Onderzoeksgroep
Gezondheidsgelijkheid bevorderen door microbioomgericht en multidisciplinair onderzoek (U-MaMi).
Abstract
Historisch gezien is onderzoek naar gezondheid en welzijn bij kritische bevolkingsgroepen verwaarloosd, vooral bij vrouwen, kinderen en sociaaleconomisch achtergestelde groepen. Dit wereldwijde probleem, dat wordt gekenmerkt door systemische verwaarlozing en onderfinanciering, onderstreept de dringende behoefte aan onderzoekscentra die het voortouw nemen bij transformatieve initiatieven. Een interdisciplinaire aanpak is cruciaal om deze ongelijkheden effectief aan te pakken. Ons voorstel introduceert de oprichting van het "U-MaMi" Research Centre of Excellence, ontworpen als een geïntegreerd ecosysteem om impactvol onderzoek, innovatie, onderwijs, beleid en maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren, met een sterke focus op gezondheidsgelijkheid en microbioomgericht onderzoek. Dit ecosysteem omvat hoofdonderzoekers en hun teamleden uit belangrijke disciplines om deze doelen te bereiken: microbiologie en microbioomonderzoek (Sarah Lebeer), bio-ethiek (Kristien Hens), algemene geneeskunde (Veronique Verhoeven), kindergeneeskunde (Stijn Verhulst), neus-keel-oor specialisatie (Olivier Vanderveken), sociologie (Karel Neels), marketing en business (Annouk Lievens). Met de gekozen naam voor ons centrum, "U-MaMi", erkennen we niet alleen de cruciale rol van moeders en 'maternale microben' in het vormgeven van het microbioom en de gezondheid van hun kinderen, maar benadrukken we ook het belang van een verenigd en inclusief perspectief op gezondheid en gezondheidsgelijkheid om transformatieve acties te stimuleren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Hens Kristien
- Co-promotor: Lievens Annouk
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Vanderveken Olivier
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
REspiratory Virus Repository ANTwerp.
Abstract
Met dit project willen we een collectie van respiratoire virussen uitbouwen aan de Universiteit van Antwerpen. De collectie respiratoire virussen zal beschikbaar zijn voor bedrijven, academische onderzoeksgroepen en onderzoeksinstellingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Delputte Peter
- Co-promotor: De Winter Benedicte
- Co-promotor: Van Hoorenbeeck Kim
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstoel: Antwerp Pediatric Clinical Trial Network
Abstract
Antwerpen kent een lange traditie van klinische onderzoeken naar kindervaccins. De nieuwe 'Leerstoel Antwerp Pediatric Clinical Trial Network' heeft dan ook als doel om de huidige expertise rond pediatrische klinische studies te vergroten. De leerstoel wil ook samenwerking initiëren rond klinische studies bij kinderen met een focus op vaccinonderzoek om zo efficiëntere klinische onderzoeken in Antwerpen uit te voeren. Om dit te bekomen bundelde de afdeling Kindergeneeskunde van het UZA haar expertise op het gebied van klinische en academische studies bij kinderen met de pediatrische expertise in de Antwerpse ziekenhuizen GZA en ZNA en de expertise op het gebied van vaccinaties aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, inclusief het Departement voor Vaccins & het Instituut voor Infectieziekten (VAXINFECTIO) van de Universiteit Antwerpen. De 'Leerstoel Antwerp Pediatric Clinical Trial Network' beoogt een duurzame samenwerking te creëren en een officieel netwerk op te richten met de volgende doelstellingen: Een interinstitutionele samenwerking opzetten rond pediatrische klinische onderzoeken met de nadruk op vaccinonderzoeken en onderzoeken naar pediatrische infecties; Pediatrische klinische onderzoeken op deze gebieden aantrekken; De uitwisseling van patiënten en onderzoekpersoneel in het kader van het optimaal uitvoeren van klinische onderzoeken. Bovendien streven de partners ook naar het organiseren van gezamenlijke bijeenkomsten over toekomstige vaccinontwikkelingen, te anticiperen op toekomstige onderzoeken en om gezamenlijk het proces van pediatrische vaccinonderzoeken te bespreken en te evalueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Respiratoire morbiditeit bij ex-prematuren met BPD.
Abstract
Dit onderzoeksproject zal de korte en lange termijn complicaties van prematuriteit en BPD onderzoeken. Het zal zich vooral richten op het verder karakteriseren van luchtweginflammatie door analyse van VOCs in een translationeel model zowel als predicatieve factor voor het optreden van BPD als ook om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die tot BPD kunnen leiden. Eén van de doelen is dan ook om een niet-invasieve parameter te ontwikkelen waarop het effect van nieuwe behandelingen kan geëvalueerd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Ghys Inès
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Antwerps Pediatrisch Astma Netwerk.
Abstract
Dit is een kwaliteitsbevorderend project waarbij een platform gecreëerd zal worden binnen de Antwerpse diensten kindergeneeskunde om samen de zorg voor kinderen en adolescenten met astma te verbeteren. Er zal gewerkt worden aan de communicatie met de eerste lijn, opleiding van verpleegkundigen, protocollen voor acuut en chronisch astma en transitie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
REspiratory Virus Repository ANTwerp (ReViRAnt).
Abstract
Met dit project willen we een collectie van respiratoire virussen uitbouwen aan de Universiteit van Antwerpen. De collectie respiratoire virussen zal beschikbaar zijn voor bedrijven, academische onderzoeksgroepen en onderzoeksinstellingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Delputte Peter
- Co-promotor: De Winter Benedicte
- Co-promotor: Van Hoorenbeeck Kim
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wat zijn de effecten van intermittente hypoxie bij obese kinderen met slaap apnoe en hoe gaan we deze tegen: het Snore Enough? Snore More! Project.
Abstract
Obesitas en obstructief slaapapneu (OSA) zijn frequente aandoeningen bij kinderen die gepaard gaan met hart- en vaatziekten, maar geen gecombineerde behandeling kennen. Gewichtsverlies kan beide aanpakken en OSA kan dit bevorderen door een verhoogd energieverbruik tijdens slaap. Gewichtsverlies kost echter tijd waardoor patiënten langer aan OSA morbiditeit worden blootgesteld. Dit SESEM project focust op hypoxie in het vetweefsel via een uniek platform. Effecten van intermittente (owv ademhalingspauzes bij OSA) op de chronische hypoxie in het vetweefsel zijn onbekend. Een translationeel model van obese muizen blootgesteld aan intermittente hypoxie en een klinische studie op vetweefselbiopten van adolescenten +/- OSA die bariatrische chirurgie ondergaan, zullen gebruikt worden om dit effect te bestuderen. In een volgende stap zal ik de beschermende effecten van melatonine onderzoeken omwille van mogelijke anti-inflammatoire en cardioprotectieve effecten. Zowel in het diermodel als de biopsie studie hoop ik de effecten van melatonine in het vetweefsel en de optimale dosis die de hypoxie-gerelateerde effecten moduleert te identificeren. Tenslotte zal ik via een gerandomiseerde studie in een gestandaardiseerd gewichtsverlies programma aantonen dat dit unieke translationele platform (muismodel - humane vetweefsel biopsies - klinische studie) cruciale inzichten kan verschaffen in nieuwe adjuvante behandelingen bovenop gewichtsverlies voor het zwaarlijvig kind +/- OSA.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impact van epilepsie en ontwikkeling op autonome functie in Dravet syndroom (AUTONIMIC).
Abstract
Dravet syndroom (DS) is een genetisch veroorzaakte ernstige neurologische ontwikkelingsziekte met resistente epilepsie, cognitieve stoornissen en een sterk verhoogd risico op vroegtijdig overlijden op jonge leeftijd. De plotselinge dood wordt waarschijnlijk bevorderd door een aanhoudende gevoeligheid voor cardiorespiratoire dysfunctie. Onze primaire hypothese is dat de veranderingen in de autonome functies die bij het syndroom van Dravet worden waargenomen, het gevolg zijn van de wisselwerking tussen de genetisch bepaalde neurologische ontwikkelingsstoornis en de effecten van recidiverende epileptische aanvallen. Epilepsie zou dus de autonome afwijkingen en het risico op plotseling overlijden, gerelateerd aan de onderliggende genetische aandoening, progressief kunnen verergeren door een effect op de centrale controle van vegetatieve functies, een direct effect op het functioneren van het hart of beide. Hier zullen we: (i) in een DS-diermodel en bij DS-patiënten de temporele relatie tussen de ontwikkeling van epilepsie en de verandering van autonome cardiorespiratoire functies onderzoeken; (ii) de relatie onderscheiden tussen deze evoluties van de veranderingen van de centrale regulatie, de hartfunctie, en het risico van plotse dood in het diermodel; en (iii) in een diermodel en patiënten met het syndroom van Dravet evalueren of de evolutie van autonome disfunctie kan worden gevolgd met functionele beeldvorming gericht op de serotonine pathway. De verwachte bevindingen zullen worden gebruikt om DS-patiënten met een zeer hoog risico op plotseling overlijden te stratificeren naast nieuwe benaderingen voor farmacologische modulatie van het risico op plotse dood bij patiënten met het syndroom van Dravet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: Ceulemans Berten
- Co-promotor: Jansen Anna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gaucher Screening Project.
Abstract
De ziekte van Gaucher is een van de meest voorkomende lysosomale stapelingsziektes. Door de onderliggende β-glucocerebrosidase enzymdeficiëntie ontstaat er een opstapeling van glucosylceramide (Gb1) en lyso-glucosylsphingosine (lyso-Gb1), gezien de afbraak hiervan misloopt. Gb1 en lyso-Gb1 stapelen in de lysosomen van de macrofagen, ook wel Gauchercellen genoemd, van diverse organen (lever, longen, botten, milt en soms centraal zenuwstelsel) waar ze verschillende symptomen kunnen veroorzaken. De klinische presentatie is hierdoor zeer divers, maar (hepato)splenomegalie (al dan niet in combinatie met trombocytopenie) is steeds aanwezig. Bij een klinisch vermoeden kan de diagnose worden gesteld door het detecteren van de enzymactiviteit. Bij afwijkende resultaten volgt genetische analyse voor de detectie van mutaties in het GBA1 gen dewelke geassocieerd is met de ziekte van Gaucher. Een groot deel van de patiënten ontwikkeld reeds manifestaties van de ziekte op kinderleeftijd, maar worden helaas pas laattijdig gediagnostiseerd. Met deze studie willen we het diagnostische proces versnellen door een efficiënte, sensitieve en specifieke screeningsmethode te ontwikkelen op basis van detectie van de biomarker lyso-Gb1 op gedroogd bloed (hielprikkaartjes). Lyso-Gb1 werd in eerdere studies aangetoond als een sensitieve en specifieke biomarker voor de ziekte van Gaucher. Hierbij zal gebruikt gemaakt worden van 'Liquid Chomatography-Mass Spectrometry' (LC-MSMS). Op heden is er 1 andere studie, de studie van I. Motta et al. 2016, dewelke een (succesvolle) screening middels gedroogd bloed hebben uitgevoerd. Bij het ontwikkelen van een enzymatische assay op gedroogd bloed middels de LC-MSMS willen we gelijktijdig ook kijken naar Niemann-Pick disease type B/ASMD (gezien de gelijkaardige klinische presentatie). Het hoofddoel van deze studie is het vroegtijdig detecteren van patiënten met de ziekte van Gaucher opdat ook behandeling op tijd gestart zou kunnen worden en eventuele orgaanschade voorkomen/beperkt wordt. Hiervoor zullen patiënten tussen de 2 en 18 jaar met splenomegalie, en al dan niet met thrombocytopenie, zonder andere gekende onderliggende aandoeningen vanuit de pediatrisch hematologische-oncologische populatie (hematologie departementen van de universitaire ziekenhuizen in België / deelnemende ziekenhuizen in nauwe samenwerking met de 'Belgian Society of Hematology & Oncology') gerekruteerd worden. Indien de patiënten voldoen aan de in-/exclusievoorwaarden kunnen ze mits akkoord en ondertekening van het informed consent geïncludeerd worden in het screeningsprogramma. Bloedstalen (ter nazicht van volledig bloedbeeld, morfologie bloedcellen, telling bloedplaatjes, enzyme assay van glucocerebrosidase en meting van lyso-Gb1) en afmetingen van de milt (gemeten middels MRI of CT) zullen verzameld worden van alle geïncludeerde patiënten voor de verdere data analyse.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Van Baelen Amber
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Acute effecten van luchtverontreiniging op de respiratoire functies en het neurocognitief vermogen bij kinderen en de invloed van aanpassingen in levensstijl om blootstelling te beperken.
Abstract
Blootstelling aan fijnstof en zwarte koolstof vormt een enorm gezondheidsrisico. Er werd namelijk geschat dat blootstelling 4.2 miljoen vroegtijdige sterftes veroorzaakte in 2016. Er is heel wat onderzoek gewijd aan de gezondheidseffecten van luchtvervuiling op volwassenen. Bij kinderen daarentegen, het meest kwetsbare deel van de bevolking, bestaat er nauwelijks onderzoek naar de acute effecten van luchtvervuiling op de ademhalingsfunctie (AF) en het neurocognitief vermogen (NCV). De blootstelling van kinderen aan luchtvervuiling is nochtans van groot belang omdat hun immuunsysteem, de longen en de neuropsychologische vaardigheden nog niet volledig ontwikkeld zijn wanneer zij worden blootgesteld. Dit kan leiden tot ernstigere gezondheidseffecten dan gezien bij volwassenen. Het doel van dit project is daarom om de acute impact van (dynamische) blootstelling aan luchtvervuiling te bepalen op de AF en het NCV bij gezond kinderen. Hiervoor zal een monitoringscampagne worden uitgevoerd in de school- en thuisomgeving van kinderen tussen 9 en 11 jaar. De blootstelling aan fijnstof en zwarte koolstof wordt hierbij geëvalueerd, alsook de acute effecten op de AF en het NCV. Daarnaast zal dit project monitoring van fijnstof en zwarte koolstof met hoge resolutie combineren met acute effecten op de AF en het NCV, om kinderen op te volgen langs hun weg van en naar school. Het doel is mogelijke veranderinge in gezondheidseffecten te zien door kleine aanpassingen in levensstijl.Onderzoeker(s)
- Promotor: Samson Roeland
- Co-promotor: Lamote Kevin
- Co-promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Hendrickx Hanne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Doctoraatsonderzoek Eline Lauwers.
Abstract
Long auscultatie, het luisteren naar ademgeluiden, is één van de meest gebruikte onderzoeken om de gezondheid van longen te evalueren. Er bestaan verschillende computergestuurde methoden om longgeluiden te analyseren. 'Computer Aided Lung Sound Analysis' (CALSA) voorkomt limitaties geassocieerd met klassieke long auscultatie, doordat de metingen objectief verlopen en het mogelijk is de karakteristieken van het geluid te berekenen. Op dit moment is er nog geen gouden standaard voor het verzamelen en verwerken van de data en is er nog geen methode toepasbaar in de klinische praktijk. Voor dit project wordt er samengewerkt met de faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen voor de ontwikkeling van een eenvoudig te interpreteren en solide visuele representatie voor CALSA. Dit project beschrijft verschillende klinische studies om de analyse te valideren en om na te gaan of deze geschikt is om effecten te meten na behandeling. Dit laatste is van groot belang voor het evalueren van verschillende soorten luchtwegklarende technieken als onderdeel van de ademhalingskinesitherapie. Op dit moment is er een gebrek aan geschikte uitkomstmaten voor het meten van luchtwegklaring, wat tot nu toe een barrière is geweest voor het opstellen van wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen. Digitale auscultatie heeft het potentieel om een sensitieve, objectieve en niet-invasieve methode te zijn, door het verschaffen van regionale informatie geassocieerd met veranderingen in de luchtwegen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
ModAu - Gemoderniseerde auscultaties voor afstandsmonitoring.
Abstract
In ziekenhuizen met een aanzienlijke werklast kan het uitvoeren van auscultaties (het beluisteren van longgeluiden) een tijdrovend proces zijn, dat het medisch personeel ook blootstelt aan mogelijk besmettelijke ziekten. De huidige systemen die auscultaties op afstand mogelijk maken, zijn vaak niet geschikt voor gebruik bij grote hoeveelheden patiënten, langdurig gebruik of zijn beperkt in functionaliteit. Het grote nadeel van de huidige systemen voor auscultatie op afstand is de relatief grote akoestische koppelaar die deel uitmaakt van de stethoscoop. De akoestische koppelaar zorgt ervoor dat de stethoscoop enkele cm dik is, waardoor de toepasbaarheid voor langdurige monitoring vermindert, vanwege het ongemak voor de patiënt en het inherente risico op doorligwonden. In dit project zullen we onderzoeken of dunnere stethoscopen kunnen worden ontwikkeld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Steckel Jan
- Co-promotor: Daems Walter
- Co-promotor: Jorens Philippe
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De invloed van gewichtsschommelingen op de cardiovasculaire risicofactoren en het endotheel in obese kinderen en adoleschenten: schadelijk of net protectief?
Abstract
Obesitas is een veelvoorkomend probleem, aanwezig bij 7% van de Belgische kinderen tussen 2 en 17 jaar. Studies hebben aangetoond dat als kinderen met obesitas een normale BMI bereiken tegen volwassen leeftijd, er geen verhoogd cardiovasculair risico is in vergelijking met volwassenen met een normale BMI zonder obesitas in de voorgeschiedenis. Daarom is een behandeling op kinderleeftijd de meest doeltreffende vorm van preventie voor latere cardiovasculaire problemen. Echter omwille van de frequente gewichtstoename na een dieetpoging en de tegenstrijdige hypothesen rond het effect hiervan op de cardiovasculaire co-morbiditeiten, is het noodzakelijk om de invloed van deze gewichtsvariatie te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Acute effecten van luchtverontreiniging op de respiratoire functies en het neurocognitief vermogen bij kinderen en de invloed van aanpassingen in levensstijl om blootstelling te beperken.
Abstract
In 2016 werd geschat dat fijn stof en zwarte koolstof 4.2 miljoen vroegtijdige sterftes veroorzaakten waardoor blootstelling een enorm gezondheidsrisico vormt. Er is heel wat onderzoek gewijd aan de gezondheidseffecten van luchtvervuiling op volwassenen. Bij kinderen daarentegen, het meest kwetsbare deel van de bevolking, bestaat er nauwelijks onderzoek naar de acute effecten van luchtvervuiling op de ademhalingsfunctie (AF) en op het neurocognitief vermogen (NCV). De blootstelling van kinderen aan luchtvervuiling is van groot belang omdat hun immuunsysteem, de longen en de neuropsychologische vaardigheden nog niet volledig ontwikkeld zijn wanneer zij worden blootgesteld. Dit kan leiden tot ernstigere gezondheidseffecten dan gezien bij volwassenen. Het doel van dit project is om de acute impact van (dynamische) blootstelling aan luchtvervuiling te bepalen op de Af en het NCV bij kinderen. Hiervoor zal een monitoring campagne worden uitgevoerd in de school- en thuisomgeving van kinderen tussen 9 en 11 jaar. De blootstelling aan fijn stof en zwarte koolstof wordt hierbij geëvalueerd tezamen met acute effecten op de AF en het NCV vermogen. Daarnaast zal dit project monitoring van fijn stof en zwarte koolstof met hoge resolutie combineren met acute effecten op de AF en de het NCV, om kinderen op te volgen langs hun weg van en naar school. Door kleine aanpassingen in levensstijl, willen we evalueren of gezondheidseffecten ook veranderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Samson Roeland
- Co-promotor: Lamote Kevin
- Co-promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Hendrickx Hanne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
V-CALSA - Visuele Computer-geassisteerde Analyse van Longgeluiden.
Abstract
Long auscultatie, het luisteren naar ademgeluiden, is één van de meest gebruikte onderzoeken om de gezondheid van longen te evalueren. Er bestaan verschillende computergestuurde methoden om longgeluiden te analyseren. 'Computer Aided Lung Sound Analysis' (CALSA) voorkomt limitaties geassocieerd met klassieke long auscultatie, doordat de metingen objectief verlopen en het mogelijk is de karakteristieken van het geluid te berekenen. Op dit moment is er nog geen gouden standaard voor het verzamelen en verwerken van de data en is er nog geen methode toepasbaar in de klinische praktijk. Tijdens dit project ontwikkelen we een een eenvoudig te interpreteren en solide visuele representatie voor CALSA. Dit project beschrijft verschillende klinische studies om de analyse te valideren en om na te gaan of deze geschikt is om de ernst van een RSV-bronchiolitis in te schatten en het effect te meten van respiratoire kinesitherapie. Digitale auscultatie heeft het potentieel om een sensitieve, objectieve en niet-invasieve methode te zijn, door het verschaffen van regionale informatie geassocieerd met veranderingen in de luchtwegen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: Delputte Peter
- Co-promotor: Steckel Jan
- Mandaathouder: Stas Toon
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Welcome Trial: het verbeteren van de gewichtscontrole en comorbiditeiten bij kinderen met obesitas via training van de executieve functies
Abstract
Dit project is gericht op het verhelpen van een ernstig gezondheidsprobleem, nl. obesitas bij kinderen. Multidisciplinaire obesitas programma's (MOPs) waarbij ouders betrokken worden en die gericht zijn op levensstijl veranderingen zijn efficient, effectief en kosteneffectief. Het innovatieve in obesitas onderzoek ligt in het analyseren van het probleem van behoud van gewichtsverlies na MOP.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Vermeiren Eline
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een platform voor functionele analyse van klinisch relevant respiratoire parameters in kleine diermodellen voor infectieus en niet-infectieus pulmonair onderzoek.
Abstract
Deze aanvraag heeft betrekking op de aankoop van nieuwe basisinfrastructuur, meer specifiek een FlexiVent-systeem van Emka Technologies. FlexiVent is een platform voor standaard respiratoir onderzoek dat kan worden gebruikt in vele toepassingen van pulmonaire onderzoek. Het systeem biedt grote voordelen in vergelijking met de klassieke, niet-invasieve plethysmografie omdat het nauwkeurig, reproduceerbaar en een bewezen nut heeft op basis van de vele publicaties. FlexiVent is veel beter in staat longafwijkingen op te sporen via veranderingen in functionele residuele capaciteit, totale longcapaciteit, vitale capaciteit en compliantie van de luchtwegen. Bovendien laat analyse van longfuncties via FlexiVent toe luchtwegaandoeningen bij muizen te onderscheiden door gebruik te maken van klinisch relevante variabelen en wordt daarom algemeen geaccepteerd als de gouden standaard in de functionele evaluatie van infectieuze en niet-infectieuze pathologische, respiratoire ziektemodellen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cos Paul
- Co-promotor: Delputte Peter
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie van gastheer-virus interacties die bijdragen aan de immunopathologie en ernst van de ziekte in respiratoir syncytieel virus infecties bij kinderen.
Abstract
RSV is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van ernstige luchtweginfecties. De meeste kinderen zullen er voor hun tweede levensjaar mee besmet worden. Bij volwassenen en oudere kinderen zijn de symptomen vaak mild, maar jongere kinderen kunnen een ernstiger ziektebeeld ontwikkelen. Het is niet duidelijk waarom sommige kinderen een ernstige ziekte ontwikkelen, in tegenstelling tot anderen, en de behandeelopties zijn momenteel beperkt. We willen daarom de gastheer- en virusgerelateerde factoren onderzoeken die de ziekte-ernst beïnvloeden. Daarom zullen we allereerst RSV isoleren uit kinderen met luchtweginfecties en verschillen tussen de isolaten objectiveren. Vervolgens zullen we het effect onderzoeken van deze isolaten op de immuunrespons geïnduceerd door humane luchtwegepitheelcellen, aangezien zij het primaire doelwit zijn en betrokken zijn bij de pathogene reactie op RSV-infectie. Tot slot willen we nagaan of hetzelfde klinische isolaat een andere immunologische respons induceert in luchtwegepitheelcellen van verschillende patiënten. We zullen dus niet alleen fundamentele inzichten verwerven in de oorzaken van RSV-geïnduceerde ziekte, maar we zullen ook in het labo geïdentificeerde virus- en gastheergerelateerde risicofactoren correleren met klinische symptomen die bij patiënten worden waargenomen. Met dit project willen we patiënten die vatbaar zijn voor ernstige ziekten in een vroeg stadium identificeren, om zo de therapeutische opties en het ziekteverloop te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: Delputte Peter
- Co-promotor: Smet Annemieke
- Mandaathouder: Stobbelaar Kim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Blootstelling van premature pasgeborenen aan bisphenol A en phthalaten op intensieve zorgen: opstapeling in haar en neurologische en pulmonale toxiciteit op lange termijn.
Abstract
- Premature neonaten zijn extreem kwetsbaar voor externe factoren - Bisphenol A en phthalaten (DEHP) zijn weekmakers (plasticizers) gebruikt in zachte plastics om voor toename van elasticiteit en levensduur - Het vrijkomen van plasticizers uit invasieve medische materialen gebruikt in de neonatale intensieve zorgen (NICU) zorgt mogelijks voor blootstelling aan deze chemische stoffen in een dosis ver boven de maximale dagelijkse hoeveelheid. - Ondanks toenemende bewustwording omtrent deze plasticizers, worden ze nog steeds gebruikt in veel medische materialen op de NICU. Ze zijn verboden in de productie van speelgoed bedoeld voor kinderen onder 3 jaar oud, maar de wetgeving over het gebruik in medische materialen is onduidelijk en niet nauwkeurig. - De bestudeerde plasticizers hebben toxische effecten op neuronale en pulmonale cellen, bewezen in in vitro en in vivo (dier en humaan) modellen. - Dit project zal nagaan of de concentratie plasticizers in een nieuwe, niet-invasieve, matrix (haar) kan gebruikt worden als diagnostisch hulpmiddel voor blootstelling op de neonatale intensieve zorgen. - De mogelijkheid dat deze matrix blootstelling kan detecteren in deze kwetsbare populatie, is een nieuwe aanpak en wordt verwacht nieuwe inzichten te leveren. - Onze hypothese is dat blootstelling aan deze plasticizers tijdens het verblijf op NICU bijdraagt tot verminderde (neurocognitieve en pulmonale) ontwikkeling, welke frequent wordt geobserveerd bij neonaten na ontslag op NICUOnderzoeker(s)
- Promotor: Jorens Philippe
- Co-promotor: Covaci Adrian
- Co-promotor: Mulder Antonius
- Co-promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Panneel Lucas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van digitale longgeluiden als een innovatieve tool om het effect van respiratoire kinesitherapie te evalueren en te verbeteren.
Abstract
Long auscultatie, het luisteren naar ademgeluiden, is één van de meest gebruikte onderzoeken om de gezondheid van longen te evalueren. Er bestaan verschillende computergestuurde methoden om longgeluiden te analyseren. 'Computer Aided Lung Sound Analysis' (CALSA) voorkomt limitaties geassocieerd met klassieke long auscultatie, doordat de metingen objectief verlopen en het mogelijk is de karakteristieken van het geluid te berekenen. Op dit moment is er nog geen gouden standaard voor het verzamelen en verwerken van de data en is er nog geen methode toepasbaar in de klinische praktijk. Voor dit project wordt er samengewerkt met de faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen voor de ontwikkeling van een eenvoudig te interpreteren en solide visuele representatie voor CALSA. Dit project beschrijft verschillende klinische studies om de analyse te valideren en om na te gaan of deze geschikt is om effecten te meten na behandeling. Dit laatste is van groot belang voor het evalueren van verschillende soorten luchtwegklarende technieken als onderdeel van de ademhalingskinesitherapie. Op dit moment is er een gebrek aan geschikte uitkomstmaten voor het meten van luchtwegklaring, wat tot nu toe een barrière is geweest voor het opstellen van wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen. Digitale auscultatie heeft het potentieel om een sensitieve, objectieve en niet-invasieve methode te zijn, door het verschaffen van regionale informatie geassocieerd met veranderingen in de luchtwegen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie van gastheer-virus interacties die bijdragen aan de immunopathologie en ernst van de ziekte in RSV-infecties bij kinderen.
Abstract
Respiratoir Syncytiaal Virus (RSV) is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van ernstige infecties van de onderste luchtwegen. Bijna alle kinderen zijn geïnfecteerd met het virus tegen het einde van hun tweede levensjaar. RSV veroorzaakt verschillende klinische ziektebeelden, gaande van milde tot zeer ernstige infecties. Tot op heden zijn er weinig preventieve en therapeutische opties beschikbaar. Ook is het niet duidelijk waarom sommige individuen ernstig ziek worden en anderen niet. Met deze studie wensen we gastheer- en virus-gerelateerde factoren te onderzoeken die de ernst van het ziekteverloop kunnen bepalen. Om deze doelstelling te behalen, is het onderzoeksproject opgedeeld in 4 objectieven. Eerst zullen RSV stammen geïsoleerd worden bij patiënten en zullen twee standaard viruscollectiemethoden vergeleken worden om de methode te identificeren die het meest succesvol is om levende RSV isolaten te bekomen. Vervolgens zal het effect van deze RSV isolaten getest worden in het labo op humane respiratoire epitheelcellen. Deze cellen zijn de primaire doelwitcellen van het virus en zijn ook betrokken bij de pathogene immuunrespons tegen de RSV infectie. Uiteindelijk zal het effect van virusinfectie van respiratoire epitheelcellen, geïsoleerd uit verschillende patiënten, getest worden om een verklaring te vinden voor de verschillende gradaties van het ziektebeeld bij deze patiënten. Het translationele luik van deze studie omvat een correlatie tussen de risicofactoren die bepaald werden in het labo en de klinische symptomen bij de patiënten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: Delputte Peter
- Mandaathouder: Stobbelaar Kim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van innovatieve beeldvormingstechnieken in de behandeling van kinderen met obstructief slaap apnoe syndroom.
Abstract
Obstructief slaap apneu (OSA) wordt gekenmerkt door een intermittente collaps van de bovenste luchtweg tijdens de slaap, wat resulteert in een abnormaal slaappatroon en daling in de zuurstofconcentratie. Het komt voor in tot 50% van kinderen met specifieke risicofactoren, waaronder obesitas en Down syndroom. Het resulteert in neurocognitieve stoornissen, maar kan ook bijvoorbeeld de obesitas-gerelateerde cardiovasculaire morbiditeit versterken. Daarom is een juiste behandeling noodzakelijk. Adenotonsillectomie, de klassieke eerste-lijnsbehandeling, heeft een succespercentage van slechts 50% of minder. Dit impliceert dat 50% van deze kinderen met OSA mogelijks blootgesteld worden aan een onnodige ingreep. Het doel van dit onderzoeksproject is om markers te identificeren die het resultaat van deze operatie bij kinderen met OSA kunnen voorspellen. In een eerste studie zullen we markers identificeren die verband houden met de ernst van OSA bij deze kinderen. Meer klassieke markers omvatten bijvoorbeeld body mass index, nekomtrek, tonsilgrootte, enz. We zullen ook een meer innovatieve aanpak introduceren met parameters verkregen uit CT-scan en functionele beeldvormingstechnieken om gedetailleerde fysieke kenmerken van de luchtweg te beschrijven. Ten tweede zullen we markers identificeren die het succes van de behandeling voorspellen. Tenslotte zullen we een geïndividualiseerde aanpak introduceren door vooraf een behandeling te kiezen op basis van de luchtwegkenmerken van een specifieke patiënt. We zullen ook gebruik maken van een virtuele operatie om te bepalen of een specifiek kind door een operatie zal verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Winter Benedicte
- Mandaathouder: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Respiratoire morbiditeit bij ex-prematuren met BPD.
Abstract
Dit onderzoeksproject zal de lange termijn complicaties van prematuriteit en BPD onderzoeken. Het zal zich richten op klassieke methodes waaronder de longfunctie maar zal vooral de langdurige morbiditeit onderzoeken met behulp van nieuwe technieken zoals functionele respiratoire beeldvorming. De correlatie tussen de lange termijn pulmonale morbiditeit en luchtweginflammatie bij de geboorte zal ook worden onderzocht. Dit project wordt gesteund door de Josephine Neiman Foundation.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Welcome Trial: het verbeteren van de gewichtscontrole en comorbiditeiten bij kinderen met obesitas via training van de executieve functies
Abstract
Dit project is gericht op het verhelpen van een ernstig gezondheidsprobleem, nl. obesitas bij kinderen. Multidisciplinaire obesitas programma's (MOPs) waarbij ouders betrokken worden en die gericht zijn op levensstijl veranderingen zijn efficient, effectief en kosteneffectief. Het innovatieve in obesitas onderzoek ligt in het analyseren van het probleem van behoud van gewichtsverlies na MOP.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Winter Benedicte
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Welcome Trial: het verbeteren van de gewichtscontrole en comorbiditeiten bij kinderen met obesitas via training van de executieve functies
Abstract
Dit project is gericht op het verhelpen van een ernstig gezondheidsprobleem, nl. obesitas bij kinderen. Multidisciplinaire obesitas programma's (MOPs) waarbij ouders betrokken worden en die gericht zijn op levensstijl veranderingen zijn efficient, effectief en kosteneffectief. Het innovatieve in obesitas onderzoek ligt in het analyseren van het probleem van behoud van gewichtsverlies na MOP.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Van Eyck Annelies
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Validatie en klinische toepassing van computer geassisteerde longgeluidsanalyse (CALSA), bij patiënten met mucoviscidose en neuromusculaire ziekten aan de hand van medisch functionele beeldvorming.
Abstract
Vele respiratoire aandoeningen hebben nood aan een kinesitherapeutische behandeling die zich richt op het klaren van overtollig mucus uit de luchtwegen. Patiënten rapporteren dat ze zich subjectief beter voelen na een behandeling. Top op heden zijn er echter weinig objectieve data m.b.t. eventuele positieve effecten van deze mucus verwijderende technieken. Deze tegenstrijdigheid is te wijten aan het gebrek aan voldoende goede en sensitieve technieken die de effecten van respiratoire kinesitherapie kunnen registreren. Op dit moment lijkt digitale auscultatie gekoppeld aan een gecomputeriseerde analyse van de longgeluiden (CALSA) een beloftevolle techniek om patiënten met respiratoire problematiek klinisch te evalueren. Dit zowel in studieverband alsook in de klinische praktijk. CALSA zou dus een instrument kunnen zijn voor de evaluatie van een kinesitherapeutische behandeling. In dit project willen we een validatie maken van digitale auscultatie en CALSA bij patiënten met mucoviscidose en patiënten met een neuromusculaire aandoening die nood hebben aan respiratoire kinesitherapie. We willen een vergelijking maken van resultaten op CT-beelden en de opgenomen longgeluiden om op deze manier CALSA te valideren. In een tweede luik willen we de effectiviteit van mucusverwijderende technieken evalueren aan de hand van CALSA, en deze ook te vergelijken met klassieke merkers van succes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Ides Kris
- Co-promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: Vissers Dirk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstoel "Transition and PK Care Pathway Program".
Abstract
Dit project betreft patiënten met hemofilie. - De patiënten zullen 4x / jaar een contact met het hemofiliecentrum hebben door middel van een raadpleging (met de arts en / of gespecialiseerde verpleegkundige en / of psycholoog). - Gebruik van interdisciplinaire (12x / jaar) en multidisciplinaire (4x / jaar) vergaderingen op een aantal specifieke tijdstippen om een systematische follow-up protocol bespreken mbt transitie (samen met de consultatie / echografie / PK studies). - Systematische evaluatie van hemofilie artropathie door de gevalideerde echografie scores (HEAD US scoresysteem). De zes gewrichten (2x elleboog, 2x knie, 2x enkel) zullen worden onderzocht (1 a 2x / jaar) op een systematische manier volgens het ontwikkelde echo-protocol dat specifiek is voor de beoordeling van gewrichtsaandoeningen bij hemofilie (HEAD US scoresysteem) . - Systematische evaluatie van PK-studies door de WAPPS-HEMO webservice (1 a 2x / jaar).Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het nut van functionele beeldvorming in het voorspellen van succes van behandeling bij obese kinderen met obstructief slaap apnoe.
Abstract
Obstructief slaap apnoe (OSA) wordt gekenmerkt door een intermittente collaps van de bovenste luchtweg tijdens de slaap wat resulteert in een abnormaal slaappatroon en intermittente zuurstofdesaturaties. Het beïnvloedt tot 50% van obese kinderen en kan beschouwd worden als één van de belangrijkste complicaties van obesitas. Het resulteert in neurocognitieve stoornissen, maar kan ook de aan obesitas gerelateerde cardiovasculaire morbiditeit vergroten. Daarom is een correcte behandeling noodzakelijk. Adenotonsillectomie, de klassieke eerste-lijns behandeling, heeft slechts een succes percentage van 50%. Dit betekent dat 50% van de obese kinderen met OSA het risico lopen te worden blootgesteld aan een onnodige ingreep. Het doel van dit onderzoeksproject is om factoren te identificeren die het succes van deze ingreep bij obese kinderen met OSA kunnen voorspellen. In een eerste studie zullen we eigenschappen van de bovenste luchtweg die correleren met de ernst van OSA bij deze kinderen identificeren. Meer klassieke merkers omvatten bijvoorbeeld de body mass index, nekomtrek, tonsilgrootte, enz. We zullen ook gebruik maken van een meer innovatieve aanpak met parameters verkregen uit een ultra lage dosis CT-scan en functionele beeldvormingsmethoden (computational fluid dynamics) die een meer gedetailleerde weergave geven van de fysische eigenschappen van de luchtweg (volume, diameter, weerstand). Ten tweede zullen we merkers die het succes van de behandeling kunnen voorspellen identificeren. Tenslotte zullen we virtuele heelkunde toepassen op deze beelden om te bepalen of een individueel kind baat zal hebben van een adenotonsillectomie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Co-promotor: De Backer Wilfried
- Mandaathouder: Lauwers Eline
- Mandaathouder: Slaats Maria
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De interactie tussen OSAS en obesitas bij kinderen : op zoek naar een beter inzicht in de rol van het vetweefsel.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van innovatieve beeldvormingstechnieken in de behandeling van kinderen met obstructief slaap apnoe syndroom.
Abstract
Obstructief slaap apneu (OSA) wordt gekenmerkt door een intermittente collaps van de bovenste luchtweg tijdens de slaap, wat resulteert in een abnormaal slaappatroon en daling in de zuurstofconcentratie. Het komt voor in tot 50% van kinderen met specifieke risicofactoren, waaronder obesitas en Down syndroom. Het resulteert in neurocognitieve stoornissen, maar kan ook bijvoorbeeld de obesitas-gerelateerde cardiovasculaire morbiditeit versterken. Daarom is een juiste behandeling noodzakelijk. Adenotonsillectomie, de klassieke eerste-lijnsbehandeling, heeft een succespercentage van slechts 50% of minder. Dit impliceert dat 50% van deze kinderen met OSA mogelijks blootgesteld worden aan een onnodige ingreep. Het doel van dit onderzoeksproject is om markers te identificeren die het resultaat van deze operatie bij kinderen met OSA kunnen voorspellen. In een eerste studie zullen we markers identificeren die verband houden met de ernst van OSA bij deze kinderen. Meer klassieke markers omvatten bijvoorbeeld body mass index, nekomtrek, tonsilgrootte, enz. We zullen ook een meer innovatieve aanpak introduceren met parameters verkregen uit CT-scan en functionele beeldvormingstechnieken om gedetailleerde fysieke kenmerken van de luchtweg te beschrijven. Ten tweede zullen we markers identificeren die het succes van de behandeling voorspellen. Tenslotte zullen we een geïndividualiseerde aanpak introduceren door vooraf een behandeling te kiezen op basis van de luchtwegkenmerken van een specifieke patiënt. We zullen ook gebruik maken van een virtuele operatie om te bepalen of een specifiek kind door een operatie zal verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Winter Benedicte
- Mandaathouder: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject