Onderzoeksgroep
Expertise
Stefan Rutten legt zich in zijn onderwijs en onderzoek toe op Justitie (het gerechtelijk recht), buitengerechtelijke conflictafhandeling (ook wel alternatieve geschiloplossing of ADR genoemd) en de deontologie & tucht van de juridische beroepen.
Naar een Effectief Raamwerk voor Conflictoplossing van Auteursrechtelijke Geschillen door de integratie van Alternatieve Geschillenbeslechtingsmechanismen.
Abstract
Rechtszaken zoals de 20 jaar durende juridische strijd over het ongeoorloofd samplen van twee seconden uit een liedje van de Duitse band Kraftwerk tonen aan dat het oplossen van auteursrechtelijke geschillen duur en tijdrovend kan zijn. De situatie is nog prangender geworden door de digitale revolutie en de daarmee gepaard gaande verspreiding van auteursrechtelijk beschermde creaties op sociale media, in de geglobaliseerde markt voor digitale inhoud en via e-commerce. De toegenomen mogelijkheden om auteursrechtelijk beschermde creaties te verspreiden hebben evenwel geleid tot een evenredig toename van de inbreuken op het auteursrecht. Deze context leidt onvermijdelijk tot de vraag waarom alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen (gebruikelijke Engelse afkorting 'ADR'), met alle voordelen in vergelijking tot een procedure voor de rechtbank, niet meer ingang hebben gevonden voor de beslechting van geschillen over auteursrechten. Zelfs in gevallen waarin ADR door de wetgever wordt aangemoedigd, blijven alternatieve wijzen van conflictoplossing onderbenut. Uit onderzoek blijkt dat de impopulariteit van ADR-methoden bij auteursrechtelijke geschillen is toe te schrijven aan de vrees bij de makers om op een zwarte lijst te worden geplaatst en bij de exploitanten van auteursrechten aan de vrees van een zekere vooringenomenheid tegen hen. Beide redenen, en ook het bewijs van het geringe gebruik, wijzen op een ontwerpfout in het bestaande systeem van conflictoplossing. Dit project beoogt de integratie van twee disciplines op het gebied van conflictoplossing - die met betrekking tot het intellectueel eigendomsrecht enerzijds en die met betrekking tot Dispute Systems Design (DSD) anderzijds. Gestreefd wordt om door beide te integreren te komen tot een model voor geschiloplossing op het gebied van auteursrecht dat voldoende rekening houdt met de eigenheden van dergelijke geschillen. Op deze manier hopen we bij te dragen aan een ontwerp van een systeem voor auteursrechtelijke geschiloplossing worden ontworpen, dat het vertrouwen in ADR optimaliseert, het gebruik van ADR door belanghebbenden stimuleert en de verwezenlijking van de doelstellingen van het auteursrecht waarborgt In dit onderzoek wordt de klassieke juridische doctrinaire onderzoeksmethode gecombineerd met empirisch onderzoek. Naast het uitwerken van een context-specifiek model voor de (buitengerechtelijke) handhaving van intellectuele eigendomsrechten, is een bijkomende meerwaarde van het onderzoek gelegen in het feit dat het onderzoek zich specifiek toespitst op de handhaving van auteursrechten. Onderzoek naar de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is noodzakelijk om de waarde van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen in het licht van de niet aflatende inbreuken in de digitale context. Bovendien zal het onderzoek het discours omtrent handhaving van intellectuele eigendomsrechten informeren en bijsturen in de richting van een effectief en duurzaam systeem voor geschiloplossing aangepast aan het digitale tijdperk en afgestemd op de doelstellingen van het auteursrecht.Onderzoeker(s)
- Promotor: van Zimmeren Esther
- Co-promotor: Rutten Stefan
- Mandaathouder: Lari-Williams Seun
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Duurzame minnelijke invordering van consumentenschulden: nieuwe normen voor efficiënt en ethisch invorderen (SUSTDEBT).
Abstract
Hoewel een groot deel van de Europese bevolking in rijkdom leeft, zijn vele gezinnen niet in staat om hun schulden te betalen. Hun schuldeisers bevinden zich vaak ook in een moeilijke positie, ze rekenen op betaling om zelf financiële moeilijkheden te vermijden. Invorderingskantoren profiteren hiervan en bieden hun diensten aan tegen hoge kosten. Dit leidt tot een aanzienlijke verhoging van de schuld, waardoor de schuldenaar in een negatieve schuldenspiraal terecht komt en uiteindelijk in armoede belandt. In verschillende Europese landen kaarten specialisten en praktijkbeoefenaars deze problematiek aan. De bestaande wetgevende aanpak is ontoereikend en fragmentarisch. In tijden waar de schuldenproblematiek exponentieel toeneemt omwille van de pandemie, zoekt SUSTDEBT naar een werkbare oplossing. Duurzame invordering heeft zowel oog voor efficiëntie als voor ethische aspecten. SUSTDEBT stelt een tweeledige aanpak voor om de complexe uitdagingen bij invordering van consumentenschulden passend te beantwoorden. Vertrekkend vanuit een grondrechtelijke analyse, verrijkt met rechtsvergelijkend en empirisch onderzoek, wil SUSTDEBT efficiënte en ethische invordering helder omschrijven en concretiseren. Vervolgens worden deze kernprincipes vertaald naar specifieke (wets)voorstellen om duurzame minnelijke invordering vorm te geven. De verwachte onderzoeksresultaten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van efficiënte en ethische invordering in België en de EU.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanlerberghe Beatrix
- Co-promotor: Rutten Stefan
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
- Co-promotor: Vanmeenen Melissa
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Internationaal privaatrecht in beweging 2.0 (PAX 2.0)
Abstract
PAX 2.0 combineert een aantal onderwijs- en opleidingsactiviteiten om voor een beter begrip en een betere toepassing van de belangrijkste rechtsinstrumenten op het gebied van civiel recht te zorgen. Het project beoogt derhalve de onderdelen van de eerdere JUDGTRUST- en PAX-projecten die hun waarde hebben bewezen - d.w.z. de pleitwedstrijd en het partnerschap met de rechterlijke macht - met twee nieuwe elementen te combineren: bijzondere aandacht voor de verdere uitbreiding van de pleitwedstrijd tot studententeams uit derde landen en de ontwikkeling van een handleiding voor de organisatie van pleitwedstrijden over internationaal privaatrecht van de EU. Met dit laatste zou de in onze eerdere projecten opgedane expertise ter beschikking van de Commissie worden gesteld in de vorm van een praktische handleiding. Idealiter zou deze handleiding online vrij toegankelijk zijn. Een ander belangrijk element van PAX 2.0, dat ook in overeenstemming met JUDGTRUST en PAX is, is dat de pleitwedstrijden en de justitiële opleiding gericht zullen zijn op actuele vraagstukken van het internationaal privaatrecht van de EU, wat voor een betere kennis moet zorgen van de wetgevingsinstrumenten die nieuw zijn en/of nieuwe juridische vragen opwerpen. Kortom, dit voorstel moet ervoor zorgen dat het voorgestelde consortium de kennis van studenten, academici en rechters in opleiding over belangrijke recente ontwikkelingen van het internationaal privaatrecht van de EU verder ontwikkelt en uitbreidt door middel van respectievelijk pleitwedstrijden en justitiële opleidingen. Het is derhalve bedoeld om de doeltreffende en coherente toepassing van de wetgevingsinstrumenten voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken te verbeteren. Bovendien beoogt het de consolidatie van de pleitwedstrijden als een aantrekkelijk onderwijsinstrument in dat verband, zowel voor EU- als voor niet-EU-studenten die belangstelling voor het internationaal privaatrecht van de EU hebben.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Internationaal privaatrecht in beweging (PAX)
Abstract
Het project streeft tot de institutionele samenwerking van zeven onderzoeksinstellingen om, enerzijds, de internationale pleitwedstrijd over Europees internationaal privaatrecht te consolideren en, anderzijs, om judiciële training in dit domein van het recht te promoten. Het project heeft de volgende doelstellingen: - Consolidering, verbetering en uitbreiding van een pan-Europese en internationale pleitwedstrijd op het vlak van Europees internationaal privaatrecht; - Toegenomen bekendbaarheid van Europees internationaal privaatrecht bij studenten, juridische professionals en academici; - Toegenomen kennis over Europees internationaal privaatrecht bij studenten en junior juridische professionals (rechters en gerechtelijke stagiairs in het bijzonder) te bevorderen; - Kansen voor studenten en junior juridische professionals (gerechtelijke stagiairs in het bijzonder) om praktische ervaring met de toepassing van Europees internationaal privaatrecht op te doen; - Toegenomen kennis over Europees internationaal privaatrecht; - Meer efficientie en coherentie in de interpretatie en toepassing van Europees internationaal privaatrecht, bij de EU instanties en de nationale rechtbanken; - Gecoordineerd onderwijs, uitwisseling van beste praktijken en medewerking door bredere netwerken voor een correcte en coherente toepassing van de bronnen van Europees internationaal privaatrecht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Procedurele rechtvaardigheid bij online conflictafhandeling: een empirisch onderzoek.
Abstract
Dit project betreft procedurele rechtvaardigheid bij Online Conflictafhandeling (ook in het Nederlands afgekort als ODR, Online Dispute Resolution). ODR werd beschouwd als een oplossing voor bepaalde types van geschillen, die voorheen niet behoorlijk werden afgehandeld. Daarnaast werd verwacht dat ODR de efficiëntie op het vlak van conflictafhandeling zou vergroten en dat ODR andere, nieuwe kwaliteiten zou introduceren op het vlak van conflictafhandeling, zoals het creëren van win-win situaties. De vraag rijst of ODR deze hoge verwachtingen ook heeft ingelost. Een kritische blik op het huidige ODR landschap dringt zich dan ook op. Een goede graadmeter voor de kwaliteit van de huidige ODR mechanismen vormt de procedurele rechtvaardigheid van deze mechanismen. Vertrekkende van de bestaande praktijken inzake ODR, wil het voorgestelde onderzoek nagaan hoe procedurele rechtvaardigheid, zoals dit concept werd ontwikkeld voor de beoordeling van de kwaliteit van rechtbankgebonden conflictafhandeling, wordt bereikt door de drie meest voorkomende wijzen van online conflictafhandeling: (online) onderhandelen, (online) bemiddelen en (online) arbitrage. Dit project hanteert een multi-methodologische aanpak, waarbij klassiek literatuuronderzoek wordt gecombineerd met empirisch onderzoek. Eerst en vooral wordt de theorie van procedurele rechtvaardigheid en de wijzen waarop de procedurele rechtvaardigheid wordt gemeten onderzocht. Het empirisch luik van het onderzoek streeft ernaar om alle thans actieve ODR initiatieven wereldwijd in kaart te brengen (vermoedelijk betreft het ongeveer een honderdtal initiatieven) en na te gaan hoe elk van deze initiatieven waakt over de procedurele rechtvaardigheid bij online onderhandelen, bemiddelen en arbitrage. Op basis van de resultaten van het literatuur- en het empirisch onderzoek, zal ten slotte getracht worden om de essentiële vereisten te bepalen noodzakelijk om procedurele rechtvaardigheid te waarborgen bij onderhandelen, bemiddelen of arbitrage door middel van een ODR platform. Door procedurele rechtvaardigheid bij ODR mechanismen te onderzoeken, wil dit project de leemte vullen inzake academisch onderzoek naar de invloed van technologie op en de betekenis van technologie voor de procedurele rechtvaardigheidstheorie. Door de ODR aanbieders en hun diensten wereldwijd in kaart te brengen, levert het onderzoek een belangrijke bijdrage aan het verzamelen van empirische gegevens over ODR, die nuttig gebruikt zullen kunnen worden voor later onderzoek. Het voorgestelde onderzoek streeft ernaar een belangrijke en originele bijdrage te leveren aan het groeiend wetenschapsdomein van de buitengerechtelijke conflictafhandeling. Het onderzoek kan voorts bijdragen tot een grotere bewustwording bij het grotere publiek van de mogelijkheden die ODR voor bepaalde types van conflicten biedt. Het onderzoek is tevens relevant voor de aanbieders van ODR mechanismen. De door het onderzoek vastgestelde 'best practices' om de procedurele rechtvaardigheid bij ODR te waarborgen, zullen door andere ODR platformen kunnen worden geïmplementeerd. Door de waarborgen inzake procedurele rechtvaardigheid te verhogen, kan het vertrouwen van het grote publiek in ODR toenemen, wat een noodzakelijke voorwaarde is voor de verdere groei van ODR als een volwaardige wijze van conflictafhandeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Rutten Stefan
- Co-promotor: Nigmatullina Dilyara
- Co-promotor: Vanlerberghe Beatrix
- Mandaathouder: Beretta Rachele
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een evenwicht tussen de normatieve en controlerende functie van het Hof van Cassatie.
Abstract
Dit doctoraatsonderzoek behelst de vraag naar de huidige rol van het Belgische Hof van Cassatie, mede in het licht van de rechterlijke dialoog met andere (Europese) hoogste rechtscolleges en wat die rol idealiter zou moeten zijn. Om de hoofdonderzoeksvraag te beantwoorden vertrekt het onderzoek van een analyse van de wetgeving en rechtsleer inzake de huidige rol en werking van het Belgische Hof van Cassatie, mede in het licht van de wisselwerking met andere (Europese) hoogste gerechtshoven, als het Grondwettelijk Hof, het Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Eenzelfde analyse zal gebeuren voor de Franse Cour de cassation, de Nederlandse Hoge Raad en het Duitse Bundesgerichtshof. Vanuit dit klassiek juridisch en rechtsvergelijkend onderzoek kan een algemeen theoretisch kader worden geschetst over de rol en werking van bovengenoemde hoogste gerechtshoven. Vervolgens beoogt het doctoraatsonderzoek na te gaan hoe de rechterlijke dialoog tussen voornoemde hoogste gerechtshoven (nationaal versus Europees) in de praktijk gebeurt en wat daarvan de invloed is op de nationale rechtspraak. Concreet zal op basis van een selectie van cassatierechtspraak uit België, Frankrijk, Nederland en Duitsland getoetst worden in welke mate de hoogste rechtscolleges omgaan met rechtspraak van de (Europese) hoogste gerechtshoven. Drie formele instrumenten van rechterlijke dialoog worden daarbij als uitgangspunt gebruikt: (1) de prejudiciële procedure, (2) impliciete en expliciete verwijzing naar rechtspraak van andere rechtscolleges en (3) de motivering van rechterlijke beslissingen. Vanuit het theoretisch kader zal vervolgens getracht worden om een lijst op te stellen van, al dan niet doorgevoerde, maatregelen geformuleerd ter hervorming van het desbetreffende hoogste gerechtshof. Het theoretisch kader, de analyse van rechtspraak en de opgestelde lijst zullen vervolgens de basis vormen van empirisch onderzoek, waarbij de rol van het Belgische Hof van Cassatie getoetst zal worden aan de bevindingen van de magistraten en advocaten uit de praktijk. Tot slot zal getracht worden vanuit dit multi-methodologisch onderzoek aanbevelingen te formuleren om zo de huidige rol van het Belgische Hof van Cassatie in de richting te duwen van de rol die het volgens de praktijk idealiter zou moeten vervullen, mede om te fungeren als ideale gesprekspartner in een gelaagd juridisch landschap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Rutten Stefan
- Co-promotor: Vanlerberghe Beatrix
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EEX-Vo: een standard voor het vrij verkeer van beslissingen en wederzijds vertrouwen in de Europese Unie (JUDGTRUST)
Abstract
Het project analyseert de toepassing van de EEX-Vo. Verwacht wordt om, op basis van deze analyse, aanbevelingen te formuleren voor de verbetering van het internationaal procesrecht in de EU, ook rekening houdend met de globale initiatieven terzake.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoogste rechtscolleges als waarborg voor de doeltreffendheid van rechtssystemen in de Europese Unie
Abstract
Effectieve rechtssystemen spelen een cruciale rol bij het handhaven van de rechtsstaat en de fundamentele waarden van de Europese Unie. Kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie zijn essentiële parameters van een 'effectief rechtssysteem'. Dit zijn tevens de parameters gebruikt in het EU Justice Scoreboard om het functioneren van de rechtssystemen in de EU Lidstaten te analyseren. Als cassatie instantie, behoort het tot de essentiële taak van de hoogste rechtscolleges om de rechtszekerheid, rechtseenheid en de ontwikkeling van het recht te waarborgen. Aangezien de hoogste rechtscolleges handelen als Unie rechtbanken wanneer ze EU recht toepassen, spelen zij ook een belangrijke rol bij de coherente toepassing van EU recht. In samenwerking met de hoogste rechtscolleges van Letland, Hongarije, Litouwen en Spanje, alsook met de Universiteit van Ljubljana, analyseert de UAntwerpen de prestatie van de hoogste rechtscolleges binnen de EU. Het onderzoeksproject focust op de volgende vragen, die allen verband houden het management van de hoogste rechtscolleges: 1. Hoe kunnen de hoogste rechtscolleges bijdragen tot rechtszekerheid, consistentie en transparantie van het recht? Bijzondere aandacht wordt besteed aan de capaciteit van de onderzoeks- en documentatieafdeling van de hoogte rechtscolleges. Deze afdelingen zijn enerzijds belast met het analytisch overzicht van de rechtspraak van het hoogste rechtscollege, alsook met het bijstaan van de rechters bij het voorbereiden van de aanhangige zaken en bij de correcte implementatie van het EU recht. 2. Hoe kan het management van de hoogste rechtscolleges worden verbeterd en kunnen achterstanden worden weggewerkt opdat een effectieve en tijdige bescherming van de rechten van de rechtzoekende gegarandeerd is? Het onderzoek zal zich concentreren op best practices in Lidstaten die gericht zijn op het verbeteren van het functioneren van het management systeem van de (hoogste) rechtscolleges. 3. Hoe kan de communicatiestrategie van de hoogste rechtscolleges met het publiek worden verbeterd? Deze prioriteit is zowel gericht op communicatie met de partijen (toegang van de partijen tot het dossier), alsook op communicatie met het grote publiek (informatie en vorming van het publiek). 4. Wat is de rol van de hoogste rechtscolleges in het werk van de nationale Hoge Raden voor de Justitie? Meer in het algemeen zal het onderzoeksproject focussen op een sterkte-zwakte analyse van de Hoge Raden voor de Justitie om als belangrijke actor bij het versterken en het behouden van de kwaliteit van het rechtssysteem. Om deze best practices m.b.t. het managen van de hoogste rechtscolleges te verzamelen, zal een status quaestionis worden opgemaakt aangevuld met empirisch onderzoek. Er werd een enquête verzonden naar alle hoogste rechtscolleges van de Europese Unie. Samen met de informatie die zal worden vergaard tijdens studiebezoeken, case studies en de desk research, zal de informatie van de vragenlijsten gebruikt worden om deze best practice guide m.b.t. het managen van hoogste rechtscolleges op te stellen. Beter management en het vergroten van de transparantie van het werk van de hoogste rechtscolleges zal niet enkel leiden tot een efficiëntere behandeling van de zaken, maar zal ook het vertrouwen van het publiek opwekken en het beeld van de hoogste rechtscolleges als betrouwbare en gebruiksvriendelijke instituties versterken. De vlotte toewijzing en snellere behandeling van zaken zal ook leiden tot betere implementatie van het EU recht. Door het opstellen van een best practice guide m.b.t. het managen van hoogste rechtscolleges, draagt dit onderzoek bij tot de vergroting van de beheers- en rechterlijke capaciteit van de hoogste rechtscolleges. Deze best practice guide zal in april 2017 worden voorgesteld aan en tevens ter beschikking worden gesteld van alle hoogste rechtscolleges binnen de Europese Unie en zal een nuttig hulpmiddel zijn voor de hoogste rechtscolleges om hun management te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Rutten Stefan
- Co-promotor: Hubeau Bernard
- Co-promotor: Popelier Patricia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject