Abstract
Arrogantie wordt doorgaans opgevat als een eigenschap van mensen. Bij deze benadering wordt iets belangrijks over het hoofd gezien: of iemand als arrogant wordt gezien, hangt af van wat zijn omgeving hem toestaat te doen, en wat wij anderen toestaan is niet voor iedereen hetzelfde. William F. Buckley zei ooit: "It is not a sign of arrogance for the king to rule. That is what he is there for", maar waar komt de monarchie vandaan en wie heeft het recht om koning te zijn? Dit toont het verband aan tussen arrogantie en legitimiteit. Terwijl we in de realiteit zien dat gepercipieerde arrogantie samenhangt met onze sociale structuren, zitten we vast aan een concept dat als absoluut wordt opgevat. Vanuit dit perspectief is iemand arrogant als gevolg van zijn gedrag, en niet vanwege de context van waaruit we naar die persoon kijken. Daarom is een nieuwe benadering van het begrip 'arrogantie' nodig. We zouden arrogantie kunnen herevalueren door te zeggen dat sommige gevallen arrogant zijn, maar tegelijkertijd niet problematisch. Om dit te doen zal ik onderzoeken wanneer arrogantie problematisch is. De tweede manier om dit probleem van arrogantie aan te pakken is door het te herdefiniëren. Door een ander criterium te nemen dan alleen iemands houding of gedrag om te zeggen of iets arrogant is, krijgen we een andere extensie waar onproblematische gevallen buiten vallen. Daarom zal ik ook onderzoek doen naar alternatieve criteria om arrogantie te definiëren.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)