Onderzoeksgroep

Expertise

Translationeel en multidisciplinair onderzoek van infectieziekten en antibioticagebruik in de eerste lijn, met bijzondere focus op het verbeteren van het beleid van luchtweginfecties in de eerste lijn in het kader van antimicrobiële resistentie, waaronder farmaco-epidemiologisch onderzoek (zie European Surveillance of Antimicrobial Consumption project) en klinisch epidemiologisch onderzoek naar de etiologie, diagnose, prognose en behandeling van bacteriële en virale infecties (zie Genomic to combat Resistance against Antibiotic in Community-acquired LRTI in Europe). Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden in de eerstelijnsgezondheidszorg.

Perpetuele observationele studie bij patiënten met acute luchtweginfecties in de eerste lijn 12/06/2024 - 28/02/2026

Abstract

Deze internationale prospectieve Perpetuele Observationele Studie (POS) bij patiënten die zich presenteren met symptomen van een acute luchtweginfectie (ARI) in de eerste lijn (PC) heeft als doel de totale incidentie van ziekte en individuele diagnoses na te gaan, evenals uiterst belangrijke beschrijvende benchmarkgegevens met betrekking tot patiëntkenmerken, complicaties, uitkomst en risicofactoren per virale etiologie. Deze gedetailleerde gegevens maken het mogelijk om variatie in management en zorg binnen en tussen landen te identificeren, verbeteringen voor zorgplanning te suggereren en klinische richtlijnen te informeren. Op de langere termijn zal de studie een onderzoekklare infrastructuur opzetten voor verbeterde observationele studies en klinische onderzoeken met betrekking tot de behandeling, diagnose en preventie van ARI in de eerste lijn. Een dergelijke "plug-in" benadering is vooral gunstig tijdens epidemieën en pandemieën, omdat het dan mogelijk is om veel sneller nieuwe onderzoeken op te zetten, zonder het volledige proces van wettelijke goedkeuringen voor elk afzonderlijk onderzoek te hoeven doorlopen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Nationaal coördinatieteam ECRAID-Prime onderzoek naar acute luchtweginfecties in de huisartspraktijk: gebruikelijke zorg vs stikstofmonoxide neusspray vs zoutoplossing neusspray. 23/11/2023 - 22/11/2025

Abstract

Achtergrond COVID-19 en COVID-achtige ziekte veroorzaken gezondheidsproblemen en mortaliteit, vooral bij kwetsbare personen. Ondanks antivirale middelen op de markt, blijft het de zoektocht naar een betere behandelingen nodig, vooral omdat veel nieuwe medicijnen duur zijn, een diagnostische test nodig is voor gebruik, ze veel interacties met medicijnen hebben en contra-indicaties kunnen hebben. Een platformstudie is een efficiënte manier om dergelijke potentiële middelen te testen, omdat het de mogelijkheid biedt om meerdere interventies te testen onder één enkel masterprotocol. Hoofdonderzoek Platform gerandomiseerde, dubbelblinde, multicentrische studie voor de evaluatie van nieuwe onderzoeksproducten (IP's) voor de behandeling van niet-gehospitaliseerde patiënten met COVID-19 en COVID-achtige ziekte. Platformstudie Een "platform trial" is een onderzoek waarin meerdere IP's (Investigational Products) voor dezelfde ziekte tegelijkertijd kunnen worden getest en waarin nieuwe interventies kunnen worden toegevoegd in de loop van de trial volgens vooraf gespecificeerde criteria. Het hoofdprotocol beschrijft de algemene structuur en processen van het platform, terwijl alle specifieke kenmerken van de onderzochte interventies en vergelijkingsproducten worden beschreven in afzonderlijke interventiespecifieke bijlagen (ISA's, Intervention Specific Appendices). Uitkomstmaten De primaire uitkomstmaat is fase-afhankelijk. Voor studies in fase IIb/III is de primaire uitkomstmaat de tijd tot de eerste zelfrapportage van volledig herstel van symptomen. Voor Fase IIa studies zal de primaire uitkomstmaat de virale klaring en impact op biomarkers zijn. Secundaire uitkomstmaten en mogelijke exploratieve uitkomstmaten worden beschreven in het masterprotocol. Proefopzet Screening voor deelname kan zowel face-to-face als op afstand worden uitgevoerd. Na het verkrijgen van geïnformeerde toestemming wordt gecontroleerd of deelnemers in aanmerking komen voor deelname aan het onderzoek. Deelnemers die in aanmerking komen worden willekeurig toegewezen om ofwel een IP, ofwel een controleproduct te ontvangen. Deelnemers worden gevraagd om hun symptomen te rapporteren in een dagboek. Er wordt een keeluitstrijkje (wisser) afgenomen bij start (dag 0) en vervolgens op dag 4, 7 en 14. Deelnemers krijgen een telefoontje op/na dag 28 voor het geval hun dagboek onvolledig is om een minimale set uitkomstgegevens te bekomen. Voor lange termijn follow-up krijgen alle deelnemers 3 en 6 maanden na randomisatie een follow-up telefoontje of elektronische vragenlijst. Populatie Inclusiecriteria: - Leeftijd ≥18 jaar - Aanwezigheid van ten minste twee symptomen die wijzen op COVID-19 of COVID-achtige ziekte, minimaal één respiratoir symptoom (hoest, keelpijn, lopende of verstopte neus of sinussen, kortademigheid) en minimaal één systemisch symptoom (koorts, koortsig gevoel, zweten/ koude rillingen of rillingen, weinig energie of vermoeidheid, hoofdpijn, spier-, gewrichts- of lichaamspijn, verlies van smaak en/of reuk). - Diagnose van COVID-19 of COVID-achtige ziekte door een arts of onderzoeksverpleegkundige. - Begin van de symptomen minder dan 7 dagen geleden. - Bereid en in staat om geïnformeerde toestemming te geven voor deelname aan het onderzoek. - Bereid en in staat om alle onderzoeksprocedures na te leven. Eventuele aanvullende inclusiecriteria voor specifieke IP's zullen worden gespecificeerd in de ISA. Dit abstract is een gecorrigeerde machine vertaling van het originele Engelstalige abstract gemaakt met Deepl.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

'Perpetual Observational Study' (POS) van Acute Respiratoire Infecties (ARI) in de eerstelijnsgezondheidszorg in Europa. 28/08/2023 - 31/12/2024

Abstract

Acute respiratoire infecties (ARI) zijn een van de meest voorkomende redenen voor de presentatie van patiënten in de eerstelijnsgezondheidszorg (PC) en het antibioticagebruik, en kunnen worden veroorzaakt door een breed scala aan respiratoire virussen en bacteriën. In de context van de huidige COVID-19-pandemie kan het belang van ARI als een belangrijk gezondheidsprobleem niet worden overschat en heeft het naast antimicrobiële resistentie (AMR) nieuwe uitdagingen met zich meegebracht. Het belangrijkste doel van het POS-ARI-PC AUDIT-protocol is het beschrijven van de presentatie en het beheer (met inbegrip van klinisch klinisch onderzoek en diagnostische procedures die routinematig worden uitgevoerd, het voorschrijven van medicatie en gegeven advies) voor ARI in PC. Dit zal een 'audit-type' studie zijn waarin clinici niet-identificeerbare kenmerken van patiënten en hun behandeling zullen registreren. Alle resultaten zullen in geaggregeerde vorm worden gepresenteerd. Individuele toestemming is daarom niet vereist. Het beschrijven van de huidige praktijk van ARI in contrasterende Europese landen en settings zal het mogelijk maken om (ongerechtvaardigde) variatie in zorg te identificeren en een inschatting te maken van congruentie van de huidige praktijk met best-practice richtlijnen om mogelijkheden voor verbeteringen te identificeren in management.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Belgische alliantie voor klinisch onderzoek van infectieziekten (BECRAID). 01/01/2023 - 31/12/2024

Abstract

Nieuwe ziekteverwekkers, zoals het coronavirus dat de COVID-19-pandemie veroorzaakt, en antibioticaresistentie hebben de mortaliteit en morbiditeit van infectieziekten (IZ) verder doen toenemen. Om de impact van IZ op de gezondheid van individuen en de bevolking te beperken en het klinisch onderzoek van IZ te bevorderen, is de 'European Clinical Research Alliance on Infectious Diseases (ECRAID; www.ecraid.eu) opgericht, een Europese onderzoeksinfrastructuur. De pandemie heeft het belang aangetoond van innovatief onderzoek naar de beste behandeling van COVID-19-patiënten in de eerste lijn, waar de meeste patiënten met IZ worden behandeld, idealiter om ziekenhuisopname en erger te voorkomen. Dit is onderzoek waar zowel België als Europa achterliepen, en waar Vlaanderen een pionier zou kunnen zijn door (B)ECRAID te steunen. BECRAID wil een duurzame, financieel autonome onderzoeksinfrastructuur opzetten voor onderzoek naar IZ in de eerste lijn in Vlaanderen en Vlaanderen vertegenwoordigen in ECRAID. BECRAID krijgt zeer veel steun van mogelijke gebruikers in Vlaanderen, en heeft het potentieel om uit te breiden naar woonzorgcentra, naar België en zelfs naar andere relevante ziekten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Acute luchtweginfecties in de eerstelijnszorg in Europa: een punt prevalentie audit survey (PPAS) van presentatie en behandeling. 22/02/2022 - 31/03/2022

Abstract

Achtergrond: De resistentie tegen antibiotica is wereldwijd een van de belangrijkste doodsoorzaken. 80% van alle antibiotica wordt voorgeschreven in de eerstelijnsgezondheidszorg en acute luchtweginfecties (CA-ARTI) zijn de meest voorkomende acute redenen om de gezondheidszorg te raadplegen in de eerstelijnsgezondheidszorg en voor het gebruik van antibiotica. In klinische studies is gebleken dat point of care testen kosteneffectief zijn en de kwaliteit van de zorg en de patiëntresultaten kunnen helpen verbeteren. Doel: Het registreren van informatie over patiënten die gezondheidszorg inroepen voor CA-ARTI (bijv. acute hoest, keelpijn). Dit zal onderzoekers een referentie geven van test strategieën en het voorschrijven van antibiotica in contrasterende Europese settings door simpelweg te observeren wat er nu in de routinezorg gebeurt. Opzet en setting: Prospectieve audit in 18 Europese landen. Methode: Huisartsen registreerden patiënt-, klinische- en management karakteristieken, en vertrouwen in hun antibiotica voorschrijfbeslissing voor patiënten die zich presenteerden met keelpijn en/of lagere RTI. Verschillen in deze kenmerken tussen landen en tussen pandemische en prepandemische zorg worden beschreven. Factoren gerelateerd aan het voorschrijven van antibiotica en vertrouwen werden geanalyseerd met multilevel logistische regressie. Resultaten: De zorg voor patiënten met RTI's schakelde snel over naar telefonische/video-consulten (10% in Armenië, 91% in Denemarken), en wanneer de consulten face-to-face waren, gebruikten de huisartsen PBM tijdens 97% (95% CI 96% tot 98%) van de contacten. Laboratoriumtests op SARS-CoV-2 bij eerstelijnspatiënten met RTI's werden snel uitgevoerd in Denemarken (59%) en Duitsland (31%), terwijl het testen op C-reactief proteïne in het algemeen afnam. Het percentage patiënten dat antibiotica kreeg voorgeschreven varieerde sterk van land tot land (3% in België, 48% in het VK) en was tijdens de pandemie lager dan in de maanden ervoor, behalve in Griekenland, Polen en het VK. Het voorschrijven van antibiotica hing samen met de ernst van de ziekte, comorbiditeit, leeftijd, koorts en 'land', maar niet met het hebben uitgevoerd van een POC-test. In bijna 90% van de consultaties hadden de huisartsen vertrouwen in hun beslissing om antibiotica voor te schrijven. Conclusie: Ondanks een groot vertrouwen in beslissingen over het voorschrijven van antibiotica, is er aanzienlijke variatie in de eerstelijnszorg voor RTI in Europese landen, waarbij huisartsen over het algemeen vaker antibiotica voorschrijven dan wenselijk wordt geacht. POC-testen kunnen de kwaliteit van de beslissingen over het voorschrijven van antibiotica verbeteren als ze beslissingen om antibiotica voor te schrijven, die alleen op klinische inschatting werden genomen, op een veilige manier kunnen terugdraaien.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Manieren om het volksgezondheidsprobleem veroorzaakt door onchocerciasis-geassocieerde epilepsie te verminderen. 15/07/2021 - 14/07/2022

Abstract

Er is toenemend bewijs dat onchocerciasis epilepsie kan veroorzaken. Inderdaad, na de introductie van tweejaarlijkse gemeenschapsgerichte behandeling met ivermectine en gebruik van larviciding ter bestrijding van broedhaarden van zwarte vliegen in rivieren in het noorden van Oeganda in 2012, zijn er geen nieuwe gevallen van "nodding syndroom" meer gemeld en is ook het aantal personen dat andere vormen van epilepsie ontwikkelde sterk afgenomen. In West-Oeganda onstonden er geen gevallen meer van onchocerciasis-geassocieerde epilepsie (OAE) sinds onchocerciasis er werd uitgeroeid. Tot nu toe blijft echter het pathofysiologische mechanisme van OAE nog onduidelijk. Daarom is er nog steeds veel scepsis onder wetenschappers en besluitvormers op het gebied van volksgezondheid over het feit of onchocerciasis epilepsie kan veroorzaken. Als gevolg hiervan is er weinig internationaal draagvlak voor interventies om OAE te voorkomen. Daarom is aanvullend onderzoek nodig om de causale relatie tussen onchocerciasis en epilepsie te bevestigen en om manieren te onderzoeken om OAE te voorkomen. Er is ook behoefte om de epilepsie behandelingskloof te verkleinen en om de zorg voor personen met epilepsie in onchocerciasis-endemische regio's te verbeteren. Hiervoor is een gedecentraliseerd, door de gemeenshap gedragen, epilepsie behandelingssysteem nodig.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

DAWN-antivirals: De DAWN antivirale middelen studie voor ambulante COVID-19 patiënten 01/06/2021 - 31/12/2021

Abstract

Deze studie heeft als doel na te gaan of antivirale geneesmiddelen doeltreffend zijn bij de behandeling van symptomatische COVID-19-patiënten. Twee antivirale geneesmiddelen zullen worden getest: camostat, een geneesmiddel dat al meer dan 30 jaar in Japan en andere Aziatische landen op de markt is, en molnupiravir, een orale antivirale behandeling die oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de behandeling van influenza, en een goed veiligheidsprofiel heeft. Wie kan deelnemen? Patiënten van 40 jaar of ouder die zich bij hun huisarts of plaatselijk triagepunt melden met recente symptomen (maximum 5 dagen) van COVID-19, op voorwaarde dat de SARS-CoV-2-infectie wordt bevestigd door een snelle antigeentest of PCR test en dat hun toestand geen onmiddellijke ziekenhuisopname vereist. Patiënten die toestemming geven voor deelname aan de proef, zullen willekeurig worden gerandomiseerd in één van de drie groepen (1:1:1): camostat, molnupiravir of placebo. Gedurende de behandeling en tot 30 dagen erna moeten de patiënten elke dag hun symptomen bijhouden in een dagboek. Dit kan worden gedaan met behulp van een smartphone app, op de computer of op papier, wat voor de patiënt het handigst is. Op de 2de, 4de en 30ste dag zal een studieverpleegkundige de patiënt bellen om te vragen naar symptomen, bijwerkingen en om eventuele andere vragen te beantwoorden. Ze krijgen ook een bezoek van de verpleegkundige op de 8ste dag. Het hoofddoel van deze studie is vast te stellen of deze antivirale middelen de tijd tot zelf-gerapporteerd herstel kunnen verkorten. Andere onderzochte elementen zijn het effect op het aantal ziekenhuisopnames of sterfgevallen, het verdwijnen van symptomen, de ernst van de ziekte en op de kwaliteit van leven. Er zullen 474 patiënten aan de proef deelnemen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Prevalentie en incidentie van antilichamen tegen SARS-CoV-2 bij eerstelijnszorgverleners in België gedurende een jaar van de COVID-19 epidemie. 01/12/2020 - 30/06/2022

Abstract

National severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) seroprevalence data provide essential information about population exposure to the virus and helps predict the future course of the epidemic. This study, also known as CHARMING (Coronavirus HuisARtsenpraktijk-MédecINe Générale), focuses on the seroprevalence among primary health care providers (PHCPs) in Belgium. They manage the vast majority of COVID-19 patients in addition to other patients and therefore play an essential role in the efficient organisation of health care. Currently, evidence is lacking on 1. how many PHCPs get infected with SARS-CoV-2 in Belgium, 2. the rate at which this happens, 3. their clinical spectrum, 4. their risk factors, 5. the effectiveness of the measures to prevent infection and 6. the accuracy of the serology-based point-of-care test in a primary care setting. CHARMING will be set up as a prospective cohort study. General practitioners (GPs) and other PHCPs (working in a GP practice) will be recruited via professional networks and professional media outlets to register online to participate. Registered GPs and other PHCPs will be asked at each testing point (n=9) to perform a capillary blood sample antibody point-of-care test (OrientGene®) and complete an online questionnaire. The primary outcomes are the prevalence and incidence of antibodies against SARS-CoV-2 in PHCPs during a 12-month follow-up period. Secondary outcomes include the longevity of antibodies against SARS-CoV-2 after natural infection and COVID-19 vaccination. Study protocol: https://www.sciensano.be/en/biblio/prevalence-and-incidence-antibodies-against-sars-cov-2-among-primary-healthcare-providers-belgium & https://medrxiv.org/cgi/content/short/2021.06.18.21259139v1 Registration at ClinicalTrials.gov: https://www.clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT04779424

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Impact van klinische richtlijnen & CRP sneltest bij kinderen: het ARON project 16/11/2020 - 31/12/2021

Abstract

De meeste antibiotica worden voorgeschreven in de ambulante zorg. Kinderen zijn een hoog-risicogroep om onnodige antibioticavoorschriften te krijgen. De introductie van betere diagnostiek, zoals sneltesten voor C-reactief proteïne (CRP), kan het beleid van acuut zieke kinderen in de ambulante praktijk verbeteren. Daarom gaat ARON na wat de (kosten-)effectiviteit is van een diagnostische algoritme inclusief CRP sneltest en vangnetadvies op het antibioticavoorschrijfpercentage en verder beleid bij kinderen van 6 maand tot 12 jaar oud die zich aanmelden met een acuut ziektebeeld in de eerste lijn. De CRP sneltest wordt uitgevoerd bij kinderen met een hoger risico op een ernstige infectie volgens een gevalideerde klinische beslisboom met advies omtrent antibioticabeleid en veiligheidsadvies. De primaire uitkomstmaat is het antibioticavoorschrijfpercentage tijdens het eerste consult van de arts met het kind.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Celluloepidemiologie: genereren en modelleren van SARS-COV-2 specifieke T-cel responsen op populatieniveau met als doel interventies in de gezondheidszorg te verbeteren. 01/11/2020 - 31/10/2021

Abstract

Wiskundige simulatiemodellen zijn onmisbaar geworden voor voorspellingen en het bestuderen van de effectiviteit van interventiestrategien zoals lockdowns en screeningen tijdens de SARS-CoV-2 pandemie. Het schatten van belangrijke grootheden maakt gebruik van de serologische afdruk van een infectie op het individu. Echter, al is dit een functie van het type assay, werden antilichamen tegen SARS-CoV-2 frequent niet gevonden in jonge en/of asymptomatische individuen en verdwenen deze na een korte periode, vooral bij asymptomatische individuen. Daarentegen zijn T-cellen in verschillende situaties gevonden, ook in afwezigheid van antilichamen, gaande van convalescente asymptomatische tot milde SARS-CoV-2 patiënten en hun huisgenoten. Dit suggereert dat T-cellen sensitiever kunnen zijn dan antilichamen om een oudere SARS-CoV-2 infectie aan te tonen. In dit project zullen we op populatieniveau SARS-CoV-2 specifieke Tcel en serologische data verzamelen voor verschillende cohortes waaronder 300 individuen (en 200 huisgenoten) die > 3 maanden geleden covid-19 hebben gehad, 100 huisartsen, 100 ziekenhuis medewerkers, 500 random geselecteerde individuen en 75 precovid- tijdperk stalen. Deze data zullen gebruikt worden in simulatiemodellen en zullen leiden tot een herbeoordeling van verschillende epidemiologische schattingen zoals die van de groepsimmuniteit en het reproductiegetal R. Dit zal op significante wijze covid-19 gerelateerde interventies in de gezondheidszorg beïnvloeden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Opstellen survey stewardship gedrag bij de Belgische huisartsen en aanvragen dossier ethisch comité. 01/11/2020 - 30/04/2021

Abstract

Om ervoor te zorgen dat toekomstige beleidsinitiatieven zo goed mogelijk aansluiten bij uw ervaring en behoeften als huisarts, lanceert EBPracticeNet, het referentieplatform voor Evidence-Based Practice voor alle Belgische zorgverleners, samen met de academische centra voor huisartsgeneeskunde van UAntwerpen en ULiège de Antibiotics General Practitioner Survey (Antibiotics GPS). We krijgen hiervoor in Vlaanderen de steun vanuit alle universiteiten en Domus Medica. In de Antibiotics GPS (Antibiotics General Practitioner Survey) kunnen huisartsen aangeven welke acties, instrumenten en initiatieven ze zinvol vindt in de strijd tegen antibioticaresistentie. Deze vragenlijst peilt naar de ervaringen met betrekking tot het voorschrijven van antibiotica, de huidige beleidsinitiatieven, ondersteunende instrumenten, (snel)testen, richtlijnen, … voor doelmatig gebruik van antibiotica bij veelvoorkomende infecties. De survey vraagt ook naar welke lessen we kunnen trekken uit de coronacrisis die relevant zijn voor het antibioticabeleid. De resultaten zullen gebruikt worden bij het opzetten van nieuwe interventies en om het Belgische antibioticabeleid richting te geven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De effectiviteit van de beschermingsmaatregelen in de eerste lijn tegen SARS-CoV-2 op basis van gevalideerde, niet-invasieve, zeer gevoelige serologische testen 01/06/2020 - 31/05/2021

Abstract

Huisartsen en hun medewerkers (H&M) verzorgen de meeste COVID-19 en andere patiënten en verlichten de druk op de ziekenhuizen. Hun capaciteit veilig stellen tijdens uitbraken is levensbelangrijk, maar gegevens ontbreken over 1. het aantal geïnfecteerde of zieke H&M in ons land, 2. hoe snel ze uitvallen, 3. hun klinische presentatie, 4. hun risicofactoren en 5. de effectiviteit van beschermende maatregelen om te voorkomen dat ze ziek worden. Deze vragen vereisen snel antwoord om beleidsmaker te informeren. We hebben hiervoor ook accurate (gevoelige!) testen van de immuunrespons nodig. Daarom evalueren we een nieuwe methode om een gedroogde bloeddruppel (GBD) te verkrijgen en digitale ELISA. GBD via vingerprik is een veelbelovende, minimaal invasieve optie zonder besmettingsgevaar om (zelf) een bloedstaal af te nemen en al toegepast in allerlei domeinen. In een subgroep van deelnemers, vergelijken we de accuraatheid van testen bij gebruik van de nieuwe GBD methode, eenvoudig in gebruik, met nog minder risico op besmetting en de nodige hoeveelheid bloed preciezer doserend, met een gebruikelijk vingerprik bloedstaal.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Acute luchtweginfecties in de eerste lijn in Europa: puntprevalentie audit van presentatie en management 05/11/2019 - 31/12/2020

Abstract

Achtergrond: De PPAS studie maakt deel uit van de VALUE DX studie, die de waarde van diagnostische testen bij het optimaliseren van het antibioticavoorschrijfgedrag en dus resistentie onderzoekt, en maakt deel van werkpakket 4. Value DX heeft als doel om de klinische praktijkvoering en patiënten outcomes te verbeteren en antimocrobiële resistentie aan te pakken, door het gebruik van klinische en kosteneffectieve diagnostische strategieën, om zo te komen tot een meer gepersonaliseerde evidence based antibiotica gebruik. Studiedeelnemers: patiënten boven 1 jaar, die zich presenteren met respiratoire infecties in de eerstelijn bij huisartsen in de verschillende deelnemende landen. Doel: een beschrijving van de presentatie en het beleid van patiënten met respiratoire infecties die zich presenteren in de eerstelijn in 20 Europese landen

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Bronchodilatoren voor piepende ademhaling bij jonge kinderen die zich aanbieden aan de eerstelijnszorg: een gerandomiseerde, placebo gecontroleerde, multicentrische, parallelle groepsstudie. 06/05/2019 - 30/06/2021

Abstract

Het belangrijkste doel van deze studie is het vaststellen van de veronderstelde superioriteit van salbutamol ten opzichte van een behandeling zonder salbutamol alsook de (kosten)effectiviteit van salbutamolinhalaties ten opzichte van placebo bij kinderen in de leeftijd van 6-24 maanden die zich met een piepende ademhaling bij hun huisarts aanbieden. 10% van de zuigelingen krijgt per jaar een kortwerkende bronchusverwijder voorgeschreven voor een piepende ademhaling, maar het bewijs voor deze behandeling bij kinderen jonger dan twee jaar is schaars. Aangezien er ongeveer 30% van alle 180.000 Belgische kinderen en 260.000 Nederlandse kinderen van 6-24 maanden een periode van piepende ademhaling hebben, waarbij in 30% van de gevallen salbutamol wordt voorgeschreven, kunnen mogelijk 40.000 salbutamolvoorschriften per jaar worden voorkomen. Kinderen die in aanmerking komen voor dit onderzoek hebben een door een arts gediagnosticeerde piepende ademhaling en een baseline respiratoire symptoomscore van minimaal 7 op 18, zijn tussen 6-24 maanden oud en zijn verder gezond. Het rekruteren van patiënten zal twee opeenvolgende jaren duren, in 40 praktijken in België. UA zal 6 praktijken opvolgen. De resultaten van onze studie kunnen een impact hebben op de richtlijnen en de kosten van de gezondheidszorg. Als onze studie aantoont dat salbutamol geen of slechts een verwaarloosbaar gunstig effect heeft bij baby's en jonge kinderen met piepende ademhaling in de eerstelijnszorg, zal dit een impact hebben op de nationale en internationale richtlijnen, en bijgevolg ook op de klinische praktijk. Het voorschrijven van salbutamol kan aanzienlijk verminderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De waarde van diagnostiek om antimicrobiële resistentie te bestrijden door optimalisering van antibiotica gebruik (VALUE-Dx). 01/04/2019 - 30/09/2024

Abstract

De diagnostiek speelt een grote rol in de begeleiding van gezondheidsprofessionals en hoe zij infectieziekten behandelen. In de gemeenschapszorg worden antibiotica vaak overmatig gebruikt en onnodig voorgeschreven, wat AMR in de hand werkt. VALUE-Dx heeft als doel om op Europese schaal bewijs te leveren voor de relevantie van de diagnostiek in de strijd tegen AMR op medisch en economisch vlak, evenals voor de volksgezondheid. Hierbij gaat de aandacht vooral naar acute infecties van de luchtwegen opgelopen in de gemeenschapszorg, aangezien die het meeste aanleiding geven tot medische raadpleging en oneigenlijk gebruik van antibiotica. De resultaten van VALUE-Dx zouden van toepassing kunnen zijn op andere veel voorkomende infecties zoals urineweginfecties, bloedbaaninfecties (sepsis) en infecties van de luchtwegen opgelopen in ziekenhuizen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Europese Alliantie voor klinisch onderzoek naar infectieziekten (ECRAID) - Business Plan (ECRAID-Plan). 01/01/2019 - 30/06/2021

Abstract

ECRAID zal een bedrijfsplan ontwikkelen in overeenstemming met de door Europa gefinancierde netwerken om een klinische onderzoeksinfrastructuur te creëren die vanaf 2021 operationeel zal zijn. Dit bedrijfsplan heet ECRAID-Plan. Het werkt samen met de netwerkpartners en Monitor Deloitte om een businessplan te ontwikkelen. Het businessplan zal een overzicht geven van ECRAID-diensten, activiteiten, governancestructuur en financiële duurzaamheidsplannen. ECRAID streeft naar versterking van de allianties met de particuliere sector en internationale organisaties die betrokken zijn bij besmettelijke ziekten om investeringen in de bescherming van de Europese volksgezondheid te stimuleren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Respiratoir syncytium virus consortium in Europa (RESCEU). 01/01/2017 - 31/12/2021

Abstract

Respiratoir syncytieel virus (RSV) is buiten medische kringen niet goed bekend, maar de meeste mensen hebben er waarschijnlijk wel last van gehad tijdens de kinderjaren, omdat het de meest voorkomende oorzaak is van ernstige respiratoire aandoeningen bij baby's en kinderen wereldwijd. Ook ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem zijn gevoelig voor RSV-infectie. Hoewel de symptomen van de meeste mensen mild zijn, kan dit leiden tot longontsteking en vereisen 3,4 miljoen gevallen jaarlijks ziekenhuisopname. Er is geen specifieke behandeling of vaccin voor RSV. Het doel van het RESCEU-project is om informatie te verzamelen over de omvang van de RSV-infectie in Europa en de economische gevolgen ervan. Vervolgens zal het deze informatie gebruiken om richtlijnen voor 'best practices' op te stellen om de manier te verbeteren waarop RSV-gevallen in Europa worden gemonitord en om toekomstige vaccinatieprogramma's vorm te geven. Het team zal ook patiëntmonsters verzamelen en analyseren om biologische markers te identificeren die geassocieerd zijn met ernstige RSV-infectie. Deze informatie kan helpen bij de diagnose en de ontwikkeling van nieuwe behandelingen en vaccins vergemakkelijken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De haalbaarheid, de risico s en de voorwaarden voor een integratie van de triage en de regulatie van de oproepen voor de huisartsenwachtdienst binnen de medische dispatching van de 112-hulpcentrale. 01/04/2016 - 31/03/2018

Abstract

In België zijn spoeddiensten en huisartsen de belangrijkste actoren in de acute medische zorg tijdens de gewone en de zogenaamde out-of-hours periode. Patiënten kunnen vrij kiezen welke dienst zij prefereren. Gedurende de laatste jaren werden er protocollen uitgewerkt om de acute zorg beter te kunnen sturen door triage. De centrale doelstelling van dit project is te bestuderen of triage (gebruikmakend van een centraal oproepnummer "1733") met professioneel personeel gebruik maken van deze protocollen haalbaar, veilig en effectief is. Een proefonderzoek in de in de regio Leuven-Tienen, in nauwe samenwerking met spoeddiensten, huisartsen wachtposten en het regionaal call centrum. De onderzoeksvragen zijn: 1: Hoe is het gesteld met de veiligheid en efficiency van het gebruik van de protocollen door de professionele telefonisten? 2: Wat is de epidemiologie van de onplanbare zorg? 3: Wat is de invloed van telefonische triage op de werkbelasting van hulpverleners? Parallele activiteiten gedurende het project omvatten een informatie campagne voor het publiek en de hulpverleners in de regio. Het twee jaar durend project startte op 1 mei 2016. De OOH care research group is onderdeel van de huisartsen groep van de Vakgroep Eerstelijns en Interdisciplinaire Zorg van de Universiteit Antwerpen. Principal investigator: Hilde Philips Co-supervisor Veronique Verhoeven Junior researcher: Hanne Claessen Junior researcher: Annelies Colliers Team member: Roy Remmen

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

ALIC4E - Antivirale middelen voor griepachtige aandoeningen? Een RCT naar klinische - en kosteneffectiviteit in de eerste lijn. 21/01/2016 - 31/12/2016

Abstract

Antivirale middelen voor griepachtige aandoeningen? Een adaptieve RCT over de klinische en kosteneffectiviteit in de eerstelijnszorg. Een snelle respons bij epidemieën en pandemieën is nodig binnen de Europese Unie. Er is al heel wat vooruitgang geboekt wat betreft structuren voor een adequate respons op vlak van volksgezondheid. Maar het starten met klinische onderzoek in deze tijdsperiode is vaak vertraagd en/of gefragmenteerd, waardoor er een beperkte impact is op het verbeteren van de outcome voor patiënten en op het vlak van het ontwikkelen van evidentie rond de gepaste klinische aanpak. Het doel van PREPARE (Platform foR European Prepardness Against (Re-)emerging Epidemics; www.prepare-europe.eu) is een Europees klinisch onderzoeksnetwerk op te richten met als taak snel grootschalige klinische studies rond infectieziekten te kunnen doen. Dit maakt het mogelijk om snel actie te ondernemen bij ernstige epidemieën en zodoende een gepaste behandeling op te starten, door real-time evidentie te bieden voor de klinische aanpak van patiënten. De ALIC4E trial, onderdeel van PREPARE, is een grootschalige multi-centrische studie in de eerstelijnszorg bij patiënten met griepachtige symptomen, en heeft als doel de klinische en kosteneffectiviteit na te gaan van antivirale behandeling, een Europees onderzoeksnetwerk voor eerstelijnszorg tijdens epidemieën en pandemieën op te zetten en aanbevelingen te kunnen doen omtrent een efficiënte benadering van dit type onderzoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project website

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    Hoofdredactie EBMPracticeNet met inbegrip van de eindverantwoordelijkheid van de uitbouw van de online kennisdatabank. 01/08/2015 - 31/12/2015

    Abstract

    De kennis databank van EBMPracticeNet omvat alle Nationale Belgische EBM-informatieproducten, inbegrepen de geadapteerde Duodecim richtlijnen en alle Belgische geupdated monodisciplinaire en multidisciplinaire richtlijnen. Binnen dit project heet de onderzoeker de eindverantwoordelijkheid van de redactie van de richtlijnen en EBM-informatie op het Belgische EBMPracticeNet platform. Hij/zij is verantwoordelijk voor vertaling van richtlijnen, aanpassen van richtlijnen naar de Belgische context, actualisatie van de databank, integratie van Belgische richtlijnen en andere Belgische bronnen, bewaken van coherentie tussen de databanken voor verschillende disciplines. Er is nauwe samenwerking met de werkgroep ontwikkeling richtlijnen eerste lijn , de projectleider en de hoofdredacteur voor het clinical decision support systeem

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

    Project website

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject

    EARL focusgroepstudie. 01/04/2015 - 31/03/2016

    Abstract

    Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

    Onderzoeker(s)

    Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Het verbeteren van zorg en onderzoek elektronische data vereniging Antwerpen (ICAREDATA). 01/09/2014 - 31/12/2018

      Abstract

      Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Het effect van onafhankelijke artsenbezoeken op het voorschrijven van analgetica in de eerste lijn: een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met procesanalyse. 01/07/2013 - 31/12/2016

      Abstract

      Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Farmaka. UA levert aan Farmaka de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

      Project type(s)

      • Onderzoeksproject

      Onderzoek en dienstverlening in het kader van het GRACE-project (Genomics to combat Resistance against Antibiotics in Community-acquired LRTI in Europe). 01/07/2013 - 31/03/2015

      Abstract

      Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Cardiff University. UA levert aan Cardiff University de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

      Onderzoeker(s)

      Onderzoeksgroep(en)

        Project type(s)

        • Onderzoeksproject

        Studie naar het effect van de Belgische antibioticacampagnes op het antibioticagebruik in de ambulante praktijk. 01/03/2013 - 31/08/2013

        Abstract

        Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds BAPCOC. UA levert aan BAPCOC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

        Onderzoeker(s)

        Onderzoeksgroep(en)

          Project type(s)

          • Onderzoeksproject

          Translationaal onderzoek van anti-bacteriologische weerstand en in de omgeving opgelopen infecties in Europa (TRACE). 16/06/2011 - 31/12/2018

          Abstract

          Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESF. UA levert aan ESF de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

          Onderzoeker(s)

          Onderzoeksgroep(en)

            Project type(s)

            • Onderzoeksproject

            De geschiktheid van het voorschrijven van antibiotica in de eerstelijns gezondheidszorg in Europa met betrekking tot resistentie tegen antibiotica (APRES). 01/10/2009 - 31/03/2014

            Abstract

            Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

            Onderzoeker(s)

            Onderzoeksgroep(en)

              Project type(s)

              • Onderzoeksproject

              Veranderende gedrag van gezondheidszorgmedewerkers en het grote publiek naar een meer verantwoord gebruik van anti-microbiële agentia.CHAMP) 19/01/2009 - 31/05/2009

              Abstract

              Onderzoeker(s)

              Onderzoeksgroep(en)

                Project type(s)

                • Onderzoeksproject

                Het beleid van lage luchtweginfecties in de huisartsenpraktijk optimaliseren op basis van etiologisch, diagnostisch, prognostisch en interventie-onderzoek. 01/01/2008 - 31/12/2011

                Abstract

                Algemene doelstelling: Met een Vlaams huisartsennetwerk deelnemen aan GRACE. Specifieke doelstellingen: 1. Bepalen van het aandeel bacteriële LLWI. 2. Beschrijven van de belangrijkste bacteriële verwekkers en nagaan in welke mate ze resistent zijn tegen eerstelijnsantibiotica. 3. Nagaan of de CRB-65 beslisregel toelaat het risico op complicaties in te schatten bij patiënten met LLWI. 4. Beschrijven en vergelijken van aanwezige richtlijnen over LLWI. 5. Het ontwikkelen van een evidentiepakket voor een doelgerichter antibioticabeleid bij LLWI in de eerste lijn en nagaan of de implementatie van dit model effectief is.

                Onderzoeker(s)

                Onderzoeksgroep(en)

                  Project type(s)

                  • Onderzoeksproject

                  Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. 01/12/2007 - 31/12/2014

                  Abstract

                  Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.

                  Onderzoeker(s)

                  Onderzoeksgroep(en)

                    Project type(s)

                    • Onderzoeksproject

                    Gedragsverandering van zorgverleners en publiek naar een meer voorzichtig gebruik van anti-microbiële agentia (CHAMP). 01/04/2007 - 31/03/2011

                    Abstract

                    Het doel van CHAMP (Changing behaviour of Health care professionals And the general public towards a More Prudent use of anti-microbial agents) is het doelmatig gebruik van antibiotica te bevorderen door efficiënte hulpmiddelen te ontwikkelen om gedrag van professionelen in de gezondheidszorg, patiënten in de eerste lijn en het algemene publiek in verband met het voorschrift en gebruik van antibiotica te veranderen.

                    Onderzoeker(s)

                    Onderzoeksgroep(en)

                      Project type(s)

                      • Onderzoeksproject

                      Lage luchtweginfecties in de huisartspraktijk: kwalitatief onderzoek naar factoren die bijdragen tot variatie in antibioticagebruik en resistentie. 01/01/2007 - 31/12/2008

                      Abstract

                      Lage luchtweginfecties zijn een van de belangrijkste indicaties voor het voorschrijven van antibiotica in de eerste lijn met een aanzienlijke toename van antibioticaresistentie tot gevolg. Dit kwalitatief onderzoek gaat na welke factoren de variatie in het antibiotica gebruik in de huisartsenpraktijk in Utrecht en Antwerpen beïnvloeden. Met semi-gestructureerde interviews exploreren we de opvattingen over antibioticagebruik en resistentie bij zowel artsen als patiënten .

                      Onderzoeker(s)

                      Onderzoeksgroep(en)

                      Project type(s)

                      • Onderzoeksproject

                      Luchtweginfecties in de huisartspraktijk : naar een evidence-based beleid. 01/10/2006 - 30/09/2009

                      Abstract

                      Voor talrijke problemen waarmee in de eerste lijn wordt geconsulteerd, ontbreekt harde evidentie om het beleid te onderbouwen. Daarenboven bestaat er een probleem om beleid gebaseerd op voorhanden onderzoeksbewijs te implementeren in de dagelijkse praktijk. Dit leidt in beide gevallen tot suboptimale patiëntenzorg en misbruik van de beschikbare middelen. Luchtweginfecties zijn hiervan een goed voorbeeld (Coenen S. Antibiotica voor hoesten in de huisartspraktijk [Proefschrift]. Universiteit Antwer- pen 2003). Voor lage luchtweginfectie (LLWI) ontbreekt eenduidige evidentie betreffende de effectiviteit van antibiotica. Bovendien laat het onderzoeksbewijs niet toe patiënten te identificeren die (geen) baat zouden hebben van een behandeling met een antibioticum. Voor middenoorontsteking met effusie (OME) bieden antibiotica een erg geringe winst. Aan de andere kant is er wel relevante onderbouwing van de algemene effectiviteit van heelkunde bij OME. In dit verband echter is er een zwakke selectiviteit gedocumenteerd bij de verwijzingen van huisartsen naar neus-, keel-, oor-specialisten (NKOs). Het huidige onderzoeksproject wil bijdragen aan de ontwikkeling van interventies om de voorspellende waarde van OM verwijzingen te verhogen en om pragmatische keuzes in verband met het gebruik van antibiotica voor alle patiënten met LLWIs en voor belangrijke klinische subgroepen patiënten met LLWIs te bevorderen.

                      Onderzoeker(s)

                      Onderzoeksgroep(en)

                        Project type(s)

                        • Onderzoeksproject

                        Genetica als hulpmiddel in de strijd tegen antibiotica resistentie bij lage luchtweg infecties in Europa. (GRACE) 01/03/2006 - 31/08/2011

                        Abstract

                        GRACE is een Expertisenetwerk dat zich op het complexe en controversiële gebied van community-verworven lage luchtweg infecties (LLWI) toelegt, één van de hoofdoorzaken voor een bezoek aan de huisarts. Het overmatig gebruik van antibiotica voor de behandeling van deze LLWIs kost veel aan de gemeenschap niet enkel wegens het antibiotica gebruik maar ook omwille van de dramatische stijging aan antibiotica resistentie. De algemene doelstelling van GRACE is antimicrobiële resistentie te bestrijden door het integreren van expertise centra en het exploiteren van genomica in het onderzoek van community-verworven LWI. Microbiële en menselijke genomica zullen geïntegreerd worden met gezondheidswetenschappelijk onderzoek bestaande uit klinische waarnemings en interventiestudies, gezondheidseconomisch onderzoek en opleiding en voorlichting om beleid aangaande de behandeling van deze infecties te veranderen. GRACE is uitzonderlijk aangezien het onderzoekers van basislaboratoriumwetenschappen, klinische geneeskunde, en gezondheidseconomie samenbrengt. In het gezamenlijk uitgevoerde onderzoeksprogramma, zullen 17 academische groepen, die wijd over 9 lidstaten van de EU en 5 Kleine/middelgrote ondernemingen worden uitgespreid deelnemen. GRACE zal professioneel onderwijs, met inbegrip van web-based onderwijs en praktische cursussen, via twee belangrijke Europese wetenschappelijke organisaties (de Europese Organisatie voor Klinische Microbiologie en Infectieziekten en de Europese Respiratoire Organisatie) organiseren om de expertise van het project te verspreiden. Een hoog niveau van coördinatie zal door een professioneel IT-ondersteund en strenge beheersstructuur worden verkregen, om een optimale synergie van de componenten van GRACE te bereiken. Wij pogen om een genomisch laboratoriumnetwerk in 8 Europese landen en een netwerk van huisartsen in 11 Europese landen te ontwikkelen tijdens de eerste 18 maanden van het project, en dan op de infrastructuur voort te bouwen om het gezamenlijk uitgevoerde onderzoeksprogramma tot stand te brengen. Het consortium zal een virtueel "Europees Onderzoekscentrum LLWI" worden, met potentieel om een forum te worden dat onderzoek en goede praktijk op het gebied van community-verworven LLWI promoot.

                        Onderzoeker(s)

                        Onderzoeksgroep(en)

                          Project website

                          Project type(s)

                          • Onderzoeksproject

                          Rationeel voorschrijven van antibiotica bij acute rhinosinusitis : evaluatie van de impact en kosten van implementatiestrategieën uitgaande van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn. 01/07/2004 - 30/06/2005

                          Abstract

                          De doelstelling van dit project ligt in de lijn van de Commissie voor de Coordinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC, FOD Volksgezondheid), m.n. een doelmatig gebruik van antibiotica. Het voorgelegde project wordt ingediend door de twee Vlaamse universiteiten die zich hebben onderscheiden in het exploreren, beschrijven en optimaliseren van het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties in het kader van de alarmerend toenemende antimicrobiele resistentie. Zoals (uit de referenties) zal blijken, brachten we het huidige voorschrijfgedrag voor o.a. acute keelpijn, acute hoest en acute rhinosinusitis in kaart, liggen we aan de basis van de ontwikkeling van 'evidence based' richtlijnen 'voor goede medische praktijk', resp. 'voor het goed gebruik van antibiotica' voor deze aandoeningen, en vonden we aanwijzingen dat het implementeren van aanbevelingen in de huisartspraktijk door middel van onafhankelijke artsenbezoekers effectief kan zijn om 'antibiotica minder vaak en beter' te gebruiken in Vlaanderen. Ons eerder klinisch onderzoek werd ook moeilijk door sponsors zoals de farmaceutische industrie gesteund gezien onze vraagstelling niet direct een onmiddellijk commer- cieel of promotioneel karakter heeft. We laten ons bijstaan door Flora Haaijer-Ruskamp van de Universiteit van Groningen, die in dit domein reeds jaren onderzoek verricht.

                          Onderzoeker(s)

                          Onderzoeksgroep(en)

                          Project type(s)

                          • Onderzoeksproject

                          Luchtweginfecties in de huisartspraktijk : naar een evidence-based beleid. 01/10/2003 - 30/09/2006

                          Abstract

                          Voor talrijke problemen waarmee in de eerste lijn wordt geconsulteerd, ontbreekt harde evidentie om het beleid te onderbouwen. Daarenboven bestaat er een probleem om beleid gebaseerd op voorhanden onderzoeksbewijs te implementeren in de dagelijkse praktijk. Dit leidt in beide gevallen tot suboptimale patiëntenzorg en misbruik van de beschikbare middelen. Luchtweginfecties zijn hiervan een goed voorbeeld (Coenen S. Antibiotica voor hoesten in de huisartspraktijk [Proefschrift]. Universiteit Antwer- pen 2003). Voor lage luchtweginfectie (LLWI) ontbreekt eenduidige evidentie betreffende de effectiviteit van antibiotica. Bovendien laat het onderzoeksbewijs niet toe patiënten te identificeren die (geen) baat zouden hebben van een behandeling met een antibioticum. Voor middenoorontsteking met effusie (OME) bieden antibiotica een erg geringe winst. Aan de andere kant is er wel relevante onderbouwing van de algemene effectiviteit van heelkunde bij OME. In dit verband echter is er een zwakke selectiviteit gedocumenteerd bij de verwijzingen van huisartsen naar neus-, keel-, oor-specialisten (NKOs). Het huidige onderzoeksproject wil bijdragen aan de ontwikkeling van interventies om de voorspellende waarde van OM verwijzingen te verhogen en om pragmatische keuzes in verband met het gebruik van antibiotica voor alle patiënten met LLWIs en voor belangrijke klinische subgroepen patiënten met LLWIs te bevorderen.

                          Onderzoeker(s)

                          Onderzoeksgroep(en)

                          Project type(s)

                          • Onderzoeksproject

                          Het beleid bij de klacht hoest als gevolg van luchtwegeninfecties in de huisartsenpraktijk. Een medisch besliskundig onderzoek. 01/10/1999 - 28/02/2002

                          Abstract

                          Akute luchtweginfecties vormen een medisch, epidemologisch en socio-economisch relevant probleem. Hoe de eerste lijn vanuit de klacht hoest het diagnostisch beleid voert, is zeer specifiek voor deze setting: aantonen en uitsluiten in een diagnostisch landschap met lage voorkansen. Welke en hoe sterk zijn de argumenten waarmee de eerste lijn dit beleid voert en dient te voeren ? Deze onderzoeksvragen worden beantwoord in een deels kwalitatief (focusgroepen), deels kwantitatief onderzoeksdesign (registratie, OSCE test).

                          Onderzoeker(s)

                          Onderzoeksgroep(en)

                            Project type(s)

                            • Onderzoeksproject

                            Het beleid bij de klacht hoest als gevolg van luchtwegeninfecties in de huisartsenpraktijk. Een medisch besliskundig onderzoek. 01/10/1997 - 30/09/1999

                            Abstract

                            Akute luchtweginfecties vormen een medisch, epidemologisch en socio-economisch relevant probleem. Hoe de eerste lijn vanuit de klacht hoest het diagnostisch beleid voert, is zeer specifiek voor deze setting: aantonen en uitsluiten in een diagnostisch landschap met lage voorkansen. Welke en hoe sterk zijn de argumenten waarmee de eerste lijn dit beleid voert en dient te voeren ? Deze onderzoeksvragen worden beantwoord in een deels kwalitatief (focusgroepen), deels kwantitatief onderzoeksdesign (registratie, OSCE test).

                            Onderzoeker(s)

                            Onderzoeksgroep(en)

                              Project type(s)

                              • Onderzoeksproject