Abstract
In dit project focussen we op het gebruik van het lingua franca Engels, zowel in eentalige als in getolkte communicatie, als een talige bemiddelingsstrategie tussen een institutionele ambtenaar en een niet-Belgische geïnterviewde in een specifieke institutionele procedure: het onderzoek naar mogelijke schijnhuwelijken. De analyse gaat niet alleen over de impact van hybriditeit en variatie in (getolkt) gesproken taalgebruik en de schriftelijke reflectie ervan in het verslag op de meerfasige procedure, maar ook over de mate van (meta-)linguïstisch en taalideologisch bewustzijn waarover de instelling en haar ambtenaren beschikken wat betreft de inherente complexiteit gelinkt aan het gebruik van het Engels als (getolkte) taal in een Belgische institutionele onderzoek.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)