Onderzoeksgroep

Expertise

Dr. Sara De Bruyn is postdoc onderzoeker aan het Departement Sociologie, verbonden aan het Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid. Haar onderzoek focust op sociale/maatschappelijke stressoren, mentale gezondheid doorheen de levensloop en middelengebruik. In haar doctoraat onderzocht ze de impact van omgevingsfactoren op het oneigenlijk gebruik van stimulerende medicatie bij studenten. In haar postdoctoraal onderzoek richt ze zich op de impact van risico- en beschermende factoren op de mentale gezondheid van jonge kinderen.

De sociale context van co- en zelfregulatie problemen begrijpen: een veelbelovende strategie in de preventieve geestelijke gezondheidszorg. 01/10/2022 - 30/09/2026

Abstract

De combinatie van de toenemende druk op de geestelijke gezondheidszorg en de beperkte HR en financiële middelen benadrukt de duidelijke behoefte aan effectieve preventiestrategieën. Er wordt steeds meer aangetoond dat regulatieproblemen in de kindertijd, als gevolg van co-regulatieproblemen binnen de ouder(s)-kind relatie, van extreem belang zijn voor de geestelijke gezondheid en aldus de kiem vormen voor ontwikkelingspathologieën en aanhoudende psychische problemen in het latere leven. Tot op heden is er echter amper fundamenteel onderzoek uitgevoerd met als doel om in deze vicieuze cirkel van mentale gezondheidsproblemen in te grijpen, vooral met betrekking tot (1) het begrijpen van de vicieuze cirkel van regulatieproblemen binnen de ruimere sociale context, en (2) hoe we deze regulatieproblemen bij jonge kinderen kunnen voorkomen en behandelen. In het huidige FWO-voorstel zal ik deze lacunes aanpakken aan de hand van een mixed-method multi-stakeholder design gericht op 3 onderzoeksdoelen: (1) de vicieuze dysregulatie cirkel binnen de micro ouder(s)-kind relatie begrijpen alsook de invloed van omgevingsstressoren hierbinnen kaderen, rekening houdende met gender- en SES-verschillen, (2) de ervaringen van kinderverzorgers wat betreft regulatieproblemen binnen de professionele kinderzorg analyseren, en (3) effectieve strategieën onderzoeken om de geestelijke gezondheidszorg voor jonge kinderen structureel te optimaliseren rond zelf- en co-regulatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het misbruik van voorschriftplichtige stimulerende medicatie als leerpil door de Vlaamse studentenpopulatie: het proces van voorschrijven, verstrekken en verwerven. 01/10/2018 - 30/09/2021

Abstract

Uit een grootschalig onderzoek bij Vlaamse studenten blijkt dat een belangrijk deel van deze studenten (3 tot 10%) stimulerende medicatie –voornamelijk methylfenidaat zoals Rilatine, voorgeschreven om ADHD te behandelen– als een prestatieverhogend middel gebruikt. Los van de vraag of er in dit geval sprake is van oneerlijke concurrentie, kan het oneigenlijk gebruik van deze stimulantia ook schadelijke mentale en fysieke gezondheidseffecten hebben, waardoor het eveneens een onderzoeksprioriteit wordt. Hoewel we dus een zicht hebben op de prevalentie van dit oneigenlijk gebruik van stimulantia, is er bijna niets geweten over de karakteristieken van de gebruikers, de impact op het fysieke en mentale welzijn van de studenten en de psychosociale motieven van het misbruik van stimulerende middelen. Daarnaast verwachten we een hoger misbruik bij geneeskundestudenten, omwille van de sterk concurrerende omgeving waarin ze studeren en de gemakkelijke(re) toegang tot deze medicatie. Specifieke focus op de prevalentie en motieven van misbruik bij deze studentengroep is bijgevolg cruciaal. Bovendien is er een gebrek aan kennis over de aanbodszijde van dit volksgezondheidsprobleem. De voorgestelde studie heeft als doel om wetenschappelijke kennis te verzamelen over het misbruik van methylfenidaat in Vlaanderen. Meer bepaald zal het onderzoek trachten om de bovenvermelde onderzoeksnoden te lenigen: (1) welke groepen studenten misbruiken deze stimulantia en wat is de impact van dit misbruik op hun welzijn; (2) waarom stellen deze studenten dit gedrag; en (3) hoe geraken de studenten aan deze voorschriftplichtige geneesmiddelen? Het mixed-methods onderzoeksdesign bestaat uit 3 fasen, die elk 1 van de bovengenoemde onderzoeksdoelstellingen behandelen. Allereerst zal de beschikbare dataset van de kwantitatieve enquête bij Vlaamse studenten worden benut om de gebruikerspopulatie te identificeren en hun welzijn te meten (Studie 1). Op de tweede plaats zal een meer specifieke kwalitatieve en kwantitatieve dataverzameling worden uitgevoerd om de mechanismen die aan het misbruik ten grondslag liggen na te gaan (Studie 2). Hierbij zullen we eerst en vooral focussen op de studenten geneeskunde, vanwege een mogelijk hoger misbruik bij deze groep. Nadien zullen we ons richten tot alle studentengroepen. Hierbij zal een theoretisch model, beschreven in de literatuur, worden getest. Tenslotte zal een web-survey, alsook een kwalitatief onderzoek bij artsen en apothekers worden uitgevoerd om wetenschappelijke kennis over de aanbodszijde te genereren (Studie 3). Het voorgestelde onderzoek kan zowel theoretische als praktische implicaties hebben. Op theoretisch vlak is het de eerste studie die de complexe mechanismen ten grondslag aan het stimulantiamisbruik door studenten, zal exploreren. Praktisch gezien, zal de resulterende wetenschappelijke kennis ons in staat stellen om effectieve preventie-interventies op te stellen om de studenten van deze schadelijke gezondheidskeuzes te doen afzien.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het misbruik van voorschriftplichtige stimulerende medicatie als leerpil door de Vlaamse studentenpopulatie: het proces van voorschrijven, verstrekken en verwerven. 01/10/2016 - 01/12/2018

Abstract

Uit een grootschalig onderzoek bij Vlaamse studenten blijkt dat een belangrijk deel van deze studenten (3 tot 10%) stimulerende medicatie –voornamelijk methylfenidaat zoals Rilatine, voorgeschreven om ADHD te behandelen– als een prestatieverhogend middel gebruikt. Los van de vraag of er in dit geval sprake is van oneerlijke concurrentie, kan het oneigenlijk gebruik van deze stimulantia ook schadelijke mentale en fysieke gezondheidseffecten hebben, waardoor het eveneens een onderzoeksprioriteit wordt. Hoewel we dus een zicht hebben op de prevalentie van dit oneigenlijk gebruik van stimulantia, is er bijna niets geweten over de karakteristieken van de gebruikers, de impact op het fysieke en mentale welzijn van de studenten en de psychosociale motieven van het misbruik van stimulerende middelen. Daarnaast verwachten we een hoger misbruik bij geneeskundestudenten, omwille van de sterk concurrerende omgeving waarin ze studeren en de gemakkelijke(re) toegang tot deze medicatie. Specifieke focus op de prevalentie en motieven van misbruik bij deze studentengroep is bijgevolg cruciaal. Bovendien is er een gebrek aan kennis over de aanbodszijde van dit volksgezondheidsprobleem. De voorgestelde studie heeft als doel om wetenschappelijke kennis te verzamelen over het misbruik van methylfenidaat in Vlaanderen. Meer bepaald zal het onderzoek trachten om de bovenvermelde onderzoeksnoden te lenigen: (1) welke groepen studenten misbruiken deze stimulantia en wat is de impact van dit misbruik op hun welzijn; (2) waarom stellen deze studenten dit gedrag; en (3) hoe geraken de studenten aan deze voorschriftplichtige geneesmiddelen? Het mixed-methods onderzoeksdesign bestaat uit 3 fasen, die elk 1 van de bovengenoemde onderzoeksdoelstellingen behandelen. Allereerst zal de beschikbare dataset van de kwantitatieve enquête bij Vlaamse studenten worden benut om de gebruikerspopulatie te identificeren en hun welzijn te meten (Studie 1). Op de tweede plaats zal een meer specifieke kwalitatieve en kwantitatieve dataverzameling worden uitgevoerd om de mechanismen die aan het misbruik ten grondslag liggen na te gaan (Studie 2). Hierbij zullen we eerst en vooral focussen op de studenten geneeskunde, vanwege een mogelijk hoger misbruik bij deze groep. Nadien zullen we ons richten tot alle studentengroepen. Hierbij zal een theoretisch model, beschreven in de literatuur, worden getest. Tenslotte zal een web-survey, alsook een kwalitatief onderzoek bij artsen en apothekers worden uitgevoerd om wetenschappelijke kennis over de aanbodszijde te genereren (Studie 3). Het voorgestelde onderzoek kan zowel theoretische als praktische implicaties hebben. Op theoretisch vlak is het de eerste studie die de complexe mechanismen ten grondslag aan het stimulantiamisbruik door studenten, zal exploreren. Praktisch gezien, zal de resulterende wetenschappelijke kennis ons in staat stellen om effectieve preventie-interventies op te stellen om de studenten van deze schadelijke gezondheidskeuzes te doen afzien.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Rilatine als leerpil: ongeoorloofd gebruik van stimulerende middelen in de Vlaamse studentenpopulatie. 01/01/2015 - 30/09/2016

Abstract

Uit een grootschalig onderzoek bij Vlaamse studenten blijkt dat een belangrijk deel van deze studenten (3 tot 10%) stimulerende medicatie –voornamelijk methylfenidaat zoals Rilatine, voorgeschreven om ADHD te behandelen– als een prestatieverhogend middel gebruikt. Los van de vraag of er in dit geval sprake is van oneerlijke concurrentie, kan het oneigenlijk gebruik van deze stimulantia ook schadelijke mentale en fysieke gezondheidseffecten hebben, waardoor het eveneens een onderzoeksprioriteit wordt. Hoewel we dus een zicht hebben op de prevalentie van dit oneigenlijk gebruik van stimulantia, is er bijna niets geweten over de karakteristieken van de gebruikers, de impact op het fysieke en mentale welzijn van de studenten en de psychosociale motieven van het misbruik van stimulerende middelen. Bovendien is er een gebrek aan kennis over de aanbodszijde van dit volksgezondheidsprobleem. De voorgestelde studie heeft als doel om wetenschappelijke kennis te verzamelen over het misbruik van methylfenidaat in Vlaanderen. Meer bepaald zal het onderzoek trachten om de bovenvermelde onderzoeksnoden te ledigen: (1) welke groepen studenten misbruiken deze stimulantia en wat is de impact van dit misbruik op hun welzijn; (2) waarom stellen deze studenten dit gedrag; en (3) hoe geraken de studenten aan deze voorschriftplichtige geneesmiddelen? Het mixed-methods onderzoeksdesign bestaat uit 3 fasen, die elk 1 van de bovengenoemde onderzoeksdoelstellingen behandelen. Allereerst zal de beschikbare dataset van de kwantitatieve enquête bij Vlaamse studenten (n=19.822) worden benut om de gebruikerspopulatie te identificeren en hun welzijn te meten. Op de tweede plaats zal een meer specifieke kwalitatieve en kwantitatieve dataverzameling worden uitgevoerd om de mechanismen die aan het misbruik ten grondslag liggen na te gaan. Hierbij zullen 2 theoretische modellen, beschreven in de literatuur, worden getest. Tenslotte zal een web-survey bij artsen en apothekers worden uitgevoerd om wetenschappelijke kennis over de aanbodszijde te genereren. Het voorgestelde onderzoek kan zowel theoretische als praktische implicaties hebben. Op theoretisch vlak is het de eerste studie die de complexe mechanismen ten grondslag aan het stimulantiamisbruik door studenten, zal exploreren. Praktisch gezien, zal de resulterende wetenschappelijke kennis ons in staat stellen om effectieve preventie-interventies op te stellen om de studenten van deze schadelijke gezondheidskeuzes te doen afzien.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject