Onderzoeksgroep
Expertise
Als onderzoeker aan het laboratorium voor Functionele Morfologie bestudeer ik hoe de anatomie en mechanische eigenschappen van het lichaam van dieren is aangepast aan de functies die het moet vervullen. Mijn focus ligt daarbij vooral op het verkrijgen van fundamenteel inzicht in de biomechanische werking, en hoe variatie in de anatomische componenten deze werking beinvloedt. Het merendeel van mijn onderzoek spits zich toe op de werking van de kop van gewervelde dieren tijdens de voedselopname.
Transitie van land naar water in herbivore zoogdieren: functionele morfologie en prestatie.
Abstract
Vele terrestrische zoogdieren kunnen zwemmen, maar slechts enkele groepen werden volledig aquatisch. Anderzijds zijn meerdere taxa, waaronder ook iconische planteneters (o.a. hippo's, tapirs, capibaras, etc.), semi-aquatisch. Vergeleken met carnivoren blijft het onderzoek naar de evolutieve 'land-naar-water' transitie van herbivoren beperkt, zeker wat betreft de adaptatie aan- en het gebruik van de poten in, zowel een terrestrische als aquatische habitat. Dit project zal gebruik maken van functioneel morfologische- en in-vivo kinematische analyses en computationele dynamische stroming-simulaties (CFD) om voortbeweging van recente en uitgestorven herbivore (semi-) aquatische zoogdieren te vergelijken. Musculo-skeletale anatomie en gewrichtsbeweeglijkheid zal bij recente soorten worden onderzocht. Op basis daarvan worden realistische voorpootmodellen van uitgestorven fauna gereconstrueerd. De kinematische data zullen dynamische simulaties met deze modellen (recent zowel als uitgestorven) aansturen om zo inzicht te verwerven in de zwemprestatie van een brede range aan herbivore taxa. Deze studie is de eerste in zijn soort en moet resulteren in solide fundamentele kennis voor verder exploratief onderzoek van de aquatische voortbeweging bij fossielen. Zij zal voorspellingen mogelijk maken betreffende potentiële overlevings- en verspreidingscapaciteit van zoogdieren in terrestrische- en kustbiomen bij de te verwachten zeespiegelstijging in de nabije toekomst.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Mandaathouder: Maclaren Jamie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwarren van de fylogenetische relaties en eettechnieken van zeeroofdieren via een geïntegreerde paleobiologische benadering.
Abstract
Pinnipedimorfen, zijn semi-aquatische zoogdieren die evolueerden van een terrestrische voorouder naar een leven in het water. Hierbij ontwikkelden ze fysieke aanpassingen om efficiënt te kunnen voortbewegen en jagen in het water. Deze pinnipedimorfen omvat alle levende en uitgestorven zeeroofdieren, evenals hun directe voorouders (e.g. Enaliarctos). Aangezien ze nog steeds afhankelijk zijn van het land om te rusten en zich voort te planten, maar afhankelijk zijn van het water voor hun voedsel, wordt dat laatste vaak gezien als wat hen naar een leven in het water dreef. Dit onderzoeksproject focust op de morfologie en functie van de onderkaak van pinnipedimorfen, gebruikmakend van geometrische morfometrie en eindige-elementenanalyse om de evolutionaire functionele veranderingen ervan te begrijpen. Dit vereist echter een goede fylogenetische basis om evolutionaire aanpassing stap voor stap te kunnen volgen en begrijpen. Deze ontbreekt echter, met vraagtekens bij de monofylie van het geslacht Enaliarctos, de oudste stam-pinnipedimorfen; en de vraag of de enigmatische geslachten Puijila en Potamotherium nu marterachtigen of pinnipedimorfen zijn? In de schoot van dit project zal een robuste fylogenetische studie van deze soorten en geslachten de basis vormen voor morfofunctionele vergelijkingen van de eetpatronen tussen pinnipedimorfen en hun nauwste verwanten. De resultaten hiervan zullen de basis vormen van verdere studies naar de land-naar-zee-evolutie van pinnipedimorfen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Co-promotor: Dewaele Leonard
- Co-promotor: Maclaren Jamie
- Mandaathouder: Selini Anastasia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de evolutie en functionele morfologie van aquatische voortbewegingsaanpassingen in huidige en uitgestorven marterachtigen.
Abstract
Semi-aquatische marterachtigen hebben een secundaire transitie ondergaan om zich aan te passen aan het leven in een aquatische omgeving. Locomotie op het land en in het water gebeurt in een sterk verschillend medium en stelt hierdoor verschillende eisen aan de voortbeweging. Dit zorgt voor een belangrijke compromis bij semi-aquatische dieren. De Mustelidae bieden een unieke kans omdat ze de enige zoogdier familie is met een volledig spectrum aan aquatische specialisatie binnen haar soorten; van volledig terrestrisch, tot soorten die gespecialiseerd zijn om te opereren in een bijna volledig aquatische niche. Dit spectrum biedt inzichten in de 'trade-off's' en evolutie van de aanpassingen aan een semi-aquatisch leven. Dit project zal gebruik maken van vergelijkende functionele anatomie (spierarchitectuur gebaseerd op manuele en digitale dissectie) en kinematica van de voorbeweging om musculoskeletale modellen te bouwen. Met deze modellen kan nagegaan worden hoe goed de spiercontractie regimes van deze soorten aangepast zijn aan de twee verschillende omgevingen en wat dus de functionele betekenis is van de morfologische aanpassingen. Deze modellen zullen dan gebruikt en aangepast worden voor het modelleren van uitgestorven otters om zo inzicht te krijgen in de prestaties en de manier waarop deze soorten zich waarschijnlijk voortbewogen. Deze verschillende soorten, uit verschillende fossiele tijdsperioden en niches, zullen inzicht geven in de evolutie van locomotie bij de otter.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Co-promotor: Dewaele Leonard
- Co-promotor: Maclaren Jamie
- Mandaathouder: De Ridder Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evolutionaire overgang van vleesetende zoogdieren naar een leven in het water: een multiproxy-onderzoek van de voortbewegings- en voedingsaanpassingen van aquatische carnivoren in geologische tijden (MEATLOAF).
Abstract
Gedurende de lange evolutionaire geschiedenis van de tetrapoda, keerden meerdere taxa terug naar het leven in water vanuit een terrestrische (of aëreale omgeving) omgeving. Opmerkelijke groepen zijn de zeereptielen uit het Mesozoïcum, zeekoeien en walvissen. Onder de zoogdieren vertonen aquatische taxa binnen de orde Carnivora, of "vleeseters", een 'onvolledige' overgang naar een leven in het water: vinpotigen (echte zeehonden, zeeleeuwen, pelsrobben en walrussen), otters, ijsberen en zelfs de viskat zijn sterk afhankelijk van water om zich te voeden, maar geen van hen is uitsluitend aquatisch en ze keren allemaal terug naar het land om te rusten, te bevallen, enz. De overgang van een terrestrische naar een (semi-)aquatische levensstijl is een ingrijpende biologische verandering, met meerdere potentiële drijfveren en vereist verschillende fysiologische en anatomische aanpassingen. Aangezien deze overgang onafhankelijk van elkaar plaatsvond in verschillende groepen carnivoren (Pinnipedia, Mustelidae, Ursidae, Felidae), evenals in verschillende omgevingen (rivier-, lacustrine en mariene), worden de volgende vragen gesteld: Welke ecologische en milieuveranderingen hebben deze overgang voor elke groep in gang gezet? Hoe hebben deze carnivoren zich functioneel aangepast aan het leven in water? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen deze groepen, en tussen aquatische carnivoren en andere aquatische zoogdieren? En, meer specifiek, wat is de mate van morfologische en functionele convergentie tussen deze lijnen? Het MEATLOAF project heeft als doel om de verschillende evolutionaire aspecten van deze overgang van land naar water bij carnivoren te onderzoeken, specifiek gericht op aanpassingen voor voortbeweging (op het land en in het water) en voeding (prooiopsporing, prooivangst en voedselverwerking, zowel boven als onder het wateroppervlak), met behulp van een verscheidenheid aan goed ondersteunde parameters. De parameters zullen worden georganiseerd volgens twee hoofdbenaderingen, die in twee richtingen met elkaar verbonden zijn: (1) een vergelijkende benadering, die de morfologische diversiteit en verschuivingen in de morfologie documenteert, en (2) een modelbenadering, die zich richt op de prestaties en belasting van de opgemeten morfologieën. De vergelijkende aspecten omvatten anatomische, systematische en fylogenetische analyses, allemaal verzameld in een 'klassiek paleontologisch' werkpakket, evenals geometrisch-morfometrische en microanatomisch-osteohistologische pakketten om de interne en externe morfologie te kwantificeren. De modelbenadering omvat functionele analyses, eindige-elementenanalyses, computationele vloeistofdynamica en musculo-skeletale modellering, elk binnen zijn eigen werkpakket. Een synthese van de resultaten van deze verschillende pakketten zal uiteindelijk resulteren in een in de tijd gekalibreerde beoordeling van de paleoecologische en paleomilieukaders waarin deze groepen evolueerden naar leven in water, om de biotische en abiotische drijfveren van zo'n belangrijke, iteratieve overgang beter te begrijpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Co-promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: Van Damme Raoul
- Mandaathouder: Dewaele Leonard
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Nature4Nature: Bio-geïnspireerd innoveren en filtreren voor natuurvriendelijke toepassingen (Nature4Nature).
Abstract
De natuur biedt een bijna onuitputtelijke bron van inspiratie voor innovatieve ontwerpen die kunnen helpen om veel van de huidige sociale, economische en milieu-uitdagingen in de wereld aan te pakken. In overeenstemming hiermee is het potentieel van bioinspiratie (met inbegrip van biomimetica en biomimicry) algemeen erkend in de academische wereld en de industrie. De belangrijkste hinderpaal om bio-inspiratie toe te passen zijn de verschillen in taal, tools, activiteiten en denken van de betrokken disciplines, waardoor de verdere ontwikkeling naar succesvolle producten vaak wordt belemmerd. Nature4Nature brengt door een unieke gezamenlijke inspanning van biologen, ingenieurs, ontwerpers en fabrikanten een leeromgeving aan jonge doctorale onderzoekers (DCs) om de inspiratie-, integratie- en implementatieaspecten van biogeïnspireerd ontwerp volledig te bevatten en zo de conceptuele, methodologische en praktische uitdagingen aan te pakken. Het zal de DCs (a) een mentaliteit en knowhow verschaffen om biodiversiteit in te zetten bij het ontwerpen; (b) de theoretische achtergrond en praktische vaardigheden verschaffen om biologische modelsystemen om te zetten in technische ontwerpen en toepassingen; en (c) een houding en competentie verschaffen om biogeïnspireerde ideeën op een expliciet duurzame manier te implementeren. Nature4Nature richt haar onderzoeksactiviteiten op één modelsysteem: hoe vaste deeltjes efficiënt van vloeistoffen te scheiden. Biologische filtratiesystemen zijn in de loop van de levende geschiedenis van de aarde herhaaldelijk geëvolueerd. Nature4Nature zal de DCs leren optimaal gebruik te maken van dit rijke erfgoed, door het te gebruiken als inspiratiebron voor het ontwerpen en vervaardigen van doeltreffende, verstoppingsbestendige filtersystemen die kunnen bijdragen tot het behoud en herstel van de aquatische habitats in de wereld. Door een nieuwe generatie onderzoekers aan te moedigen die actief zijn op het raakvlak tussen wetenschappelijke disciplines, sectoren en maatschappelijke actoren, wil Nature4Nature innovatie ondersteunen en helpen de belemmeringen voor de toepassing van bio-inspiratie in het ontwerpproces te overwinnen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Du Bois Els
- Co-promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: Broeckhoven Chris
- Co-promotor: Van Damme Raoul
- Co-promotor: Van Wassenbergh Sam
- Co-promotor: Watts Regan
- Mandaathouder: Hageneder Lukas
- Mandaathouder: Krsteska Katerina
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De mechanische basis van evolutionaire divergentie bij darwinvinken.
Abstract
De evolutie van darwinvinken is één van de overtuigendste wetenschappelijke voorbeelden van hoe natuurlijke selectie veranderingen in anatomie kan aandrijven. Het onvermogen van soorten die harde zaden kunnen kraken om de snelle bewegingen van de bek uit te voeren die nodig zijn voor het snel hanteren van kleine zaden en voor het zingen van complexe liederen, heeft een grote invloed op de paringsdynamiek binnen soorten, de waarschijnlijkheid van hybridisatie, en uiteindelijk het proces van soortvorming door divergentie bij deze zangvogels. Maar waarom zijn sommige soorten in staat om extreem snelle open-sluit-acties van de bek doen, maar andere soorten niet? De mechanische principes achter dit uiterst belangrijke fenomeen zijn momenteel onbekend. Door de integratie van biomechanische en morfologische analyses met behulp van state-of-the-art technieken, zowel in laboratorium- als veldopstellingen, zal dit project eindelijk deze onderliggende oorzaak blootleggen, en zo ons begrip van het belangrijke evolutionaire modelsysteem van darwinvinken aanzienlijk bevorderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Biomechanische analyse van het manoeuvreren bij koffervissen, een model voor biogeïnspireerd ontwerp van autonome onderwatervoertuigen.
Abstract
Autonome onderwatervoertuigen (AUVs) zijn van groot belang voor toekomstige ontwikkelingen door hun veelzijdige toepasbaarheid in aquatische taken. Het halen van voldoende hoge hydrodynamische prestaties blijkt echter een uitdaging te zijn. Aangezien biologische systemen veel beter presteren dan AUV's op het vlak van manoeuvreerbaarheid, is er een sterke basis voor biogeïnspireerde ontwerpen. Koffervissen (Ostraciidae en Aracanidae) worden nu al beschouwd als uitstekende kandidaten om inspiratie op te doen voor een nieuwe generatie AUV's die aan lage snelheid kunnen manoeuvreren. Hun lichaam bestaat uit een stijf, benig omhulsel, de carapax, die wordt bewogen door hun vijf vinnen. Er zijn reeds verschillende prototypes ontwikkeld, maar het gebrek aan fundamentele biomechanische kennis over de manier waarop koffervissen hun manoeuvres uitvoeren, belemmert de vooruitgang. De voorgestelde studie zal eerst de variabiliteit in hydrodynamische prestaties (d.w.z. weerstandskracht, statische en dynamische rotatiestabiliteit) analyseren van de grote diversiteit tussen soorten in de vorm van de carapax van koffervissen. Vervolgens zal een diepgaande analyse van de manoeuvreerdynamiek bij Ostracion cubicus uitgevoerd worden door (1) het kwantificeren van 3D-kinematica van een uitgebreide set manoeuvres, (2) het bepalen van de volledige set traagheids- en hydrodynamische eigenschappen van het lichaam, (3) het bepalen van de ogenblikkelijke krachtgrootte en vectororiëntatie van de individuele vinnen gebruik makend van state-of-the-art technieken in computationele hydrodynamische modellering, en (4) het combineren van alle bovenvermelde kennis om een koffervis te simuleren tijdens het manoeuvreren via voorwaartse dynamica. Dit nieuwe onderzoek zal een solide basis leggen voor toekomstig werk door ontwerpbeslissingen te sturen tijdens de transitie naar efficiëntere AUV prototypes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Mandaathouder: Van Gorp Merel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Centrum voor 4D kwantitatieve X-stralenbeeldvorming en –analyse (DynXlab).
Abstract
Deze kernfaciliteit integreert infrastructuur van topkwaliteit en unieke expertise op gebied van X-stralenbeeldvorming met het oog op de reconstructie, verwerking en analyse van dynamische 3D-scènes. Zij maakt gebruik van complementaire platformen voor 4D Xstralenbeeldvorming, waaronder een ultra-flexibel en multi-modaal X-stralen CT systeem (FleXCT) en een stereoscopisch hogesnelheids-X-stralenvideografie-systeem (3D2YMOX). De faciliteit biedt dienstverlening op maat voor beeldacquisitie –reconstructie en -analyse voor zowel industriële als (invivo) biologische studies.Onderzoeker(s)
- Promotor: Sijbers Jan
- Co-promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: De Beenhouwer Jan
- Co-promotor: Dirckx Joris
- Co-promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Functionele morfologie.
Abstract
Dit fonds zal gebruikt worden voor het starten, ontwikkelen, en ondersteunen van verschillende onderzoekslijnen over craniale biomechanica en prestatiecompromissen bij gewervelde dieren, zoals gespecificeerd in mijn tenure track ZAPBOF-aanvraagdossier.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Mandaathouder: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Optimalisatie en integratie van experimentele en modelmatige aanpakken in de studie van de driedimensionale dynamica van de bek in zangvogels.
Abstract
De werking van de bek is van centraal belang in de evolutie van vogels, inclusief de schoolvoorbeelden van adaptieve radiaties bij vinken. Om deze adaptatieprocessen ten volle te begrijpen, is een beter inzicht nodige in de (bio)mechanica van bekbewegingen. Dit project beoogt de ontwikkeling, optimalisatie en integratie van experimentele en modelmatige aanpakken om de dynamica van het craniaal musculoskeletaal systeem, dat aan de basis ligt van de 3D-bewegingen van de boven- en onderbek, te bestuderen in een select aantal zangvogelsoorten waarbij er hoofdzakelijk toegespitst wordt op de rol van de bek tijdens het voeden. Experimentele aanpakken omvatten bewegingsanalyses op basis van gesynchroniseerde hogesnelheidsvideo's uit verschillende aanzichten en stereoscopische X-stralenvideografie, en in vitro kwantificatie van spier- en peescontractie-eigenschappen. Modelmatige aanpakken omvatten het opstellen en valideren van wiskundige modellen van spiercontractie en van rekenkundige simulaties van het bewegende kopskelet. Deze technieken zullen geoptimaliseerd worden voor hun toepassingen op het craniaal systeem van kleine vogels, en gebruikt worden om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de bekbewegingsmechanica bij vogels. Dit onderzoek zal de fundamentele kennis en analysemethodes leveren die essentieel zullen zijn in toekomstig vergelijkend onderzoek naar de evolutie van vorm en functie bij zangvogels.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek in verband met de dynamica van manoeuvreren bij koffervissen.
Abstract
Het doel van dit project is om onderzoek te doen naar de dynamica van manoeuvreren bij de koffervis Ostracion cubicus in samenwerking met een gastonderzoeker. Multi-view video's van manoeuvrerende koffervissen zullen worden verzameld en geanalyseerd. Deze gegevens zullen ons toelaten om de bewegingen van zowel het lichaam als de vinnen te kwantificeren, en deze gegevens te gebruiken als input in biomechanische modellen om de dynamica van het manoeuvreren op te lossen. Het zal ons helpen te begrijpen hoe de koffervis erin slaagt om ondanks zijn stijve lichaam zo wendbaar te zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De craniale musculoskeletale mechanica van granivore zangvogels.
Abstract
Bij granivore zangvogels is de voedingsprestatie een belangrijke drijvende kracht achter de evolutie van bekmorfologie. Dit wordt geïllustreerd in verschillende klassieke werken die bekvorm relateren aan voedingsecologie (b.v. bij Darwinvinken). Met enkel de vorm van de bek lukt het echter niet om de compromissen tussen specifieke aspecten van de voedselopnameprestatie te verklaren, in het bijzonder degene die te maken hebben met de bewegingen van de bek bij het omgaan met zaden. Gegevens over hoe de gecontroleerde 3D-bewegingen van boven- en onderbek gegenereerd worden tijdens het verwerken van zaden, ontbreken volledig. Om een beter begrip te krijgen van de mechanica van granivorie zal ik de musculoskeletale mechanica van de kop onderzoeken tijdens het grijpen, positioneren en pellen van zaden bij drie soorten granivore zangvogels die variëren in bekvorm en bijtkracht. Zowel experimentele als rekenkundige aanpakken zullen gebruikt worden, met inbegrip van hogesnelheids- en biplanaire x-stralenvideografie, mechanische testen van spier- en ligamenteigenschappen, en musculoskeletale multi-lichaamsmodellering. Deze studie zal ons een ongeëvenaard inzicht leveren in de kinematica en dynamica van het craniale systeem. Mijn bevindingen zullen helpen om de leemtes in onze fundamentele kennis over het functioneren van de kop van vogels te vullen, en ook de biomechanische basis leveren om de relatie tussen bekbewegingsprestatie en evolutie van zangvogels beter te begrijpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: Van Wassenbergh Sam
- Mandaathouder: Mielke Maja
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individuele variatie in voedselopnamegedrag en –mechanica bij zangvogels.
Abstract
Opeenvolgingen van precies gecontroleerde en snelle driedimensionale bewegingen van de bovenbek en onderbek worden gebruikt door zangvogels om zaden op te nemen, te transporteren, te herpositioneren, te kraken, en te pellen. De eigenschappen van deze bewegingen en de betrokken technieken zijn momenteel echter onbekend. Het doel van dit project is om de voedselopnamekinematica en detail te kwantificeren en de variabiliteit in de nabije (mechanische) oorzaken van succesvolle en snelle verwerking van zaden, te linken aan levensgeschiedeniskenmerken zoals leeftijd, geslacht, verwantschap, en zaadtypevoorkeur. Om dit doel te bereiken zal de voedselopnamekinematica in een groot aantal individuen uit een laboratoriumpopulatie van kanaries, Serinus canaria, gemeten worden. Dit zal ons het fundamenteel inzicht opleveren dat belangrijk is om morfologische en mechanische aanpassingen aan zaadeetprestatie te identificeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Mandaathouder: Andries Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bevordering van driedimensionaal biomechanisch onderzoek door het combineren van biplanaire X-stralenvideo's met multiview lichtvideo's.
Abstract
Het kwantificeren van bewegingen van dieren is een essentiële eerste stap in studies die tot doel hebben om de vorm, functie, en evolutie van spier-botsystemen te begrijpen. Gedurende het voorbije decennium is gebleken dat x-stralenvideo's opgenomen aan hoge snelheid (> 500 beelden per seconde) met twee x-stralenbronnen en detectoren een krachtig middel is om snelle, driedimensionale bewegingen accuraat te analyseren. Een nieuw biplanair hogesnelheids-x-stralenvideosysteem werd recent in gebruik genomen aan de Universiteit Antwerpen, wat het functioneel-morfogisch en biomechanisch onderzoek in Vlaanderen sterk zal bevorderen. Soms is er echter belangrijke informatie te halen uit de beweging van uitwendige oppervlakken van de dieren of hun omgevende vloeistoffen of gassen, en kan die niet informatie niet achterhaald worden met enkel x-stralenvideo's. Het voorgestelde onderzoek beoogt een integratie van traditionele hogesnelheidsvideografie (i.e. gevoelig voor zichtbaar licht en nabije infrarood) uit twee aanzichten in de driedimensionale analyse van kinematica met het bestaande biplanaire x-stralenvideosysteem. Dit zal in belangrijke mate bijdragen aan twee lopende projecten: kinematica en hydrodynamica van voedselopname bij vissen, en de vroege ontwikkeling van de voortbeweging bij biggen. Bovendien zal de integratie van x-stralen en lichtvideo's in belangrijke mate bijdragen aan het succes van verschillende geplande samenwerkingsprojecten die gebruik maken van x-stralenvideografie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ondersteuning voorbereiding ERC-aanvraag.
Abstract
Dit onderzoek heeft tot doel een bestaand onderzoeksvoorstel over de mechanica van bekbewegingen bij vogels te verbeteren, en zo voor te bereiden op herindiening in een volgende ronde van beursaanvragen bij de European Research Council.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geïntegreerde compromis tussen prestaties in de kop bij prachtbaarzen: voedselopname versus muilbroeden.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: De Boeck Gudrun
- Co-promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Functioneel morfologische analyse van de terrestrische voedselopname bij amfibische vissen
Abstract
Er is opvallend weinig geweten over de evolutie van een terrestrisch voedselopnameapparaat in de eerste terrestrische Tetrapoda. Het doel van het voorgestelde onderzoek is functioneel morfologisch inzicht te krijgen in de werking van het muskuloskeletaal systeem tijdens de terrestrische voedselopname bij hedendaagse amfibische vissen. Dit inzicht zal de basis vormen om eventuele preadaptaties aan terrestrische voedselopname te identificeren in fossiele gegevens.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
- Co-promotor: Aerts Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de mechanica en hydrodynamica van de aquatische voedselopname.
Abstract
Dit onderzoeksproject spitst zich toe op de biomechanica van het voedingsapparaat bij vissen. De grote diversiteit in morfologie van het craniaal systeem in deze diergroep is bijzonder intrigerend. De meest algemene strategie van vissen om prooien te grijpen is door een zuigstroom op te wekken. Dit doen ze door het volume van hun mondholte zeer snel te expanderen, waardoor ze water en de prooi naar de mond toe zuigen. Hoewel veel vissoorten deze prooivangststrategie delen, heeft de evolutie ervoor gezorgd dat er een enorme variatie bestaat in grootte, vorm en mechanische eigenschappen van de individuele elementen van de complexe kop van zuigvoedende vissen. Het overkoepelende doel van dit onderzoeksproject is te begrijpen waarom we zulke grote morfologische diversiteit vinden in het voedingsapparaat van zuigvoeders, ondanks dat ze allen onderworpen zijn aan dezelfde fysische wetten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stroming rond de carapax van zwemmende koffervissen (Ostraciidae en Aracanidae): interspecifieke variatie en evolutie in hydrodynamische eigenschappen
Abstract
Voorgaand onderzoek toonde aan dat de carapax van koffervissen uitzonderlijke hydrodynamische eigenschappen heeft tijdens het zwemmen (lage weerstand, hoge potentiële stijgkracht, stabiliserende capaciteit). Het voorgestelde project heeft tot doel het effect van interspecifieke morfologische variatie in de carapax op hydrodynamische prestatie te onderzoeken via numerieke vloeistofdynamica, en de evolutiegeschiedenis hiervan te reconstrueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hydrodynamische analyse van verschillende prooivangsttechnieken bij aquatische gewervelde dieren via numerieke vloeistofdynamica (CFD).
Abstract
Het doel van het voorgestelde onderzoek is de hydrodynamica van elk van de bovenvermelde prooivangststrategieën te bestuderen via numerieke vloeistofdynamica of CFD (Computational Fluid Dynamics). CFD is een modelleringtechniek die simulatie van stroming van vloeistoffen en gassen toelaat door numerieke oplossing van de bewegingsvergelijkingen van een fluïdum (Navier-Stokes vergelijkingen en continuïteitsvergelijking) voor een volume (stromingsdomein) opgedeeld in infinitesimaal kleine deelvolumetjes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Aerts Peter
- Mandaathouder: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hydrodynamische analyse van zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD).
Abstract
Door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD) willen we functioneel inzicht krijgen in de werking van het zuigvoedingsapparaat bij vissen, meer bepaald wat het effect is van variatie in kopmorfologie en variatie in eigenschappen van de schedelexpansie tijdens het zuigen voor de opgewekte stroming. De eigenschappen van deze opgewekte stroming bepaalt namelijk het vermogen prooien te vangen, en is dus van cruciaal belang voor de overleving van het dier. Vissen zijn namelijk één van de meest diverse groepen binnen de gewervelde dieren, en de kopmorfologie wijkt bij talrijke soorten dan ook sterk af van wat beschouwd wordt als een "typische" kopvorm.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hydrodynamische analyse van de zuigvoeding bij vissen door middel van computationele vloeistofdynamica (CFD).
Abstract
Onze huidige kennis over de hydrodynamica van de zuigvoeding bij vissen beperkt zich tot dieren met een eenvoudige, rotatiesymmetrische kopvorm. Computationele vloeistofdynamica (CFD), een techniek waarmee numerieke oplossingen bekomen worden voor de 3D bewegingsvergelijkingen van infinitisimaal kleine vloeistofvolumes, biedt de mogelijkheid om het zuigvoedingsproces voor meer natuurgetrouwe kopvormen en volumeveranderingen van de mondholte te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Biomechanische en hydrodynamische consequenties van variatie in kopmorfologie voor de zuigvoeding bij vissen.
Abstract
Vissen zijn ongetwijfeld één van de meest diverse groepen binnen de gewervelde dieren, en de kopmorfologie wijkt bij talrijke soorten dan ook sterk af van het gegeneraliseerde "vis-bouwplan". Een treffend voorbeeld hiervan zijn de zeenaalden en zeepaarden (familie Syngnathidae), een groep van sterk gespecialiseerde zuigvoeders met een kleine mondopening aan het einde van een buisvormige snuit. Voor vissen met zulke afwijkende morfologie voldoen de bestaande biofysische modellen niet langer. De vraag naar nieuwe analysetechnieken dringt zich dan ook op. Deze diergroep vormt aldus een uiterst geschikte modelgroep om de functie en limitaties van extreem gespecialiseerde zuigvoedingsapparaten te bestuderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Aerts Peter
- Mandaathouder: Van Wassenbergh Sam
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject