Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoek bevindt zich in het domein van het internationaal privaatrecht. Binnen dit domein publiceer ik over verschillende onderwerpen zoals het internationaal contractenrecht, het internationaal familierecht en het internationaal burgerlijk procesrecht. De internationale, Europese en nationale aspecten van het vakgebied komen aan bod in mijn onderzoek. Als rode lijn hanteer ik kwetsbaarheid en kwetsbare groepen. Dit kan kinderen zijn, of volwassenen met een beperking. Het kan evenzeer gaan over consumenten of andere groepen die niet sterk staan in het internationaal contractenrecht of die bescherming verdienen op het vlak van het procesrecht.
Op weg naar eenvormig ouderschap in Europa
Abstract
Vrij verkeer van EU onderdanen en kinderen die over de landsgrenzen heen bewegen doen complexe vragen rijzen. De vragen naar afsrtammingsbanden rijzen dikwijls in het kader van andere juridische geschillen, soals ouderlijke verantwoordelijkheid, onderhoudsgeld en erfrecht. De EU heeft echter nog geen regels over het recht van toapssing op afstamming. Deze vragen vallen dus onder nationaal internationaal privaatrecht. Dit kan het vrij verkeer belemmeren en ook de rechten van kinderen ontkennen. UniPar onderzoekt mogelijkheden naar een coherente toepassing van het EU recht wanneer er vragen zijn over afstamming.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Swennen Frederik
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
(R)ECHTE BANDEN: Afstamming in internationaal privaatrecht tussen biologie, recht en samenleving.
Abstract
Recent zagen we wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van artificiële (of geassisteerde) voortplantingstechnologie (ART). Er zijn ook sociale en culturele ontwikkelingen in de idees over het huwelijken en gezinsvorming van personen van hetzelfde geslacht. De wetgeving inzake afstamming evolueerde in verschillende landen niet tegen hetzelfde tempo en niet in dezelfde richting, omdat het moeilijk is nieuwe fenomenen te integreren in de oude tradities van familierecht. België en Zwitserland hebben ART maar niet draagmoederschap wettelijk geregeld en hebben maatregelen genomen die het recht van kinderen om hun afkomst te kennen garanderen. Andere landen beschouwen ART-praktijken als strijdig met de openbare orde (Duitsland, Frankrijk en Italië). Sommige landen (Nederland en het Verenigd Koninkrijk) hebben afstammingsbanden na ART gereguleerd; sommige zijn of waren bestemmingen van "reproductief" toerisme (Spanje en Griekenland). Andere zijn terughoudend tegenover de erkenning van ouderschap van personen van hetzelfde geslacht (Kroatië en Polen). Dit leidt tot een diversiteit en zelfs politieke spanningen. (R)ECHTE BANDEN zal de rechtsregels en de erkenning van afstammingsbanden uit andere landen onderzoeken. De projectpartners zullen analyseren hoe het beginsel van het belang van het kind en andere grondrechten de erkenning en betwisting van afstammingsbanden beïnvloeden. Zij zullen voorwaarden formuleren voor de erkenning van deze nieuwe vormen van ouderschap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De collecties dekoloniseren: Analyse van privéverzamelingen van Afrikaanse kunst uit het koloniale tijdperk in België en de houding hier tegenover.
Abstract
Hoewel er veel onderzoek wordt gedaan naar openbare collecties van objecten uit het koloniale tijdperk, vooral in Europese musea, blijven de voorwerpen in privébezit en de waarde die hun eigenaren eraan hechten, weinig onderzocht. In de context van het postkoloniale debat en pogingen om culturele ruimtes te de-koloniseren, rijst de vraag of het bezit van culturele artefacten uit het koloniale tijdperk nog steeds als sociaal en cultureel aanvaardbaar wordt gezien en in hoeverre dit zowel de kunstmarkt als het gevoel van eigenaren ten opzichte van hun objecten beïnvloedt. Dit hiaat wordt in dit doctoraal onderzoek aangepakt, met nadruk op Afrikaanse kunst en artefacten uit het koloniale tijdperk in Belgische privécollecties, in de vorm van een nationale case study met het potentieel om een significant licht te werpen op wat wereldwijde discoursen zijn. Het project stelt dus de volgende vragen: -Wat kan er geleerd worden over de schaal en de aard van Afrikaanse kunst uit het koloniale tijdperk in België? -Welke waardes en betekenissen kennen eigenaars in België toe aan Afrikaanse kunst uit het koloniale tijdperk ? -Wat is de impact van het postkolonialistische debat of ander huidig discours op privé-eigenaars van Afrikaanse kunst uit het koloniale tijdperk in België?Onderzoeker(s)
- Promotor: Thomas Suzie
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Mandaathouder: Nolet Katelijne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Internationaal privaatrecht in beweging 2.0 (PAX 2.0)
Abstract
PAX 2.0 combineert een aantal onderwijs- en opleidingsactiviteiten om voor een beter begrip en een betere toepassing van de belangrijkste rechtsinstrumenten op het gebied van civiel recht te zorgen. Het project beoogt derhalve de onderdelen van de eerdere JUDGTRUST- en PAX-projecten die hun waarde hebben bewezen - d.w.z. de pleitwedstrijd en het partnerschap met de rechterlijke macht - met twee nieuwe elementen te combineren: bijzondere aandacht voor de verdere uitbreiding van de pleitwedstrijd tot studententeams uit derde landen en de ontwikkeling van een handleiding voor de organisatie van pleitwedstrijden over internationaal privaatrecht van de EU. Met dit laatste zou de in onze eerdere projecten opgedane expertise ter beschikking van de Commissie worden gesteld in de vorm van een praktische handleiding. Idealiter zou deze handleiding online vrij toegankelijk zijn. Een ander belangrijk element van PAX 2.0, dat ook in overeenstemming met JUDGTRUST en PAX is, is dat de pleitwedstrijden en de justitiële opleiding gericht zullen zijn op actuele vraagstukken van het internationaal privaatrecht van de EU, wat voor een betere kennis moet zorgen van de wetgevingsinstrumenten die nieuw zijn en/of nieuwe juridische vragen opwerpen. Kortom, dit voorstel moet ervoor zorgen dat het voorgestelde consortium de kennis van studenten, academici en rechters in opleiding over belangrijke recente ontwikkelingen van het internationaal privaatrecht van de EU verder ontwikkelt en uitbreidt door middel van respectievelijk pleitwedstrijden en justitiële opleidingen. Het is derhalve bedoeld om de doeltreffende en coherente toepassing van de wetgevingsinstrumenten voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken te verbeteren. Bovendien beoogt het de consolidatie van de pleitwedstrijden als een aantrekkelijk onderwijsinstrument in dat verband, zowel voor EU- als voor niet-EU-studenten die belangstelling voor het internationaal privaatrecht van de EU hebben.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Internationaal privaatrecht in beweging (PAX)
Abstract
Het project streeft tot de institutionele samenwerking van zeven onderzoeksinstellingen om, enerzijds, de internationale pleitwedstrijd over Europees internationaal privaatrecht te consolideren en, anderzijs, om judiciële training in dit domein van het recht te promoten. Het project heeft de volgende doelstellingen: - Consolidering, verbetering en uitbreiding van een pan-Europese en internationale pleitwedstrijd op het vlak van Europees internationaal privaatrecht; - Toegenomen bekendbaarheid van Europees internationaal privaatrecht bij studenten, juridische professionals en academici; - Toegenomen kennis over Europees internationaal privaatrecht bij studenten en junior juridische professionals (rechters en gerechtelijke stagiairs in het bijzonder) te bevorderen; - Kansen voor studenten en junior juridische professionals (gerechtelijke stagiairs in het bijzonder) om praktische ervaring met de toepassing van Europees internationaal privaatrecht op te doen; - Toegenomen kennis over Europees internationaal privaatrecht; - Meer efficientie en coherentie in de interpretatie en toepassing van Europees internationaal privaatrecht, bij de EU instanties en de nationale rechtbanken; - Gecoordineerd onderwijs, uitwisseling van beste praktijken en medewerking door bredere netwerken voor een correcte en coherente toepassing van de bronnen van Europees internationaal privaatrecht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het betrekken van kinderen voor een betere en meer kind-vriendelijke afhandeling van dossiers en tenuitvoerlegging van beslissingen in transnationale familiegeschillen (INCLUDE)
Abstract
Het project is een vervolg van onderzoek naar de beste belangen van eht kind en het horen van het kind in internationale kinderontvoering. De bedoeling is om op een kind-inclusieve wijze onderzoek te doen naar de meest gepaste manier om om te gaan met internationale kinderontvoering (zowel de juridische procedure als de tenuitvoerlegging van de beslissingen). Het team van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor de literatuurstudie. De andere partners organiseren dan workshops met jongeren over kinderrechten en de beste manier om de procedures te voeren. Het team van de Universiteit Antwerpen zal dan een praktijkgids samenstellen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EEX-Vo: een standard voor het vrij verkeer van beslissingen en wederzijds vertrouwen in de Europese Unie (JUDGTRUST)
Abstract
Het project analyseert de toepassing van de EEX-Vo. Verwacht wordt om, op basis van deze analyse, aanbevelingen te formuleren voor de verbetering van het internationaal procesrecht in de EU, ook rekening houdend met de globale initiatieven terzake.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pertegas Marta
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Rutten Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De interpretatie van het belang van het kind in kinderontvoeringszaken: naar een verzoening van botsende regimes van internationaal recht.
Abstract
Kinderrechten, als onderdeel van mensenrechten, schrijven voor dat de beste belangen van elk individueel kind de eerste overweging moeten zijn bij alle maatregelen betreffende kinderen. In internationaal privaatrecht bepaalt de algemene benadering tot de beste belangen van het kind dat een kind snel moet worden teruggenomen als een ouder hem of haar wederrechtelijk van een land naar een ander nam (tenzij uitzonderlijke omstandigheden bewezen worden). De individuele tegenover de algemene benadering tot de beste belangen van het kind veroorzaakt discussie tussen auteurs en verwarren rechters en ambtenaren. Een vraag rijst naar de interactie tussen deze twee regimes van internationaal recht (specifiek het VN Kinderrechtenverdrag en het Kinderontvoeringsverdrag van Den Haag). Deze vraag is niet beperkt tot het vraagstuk van internationale kinderontvoering. De moeilijke interactie, zelfs soms conflict, tussen regimes van internationaal recht is een gekend probleem. Een mogelijke aanpak van de interactie is het zoeken naar een hiërarchie, namelijk dat mensenrechten de overhand moeten krijgen of dat mensenrechten ondersteunend eerder dan dominant moeten zijn. De hypothese van dit onderzoek is echter dat een verzoening gezocht moet worden in plaats van een hiërarchie. Dit project zal de focus leggen op een dergelijke verzoening binnen het specifieke domein van internationale kinderontvoering. De onderzoek(st)er zal de rechtspraak analyseren van twee supranationale gerechten (het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de EU) en van de nationale gerechten van zes landen. Het onderzoek zal in kaart brengen hoe deze gerechten een combinatie maken van enerzijds de strenge terugkeerregels van het Kinderontvoeringsverdrag en anderzijds de beste belangen van het individueel kind zoals geformuleerd in het Kinderrechtenverdrag. Dit zal gebeuren door content analysis met behulp van de software NVIVO. Het resultaat van dit onderzoek zal leiden tot conclusies niet alleen voor het domein van internationale kinderontvoering maar ook voor het breder debat over de interacties tussen regimes van internationaal recht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
- Mandaathouder: Van Hof Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geïnformeerde keuzes in grensoverschrijdende geschillen (IC2BE)
Abstract
Dit project onderzoekt de efficiënte invordering van grensoverschrijdende schulden. We onderzoeken vier Europese Verordeningen: de uitvoerbare titel, of EET (805/2004), het betalingsbevel (1896/2006), de Geringe Vorderingen-Verordening (861/2007), en de beslag-verordening (655/2014).Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Meeusen Johan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het kind in procedures over internationale kinderontvoering in Europa (VOICE).
Abstract
Dit project onderzoekt hoe rechters de beste belangen van het kind beoordelen in hun rechtspraak over de terugkeer van ontvoerde kinderen. Onderzoek gebeurt in verschillende EU landen: België; Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Polen, Nederland, Spanje, Zweden, alsook van het Europees hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het welbevinden van kinderen bij justitiële samenwerking in geval van internationale kinderontvoering
Abstract
In het project zal kwantitatieve data worden verzameld bij ouders met een kind dat internationaal ontvoerd is geweest. De kwantitatieve dataverzameling wordt gefinancierd door de Europese Commissie en is een samenwerking tussen Child Focus (Belgium), het Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO, the Netherlands), Centre Français de Protection de l'Enfance - Enfants Disparus (CFPE, France), Missing Children Europe (MCE, the European umbrella organization for missing children) en Universiteit Antwerpen. De data zijn gebaseerd op de populatie en verschaffen informatie over socio-demografische, individuele, familiale en sociale kenmerken van ouders met een kind dat internationaal ontvoerd werd. Daarnaast zullen er kwalitatieve interviews worden afgenomen met adolescenten die ooit ontvoerd werden door een ouder.Onderzoeker(s)
- Promotor: Ponnet Koen
- Co-promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Vandenhole Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Rechtsvergelijkend onderzoek meerouderschap en meeroudergezag.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
- Co-promotor: Swennen Frederik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Grensoverschrijdende procesvoering in Europa: Wetgevend kader voor Internationaal Privaatrecht, de nationale rechterlijke instanties en het Hof van Justitie van de Europese Unie .
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expertisesessies voor het Steunpunt Internationaal Privaatrecht.
Abstract
Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kruispunt Migratie-Integratie vzw . UA levert aan Kruispunt Migratie-Integratie vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expertisesessies voor het steunpunt Internationaal privaatrecht.
Abstract
Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Kruispunt Migratie-Integratie vzw . UA levert aan Kruispunt Migratie-Integratie vzw de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opportuniteiten en gevolgen van de ratificatie door België van het UNIDROIT '95 verdrag inzake gestolen en illegaal uitgevoerde cultuurgoederen.
Abstract
De opdracht omvat de redactie van een advies over de (1) wenselijkheid van de ratificatie door België van het UNIDROIT-Verdrag betreffende gestolen of onrechtmatig geëxporteerde goederen (1995); (2) de consequenties van de eventuele niet-ratificatie en (3) de consequenties van de eventuele ratificatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Swennen Frederik
- Co-promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Internationaal privaatrecht: de scheidingslijn tussen europese en nationale regels
Abstract
De bedoeling van dit Klein Project is om mijn onderzoek over de precieze scheidingslijn tussen Europese en nationale regels van internationaal privaatrecht (IPR) uit te bouwen. Mijn doctoraatsthesis (2005) had dit als onderwerp. Sedertdien blijven de vragen over de afstemming van Europese en nationale regels zich (toenemend) stellen. In de eerste plaats wil ik Belgische rechterlijke uitspraken waarin bestaande EU-wetgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht wordt toegepast, in een databank te verzamelen. In de eerste fase wordt de databank best intern opgebouwd, om later eventueel publiek te worden gemaakt. De Katholieke Universiteit Leuven heeft in 2003 een website opgericht om Belgische rechtspraak waarin de Europese IPR-regels worden toegepast, kenbaar te maken aan het ruimere publiek. Op dat moment werkte ik mee aan de databank als AAP-lid aan die Universiteit. Het huidig Instituut voor Internationaal Privaatrecht heeft echter beslist om een punt te zetten achter het onderhouden van de databank, en ook om de registratie van de domeinnaam niet te verlengen. Men is bereid om de domeinnaam aan mij over te dragen. Het lijkt me opportuun om deze databank bij te werken en verder uit te bouwen. België heeft op dit moment nog geen omvattende centrale databank van (gepubliceerde en ongepubliceerde) rechtspraak, hoewel sommige andere landen dit wel hebben. Het opzetten van een databank met IPR-rechtspraak zal nuttig zijn voor advocaten en voor academische onderzoekers in België en in andere landen. Het toevoegen van Engelstalige samenvattingen maakt de data beschikbaar voor een breder publiek. De databank kan dan ook bijdragen tot het uniform interpreteren van de Europese instrumenten. Het proces van uniformering van de IPR-regels in the EU staat immers niet los van een correcte en uniforme toepassing van deze regels in de praktijk (bijvoorbeeld door de rechtbanken). Voor het verzamelen van rechtspraak en het invoeren in de databank, worden best jobstudenten ingeschakeld. Naast de databank zou ik ook graag een studiedag over het IPR in april 2011 willen bijwonen (en mogelijk meerdere studiedagen) en boeken kopen die relevant zijn voor het onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kruger Thalia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject