een tweede spoor bewandelen, met name dat van data mining. Er is expertise aanwezig op de NTNU op dit terrein en ik wil graag de mogelijkheden hiervan verkennen met het oog op het analyseren van grote databestanden met onderwijskundige variabelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
AIRbezen@School.
Abstract
Dit citizen science project rond luchtkwaliteitsmetingen bouwt verder op het succes van AIRbezen, maar richt zich nu exclusief op scholen, klassen en leerlingen, en trekt voluit de kaart van de actieve participatie. Deze unieke benaderingswijze vergt uiteraard een specifieke aanpak, voortbouwend op de ruime ervaring van de wetenschappelijke trekkers van dit project, en samen met sleutelfiguren of -organisaties binnen de onderwijswereld. Het project heeft een hoog participatief karakter, vertrekkende vanuit authentieke vragen rond luchtkwaliteit die leven op scholen. De leerkrachten en leerlingen zijn geen uitvoerders, maar zijn de werkelijke wetenschappers binnen het project. Door een gemengde aanpak, namelijk door te werken met half-begeleide en zelfstandige scholen, beoogt het project te kunnen blijven doorbestaan, ook na het aflopen van de financiering. Het project zal handvaten aanreiken en ondersteuning bieden zodat deelnemers van minimaal 400 scholen zowel de luchtkwaliteit in de omgeving van de school als binnen de school in kaart kunnen brengen, de bekomen data kunnen analyseren en begrijpen en er eventuele oplossingen voor bedenken. Het project biedt eveneens kansen om STEM-onderwijs op een geïntegreerde wijze, betekenisvol uit te bouwen rond een relevant thema in de leefwereld van scholen, klassen en leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Samson Roeland
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
D-PAC: van wetenschappelijk project naar spin-off.
Abstract
Dit project bereidt D-PAC voor om een succesvolle spin-off te kunnen worden. In de afgelopen vier jaar was D-PAC een IWT-SBO gefinancierd onderzoeksproject met twee doelstellingen. Een eerste doel was onderzoek naar het comparatief beoordelen van competenties. Daarnaast werd beoogd om een prototype tool te ontwikkelen die deze methode van beoordelen ondersteunt (D-PAC tool). Het project wees uit dat de methode van comparatief beoordelen wetenschappelijk gefundeerd is en veel mogelijkheden biedt om in de praktijk in te zetten. Voor het groeiende aantal gebruikers biedt D-PAC een grote meerwaarde, omdat de comparatieve methode kwalitatief goede beoordelingen stimuleert en toepassingsmogelijkheden kent om het leren te bevorderen. Vanuit deze vaststellingen beogen enkele onderzoekers een spin-off op te starten die de inzichten en tools uit het IWT-SBO project commercialiseert. Voor een succesvolle spin-off is het van belang dat de prototype tool wordt omgezet naar een marktklare tool. Daarnaast vergt een spin-off inspanningen met betrekking tot het uitwerken van een strategisch businessplan. Het is in deze noodzakelijk verbredingen van de huidige (Vlaamse en Nederlandse) onderwijsmarkt, bijvoorbeeld de internationale markt en nieuwe toepassingen van de tool, te onderzoeken. Daartoe werden vier werkpakketten geïdentificeerd. Het eerste werkpakket omvat het bouwen van een toegankelijke algoritmeserver voor de ontwikkelde algoritmes voor comparatief beoordelen, zodat digitale platformen (bijvoorbeeld Blackboard) deze algoritmeserver gemakkelijk kunnen aanspreken. Een tweede werkpakket omvat de ontwikkeling van een Content Management Systeem (CMS) voor de onderwijssector om het huidige D-PAC gebruik te borgen en te commercialiseren. Het derde werkpakket omvat een verdere uitwerking van het businessmodel, door de strategieën voor het Vlaamse onderwijscliënteel ook te vertalen zijn naar het internationale onderwijsveld. Het vierde werkpakket omvat een verkenning van andere mogelijke toepassingen van comparatief beoordelen, zoals selectie, prioritesering en training.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meting BVV.
Abstract
Het project beoogt het beleidsvormend vermogen van scholen in Vilvoorde in kaart te brengen in een pre-postdesign, en dit bij een groep scholen die participeert aan een interventie rond de ontwikkeling van taalbeleid op school als experimentele groep en een groep scholen in de controle-conditie. Dit onderdeel van het project betreft de voormeting van het onderzoek bij de start van de interventie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Formatief evalueren ondersteunen: van theorie tot praktijk (FORMAS)
Abstract
FORMAS is een ERASMUS+ project met vier partners: België, Nederland, Cyprus en Griekenland. Het doel van FORMAS is om formatief evalueren te ondersteunen. Daartoe worden ondersteuningssessies voor leraren ontworpen en geëvalueerd met betrekking tot formatief evalueren in het leergebied wiskunde.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling zelfevaluatie-instrument 'Beleidsvoerend vermogen'.
Abstract
Koning Boudewijnstichting wil (de inrichtende macht/schoolbesturen van) scholen uitrusten met een instrument om het eigen beleidsvoerend vermogen in kaart te brengen en te benchmarken met andere scholen. Om dit te kunnen doen worden verschillende betrokkenen bevraagd. Een conceptueel model wordt ontwikkeld, geoperationaliseerd en uitgetest.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2019 – graad 4 in Vlaanderen.
Abstract
TIMSS is een internationaal vergelijkende studie over de prestaties voor wetenschappen en wiskunde van leerlingen in het vierde leerjaar. De dataverzameling gebeurt bij een representatieve steekproef en de resultaten vormen de basis voor beleidsaanbevelingen. We zoomen daarbij in op (1) prestaties van Vlaamse leerlingen, (2) verklaren van verschillen door leerling-, klas- en schoolkenmerken, (3) vergelijken met anderen deelnemende landen en (4) trends in de Vlaamse prestaties overheen de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Valorisatie van geïntegreerd en actiegericht onderwijs voor duurzame ontwikkeling op school (VALIES).
Abstract
VALIES focust op het ontwikkelen en onderzoeken van de implementatie van educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) in het formeel onderwijs in Vlaanderen. Centraal daarbij staat een traject van professionele ontwikkeling (TPD) van leerkrachtenteams die in de context van hun eigen school EDO waar maken. Onderzoeksmatig word er gefocust op (1) het operationaliseren van actiecompetentie als uitkomst van EDO, (2) de effectiviteit van de TPD, (3) de effectiviteit van EDO, (4) het belang van de schoolcultuur in dit alles, en (5) het belang van verschillende sociale contexten. Het project werkt toe naar het ontwikkelen van concrete tools die implementatie van EDO in het Vlaamse formeel onderwijs kunnen faciliteren. Er wordt samengewerkt met de Universiteit Leuven, de Arteveldehogeschool, en de onderwijskoepels.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Schelfhout Wouter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
ARTIFEX
Abstract
ARTIFEX is een ERASMUs+ project dat tot doel heeft om een praktisch Europees kader neer te zetten voor STEM onderwijs in innovatieve buitenschoolse leeromgevingen zoals FabLabs en Makerspace. STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics en wil deze domeinen geïntegreerd in het onderwijs aanbrengen. Een Fablab of Makerspace is een kleinschalig werkplek waar je producten kan ontwerpen en maken met modern technologieën zoals 3D-printers en laser cutters.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Korte- en langetermijneffecten van natuur- en milieueducatie (NME) en educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO).
Abstract
De centrale focus van het onderzoek is een impactstudie, waarbij de korte- en (middel)langetermijneffecten van NME/EDO-activiteiten geëvalueerd worden. Het opzet is daarbij niet om uitspraken te doen over de kwaliteit van de interventies, wel om op zoek te gaan naar sterke punten en werkpunten in verschillende welgekozen cases. De cases worden zo geselecteerd dat ze relevant en leerrijk zijn voor de verschillende provinciale partners. Het onderzoek wordt opgezet in nauwe samenwerking tussen de onderzoekers en die partners. Op deze manier worden er binnen en overheen de verschillende provinciale partners competenties ontwikkeld die de verankering van outcome-evaluatie faciliteren na afloop van het onderzoek. In die zin werkt het onderzoeksproject ook toe naar een toolkit die door de partners, in het kader van kwaliteitszorg, ingezet kan worden om outcome-evaluatie te implementeren in de praktijk. Deze toolkit laat ook toe om met de uitkomsten van een impactstudie aan de slag te gaan en de doelgerichtheid en effectiviteit van NME/EDO-activiteiten verder te ontwikkelen. Bovendien zullen de inzichten die voortkomen uit het onderzoek ook ingezet worden om het bestaande evaluatiesysteem, dat hoofdzakelijk inzoomt op klanttevredenheid eerder dan op doelmatigheid, te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Van "verzorgen zonder zorgen" naar "hoe blijft lesgeven cool".
Abstract
Stress en burn-out vormen een grote problematiek in België. Dit veroorzaakt een veelheid aan negatieve gevolgen voor zowel het individu, het team, de kwaliteit van het werk en de organisatie. Binnen de het Expertisecentrum Psychisch Welzijn in Patiëntenzorg werd de afgelopen jaren een e-learning pakket ontwikkeld ter preventie van stress en burn-out bij verpleegkundigen. Dit pakket onderscheidt zich van bestaande producten doordat het gepersonaliseerd is, specifiek gericht op verpleegkundigen en gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Stress en burn-out zijn echter niet enkel een brandende problematiek in de verpleegkunde, maar eveneens binnen andere sectoren. Dit e-learning pakket biedt dan ook mogelijkheden voor andere beroepsgroepen. We willen bijgevolg nagaan of het voor verpleegkundigen gevalideerde concept van een individueel afgestemd en beroeps specifiek e-learning pakket, getransfereerd kan worden naar andere sectoren. We willen dit onderzoeken door deze transfer vooreerst uit te testen bij een ander contactberoep en risicopopulatie waar de nood aan preventieve interventies duidelijk aangevoeld wordt, namelijk onderwijzend personeel in hoger onderwijs. Voorliggend onderzoek dient dus als proof of concept om aan te tonen dat het pakket ook breder toepasbaar is. Hierdoor zal de valorisatie van het pakket bevorderd worden. Dit beogen we te doen door 1) na te gaan op welke gebieden de inhoud van het preventiepakket voor verpleegkundigen verschilt van deze voor onderwijzend personeel en welke inhoud behouden kan blijven; 2) vervolgens deze inhoud in te passen in het bestaande framework of 5 structuur; 3) het effect van dit preventiepakket te onderzoeken; 4) en tot slot de meeste geschikte wijze voor commercialisatie uit te werken. Na het beëindigen van voorliggend project zullen nog verdere stappen gezet worden om het concept aan te passen aan andere beroepsgroepen en deze ook daar verder te commercialiseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Franck Erik
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Beleidsgericht Onderwijsonderzoek (SONO).
Abstract
Het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) is door de Vlaamse Regering erkend als Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek voor de periode 2016-2020. SONO is een samenwerkingsverband van de UGent, de KU Leuven, de Universiteit Antwerpen, de VUB en de Artevelde Hogeschool. De voornaamste opdrachten van het steunpunt zijn: (1) Wetenschappelijk onderzoek uitvoeren rond thema's die de Vlaamse overheid als prioritair en relevant beschouwt voor beleidsvoorbereiding en -evaluatie en (2) Zorgen voor kennisoverdracht via onder meer rapporten en seminaries. De lange looptijd biedt het steunpunt de mogelijkheid om actievere vormen van valorisatie op te nemen en daadwerkelijk deel te laten uitmaken van de opdracht. Het steunpunt omvat 3 thematische onderzoekslijnen: A. De lerende, B. De leraar en de school als organisatie en C. De organisatie van het onderwijs. De 3 themalijnen vloeien voort uit de prioriteiten uit de beleidsnota onderwijs 2014-2019. Het steunpunt moet onder meer een antwoord bieden op strategische en concrete beleidsvragen inzake de evolutie van de kwaliteit, efficiëntie en rechtvaardigheid van het Vlaamse onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zalmproject. Deeltijdsonderwijs - volwassenonderwijs.
Abstract
De nota duaal leren van de Vlaamse Overheid geeft aan dat jongeren arbeidsrijp en arbeidsbereid dienen te zijn om zich via de leerweg 'duaal leren' te kwalificeren. Daarnaast wordt gesteld dat de klassenraad en de trajectbegeleider samen een niet-bindend advies dienen te geven over de arbeidsrijpheid van elke jongere die in aanmerking komt voor een arbeidsgerichte opleiding. In het licht hiervan vraagt het provinciaal onderwijs Antwerpen een instrument dat de klassenraad kan ondersteunen bij deze beslissing.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bibliotheekkrediet Sociale en Humane Wetenschappen (Antwerp School of Education).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van competenties voor duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs: implicaties voor curriculumvorming,onderzoekscompetenties en beleidsontwikkeling.
Abstract
De integratie van duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs is uitgegroeid tot een belangrijk onderzoekstopic, met aandacht voor verschillende aspecten: onderwijs, onderzoek, maatschappelijke dienstverlening, en de eigen bedrijfsvoering. Onderwijskundige aspecten zijn vaak gericht op competenties voor duurzame ontwikkeling, die studenten in staat moeten stellen om te kunnen gaan met de complexiteit en onzekerheid van duurzaamheidsvraagstukken in de samenleving. Er circuleren diverse definities van deze competenties, maar vaak komen de volgende aspecten aan bod: systeemdenken, toekomstdenken, interpersoonlijke competenties, normatieve competenties en strategische competenties. De integratie van deze competenties vereist specifieke aanpassingen in het curriculum. Een van de aandachtspunten daarbij is de rol van onderzoekscompetenties en hun mogelijke bijdrage aan het verwerven van competenties voor duurzame ontwikkeling. Daarnaast dient ook aandacht besteed te worden aan beleidsontwikkeling en evaluatie van studieprogramma's. Daarom heeft dit doctoraat een driedelige ambitie: (1) het analyseren van de integratie van competenties voor duurzame ontwikkeling in hoger onderwijscurricula; (2) het analyseren van de relatie tussen duurzaamheidscompetenties en onderzoekscompetenties; (3) analyseren van de implicaties van de integratie van deze competenties voor beleidsontwikkeling, met bijzondere aandacht voor duurzaamheidsevaluatie en veranderingsmanagement.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Liedekerke Luc
- Co-promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Lambrechts Wim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoeksopdracht in het kader van de opleiding Expert Taalbeleid.
Abstract
1. Wat is het beleidsvoerend vermogen inzake taalbeleid Genkse basisscholen die aan het ondersteuningstraject 'Expert Taalbeleid' deelnamen? 2. Tot welke effecten heeft de geboden ondersteuning in de betreffende basisscholen geleid? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zal een kwantitatief en een kwalitatief georienteerd onderzoek worden uitgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Penninckx Maarten
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Begeleiding van de medewerkers van MOS in het helpen opzetten van vormingen, uitwisselingsmomenten en procesbegeleiding.
Abstract
MOS Vlaanderen maakte recent heel wat vernieuwingen door. Ook vandaag nog is de organisatie en haar werking volop in verandering. Het project 'Begeleiding van de medewerkers van MOS in het helpen opzetten van vormingen, uitwisselingsmomenten en procesbegeleiding' past in dit proces. In het project werden een aantal praktijken onder de loep genomen en onderzocht in functie van verdere vernieuwing. Het project vond plaats van maart 2015 tot juli 2016. In deze periode gingen MOS-begeleiders aan de slag in een onderzoekende praktijk.Vanuit onderzoeksgroep Edubron kregen zijn hierbij ondersteuning en werden de leerresultaten in kaart gebracht. Het project omvatte twee lerende netwerken, een intervisietraject en zes experimenten. De experimenten vonden plaats in zes verschillende scholen, gekozen met het oog op maximale variatie. Elk experiment had een ander thema: vergroening, pedagogische begeleiding, intakes, participatie, leerwinst meten, en campusschool. Samen waren deze onderdelen van het project een rijke bron van leerervaringen,die richting gaven aan de aanbevelingen voor de MOS-praktijkOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TALIS-Secundaire analyses m.b.t. professionele ontwikkeling met nadruk op collaborative learning.
Abstract
Dit project heeft betrekking op de aandacht die TALIS (Teaching and Learning International Survey) besteedt aan de professionele ontwikkeling van leerkrachten en directies, met nadruk op collaborative learning.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe zijn competenties grootschalig te toetsen? Ontwikkeling van een evaluatiematrix voor toetsprogramma's en een inventarisatie van good practices.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Scenario's voor leer(winst)monitoring in Vlaanderen: Een ontwerponderzoek naar haalbaarheid en wenselijkheid.
Abstract
Er bestaan goede redenen om een (meer) systematisch zicht te krijgen op leerresultaten in het Vlaamse leerplichtonderwijs. Daar staat tegenover dat systemen om leerresultaten te monitoren bekritiseerbaar zijn en dat ongewenste effecten zich (kunnen) voordoen. Deze studie onderbouwt mogelijke scenario's voor het monitoren van leerwinst en gaat na of deze haalbaar en wenselijk zijn in de Vlaamse context. Centraal in het ontwerponderzoek staat het identificeren van ontwerpprincipes voor een monitoringsysteem op maat van Vlaanderen. Dit gebeurt aan de hand van systematisch literatuuronderzoek, een Delphi-studie en de studie van buitenlandse monitoringsystemen. Op basis van de ontwerpprincipes worden scenario's uitgeschreven die in diepte-interviews bij stakeholders afgetoetst worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
STEM@school: het ontwikkelen en introduceren van geïntegreerd Wetenschaps-, Technologisch, Bouwkundig en Wiskundig onderwijs in Vlaamse middelbare scholen.
Abstract
Het project beoogt (de evaluatie van) de invoering van een innovatieve geïntegreerde STEMdidactiek in het secundair onderwijs, om aldus aan middelbare scholieren een beter beeld te geven van wat een wetenschappelijke, ingenieurs- en/of technische carrière inhoudt, om hun attitude ten aanzien van STEM alsook hun STEM-geletterdheid te verbeteren. Voorts beoogt men de ontwikkeling van een aanpak voor de systemische ondersteuning van de scholen om deze didactiek duurzaam te implementeren. Het finale doel is te komen tot een betere kwantitatieve en kwalitatieve keuze voor STEM-georiënteerde studies in het hoger onderwijs en voor STEM-gerichte jobs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onwikkeling, validatie en effecten van een digitaal platform voor de evaluatie van vaardigheden (D-PAC).
Abstract
In onze huidige maatschappij neemt bij evaluaties het belang van competenties steeds toe, dit zowel in het onderwijs als bij aanwervingen of zelfs opvolging van het personeel. Het correct kunnen meten van een competentieniveau is dus zéér belangrijk. D-PAC wil het betrouwbaar en valide meten van competenties d.m.v. de "adaptive comparative judgment" methode (ACJ) dieper bestuderen. Men wil meerbepaald zowel theoretisch als praktisch de geschiktheid van deze methode om competenties te toetsen kunnen aantonen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Klaar voor het hoger onderwijs? Longitudinaal onderzoek naar de invloed van het studiekeuze- en academische integratieproces op het studiesucces in het eerste jaar hoger onderwijs.
Abstract
Academische integratie is een belangrijke voorspeller voor het verklaren van studiesucces van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs. Het concept verwijst naar de mate waarin studenten zich aanpassen aan hun nieuwe leeromgeving. Academische integratie kan onderzocht worden vanuit het perspectief van verschillende studentkenmerken. Hoewel men academische integratie als een 'evoluerend' concept bekijkt, werd dit in eerder onderzoek voornamelijk vanuit een statisch perspectief onderzocht. Dit project beoogt de verklarende rol van studentkenmerken en het academisch integratieproces van eerstejaarsstudenten ten aanzien van studiesucces longitudinaal te onderzoeken. Dit gebeurt via het integreren van Nicholson's transitiemodel (1990) met een longitudinaal procesmodel. Transitie wordt in dit onderzoek beschouwd als een gefaseerd proces met een voorbereidings-, ontmoetings-, aanpassings- en stabilisatiefase. Dit impliceert een uitbreiding van het conceptueel kader met factoren gerelateerd aan de voorbereiding van studenten in het secundair onderwijs (voorkennis, studiekeuzeprocessen) en een verfijning van de transitiefase in een ontmoetings- en een aanpassingsfase. Dit conceptueel kader wordt getest via een recent verzamelde longitudinale dataset bij studenten die de overgang maakten van het secundair naar en in het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt (3700 studenten). Om de relaties tussen studiekeuzeproces, het academisch integratieproces en het studiesucces in het hoger onderwijs te onderzoeken, wordt dit onderzoeksproject opgezet in vier fasen: een beschrijvende, exploratieve, toetsende en een theoretische fase. De eerste drie fases richten zich op telkens hogere analyseniveaus en onderzoeken geleidelijk aan meer componenten van het conceptuele model. De laatste fase koppelt de resultaten aan de bestaande kennis en zorgt op die manier voor theorieontwikkeling. Het innovatieve karakter van dit project is meervoudig. Er is de integratie van een longitudinaal procesmodel met een transitiemodel. Daarnaast is de dataset gebaseerd op vijf meetmomenten wat het mogelijk maakt om causale processen meer in kaart te brengen. Omdat de dataset zowel studenten uit professionele als academische bachelors bevat, kan het onderzoek ook leiden tot meer generaliseerbare uitspraken over de invloed van deze factoren op het studiesucces in het hoger onderwijs. Ten slotte zal dit onderzoek ook bijdragen aan noodzakelijke theorieontwikkeling in dit onderzoeksdomein.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Noyens Dorien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
NME binnen PROVANT. Natuur- en milieu-educatie binnen Provincie Antwerpen: doelgericht en effectief?
Abstract
In 2012 werd het expertisenetwerk NME/EDO* opgestart met de voornaamste partners op vlak van NME/EDO over de departementen en diensten heen: Groendomeinen Antwerpen, Kempen en Mechelen (DRST), PIME en DMN (DLM), Kamp C en Hooibeekhoeve (DWEP). Voorlopig beperkt het netwerk zich tot de eerstelijnsaanbieders, ic centra. Hoofddoelen zijn: uitwerken van een provinciale visie op NME/EDO, kennisdeling en afstemming tussen de partners, uitwerken van een kwalitatief aanbod afgestemd op de doelgroep. Hiervoor wil het netwerk externe expertise inroepen. *Natuur- en milieueducatie / Educatie voor Duurzame OntwikkelingOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Pinxten Annie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expert Taalbeleid.
Abstract
1. Wat is het beleidsvoerend vermogen inzake taalbeleid van de 12 basisscholen van het katholiek onderwijs die aan het ondersteuningstraject 'Expert Taalbeleid' deelnamen? 2. Tot welke effecten heeft de geboden ondersteuning in de betreffende basisscholen geleid? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zal een kwantitatief en een kwalitatief georienteerd onderzoek worden uitgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Aanmaak deelrapporten pedagogische begeleidingsdiensten OVSG en POV.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effectstudie van het project Mobilus.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Onderwerp van het onderzoek is een evaluatie van de effectiviteit van van het educatieve programma Mobibus. Specifieke aandacht gaat naar de impact die het programma heeft op de kennis, attitudes en vaardigheden van de deelnemers inzake verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Delvaux Eva
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Informatiegebruik door schoolleiders en leerkrachten.
Abstract
Hoewel het (Vlaamse) onderwijs een lange traditie heeft inzake het verzamelen van informatie, wordt het volle potentieel van het gebruik van deze informatie pas sinds eerder recent erkend. Vooralsnog is echter weinig geweten omtrent welke informatie op welke manier op het beleid en de praktijk in Vlaamse scholen weegt. Dit onderzoek biedt inzicht in de manier waarop schoolleiders en leerkrachten gebruik maken van informatie bij het maken van beleids- en praktijkkeuzes. Het reikt naast beschrijvingen van bestaande praktijken ook evidentie aan voor de verklaring en evaluatie van het informatiegebruik in Vlaamse scholen. De invalshoek van informatiemakelaarsschap staat daarbij centraal. Om deze doelen te realiseren wenden we in het onderzoek verschillende methodologische technieken aan: literatuuronderzoek, diepte-interviews en survey-onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Mahieu Paul
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO.
Abstract
Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar determinanten van doorstroom en verschillen in werkplekleren bij sterke studenten.
Abstract
Veel onderwijsontwikkeling vertrekt vanuit ervaringen van de betrokken actoren en wordt dikwijls vorm gegeven vanuit een buikgevoel. In het huidige project willen we de beleidskeuzes en de ontwikkeling van het traject voor sterke studenten voldoende steunen op onderzoeksgegevens. Daartoe wordt naast het ontwikkelingstraject een flankerend onderzoekstraject opgezet. De vraag die in het huidige project als prioritair naar voren springt, is: "Hoe kunnen we de meeste geschikte studenten identificeren voor deelname aan het traject voor sterke studenten?"Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kickstart je toekomst.
Abstract
Tijdens dit project ontwikkelen en valideren de promotor en de partners samen met leerkrachten en consulenten uit de dienstverlening begeleidingstools en -methodieken om jongeren te coachen in hun eerste stappen van het (beroeps)onderwijs naar de arbeidsmarkt. Met dit project geven we stimulansen en coaching aan jongeren en aan intermediairen zodat jongeren beter uitgerust zijn om de arbeidsmarkt te betreden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van het evaluatiesysteem voor leerkrachten in het basisonderwijs en deeltijds kunstonderwijs.
Abstract
Het onderzoek wil de werking van leerkrachtevaluatie en zijn effecten binnen het basisonderwijs en deeltijds kunstonderwijs analyseren en evalueren. Concreet zal onderzocht worden welke kenmerken de evaluatiesystemen vertonen, wat het uitzicht van deze evaluatiesystemen bepaalt, hoe verschillende actoren (o.a. directies en leerkrachten) dit ervaren en wat de effecten zijn van leerkrachtevaluaties. Het onderzoek bevraagt de directeur en alle leerkrachten in 100 scholen voor basisonderwijs en 10 scholen voor deeltijds kunstonderwijs via een survey. Daarnaast worden de coördinerend directeur, de directeur, een vakbondsafgevaardigde en twee leerkrachten van 15 basisscholen en 3 scholen voor deeltijds kunstonderwijs bevraagd aan de hand van semi-gestructureerde interviews.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impactanalyse en verbetervoorstellen voor Milieuzorg op School (MOS).
Abstract
Het voorgestelde onderzoeksproject focust op de effectiviteit van het project Milieuzorg op school (MOS), en besteedt daarbij aandacht aan zowel praktische als theoretische aspecten. Aan de hand van een mixed-method onderzoeksdesign, waarbij literatuurstudie, focusgroepen, surveys en diepte-interviews gehanteerd worden, wordt onderzocht welke de gewenste en vastgestelde effecten van MOS zijn (waarbij onder andere gekeken wordt kennis, waarden en gedrag m.b.t. milieu en natuur) bij leerlingen en bij leerkrachten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs- en internationaal leeronderzoek (Talis) 2013 in Vlaanderen.
Abstract
Planning, uitvoering en rapportering van de Teaching and Learning International Survey 2013 en verwerken van het hoofdonderzoek van Programme for International Student Assessment 2012.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studieopdracht Jongeren en Wetenschap.
Abstract
Centraal in de voorliggende opdracht staat het betrekken van jongeren zelf bij de reflectie over de problematiek van exact-wetenschappelijke en technische knelpuntrichtingen in een maatschappelijke context waarin technische kennis en kunde als een steeds belangrijker wordende economische productiefactor wordt. Het IST wil de Vlaamse jongeren zelf horen over wat hen beweegt om wel of niet voor een exact-wetenschappelijke/technische studierichting/loopbaan (WTSL) te kiezen. Hoe kijken zij aan tegen wetenschap, technologie en innovatie? Hoe zien zij de maatschappelijke rol van wetenschap en technologie? Hoe zien zij hun eigen bijdrage daarin? In welke mate beïnvloeden deze beelden hun studiekeuze? Welke exogene en endogene factoren spelen (wanneer) een rol bij hun studiekeuze?Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werking, bereik en effecten van de pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van het project is de analyse van de werking, de effecten en het bereik van de werkzaamheden van de pedagogische begeleidingsdiensten en het SNPB vanuit perspectief van de pedagogische begeleiders en van de onderwijsinstellingen en de CLB's.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstart TALIS 2013 in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van het project 'OECD TALIS 2013 - Teaching And Learning International Survey' is het genereren van beleidsrelevante data en indicatoren omtrent leerkrachten en het lesgeven. Hiertoe worden, op internationaal vergelijkende basis, leerkrachten en directies bevraagd aan de hand van vragenlijsten. De leerkrachten die lesgeven in de eerste graad secundair onderwijs (internationaal ISCED-niveau 2) staan hierbij centraal. Als optionele populatie worden in Vlaanderen ook de leerkrachten en directies uit het lager onderwijs bevraagd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het onderzoekend leren optimaal ondersteunen in de klas.
Abstract
Aan de hand van een reviewstudie wordt nagegaan hoe onderzoekscompetenties bij leerlingen in het secundair onderwijs kunnen worden versterkt. We beschrijven en analyseren de onderzochte effecten van verschillende didactische benaderingen gericht op het versterken van onderzoekend leren (inquiry learning) op basis van internationale onderzoeksdatabanken. Verschillende condities in de onderwijsleeromgeving voor het versterken van onderzoekscompetenties worden hierbij ook nader verkend.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Motivatie en leerbereidheid van leerlingen: een reviewonderzoek.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLOR. UA levert aan VLOR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatieonderzoek "Welbevinden op school".
Abstract
Evaluatie van het project "Welbevinden op School (WOS)". Het project stelt zich tot doel scholen en schoolteams bewuster en op een meer systematische manier te laten stilstaan bij de kwaliteit van het preventie- en remediëringsbeleid in hun school."Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerpatronen in transitie: dimensionaliteit, validiteit en ontwikkeling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UAntwerpen en anderzijds de opdrachtgever. UAntwerpen levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstellen van een Engelstalig achtergrondrapport in het kader van de OESO review "Evaluation and Assessment Frameworks for Improving School Outcomes".
Abstract
De bijdrage van evaluatie en beoordeling tot kwaliteitsverbetering, gelijkheid en effectiviteit van het onderwijs op micro-, meso- en macroniveau is een hot issue en beroert veel beleidsmakers en praktijkmensen. Met het oog op de organisatie van internationale landenstudies door de OESO wordt in dit project een Vlaams achtergrondrapport samengesteld omtrent deze thema's. Aan de hand van literatuuronderzoek wordt de Vlaamse stand van zaken ten aanzien van de vooropgestelde evaluatiethema's beschreven. Vervolgens worden aan de hand van individuele diepte-interviews en daaropvolgende focusgroepsgesprekken de standpunten van relevante stakeholders ten aanzien van de vooropgestelde thema's in kaart gebracht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Follow-up onderzoek van afgestudeerden uit de provinciale secundaire scholen in hun overgang naar het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt en formuleren van voorstellen om de doorstroming te bevorderen.
Abstract
Een vlotte doorstroming van secundair naar voortgezet onderwijs of naar de actieve arbeidsmarkt is belangrijk in de huidige maatschappij. In de praktijk stellen we echter vast dat deze doorstroming lang niet altijd even soepel verloopt en niet voor elke leerling even vanzelfsprekend is. Om deze problematiek beter te begrijpen en wenselijke maatregelen op te stellen, heeft de Provincie Antwerpen beslist om samen met het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen hieromtrent wetenschappelijk onderzoek op te zetten. De focus van dit project is drievoudig: (1) inzicht verwerven in het uitstroomprofiel van leerlingen uit het zesde jaar secundair onderwijs; (2) inzicht verwerven in de relatie tussen het uitstroomprofiel en de overstap naar arbeidsmarkt of voortgezet onderwijs (SEnSE en tertiair onderwijs); en (3) inzicht verwerven in wenselijke maatregelen om de overstap van secundair naar het voortgezet onderwijs of de arbeidsmarkt te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van het evaluatiesysteem van het onderwijspersoneel.
Abstract
Aan de hand van dit onderzoek zullen knelpunten opportuniteiten van leerkrachtevaluaties in secundaire scholen in kaart gebracht worden. Hierbij zal zeker aandacht besteed worden aan de kenmerken van goed leerkrachtevaluatiesystemen, alsook aan bepalende contextvariabelen die de goede werking van leerkrachtevaluaties bevorderen. Dit kan leiden tot een evaluatie van het huidige beleid inzake leerkrachtevaluaties wat kan leiden tot aanpassingen in het ruimere strategische, onderwijs- en personeelsbeleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar verschillen in leren en presteren in het volwassenonderwijs.
Abstract
De centrale doelstelling van het project is het uitvoeren van cross-sectioneel en longitudinaal casusonderzoek naar de kwaliteit van leren bij volwassenen in het volwassenenonderwijs. Het project heeft tot doel meer inzicht te verwerven in de ontwikkeling van kwaliteit van leren van studenten, de invloedsfactoren die hiermee verbonden zijn op het niveau van de instroomkenmerken, en het bestuderen van de effecten ervan op leerprestaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van een zelfevaluatie-instrument beleidsvoerend vermogen van scholen.
Abstract
We willen met dit project een instrument ontwikkelen om hun beleidsvoerend vermogen te kunnen evalueren en te versterken in samenwerking met de begeleidingsdiensten. Het zwaartepunt van de kwaliteitszorg ligt in de school: zij is verantwoordelijk om de kwaliteit van haar onderwijs voortdurend te evalueren en bij te sturen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen (Antwerp School of Education).
Abstract
Dit project kadert in een opdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de resultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mahieu Paul
- Promotor: Struyf Elke
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vrije-CLB-Koepel. UA levert aan Vrije-CLB-Koepel de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Designing evidence-based strategies and actions (DAPHNE).
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van de gegevens verzameld in het kader van de evaluatie van lokale participatie in basis en secundaire scholen.
Abstract
Vanuit een functionele participatiebenadering wil dit onderzoek de impact van het participatiedecreet toetsen. Centrale vraag daarbij is de mate waarin schoolparticipatie is geëvolueerd sedert de invoering van het decreet. Daarom wordt onderzocht op welke domeinen en in welke mate de schoolactoren (leerlingen in het secundair onderwijs, ouders, leerkrachten en directies in het basis- en secundair onderwijs) inspraak hebben op school. Verder wil het nagaan of deze pariticipatiemogelijkheden voldoende zijn en hoe de werking van de formele participatieorganen wordt ervaren. Tenslotte wil het onderzoek nagaan welke evolutie heeft plaats gevonden sedert de nulmeting in 2005.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de effecten van leertrajectbegeleiding in de lerarenopleiding.
Abstract
Effecten van leertrajectbegeleiding op de leerprestaties van studenten wordt nog niet systematisch, empirisch en longitudinaal onderzocht. Nochtans is onderzoek naar de effectivitieti van leertrajectbegleiding belangrijk om inzicht te verwerven in de aard van de effecten op cognitieve, metacognitieve en niet-cognitieve outputmaten. Belangrijk hierin is de vraag naar de mogelijk differentiële effecten van leertrajectbegeleiding die optreden op basis van instroomkenmerken van studenten. Mixed method onderzoek op dit terrein is wenselijk om ondermeer na te gaan of er geen ongewenst matheüseffect optreedt door deze vormen van leertrajectbegeleiding. Het uitvoeren van dit evaluatie-onderzoek is beleidsmatig belangrijk om na te gaan hoe bestaande initiatieven verder kunnen worden geoptimaliseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Goesting in Leren en Werken (GoLeWe)
Abstract
Dit onderzoeksproject is gericht op het verbeteren van de transitie van leerlingen/studenten van het secundair naar het hoger onderwijs en van het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt. Het in kaart brengen en begeleiden van leercompetenties doorheen de schoolloopbaan kan daartoe bijdragen. Aan de hand van mixed method onderzoek worden instrumenten gericht op het meten van individuele verschillen in leren en motivatie ontwikkeld en gevalideerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstijlontwikkeling doorheen de schoolloopbaan in het secundair en hoger onderwijs. Een longitudinaal onderzoek.
Abstract
De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is het onderzoeken van de ontwikkeling van leerstijlen (een samenhang van leerconcepties, motivationele kenmerken, metacognitieve en cognitieve leerstrategieën) in het secundair en hoger onderwijs aan de hand van een longitudinaal onderzoeksdesign. De invloed van verschillende persoons- en omgevingsgebonden factoren op leerstijlontwikkeling wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van scholengemeenschappen in het basis-en secundair onderwijs.
Abstract
Het onderzoek wil de werking en de variatie van de scholengemeenschappen (SG-en) in het basis - en secundair onderwijs analyseren en evalueren. Er wordt onderzocht wat de meerwaarde is van de SG-en, welke kenmerken van het beleidsvoerend vermogen van SG-en hierin bepalend zijn (doelgerichtheid, teamkenmerken en besluitvormingsproces) en wat de impact van de input-en contextkenmerken (o.m. schoolbesturen, onderwijsnet, grootte, aantal FTE's). Het onderzoek bevraagt coördinerend directeurs, directeurs, coördinaten en schoolbesturen van 76 SG-en in het basisonderwijs en 53 SG-en in het secundair via een survey. Daarnaast worden directieleden, schoolbesturen, coördinaten en leerkrachten via semi-gestructureerde interviews en focusgesprekken van 8 SG-en bevraagd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Optimalisering van de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs als instrument voor academisering.
Abstract
Doel van het onderzoek is de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs te optimaliseren in het kader van de academisering van de opleiding in termen van betrouwbaarheid en (predictieve) validiteit. Data (van stabiele en veranderbare studentkenmerken, examenresultaten) van een cohort studenten worden geanalyseerd, vanaf de verplichte toelatingsproef tot na de examens van het eerste jaar. De uitkomsten van het onderzoek zijn zowel van wetenschappelijk onderwijskundig als van beleidsmatig belang.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TALIS-onderzoek in Vlaanderen -werkingsjaar 2008 en 2009.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vrije-CLB-Koepel. UA levert aan Vrije-CLB-Koepel de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het milieuwereldbeeld en milieurelevant gedrag van jongeren: een interdisciplinaire benadering.
Abstract
Op interdisciplinair wijze worden het milieuwereldbeeld en het milieurelevant gedrag van jongeren in Vlaanderen en in ontwikkelingslanden onderzocht. Een belangrijk aandachtspunt is de invloed van persoongebonden kenmerken en sociale contextgegevens. Ook de impact van milieueducatieve initiatieven in verschillende contexten wordt onderzocht, waarbij aandacht uitgaat naar verschillen tussen culturen, tussen subculturen en tussen urbane en rurale samenlevingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Bastiaensen Johan
- Co-promotor: Loots Ilse
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Betere taalvaardigheid door intensieve begeleiding? Een effectonderzoek van het begeleidingsproject "Rand- en taalgrensgemeenten en gemeenten uit de Brede Rand rond Brussel".
Abstract
De drie pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen werken samen een begeleidingsproject uit om in de Vlaamse rand rond Brussel te werken aan de taalvaardigheid van de leerlingen uit het basisonderwijs. Daartoe worden 128 basisscholen gedurende 4 schooljaren begeleid met als doel: het beleidsvoerend vermogen op scholen verhogen, om zo scholen beter in staat te stellen om randvoorwaarden voor een taalbeleid te creëren; het inzicht en de vaardigheden van leraren verhogen om met de 'nieuwe' maatschappelijke realiteit in de Vlaamse rand (i.c. anderstalige leerlingen) om te kunnen gaan; de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen in de Vlaamse rand verhogen. Dit onderzoek heeft tot doel dit begeleidingstraject op een wetenschappelijke wijze te evalueren. Hiervoor wordt een multi-method onderzoek opgezet waarbij we zowel de (verschillen in) invulling van het begeleidingstraject in de verschillende scholen willen beschrijven als het effect ervan nagaan op verschillende niveaus: school-, leraren- en leerlingenniveau.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Rymenans Rita
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stimuleren van kritische en flexibele cognities.
Abstract
Het team van de Universiteit Antwerpen zal hoofdzakelijk theoretisch, methodologisch en empirische bijdragen leveren aan elementen uit het instructieproces die het kritisch en flexibel denken bewerkstelligen alsook de wijze waarop dit wordt geëvalueerd. Het team van Antwerpen heeft ervaring met het design en evaluatie in leeromgevingen in verschillende terreinen zoals taalonderwijs, wiskundeonderwijs, lerarenopleiding, medisch onderwijs en volwassenenonderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (2007-2011).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leraren leren van leerlingen: een implementatieproject voor leraren op grond van een gevalideerd instrument voor zelfevaluatie en feedback.
Abstract
Het implementatieproject initieert de deelnemers op grond van een instrument in de concepten zelfevaluatie en feedback. De deelnemende leraren worden daartoe -(inter)actief- doorheen een cyclus geleid om hen ertoe in staat te stellen hun functioneren in de klas te analyseren en te evalueren. De voorwaarde tot deelname bestaat in een expliciet engagement om een zelfevaluatieprocedure annex voortgangsfase op het getouw te zetten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijk evaluatieonderzoek naar de Lokale Overlegplatforms in Vlaanderen.
Abstract
Op 14 september 2002 werd het Decreet voor Gelijke Onderwijskansen-I (GOK-I) van kracht met als doel gelijke kansen te waarborgen en te creëren voor alle leerlingen in het Vlaamse onderwijs, in het bijzonder voor kansarme allochtone en autochtone leerlingen. Een van de drie pijlers van het GOK-I-decreet beschrijft de uitwerking van Lokale Overlegplatforms. In een Lokaal Overlegplatform (LOP) zijn schooldirecties, inrichtende machten, ouders, leerlingen en centra voor leerlingenbegeleiding vertegenwoordigd, alsook een aantal gecoöpteerde overlegpartners uit het etno-socio-culturele middenveld. Ze worden ondersteund door een voorzitter en een deskundige. Een LOP bemiddelt wanneer een leerling door een school wordt geweigerd bij de voorrangsregeling of bij de inschrijving en ondersteunt de zoektocht naar een nieuwe school. In het schooljaar 2002-2003 werd het startschot gegeven voor 69 Vlaamse LOP's. Na een beknopt evaluatieonderzoek bij de opstart (Deneire et al., 2004) is de tijd rijp voor een doorgedreven evaluatie. De uitbouw en werking van de LOP's zijn voldoende gevorderd om een wetenschappelijk evaluatieonderzoek te onderbouwen. Dit evaluatieonderzoek beschrijft zowel de werking als de doelmatigheid m.b.t. interne en decretale verwachtingen en de samenhang met input en contextfactoren. De combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek verschaft empirische antwoorden op de vraag op welke wijze de huidige LOP's doelmatige beleidsinstrumenten zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gek op experimenteren.
Abstract
Jeugdbewegingen zijn een ideaal medium om jongeren te bereiken buiten de schoolse context. In Vlaanderen zijn ongeveer 250.000 jongeren tussen 6 en 18 jaar actief lid van een jeugdvereniging. Zo zijn bijvoorbeeld meer dan 70.000 jongens en meisjes aangesloten bij Scouts en Gidsen Vlaanderen, 78.500 jongeren zijn ingeschreven bij Chirojeugd en 35.000 bij KSJ-KSAVKSJ. Het doel van het project "Gek op Experimenteren" is deze jongeren de kans te bieden experimenten uit te voeren en inzicht te verwerven in de wetenschappelijke achtergrond ervan. Het experimenteren wordt gekoppeld aan een spelelement, zodat de motivatie van de jongeren wordt verhoogd en hun interesse in wetenschappen aangewakkerd. Het project wordt gedragen door de projectmedewerker, die in samenwerking met de jeugdverenigingen 15 wetenschappelijk onderwerpen vastlegt. Deze onderwerpen passen binnen de activiteiten van jeugdbewegingen en sluiten aan bij de interesse van de jongeren en begeleiders. De onderwerpen worden op een multidisciplinaire manier benaderd: niet alleen het puur technische komt aan bod maar waar mogelijk worden ook culturele, historische of socio-economische aspecten belicht. Deze dualiteit kan vooral voor meisjes belangrijk zijn omdat zij zich vaak meer aangesproken voelen door de sociale omkadering van wetenschappelijke onderwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Survey on teachers, teaching and learning in Vlaanderen.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SICI Blue Book, electronic version.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een aangepast vervolgtraject voor de ex-OKAN'er. Een onderzoek naar behoefte, ontwikkelingsproces en effect van een tweede jaar OKAN.
Abstract
Vastgesteld wordt dat er in steden een steeds groeiende groep leerlingen is met taalachterstand en met schoolse achterstand, vooral bij de groep ex-OKAN'ers. Vanuit het veld klinkt de overtuiging dat één jaar OKAN onvoldoende is om de leerlingen voor te bereiden op een succesvolle doorstroming naar het regulier secundair onderwijs. Het hier voorgestelde onderzoek heeft een drieledig doel: (1) kengetallen verzamelen over de doorstroming van OKAN-leerlingen naar het regulier secundair onderwijs; (2) een implementatieproces van een tweede jaar OKAN beschrijven en (3) nagaan of leerlingen na een tweede jaar OKAN beter voorbereid zijn om door te stromen naar het regulier secundair onderwijs. Om deze drie doelstellingen te realiseren, wordt (1) een descriptief onderzoek opgezet om de OKAN-problematiek in Vlaanderen in kaart te brengen; (2) een construerend onderzoek uitgevoerd bij twee Antwerpse proeftuinen die experimenteren met een tweede jaar OKAN; (3) een effectonderzoek opgezet om na te gaan of deze proeftuinen succesvol zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Rymenans Rita
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De perceptie van eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het basisonderwijs van leerkrachten en directies.
Abstract
De manier waarop de ontwikkelingsdoelen (OD) en eindtermen (ET) in het basisonderwijs tot stand zijn gekomen en later werden aangepast onder druk van de koepelorganisaties (OVSG, RAGO,VSKO) heeft onduidelijkheid gecreëerd omtrent waarde en gebruik van de OD/ET. Bovendien zitten tal van benaderingen over OD/ET in leermiddelen vervat, wat de legitieme interpretatie van de OD/ET verder compliceert. Mogelijkerwijs wordt deze complexiteit inzake waarde en gebruik eveneens versterkt door de perceptie van leerkrachten en directies. Als spilfiguren tussen interpretatie en realisatie van OD/ET drukken zij voortdurend, hetzij impliciet (bv. via professioneel handelen) of expliciet (bv. via opvattingen over leren en onderwijs) hun kennis en waardering uit ten aanzien van de OD/ET. Een survey-onderzoek wordt voorgesteld als middel om empirisch antwoorden te formuleren op de vragen: (1) hoe worden de OD/ET benaderd binnen leerplannen; (2) in hoeverre worden OD/ET gewaardeerd door leerkrachten en directies; (3) in welke mate zijn OD/ET richtinggevende criteria voor leerkrachten en directies. Het in kaart brengen van deze gegevens vormt een waardevolle empirische bijdrage met het oog op een democratische dialoog over de waarde en het gebruik van OD/ET in het onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Rymenans Rita
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Publicatie : monografie 'Onderzoek naar kenmerken van leren en onderwijzen in het hoger onderwijs'.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opvattingen over leren. De kritische overgang van basis- naar secundair onderwijs.
Abstract
Het onderzoek beschrijft de relatie tussen concepties over leren, motie en zelfgestuurd leren bij kinderen in de overgang van basis naar secundair onderwijs. De studie zal gebruik maken van een mixed methodology design (Creswell, 2002) met het oog op de ontwikkeling van een instrument om zelfgestuurd leren na te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Human-Vogel Salomé
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Feedback van leerlingen aan leerkrachten in het secundair onderwijs : ontwikkeling en validering van een instrument.
Abstract
Doelstelling van het onderzoek is de ontwikkeling en validering van een instrument om leerlingen secundair onderwijs feedback te laten geven aan hun leerkrachten. Het theoretisch referentiekader is gebaseerd op het effectieve-scholenonderzoek. Eerder werden twee zelfevaluatie-instrumenten ontwikkeld (Van Petegem, 1997 en Van Petegem e.a., 2003) waarvan een deel (klasniveauvariabelen) bruikbaar is als basis voor een feedbackinstrument voor leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen".
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Participatiebarometer. De ontwikkeling van een instrumentarium voor het meten van participatie van leerkrachten en ouders.
Abstract
De overheid hecht meer en meer belang aan participatie van de verschillende onderwijsactoren. Daarbij klinkt de roep om participatie als een geïntegreerd schoolgebeuren te beschouwen. Om haar participatiebeleid te evalueren heeft de Vlaamse overheid nood aan objectieve gegevensverzameling vanuit deze geïntegreerde benadering. Meer bepaald dient een instrumentarium te worden ontwikkeld dat ons in staat stelt om de participatie van de verschillende onderwijsactoren te meten. Een dergelijk instrument is reeds eerder ontwikkeld om leerlingenparticipatie in kaart te brengen. Dit onderzoek heeft tot doel een instrumentarium te ontwikkelen m.b.t. participatie van leerkrachten en ouders, dat geïntegreerd kan worden met het bestaande instrument voor leerlingenparticipatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Mahieu Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gentechnologie.
Abstract
Jongeren van vijf Vlaamse scholen krijgen de mogelijkheid om op een interactieve manier kennis te maken met enkele gentechnologische technieken. Dit houdt in dat zij onder andere op het terrein actuele en wetenschappelijke informatie verzamelen en in discussie treden met enkele wetenschappers en deskundigen over de ethische en sociale implicaties van gentechnologie. Het project beoogd samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten van verschillende disciplines, wetenschappers en bedrijven die gentechnologie toepassen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het beleidsvoorbereidend vermogen van basis- en secundaire scholen.
Abstract
Het onderzoek gaat na welk beleidsvoerend vermogen basis- en secundaire scholen hebben en op welke manier ze omgaan met de beleidsruimte (variatie in autonomie). Er wordt onderzocht welke invloed de directeur, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur hierin hebben. Dit onderzoek focust ook op netwerken. De directeurs, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur van 6 basis- en 6 secundaire scholen worden bevraagd via semi-gestructureerde interviews. Representatief worden het bestuurs- en het onderwijzend personeel van 80 basis- en 80 secundaire scholen met een survey bevraagd. Vijf externe netwerken worden concreet benaderd door gesprekken met verantwoordelijken van deze netwerken. Verder worden Vlaamse netwerken aan Europese netwerken getoetst. In een panelgesprek worden de onderzoeksresultaten bediscussieerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Mahieu Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijsinnovatie en leerstijlflexibiliteit in het secundair beroeps- en technisch onderwijs.
Abstract
Het longitudinaal kwantitatief gevalstudie-onderzoek is gericht op het bestuderen van leerprocessen en leerstijlen van leerlingen in het secundair beroeps- en technisch onderwijs. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan persoons- (geslacht, persoonlijkheidskenmerken, motivatie) en omgevingsgebonden factoren die het leren beïnvloeden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Updaten van het Vlaams Eurydice - nationaal dossier.
Abstract
Het Vlaamse Eurydice-dossier wordt geüpdate op basis van nieuwe Vlaamse onderwijsgegevens van het jaar 2003. Deze update omvat de volgende onderzoeksstappen: (1) afbakening van het wetenschappelijk concept; (2) Inventariseren van potentiële bronnen en bronnenkritiek; (3) Aanpassing van de structuur van het rapport en aanvullen van het dossier; (4) update van het Eurydice-rapport; en (5) update van het Engelstalig Eurydice-rapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zelfevaluatie binnenstebuiten. Ontwikkelen van een instrument voor meta-evaluatie: beschrijven, beoordelen en verklaren van de kwaliteit van zelfevaluaties.
Abstract
Het project onderzoekt hoe de kwaliteit van een zelfevaluatie van secundaire scholen geoperationaliseerd en beoordeeld kan worden en in welke mate de kwaliteit van een zelfevaluatie bepaald wordt door de kenmerken van het zelfevaluatieproces, de organisatie-effectiviteit en het reflectief vermogen van de school. Daartoe komen een literatuurstudie, een Delphi-studie, diepte-interviews, participatieve observatie en survey-onderzoek aan bod. Dit alles resulteert in een gevalideerd instrumentarium voor meta-evaluatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opvolging van het netwerk C in het kader van het INES-project van de OESO.
Abstract
Netwerk C kadert binnen het INES-programma (International Indicators of Educational Systems) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het is een samenwerkingsverband tussen 27 van de 30 OESO-lidstaten -onder voorzitterschap van Nederland (Universiteit Twente)- dat zich richt op het ontwikkelen en verfijnen van procesindicatoren m.b.t. het onderwijs, en meer specifiek de leeromgeving, de schoolorganisatie en allerhande processen binnen scholen. De missie van Netwerk C is met andere woorden indicatoren te ontwikkelen die de zogenaamde `black box' in scholen beogen te verklaren. De indicatoren verschijnen jaarlijks in 'Education at a Glance' (OESO), alsook in internationale rapporten als bijvoorbeeld 'Completing the foundation for lifelong learning. A survey of Upper Secondary Schools.' (OESO, 2004).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het functioneren van de lokale overlegplatforms in Vlaanderen.
Abstract
Naar aanleiding van het gelijkekansendecreet werden de lokale overlegplatformen (lop) in het leven geroepen. In deze studie wordt het functioneren van de lops geëvalueerd. De evaluatie omvat volgende acties: ontwerpen en het op punt stellen van een vragenlijst; afname van de vragenlijst bij ca. 4000 respondenten die zetelen in de lops; input, verwerking en analyse van de verzamelde data; rapportering over vaststellingen en formuleren van beleidsaanbevelingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
An evaluative analysis of the implementation of the principles of learning style flexibility in teaching and learning in Higher Education.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Du Toit Pieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individuele schoolfeedback op basis van de Vlaamse ISUSS-resultaten.
Abstract
De `International survey of Upper Secondary Schools' (ISUSS) is een internationaal onderzoek waaraan 16 OESO-landen hebben deelgenomen, en dat is uitgevoerd in het schooljaar 2000-2001. De focus lag op ISCED-level 3, wat in Vlaanderen zoveel betekent als de tweede graad en het eerste en tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs. De bedoeling is om op basis van de gegevens uit dit onderzoek internationale onderwijsindicatoren te ontwikkelen m.b.t. de volgende thema's: 1.Schoolkarakteristieken gericht op het vergemakkelijken van de overstap naar de arbeidsmarkt en/of verdere studie in het tertiair onderwijs; 2.Omstandigheden binnen de school die de onderwijskwaliteit mee bepalen; 3.Human resources; en 4.Beschikbaarheid en gebruik van ICT. Nu het internationale onderzoek volledig is afgerond, en de eerste ISUSS-indicatoren gepubliceerd worden in de OESO-publicaties `Education at a Glance 2003' en `Integration, Cooperation, Support. First results from the OECD Survey of Upper Secondary Schools', is het databestand vrijgekomen voor eigen analyse en gebruik. In onderling overleg met het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is beslist om alle Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen die hebben geparticipeerd in het internationale onderzoek bij wijze van feedback een individueel rapport te bezorgen waarin hun eigen antwoorden gesitueerd worden in de volledige steekproef van Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen. Deze rapporten zullen door de onderzoekers algemeen worden toegelicht en individueel uitgedeeld tijdens een studiedag op het departement Onderwijs (12 december 2003).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van indicatoren inzake sociale ongelijkheid op basis van de ontsluiting van de PSBH-databank.
Abstract
De PSBH-databank bevat representatief cijfermateriaal in een longitudinaal perspectief, van kleuteronderwijs tot hoger onderwijs, en daarnaast ook een aantal relevante gezinsvariabelen en individuele variabelen. Naast deze variabelen werd er éénmalig een afzonderlijke vragenmodule over de schoolloopbaan en de studiekeuze opgenomen. Doelstelling van deze extra module was enerzijds een fijner zicht te krijgen op de invloed van de sociale achtergrond op de studieloopbaan en anderzijds een aantal 'mogelijk- verklarende variabelen te verzamelen. Uit de nadere operationalisering blijkt dat er zeer veel relevante indicatoren ontwikkeld kunnen worden die op een verfijnde manier een beeld geven van (f)actoren van sociale ongelijkheid. In een eerste fase onderzoeken we de verbanden tussen onderwijsvariabelen en variabelen van sociale ongelijkheid (vb. bestaan er significante verbanden tussen achterstand & diploma vader, participatie & werksituatie). Om na te gaan hoe groot de impact is van de betreffende variabelen zullen we loglineaire analyses gebruiken. Ten derde zullen we via PRINCALS continua maken verschillende socio-economische factoren met het oog op multivariate analyses.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studieloopbanen van leerlingen in kunstgerichte opleidingen van het secundair onderwijs.
Abstract
In vergelijking met de andere onderwijsvormen (ASO, TSO, BSO) is de leerlingenpopulatie in het Kunst Secundair Onderwijs (KSO) klein. Vaak (tot altijd) wordt het KSO om die reden buiten beschouwing gelaten in Vlaams onderwijsonderzoek. Bij het uitwerken van een adequate opleidingenstructuur voor het KSO zijn gegevens over de studie- en beroepsloopbaan van de betreffende leerlingen echter van groot belang. Deze gegevens dienen het KSO te relateren aan een aantal verwante onderwijsvormen zoals kunstgerichte opleidingen in het TSO en BSO, het hoger kunstonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Op grond van literatuurstudie, analyse van bestaande databanken, interviews met bevoorrechte getuigen en een survey worden hieromtrent onderzoeksdata verzameld. De focus ligt hierbij op de in-, door- en uitstroom van leerlingen in het kunst(gericht) secundair onderwijs, de in-, door en uitstroom van het hoger kunstonderwijs, selectiecriteria van kunsthogescholen en de meerwaarde van een studie binnen het deeltijds kunstonderwijs voor leerlingen die een kunstgerichte opleiding volgen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een alternatieve kijk op evaluatie - professionaliseringstraject voor leerkrachten.
Abstract
De ontwikkeling van eindtermen en ontwikkelingsdoelen (ET/OD) heeft een belangrijke impuls gegeven om op een ruime wijze naar het presteren van leerlingen te kijken. Deze ET/OD omvatten immers naast doelstellingen van kennis en inzichten ook vaardigheden en attitudes. De aard van deze doelstellingen is mee bepalend voor de evaluatiemethode. Nieuwe evaluatievormen (om te peilen naar vaardigheden en attitudes) worden echter niet vanzelfsprekend geïmplementeerd. Op basis van deze overwegingen werd door de Minister van Onderwijs een onderzoek (OBPWO- Project 99.11) opgezet met onder andere als doel het zoeken naar alternatieve evaluatievormen die de leerkrachten in hun praktijk kunnen ondersteunen bij het evalueren van de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen. Het nascholingsproject waarvan hier sprake bouwt verder op de output van dit onderzoek. Deels fysiek (provinciale studiedagen, afsluitend symposium), deels in afstandmodus (printpublicatie, e-platform ondersteund werkboek) krijgen scholen suggesties aangereikt om zelf aan de slag te gaan met alternatieve evaluatievormen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet I. Evaluatie-onderzoek naar het zelfevaluerend en beleidsvoerend vermogen van scholen en het ondersteunend aanbod.
Abstract
Het gelijke onderwijskansendecreet I (GOK) betekent een wijziging in het Vlaamse onderwijsbeleid t.a.v. de ongelijke kansenproblematiek. Scholen zijn nu zelf de eerste verantwoordelijke en dienen zelf vorm te geven aan het schoolbeleid inzake gelijke onderwijskansen. Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre scholen in staat zijn om zelf adequaat een schoolbeleid inzake GOK op te zetten en te implementeren. Meerbepaald wil het onderzoek een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen: hoe kwaliteitsvol is de beginsituatieanalyse? Worden de strategieën voor het bereiken van de doelstellingen van het GOK consequent volgens de beginsituatieanalyse gekozen en uitgevoerd? Hoe kwaliteitsvol is de zelfevaluatie? Is er een voldoende en adequaat aanbod inzake nascholing en leer- of hulpmiddelen? Hiertoe wordt een kwantitatief (surveys) en kwalitatief onderzoek (casestudies) opgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het versterken van de leercapaciteit van studenten en onderwijsinstellingen door ICT.
Abstract
Dit onderzoek beoogt een framework te ontwikkelen voor onderwijsorganisaties die studentgecentreerd onderwijs nastreven als centrale onderwijsinnovatiedoelstelling en focust zich hierbij op e-learning. Het framework zal concepten integreren uit de leerpsychologie, onderwijsinnovatie, kennismanagement en algemeen management. Het zal worden getoetst en bijgestuurd aan de hand van cases uit het universitair onderwijs en het bedrijfsleven. Het onderzoek resulteert in een draaiboek en checklists voor implementatie bedoeld om een onderwijsvernieuwend beleid dat gericht is op studentgecentreerd onderwijs mede vorm te geven (vanuit het perspectief van de individuele student en van de instelling).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Milieusparende technologieën : een wetenschappelijke zoektocht.
Abstract
Milieusparende technologieën zijn momenteel heel belangrijk in het kader van duurzame ontwikkeling en in het kader van het milieubeleid. Jongeren op een interactieve manier in contact brengen met deze technologieën d.m.v. bedrijfsbezoeken en ze wetenschappelijke achtergrondinformatie laten opzoeken, kan een stimulans zijn voor jonge mensen om meer wetenschappelijke en / of technologische studierichtingen te kiezen. Het project beoogt samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten van verschillende disciplines, verenigingen en bedrijven. De voorbereiding, uitvoering en verwerking van de bedrijfsbezoeken, wordt begeleid door de projectmedewerker die ervaring heeft met dergelijke activiteiten voor leerlingen van het secundair onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke toetsing van een experimenteel ontwerp van (zelf)evaluatie-instrument voor door Kind en Gezin erkende kinderdagverblijven in het Vlaams Gewest en in Brussel.
Abstract
Het doel van het onderzoek is het toetsen van een experimentele versie van een (zelf)evaluatie-instrument voor kinderdagverblijven. Dit (zelf)evaluatie-instrument werd ontwikkeld door Kind en Gezin, in overleg met de sector. Er zal worden nagegaan of het voorliggende experimenteel (zelf)evaluatie-instrument een betrouwbaar en valide instrument is om na te gaan of een kinderdagverblijf aan een welbepaalde basiskwaliteit voldoet. Hiertoe zal worden gebruik gemaakt van participerende observaties en diepte-interviews.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mogelijkheden en grenzen van effectieve innovatiestrategieën voor het ontwerpen en realiseren van open-leeromgevingen in het tertiair onderwijs.
Abstract
Het project wil op basis van een onderwijskundig contruerend actie-onderzoek nagaan op welke wijze de effectiviteit van implementatiestrategieën van open-leeromgevingen binnen het tertiair onderwijs kan worden vastgesteld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De validering van de Inventaris Leerstijlen voor het technisch en beroepssecundair onderwijs. (ILS-TSO & BSO).
Abstract
Onderzoek reveleert dat het hanteren van de 'leerstijlen' van leerlingen een relevante insteek biedt voor studie(keuze)begeleiding van leerlingen. Leerstijlinstrumenten brengen in kaart hoe leerlingen informatie verwerken bij het studeren. Centraal in het onderzoek staat de vraag of een Nederlands leerstijleninstrument (ILS-MBO) een betrouwbaar en valide instrument is voor TSO en BSO-leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek voorbereiden en uitvoeren naar leerstijlen van studenten en doceerstijlen van studenten.
Abstract
Het samenwerkingsproject heeft tot doel onderzoek uit te voeren naar de implementatie van een onderwijskundige innovatie in het Departement Lerarenopleiding van de KHLeuven. Hierin wordt beoogd actie te ondernemen om tot een grotere mate van leerdergecentreerdheid te komen dan nu het geval is. Het project en de betrokken projectgroep krijgen de naam alja. Van onderzoeksgroep EduBROn (prof. dr. Peter Van Petegem) wordt in een eerste fase onderbouw, opstartbegeleiding en opvolgingscoaching van zes in het kader van dit project partieel vrijgestelde (0,2 FTE) KHL-lectoren verwacht. De deelnemende lectoren staan, in samenwerking met de EduBROn-begeleiders, in voor de verspreiding van de opgedane ervaringen en good practices over het hele Departement Lerarenopleiding heen. In een tweede fase wordt de innovatiestrategie van de Hogeschool onderzocht. Dit gebeurt o.m. door leerstijlenonderzoek, doceerstijlenonderzoek en opvattingenonderzoek m.b.t. leeromgevingen en onderwijsinnovatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BEQUAD : Benchmarking de kwaliteit van scholen; hoe de impact van indicatoren verbeteren
Abstract
Gegeven de huidige stand van zaken inzake internationale onderwijsindicatoren, en recente voorstellen van de Europese Commissie om een set van kernindicatoren te definiëren en te meten, richt dit onderzoek zich op verschillende domeinen waar de impact van indicatoren nog verbeterd zou kunnen worden. De te verwachten resultaten van het voorgestelde onderzoek zijn de volgende: 1. Een beschrijving en analyse van het gebruik van de huidige indicatorensystemen (OESO en EURYDICE) en van de voorgestelde kernindicatoren ( de zestien kwaliteitsindicatoren, recentelijk voorgesteld door de Europese Commissie) in relatie tot de verschillende interpretaties van onderwijskwaliteit. 2. Een beschrijving van het huidig gebruik van standaarden en benchmarking, en van de resultaten van een empirische verkenning naar de haalbaarheid van absolute en `criterion-referenced' benchmarking, ten opzichte van eisen met betrekking tot contextualisering van standaarden en benchmarks. 3. Een samenvatting van de belangrijkste benaderingen om indicatoren te synthetiseren en te contextualiseren in nationale rapporten en interne beleidsnota's, en een set van implicaties en aanbevelingen om deze mogelijks te integreren in basispublicaties. 4. Een analytisch rapport omtrent de haalbaarheid van feedback van indicatoren naar lagere niveaus binnen het onderwijssysteem, inclusief individuele scholen. 5. Een synthese van aanbevelingen voor aanpassing en verbetering van aspecten van de huidig functionerende internationale indicatorensystemen. De gegevensverzameling berust op een uitvoerige literatuurstudie en op diepte-interviews met beleidsmakers en directeuren secundair onderwijsOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Implementatie van de methodiek om inbedding van NME binnen de initiële lerarenopleiding en in de nascholing.
Abstract
Een instrument voor zelfevaluatie van NME (Natuur- en Milieueducatie) in de lerarenopleiding wordt ontwikkeld, uitgetest en toegepast. Aan de hand van dit instrument kunnen de actoren binnen de lerarenopleiding de stand van zaken van het implementatieproces van NME in hun departement in kaart brengen. Op basis van de resultaten van de zelfevaluatie wordt in samenspraak met de NME-werkgroep van de lerarenopleiding een implementieprogramma voor NME en MZS (Milieuzorgsysteem) op maat uitgewerkt. Tevens wordt een nascholing voorzien voor lectoren en andere participanten uit de Vlaamse lerarenopleidingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatieonderzoek van een opzet voor bevordering van zelfverantwoordelijk leren.
Abstract
Het algemeen secundair onderwijs (ASO) heeft in zijn finaliteit onder meer als bedoeling leerlingen voor te bereiden op het hoger onderwijs. De vraag stelt zich of de leerbekwaamheid, die een succesvolle deelname aan het hoger onderwijs vergt, kan worden geoptimaliseerd door aandacht te besteden aan de leerstijlen van de leerlingen. Eerder onderzoek toonde reeds aan dat het leerstijlenconcept als instrument voor studentenbegeleiding van belang is in het universitair resp. hogescholenonderwijs (Van Petegem & De Maeyer, 1999; Vertenten & Fer-guson-Hessler, 1998). Voor het secundair onderwijs ontbreekt het aan onderzoeksgegevens over de wijze waarop leerlingen informatie verwerken (leerstijlen) in relatie tot het bevorderen van de leerbekwaamheid. Sedert twee jaar loopt in een grote ASO- school een opzet om de cognitieve, meta-cognitieve en affectieve vaar-digheden van leerlingen te stimuleren gedurende de hele studieloopbaan en in het laatste (6e) jaar in het bijzon-der (Vercammen, 2000). Via een systeem van flexibel taken- en toetsenbeleid worden de leerlingen in het 6e jaar aangezet tot zelfsturing en tot het zelfstandig bepalen van hun leeractiviteiten. De leerlingen worden begeleid in de overgang van zelf-standig werken over zelfstandig leren naar aanzetten tot zelfverantwoordelijk leren. De opzet kadert in een onderwijskundige concretisering van de procesgestuurde instructie (PGI), zoals ontwik-keld door Vermunt (1992). De vraag stelt zich of deze opzet in enig effect ressorteert op het vlak van de leerstijlprofielen van de leerlingen. De Inventaris Leerstijlen (ILS) is een geschikt instrument om opzetten, die het zelfstandig leren willen bewerk-stelligen, op hun effectiviteit te evalueren (STAR-centre, 1997). Er wordt een pre- en posttestsituatie gecreëerd bij de 6e-jaarsleerlingen (afname ILS in september en juni) van de betrokken school (experimentele conditie). Om aan te tonen of het leerproces rond leerstijlen en het flexibel taken- en toetsenbeleid effectief bijdraagt tot een significante verbetering van de leerstijl van de leerlingen, is een controlegroep vereist. Daartoe wordt het analoog design opgezet in een secundaire school met een vergelijkbare beginsituatie. Via initiële matching van de experimentele en controlegroep genereren we een quasi-experimenteel opzet, waardoor veranderingen kunnen worden onderzocht (Cook & Campbell, 1976). De werkhypothese luidt dat de duiding van de leerstijlen bij de leerlingen en hun ervaring rond zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren een significante verbetering van de diepteverwerking, de zelfsturing, de opbouw van leerstof en de leermotivatie teweeg brengen. Hieruit leiden we de volgende onderzoeksvraag af: In welke mate resulteert een opzet voor de bevordering van het zelfverantwoordelijk leren in significant gunstige ver-anderingen in het leerstijlenprofiel bij 6e-jaars leerlingen algemeen secundair onderwijs, meer specifiek op het vlak van diepteverwerking, zelfsturing, opbouw van leerstof en de leermotivatie? De resultaten van dit onderzoek bevinden zich op wetenschappelijk en op beleidsvlak. Het wetenschappelijk onderzoek levert, naast de antwoorden op de onderzoeksvraag, valideringsgegevens op voor de ILS- Secundair Onderwijs dewelke kunnen leiden tot een normering voor Vlaanderen. De onderzoeksresultaten zijn voor het beleid relevant omdat ze een genuanceerd beeld geven van de empirische ondersteuning van de 'in ontwikkeling zijnde- vakoverschrijdende eindtermen `leren leren' van de 2e en 3e graad krijgen (stellen de concepten leerstijlen en zelfverantwoordelijk leren centraal). Daarenboven kan bij bevestiging van de onderzoekshypothese de onderwijskundige vertaling van de procesgerichte instructie (PGI) 'projectmatig- worden geïmplementeerd in andere scholen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bevorderen van zelfstandig leren.
Abstract
Doelstellingen: Het ontwikkelen van construerend onderwijskundig onderzoek Het implementeren van meer zelfstandig leren in de betrokken Hogeschool via hands-on-begeleiding van lectoren bij de opstelling en toepassing van open leerpakettenOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opbouwen van de gegevensverzameling studenten voor de academiejaren 1999-2000 en 2000-2001.
Abstract
In de schoot van de VL.I.R. (Vlaamse Interuniversitaire Raad) worden door de Vlaamse universiteiten gezamenlijke voorstellen en adviezen geformuleerd ter attentie van het overheidsbeleid met betrekking tot academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Om standpunten te funderen en te ondersteunen wordt een databank opgebouwd van de studentenbevolking aan de Vlaamse universiteiten. De onderzoeksgroep Edubron is verantwoordelijk voor de opbouw van deze databank voor de academiejaren 1999-2000 en 2000-2001. Daarnaast zorgt ze ook voor de jaarlijkse publicatie van cijfergegevens betreffende de studentenbevolking aan de Vlaamse universiteiten. Tenslotte dienen ook externe vragen betreffende studentengegevens beantwoord te worden door de onderzoeksgroep.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van een draaiboek voor begeleid zelfstandig leren.
Abstract
Het centrale onderwijsconcept waarop deze aanvraag rust is het begeleid zelfstandig leren. Diverse argumenten ondersteunen de opvatting om in toenemende mate leeromgevingen to creeren waarin het begeleid zelfstandig leren een meer centrale rol toebedeeld krijgt. De samenleving vraagt mensen die zich voortdurend kunnen ontwikkelen, zelfstandig kennis verwerven, taken uitvoeren en problemen oplossen. Dit veronderstelt dat mensen leren reflecteren over hun eigen leerproces, en relevante kennis, inzichten en vaardigheden opdoen om de transfer van kennis naar kundigheid to bewerkstellligen. De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een draaiboek bruikbaar voor het concipieren van leersituaties waarin het begeleid zelfstandig leren (BZL) centraal staat. Deze doelstelling wordt gerealiseerd op basis van leerervaringen en er wordt expertise opgedaan bij het transformeren van bestaand cursusmateriaal naar studiemateriaal dat het begeleid zelfstandig studeren beoogt. De invoering van begeleid zelfstandig leren als centraal onderwijsconcept veronderstelt een verschuiving op de dimensie van docent- naar studentgestuurd leren. Er vindt een verschuiving plaats van de 'locus of control' van het leerproces van de docent in de richting van de student. De weerstand die een dergelijke innovatie kan teweegbrengen (vanuit verschillende actoren) willen we aanpakken door het ontwikkelen van eigen know-how en expertise en het communiceren over `good practices'. Aan de basis van het project liggen de werkzaamheden om studiemateriaal van gekozen opleidingsonderdelen uit het hogescholen- en universitair onderwijs to transformeren naar leermateriaal dat geschikt is voor begeleide zelfstudie.Dit materiaal bestaat uit de leerstof van het opleidingsonderdeel en een stud iehandleiding. Diverse vormen van informatie -en communicatietechnologieen (ICT) zijn inschakelbaar bij het begeleid zelfstandig leren.Op basis van de ervaring opgedaan bij deze transformaties wordt een draaiboek ontwikkeld met als eerste doelgroep docenten in het (hoger en universitair) onderwijs. Dit draaiboek (dat tevens als webproduct wordt geconcipieerd) voorziet in een methodiek om cursusmateriaal om to zetten naar leermateriaal dat begeleid zelfstandig leren beoogt. Er is een spin-off naar de docententraining aan de Universiteit Antwerpen en de Karel de Grotehogeschool.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van een draaiboek voor begeleid zelfstandig leren.
Abstract
Het centrale onderwijsconcept waarop deze aanvraag rust is het begeleid zelfstandig leren. Diverse argumenten ondersteunen de opvatting om in toenemende mate leeromgevingen to creeren waarin het begeleid zelfstandig leren een meer centrale rol toebedeeld krijgt. De samenleving vraagt mensen die zich voortdurend kunnen ontwikkelen, zelfstandig kennis verwerven, taken uitvoeren en problemen oplossen. Dit veronderstelt dat mensen leren reflecteren over hun eigen leerproces, en relevante kennis, inzichten en vaardigheden opdoen om de transfer van kennis naar kundigheid to bewerkstellligen. De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een draaiboek bruikbaar voor het concipieren van leersituaties waarin het begeleid zelfstandig leren (BZL) centraal staat. Deze doelstelling wordt gerealiseerd op basis van leerervaringen en er wordt expertise opgedaan bij het transformeren van bestaand cursusmateriaal naar studiemateriaal dat het begeleid zelfstandig studeren beoogt. De invoering van begeleid zelfstandig leren als centraal onderwijsconcept veronderstelt een verschuiving op de dimensie van docent- naar studentgestuurd leren. Er vindt een verschuiving plaats van de 'locus of control' van het leerproces van de docent in de richting van de student. De weerstand die een dergelijke innovatie kan teweegbrengen (vanuit verschillende actoren) willen we aanpakken door het ontwikkelen van eigen know-how en expertise en het communiceren over `good practices'. Aan de basis van het project liggen de werkzaamheden om studiemateriaal van gekozen opleidingsonderdelen uit het hogescholen- en universitair onderwijs to transformeren naar leermateriaal dat geschikt is voor begeleide zelfstudie.Dit materiaal bestaat uit de leerstof van het opleidingsonderdeel en een stud iehandleiding. Diverse vormen van informatie -en communicatietechnologieen (ICT) zijn inschakelbaar bij het begeleid zelfstandig leren.Op basis van de ervaring opgedaan bij deze transformaties wordt een draaiboek ontwikkeld met als eerste doelgroep docenten in het (hoger en universitair) onderwijs. Dit draaiboek (dat tevens als webproduct wordt geconcipieerd) voorziet in een methodiek om cursusmateriaal om to zetten naar leermateriaal dat begeleid zelfstandig leren beoogt. Er is een spin-off naar de docententraining aan de Universiteit Antwerpen en de Karel de Grotehogeschool.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluerend vermogen van scholen en de ontwikkeling van alternatieve evaluatievormen.
Abstract
De ontwikkeling van eindtermen en ontwikkelingsdoelen (ET/OD) heeft een belangrijke impuls gegeven om op een ruime wijze naar het presteren van leerlingen te kijken. Deze ET/OD omvatten immers naast doelstellingen van kennis en inzichten ook vaardigheden en attitudes. De aard van deze doelstellingen is mee bepalend voor de evaluatiemethode. Nieuwe evaluatievormen (om te peilen naar vaardigheden en attitudes) worden echter niet vanzelfsprekend geïmplementeerd. Vandaar kan de overheid een rol hebben in het aanmoedigen van het gebruik van alternatieve beoordelingsmethoden in de dagelijkse onderwijspraktijk. Op basis van deze overwegingen werd een onderzoek opgezet met een dubbel doel, enerzijds de huidige evaluatiepraktijk in Vlaamse secundaire scholen inventariseren (zowel op micro- als op mesoniveau), en anderzijds zoeken naar alternatieve evaluatievormen die de leerkrachten in hun praktijk kunnen ondersteunen. Dit tweede luik van het onderzoek wordt voornamelijk door de Universiteit Antwerpen verzorgd. Het eerste luik van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Katholieke Universiteit Leuven en de Vlerick Leuven Gent Management School. Op basis van binnen- en buitenlandse literatuur wordt in de Universiteit Antwerpen een gesystematiseerde beschrijving gemaakt van een aantal alternatieve evaluatievormen, zoals zelfevaluatie (door leerlingen), peer-evaluatie, portfolio-evaluatie en methodes om vorderingen m.b.t. vakoverschrijdende thema's te evalueren. Tevens zal concreet voorbeeldmateriaal ontwikkeld worden dat getoetst wordt op zijn bruikbaarheid en zijn relevantie aan de ervaringen van 20 leerkrachten die reeds alternatieve evaluatievormen toepassen. Door een dergelijke praktijkgerichte beschrijving van de alternatieve evaluatievormen wil men leerkrachten helpen om het gebruikte scala van evaluatievormen uit te breiden. Dit alles resulteert in een praktisch handboek `Alternatieve evaluatievormen voor de onderwijspraktijk'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het aantrekken van onderwijzend personeel.
Abstract
Het project behelst onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten die spelen bij het recruteren van onderwijzend personeel; specifieke aandacht wordt besteed aan opvoeding voor iedereen en duurzame ontwikkeling. De "World conference of Teachers" verwacht het gebruik van data, grafieken, tabellen en referenties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van "Learning Space" als innovatief platform voor de ontwikkeling van een krachtige leeromgeving.
Abstract
Op verschillende onderwijsniveaus is er een toenemende behoefte aan (en belangstelling voor) het aanwenden van multimediale leeromgevingen om jongeren voor te bereiden op de kennissamenleving. `Learning Space' is een commerciële tool om een dergelijke multimediale leeromgeving te creëren. Hierin kunnen op elektronische wijze cursussen in een virtuele klas worden geïmplementeerd die toegankelijk worden gemaakt via het web. Deze leeromgeving kan het leerpoces ondersteunen op diverse niveaus van interactiviteit en samenwerking: informatie-overdracht over cursus en evaluatiemethoden, inhoudelijke begeleiding, opdrachten uitvoeren in de `courseroom', teamwerken in de virtuele klas. De uitdagende (onderzoeks)vraag stelt zich of, en in welke mate, `Learning Space' als innovatief platform zich kan lenen tot de ontwikkeling van een krachtige leeromgeving. Er wordt een evaluatieonderzoek uitgevoerd met en door de studenten van de academische initiële lerarenopleiding, waarbij de bovenliggende onderzoeksvraag centraal staat. Concreet wordt er enerzijds leermateriaal ontwikkeld met `Learning Space' als platform. Anderzijds worden de studenten aan den lijve geloodst door een innovatieproces, zoals dit zich tevens voordoet in de klassieke educatieve settings (b.v. het secundair onderwijs).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Intergenerationele sociale mobiliteit, een onderwijssociologisch onderzoek.
Abstract
Het wegwerken van sociale ongelijkheid is een permanente zorg in het (onderwijs)beleid. Het onderzoek naar de intergenerationele sociale mobiliteit wil over verschillende generaties heen de verschuivingen op de sociale ladder in kaart brengen. Er zijn tal van empirische evidenties waaruit blijkt dat de klassieke meritocratische these uit de (onderwijs)sociologie onder druk staat. Doordat er zich steeds nieuwe vormen van sociale ongelijkheid voordoen, dient andere informatie te worden verzameld om de mechanismen die aan de grondslag liggen van deze sociale mobiliteit te begrijpen en te beïnvloeden. Het concept van de risicomaatschappij (Beck, 1986) is gebed in een theoretisch referentiekader dat nieuwe vormen van ongelijkheid, eigen aan de overgang van de industriële naar de post-moderne samenleving weet te vatten. Dit onderzoek wil de centrale onderzoeksvraag uit de (onderwijs)sociologie, namelijk de vraag naar de invloed van achtergrondkenmerken van ouders op de schoolloopbaan van kinderen, vanuit dit uitdagend en origineel referentiekader onderzoeken. De data, zoals die ter beschikking is in de PSBH (Panel Study on Belgian Households, 1992-1997, 4439 Belgische huishoudens) maakt het mogelijk om nieuwe relevante achtergrondkenmerken op te nemen in de centrale onderzoeksvraag.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstijlgebonden determinanten van slagen en mislukken van eerstejaars generatiestudenten (aan Universiteit Antwerpen).
Abstract
Het aantal generatiestudenten dat jaarlijks niet slaagt in het eerste jaar aan de universiteit is groot, in absolute en relatieve cijfers (Hendrickx, 1998). Op grond van (literatuur)onderzoek leren we dat een mix van oorzaken aan de grondslag ligt van deze lage slaagcijfers. Verwezen wordt o.m. naar de verkeerde oriëntering van studenten, de verkeerde aanpak bij de studieplanning, motivationele problemen, enzovoort. Tot nu toe is er in Vlaanderen nagenoeg geen onderzoek gebeurd over de wijze waarop universiteitsstudenten informatie verwerken bij het studeren als mogelijke verklaring voor het slagen en mislukken. Nochtans reveleert onderzoek dat de leerstijl van studenten samenhangt met de studieresultaten (Vermunt, 1992). Aan de hand van betrouwbare en valide diagnostische instrumenten zoals de Inventaris LeerStijlen (ILS) kan de dominante leerstijl van studenten in kaart worden gebracht. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: "Bestaan er relaties tussen de leerstijlen van generatiestudenten in de eerste kandidatuur en hun studieresultaten (aan de Universiteit Antwerpen)?" De onderzoekspopulatie zijn alle generatiestudenten van de eerste kandidatuur ingeschreven in Ruca & Ufsia tijdens het academiejaar 1998-1999.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek rond onderwijskwaliteit, onderwijs- en schoolbeleid.
Abstract
Dit nascholingsproject op Ministerieel Initiatief (projectnr. 98.08.03) bedient secundaire scholen die, in het kader van IKZ, zichzelf willen bevragen aangande de kwaliteit van hun didactisch handelen, zowel op meso- als op microniveau. Hiertoe staat een elektronisch enquête-instrument ter beschikking: het IZES (Instrument voor Zelfevaluatie van Scholen, Van Petegem 1997), dat de meeste aspecten uit het procesluik van het CIPO-model (Scheerens 1990) omvat. De nascholing beslaat vijf dubbelsessiedagen. Na het schetsen van een theoretisch referentiekader krijgen de deelnemers een praktijkgerichte initiatie in het interpreteren van de statistische gegevens waaruit het schoolrapport zal bestaan na invulling van het IZES door één of meer respondentengroepen binnen het schoolteam. Op eventueel verzoek van de deelnemers verzorgt de projectmedewerker een individuele nazorgsessie in elk van de daarin geïnteresseerde deelnemende scholen; tijdens bedoelde sessie verduidelijkt de projectmedewerker het verbale duidingsverslag van het geïnterpreteerde schoolrapport. Op grond van eventuele zelfvastgestelde deficits gaan de deelnemers vervolgens op zoek naar concrete korte- en middellange-termijnremediëring, waarover tijdens de afsluitende plenaire projectdag (einde school- en projectjaar) gerapporteerd wordt tegen de achtergrond van het opgemaakte resp. bijgestuurde nascholingsplan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Omgevingsanalyse van het Centrum voor Basiseducatie Antwerpen.
Abstract
De onderzoeksvragen zijn de volgende : (1) nagaan wat de belangrijkste organisaties waar men nu of in de toekomst mee te maken hebben over hun en onze toekomst denken? (2) hoe evalueren zij de huidige samenwerking? (3)hoe zien ze die in de toekomst? Hiervoor worden bij sleutelfiguren uit verschillende organisaties van de maatschappelijke omgeving van het Centrum voor Basiseducatie diepteinterviews afgenomen (VDAB-Weerwerk, Vitamine W, OCMW- Aan de slag, RISO-Antwerpen, Dienst Samenlevingsopbouw, Stad Antwerpen- Stedelijke Integratiecel, Unie Turkse Verenigingen, SIVO, Werkend Leren Berchem en SOMA). De conclusies geven de uitbouw van het beleidsplan mee vorm en inhoud waarin strategische keuzes worden gemaakt en prioriteiten bepaald.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Scholen op zoek naar hun kwaliteit door zelfevaluatie.
Abstract
Dit nascholingsproject op Ministerieel Initiatief (projectnr. 98.08.03) bedient secundaire scholen die, in het kader van IKZ, zichzelf willen bevragen aangande de kwaliteit van hun didactisch handelen, zowel op meso- als op microniveau. Hiertoe staat een elektronisch enquête-instrument ter beschikking: het IZES (Instrument voor Zelfevaluatie van Scholen, Van Petegem 1997), dat de meeste aspecten uit het procesluik van het CIPO-model (Scheerens 1990) omvat. De nascholing beslaat vijf dubbelsessiedagen. Na het schetsen van een theoretisch referentiekader krijgen de deelnemers een praktijkgerichte initiatie in het interpreteren van de statistische gegevens waaruit het schoolrapport zal bestaan na invulling van het IZES door één of meer respondentengroepen binnen het schoolteam. Op eventueel verzoek van de deelnemers verzorgt de projectmedewerker een individuele nazorgsessie in elk van de daarin geïnteresseerde deelnemende scholen; tijdens bedoelde sessie verduidelijkt de projectmedewerker het verbale duidingsverslag van het geïnterpreteerde schoolrapport. Op grond van eventuele zelfvastgestelde deficits gaan de deelnemers vervolgens op zoek naar concrete korte- en middellange-termijnremediëring, waarover tijdens de afsluitende plenaire projectdag (einde school- en projectjaar) gerapporteerd wordt tegen de achtergrond van het opgemaakte resp. bijgestuurde nascholingsplan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het profiel van de leerlingen KSO in Vlaanderen.
Abstract
Om de doelstellingen en de mogelijkheden die het KSO te bieden heeft beter bekend te maken bij het grote publiek, werd er door de Vlaamse Onderwijsraad (Vl.O.R.) een Ronde Tafel KSO in het leven geroepen. Naast het verspreiden van informatie over het KSO, wil deze groep een discussie over het KSO op gang brengen. Hiervoor is het nodig dat men goed op de hoogte is van het profiel van de leerlingen uit het KSO. Met dit rapport willen we nagaan hoe de instroom, doorstroom en uitstroom van de leerlingen KSO precies gebeurt teneinde een profiel van deze leerlingen te kunnen opmaken. Hiervoor worden relevante cijfergegevens verzameld en ge'nterpreteerd. De gegevens hebben betrekking op de loopbaan van de leerlingen KSO: uit welke studierichtingen komen ze, wat is hun schoolverleden (wijzigen ze van studierichting, blijven ze zitten, op basis van welke attesten vatten ze hun KSO-studies aan, hebben ze reeds een achterstand opgelopen), wanneer beginnen de leerlingen aan hun KSO-studies en wat doen ze nadat ze het KSO verlaten hebben (zetten ze hun studies verder in een andere richting, stromen ze door naar het hoger of het universitair onderwijs of naar de arbeidsmarkt.) De studie behelst de totale doelgroep KSO-leerlingen in Vlaanderen, gedurende de vijf afgelopen schooljaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zelfevaluatie in het secundair onderwijs.
Abstract
Tijdens het werk wordt het IZES (instrument voor zelfevaluatie van scholen) toegepast in een casestudie. Aan de hand van kwalitatieve interpretatie wordt de school geinformeerd over de resultaten van de zelfevaluatie (survey-feedback).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Schoolfunctioneren in het hoger secundair onderwijs in Vlaanderen in vergelijking met de OESO-landen.
Abstract
Op vraag van de INES - Stuurgroep van de OESO wordt er een survey uitgevoerd op het niveau van het 'Hoger Secundair Onderwijs' (ISCED3). Dit onderzoek gebeurd in het kader van het zogenaamde Netwerk C van de OESO. Dit netwerk heeft als belangrijkste focus het openen van de zgn. 'black box' tussen onderwijsinputs en -outputs. Dit project vormt de Vlaamse bijdrage aan de geplande survey in de 4e fase van het INES-project van de OESO.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de mogelijkheden voor inbedding van NME voor het BSO en TSO in de lerarenopleiding en in de nascholing.
Abstract
NME binnen het onderwijs speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een positief, milieusparend gedrag bij jongeren. 60% van de leerlingen in de tweede en derde graad secundair onderwijs maken deel uit van het Beroeps Secundair Onderwijs (BSO) en van het Technisch Secundair Onderwijs (TSO). De eigenheid van deze afdelingen vergt een specifieke lerarenopleiding en nascholing. Het onderzoek stelt dan ook als doel methoden op te stellen en uit te proberen om op een efficiënte wijze NME voor het BSO en TSO binnen de initiële lerarenopleiding van de Hogescholen en de nascholing te introduceren en te implementeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwaliteitszorg in de centra voor basiseducatie.
Abstract
Het project beoogt de ontwikkeling van een referentiekader voor kwaliteitszorg in de centra voor basiseducatie. Daarnaast wordt een instrument voor zelfevaluatie ontwikkeld, gebaseerd op het referentiekader.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwaliteitsontwikkeling en bewaking.
Abstract
De kwaliteitszorg binnen de onderwijsinstellingen op de verschillende niveaus (basis-, secundair en hoger onderwijs) wordt steeds belangrijker gezien hun toenemende autonomie. Het beleidsvoerend vermogen van scholen (ondermeer inzake kwaliteitszorg) moet als gevolg van deze nieuwe tendens worden geoptimaliseerd. Er wordt een benadering ontwikkeld voor zelfevaluatie opdat scholen zicht krijgen op hun eigen functioneren. Dit ligt aan de basis voor de ontwikkeling van een schoolbeleidsplan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject