Onderzoeksgroep

Expertise

Ik bestudeer armoede, ongelijkheid en sociaal beleid. Ik focus me hierbij in het bijzonder op hoe we armoede op een vergelijkbare manier over landen heen en doorheen de tijd kunnen conceptualiseren en meten en hoe armoede op een effectieve manier kan worden bestreden. Daarbij besteed ik veel aandacht aan de adequaatheid van de minimum inkomensbescherming en hoe deze kan worden verbeterd. Daarnaast werk ik aan onderzoek over welk beleid er nodig is om sociale en milieudoelstellingen met elkaar te verzoenen.

Proactieve controle in het kader van de verhoogde tegemoetkoming. 21/10/2015 - 31/12/2024

Abstract

In deze experimentele studie gaan we, in samenwerking met de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM), na wat de impact is van de pro-actieve controle op de opname van de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoeksdiensten in het kader van het rechtvaardige transitiebeleid. 01/10/2022 - 30/09/2023

Abstract

Tim Goedemé neemt deel aan het Hoog Comité voor een Rechtvaardige transitie, dat in het level werd geroepen door de Minister voor Klimaat, Milieu, Duurzame Ontwikkeling en de Grean Deal, Mevr. Zakia Khattabi. Hij zal meewerken aan het rapport van dit comité over hoe in België een rechtvaardige transitie zou kunnen plaatsvinden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vlaamse deelname aan de "Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe" (SHARE). 01/01/2019 - 31/12/2022

Abstract

De vergrijzing blijft een bijzonder grote uitdaging voor onze maatschappij. Het ESFRI-project SHARE creëert en onderhoudt een dataset van hoge kwaliteit die onderzoekers en beleidsmakers de mogelijkheid biedt om de vergrijzing op een gedetailleerde en multidisciplinaire wijze te bestuderen. SHARE is uniek doordat het crossnationaal vergelijkbare, longitudinale microgegevens verzamelt over de gezondheid, sociaaleconomische status en sociale en familiale netwerken van meer dan 123.000 vijftigplussers, verspreid over 28 landen. De SHARE database is cruciaal voor empirisch academisch onderzoek naar vergrijzing en wordt door vele disciplines gebruikt, zoals economie, gezondheidsstudies, sociologie, en demografie. Ook voor belangrijke beleidsvraagstukken biedt SHARE een unieke bron van informatie, bijvoorbeeld met betrekking tot vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt, actief ouder worden, en langdurige zorg.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BELMOD. 01/01/2019 - 30/06/2022

Abstract

Het doel van dit project is tweeledig: 1. het moderniseren van MIMOSIS, d.i. het huidige microsimulatie model van de Belgische sociale zekerheidsadministratie (FOD Sociale Zekerheid), om samenwerkingsmogelijkheden en kennisuitwisseling te bevorderen tussen de belangrijkste actoren op het vlak van statische microsimulatie binnen België en Europa door integratie in EUROMOD. 2. het verbeteren van toegankelijkheid van sociale bescherming in België. Het nieuwe microsimulatiemodel zal gebruikt worden om hervormingen uit te werken en te ondersteunen op het vlak van toekenning van sociale rechten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE. 01/12/2017 - 30/11/2018

Abstract

Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De welvaartstaat tot uw dienst? Naar een beter begrip van de impact van publieke goederen en diensten op armoede in Europa. 01/10/2017 - 30/09/2019

Abstract

Ongeveer de helft van de sociale uitgaven in Europese welvaartsstaten wordt besteed aan de inrichting van publieke goederen en diensten. Ontegensprekelijk leveren deze goederen en diensten een belangrijke bijdrage aan de levensstandaard van huishoudens. Toch slagen de huidige armoedemaatstaven er niet in om deze bijdrage van publieke goederen en diensten op een accurate manier in rekening te brengen. Dit onderzoeksproject wil een bijdrage leveren aan de kennis en meting van armoede in welvaartsstaten door een nieuwe methode te ontwikkelen die een beeld geeft van de impact van publieke goederen en diensten op armoede. Dit gebeurt in vier onderzoeksfasen. In de eerste fase zal er een overzicht worden geschetst van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van publieke diensten in Europese lidstaten. In de tweede fase, wordt het effect van publieke goederen en diensten en kosten compenserende maatregelen op de noodzakelijke uitgaven van huishoudens geschat. Dit wordt gedaan aan de hand van de referentiebudgetten methode die op een cross-nationaal vergelijkbare manier tracht te berekenen wat gezinnen minimaal nodig hebben voor volwaardige sociale participatie. Op deze manier zullen er voor zes Europese landen nieuwe armoedegrenzen worden berekend die rekening houden met de noden en kosten van specifieke gezinstypes. In de derde fase wordt de informatie uit de normatieve referentiebudgetten gecombineerd met informatie over de reële uitgaven van gezinnen aan de hand van huishoudbudget data. Zo kunnen de nieuwe armoededrempels veralgemeend worden naar de hele bevolking. In de laatste fase wordt aan de hand van een representatieve inkomenssurvey armoede op een alternatieve manier in kaart gebracht, gebruik makend van de armoede grenzen ontwikkeld in de vorige fase.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

"To take or not to take?" Naar een beter begrip van de institutionele en persoonlijke hindernissen bij het aanvragen van uitkeringen. 01/10/2017 - 30/09/2018

Abstract

Social benefits targeted at the poor are an important part of modern welfare states. However, recent evidence shows that in many European countries only a fraction of those that are supposed to benefit, take up their social rights. Yet, we have relatively little insight into what drives nontake- up and how policy design can be improved so as to increase take-up. Furthermore, research on this topic, especially in Belgium, is rather scarce. This is unfortunate, because non-take-up undermines the effectiveness of public policies, and a better understanding of non-take-up could make a significant contribution to further insights into economic behaviour of households and their interaction with the welfare state. Therefore, the main objective of this research proposal is to investigate non-take-up of Belgian social assistance schemes and to make progress on three dimensions on which we lack evidence: 1) the size (how big is the problem?), 2) the causes (how can it be explained?) and 3) the solutions (what can be done?). To do so, I will build on the latest theoretical insights, collect and analyse new and existing administrative and survey data, and make use of both microsimulation techniques and field experiments. The results will allow us to a) generate new insights into the economic behaviour of households in general, and the non-take up of social benefits in particular; and b) inform policy makers on how to make existing policy measures more effective for reducing poverty.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Implementatie van de betaalbaarheidstoets voor de integrale waterfactuur. 07/07/2017 - 30/09/2018

Abstract

Het doel van dit project is om, vertrekkend van de resultaten van het verkennend onderzoek, een onderbouwde, toepasbare methode uit te werken die de VMM/WaterRegulator toelaat om: - de betaalbaarheid van de integrale waterfactuur in Vlaanderen voldoende gedetailleerd én objectief in kaart te brengen; - de evolutie van de betaalbaarheid in de toekomst op te kunnen volgen; - en impactsimulaties van mogelijke wijzigingen aan de structuur en tarieven te kunnen uitvoeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

ESS ERIC CST Sampling and Weighting Expert Panel 01/06/2017 - 31/05/2019

Abstract

Voor de duur van het contract zal Tim Goedemé als expert member bijdragen aan de activiteiten van het ESS ERIC CST Sampling and Weighting Expert Panel. Dit panel ziet toe op de steekproeftrekking en weging van de European Social Survey (ESS) en werkt een toekomststrategie uit. Meer informatie is beschikbaar op de website van de ESS: http://www.europeansocialsurvey.org/methodology/ess_methodology/sampling.html.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Geïntegreerde onderzoeksinfrastructuur voor Europese expertise met betrekking tot inclusieve groei: van data tot beleid (InGRID-2) 01/05/2017 - 31/10/2021

Abstract

In het InGRID-2 project coördineert het Centrum voor Sociaal Beleid - Herman Deleeck (CSB) de 'Special Interest Group' van het EU Reference Budgets Network; organiseert het EUROMOD cursussen en een Experten workshop over de kost en toegankelijkheid van publieke goederen en diensten. Daarnaast nemen we deel aan verschillende 'joint research activities' over (1) de verdelingsimpact van sociaal en fiscaal beleid, rekening houdend met vermogen; (2) het meten van de kostprijs en toegankelijkheid voor huishoudens van kinderopvang en onderwijs; (3) coverage en non-take up van uitkeringen. Daarnaast neemt het CSB deel aan het uitwisselingsprogramma voor onderzoekers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een sociaal vangnet dat werkt. Institutionele determinanten voor een effectieve armoedebestrijding. 01/01/2017 - 31/12/2020

Abstract

Bijstandsstelsels vormen een essentieel vangnet tegen extreme armoede in Europa. Desalniettemin is het empirische verband tussen de hoogte van de gewaarborgde bijstand en armoede-uitkomsten niet erg sterk. In dit project gaan we dieper in op de oorzaken van dit zwakke verband en onderzoeken we hoe de performantie van bijstandsstelsels kan worden verbeterd met het oog op het verminderen van armoede in Europa.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Strategisch advies voor het European Minimum Income Network (EMIN2 Project) 01/01/2017 - 23/12/2018

Abstract

In dit project ondersteunt de Universiteit Antwerpen het tweede European Minimum Income Network (EMIN 2). Dit is een netwerk gecoördineerd door het European Anti-Poverty Network (EAPN). De Universiteit Antwerpen zal vooral zorgen voor een goede samenwerking tussen EMIN 2 en het EU Reference Budgets Network, en advies verlenen in het bijzonder met betrekking tot de rol die referentiebudgetten kunnen spelen in het debat over de adequaatheid van minimum inkomens.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cycli van Zorg en Inkomensherverdeling in het leven van Europeanen (CIRCLE). 15/12/2016 - 31/10/2021

Abstract

Het doel van dit project is om nieuw internationaal vergelijkend empirisch materiaal te verstrekken over de impact van de interactie tussen economische en demografische veranderingen en het welvaartssysteem op de verdeling van middelen, rechten en verantwoordelijkheden tussen generaties. De analyses hebben betrekking op 1) een evaluatie van de intergenerationele herverdeling van middelen naar ouderen via de belangrijkste pay-as-you-go systemen in Europese welvaartsstaten; 2) een onderzoek naar de informele intra-huishoud-mechanismes inzake de verzekering tegen inkomens en zorgrisico's in Europese Ianden in het laatste decennium; 3) een studie van de percepties en kennis van individuen over de belangrijkste welvaartsvoorzieningen en hun belang voor intergenerationele verhoudingen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

SHARE - België, Golf 7 - jaar 2. 01/12/2016 - 30/11/2017

Abstract

Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Net-SILC3 - Derde Netwerk voor de Analyse van EU-SILC 01/04/2016 - 31/03/2020

Abstract

In dit project, gefinancierd door Eurostat en gecoördineerd door LISER, zijn we verantwoordelijk voor een werkpakket over de vergelijkbaarheid van de inkomensvariabelen in EU-SILC en de organisatie van een Best Practice Workshop over de validiteit en vergelijkbaarheid van de EU-SILC inkomens, gezondheids- en huisvestingsvariabelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Hoeveel inkomen is minimaal nodig? Referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie. 18/01/2016 - 15/03/2016

Abstract

Met deze financiering verzorgen we een voorpublicatie van het boek 'Wat heeft een gezin nodig om rond te komen? Referentiebudgetten voor adequate maatschappelijke participatie in Vlaanderen en Brussel' voor Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Elke Sleurs. Het boek vat de meest recente inzichten samen in welk inkomen men minimaal nodig heeft om adequaat aan de samenleving te participeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vlaamse deelname aan het ESFRI-project SHARE. 01/01/2016 - 31/12/2018

Abstract

Dit project kadert in een ESFRI-onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds ESFRI. UA levert aan ESFRI de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Armoedebestrijding door het verbeteren van de opname van sociale maatregelen door huishoudens en bedrijven (TAKE). 15/12/2015 - 15/03/2022

Abstract

Het TAKE-project onderzoekt de non-take up (NTU) van Belgische overheidsvoorzieningen. Dit onderzoeksproject wil empirische evidentie aanleveren aangaande drie dimensies van NTU: hoe groot is het probleem van NTU, welke factoren liggen aan de grondslag ervan, en hoe kunnen we het beleid aanpassen om NTU tegen te gaan? Daarnaast zullen we de gevolgen van NTU in termen van publieke uitgaven, armoede en sociale ongelijkheid in kaart brengen, en gaan we op zoek naar voorbeeldpraktijken inzake het monitoren en opvolgen van NTU door overheidsadministraties. Een breed spectrum van overheidsvoorzieningen wordt onderzocht. Centraal in het TAKE project staan gezinnen met een laag inkomen. We onderzoeken de NTU van diverse publieke voorzieningen en diensten die tot doel hebben de levensstandaard van deze gezinnen te verbeteren: bijstandsuitkeringen (het leefloon en de inkomensgarantie voor ouderen), kostencompenserende maatregelen (bv. de verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidskosten, de sociale tarieven voor gas en elektriciteit), sociale dienstverlening (bv. schuldbemiddeling of arbeidsmarktbegeleiding), en loonsubsidies voor werkgevers van laaggeschoolde arbeidskrachten. Op methodologisch vlak zal het TAKE project gebruik maken van verschillende databronnen en innovatieve onderzoeksmethoden. Ten eerste zal een specifieke bevraging georganiseerd worden bij een steekproef van lage inkomensgezinnen in België. Deze bevraging heeft tot doel de omvang, kenmerken, oorzaken én gevolgen van NTU van overheidsvoorzieningen in kaart te brengen, met name van voorzieningen die levenstandaard van lage inkomensgroepen willen verbeteren. De steekproef zal getrokken worden op basis van administratieve gegevens van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. Ten tweede, om de omvang NTU te meten is een microsimulatiemodel nodig dat op basis van surveygegevens nagaat wie recht heeft op welke voorzieningen. Daartoe zal het bestaande statische simulatiemodel MEFISTO uitgebreid en verfijnd worden. MEFISTO werd ontwikkeld in het kader van het IWT-SBO project 'FLEMOSI: a tool for ex ante evaluation of socio-economic policies in Flanders' (2010-2013) (http://www.flemosi.be/easycms/MEFISTO). De aangepaste versie van MEFISTO zal ons toelaten om NTU te identificeren en kwantificeren, om zo de kenmerken, determinanten en gevolgen van NTU in kaart te kunnen brengen. Vervolgens zal MEFISTO ingezet worden om de impact van beleidswijzigingen op NTU na te gaan (bv veranderingen in de toegankelijkheidsvoorwaarden). Ten derde, in het kader van het TAKE project zal een experiment opgezet worden om het effect van diverse impulsen en aanmoedigingen op NTU te meten, met name van de verhoogde tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering (VT). Ten vierde, in het kader van het TAKE-project wordt een databestand ontwikkeld met gedetailleerde beschrijving van de toegankelijkheidsvoorwaarden van de onderzochte maatregelen en de wijze waarop ze geïmplementeerd (werktitel: TAKE-ISSOC). Het doel is een gebruiksvriendelijk bestand op te stellen waarin externe gebruikers gemakkelijk en op gestructureerde wijze informatie kunnen opzoeken. Ten vijfde, TAKE zal bestaande administratieve data gebruiken om de NTU van loonsubsidies voor werkgevers van laagopgeleide werknemers en andere kwetsbare groepen te onderzoeken gedurende de periode 2004-2013. Dit onderzoeksluik zal gebaseerd zijn op longitudinale administratieve gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Ten zesde, de bestaande tweejaarlijkse enquête naar de administratieve lasten bij ondernemingen en zelfstandigen zal ingezet worden om de oorzaken van de NTU van loonsubsidies beter te begrijpen. In het kader van TAKE zal waardevolle informatie verzameld worden over de NTU van loonsubsidies door een specifiek luik met vragen over het gebruik van loonsubsidies op te nemen in deze enquête.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verkennend onderzoek naar een betaalbaarheidstoets voor de integrale waterfactuur. 07/10/2015 - 15/12/2015

Abstract

Met dit project beogen we te achterhalen hoe de 'betaalbaarheid' van de integrale waterfactuur en het aandeel van de drinkwatercomponent hierin kan worden gemeten op een aanvaardbare manier en hoe deze resultaten kunnen worden vertaald naar een Vlaamse betaalbaarheidstoets. Het onderzoek zal in eerste instantie betrekking hebben op de betaalbaarheid voor huishoudelijke abonnees van de watermaatschappijen. Er zal tevens een beperkte verkennende screening worden opgezet voor niet-huishoudelijke abonnees.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De welvaartsstaat tot uw dienst? Naar een beter begrip van de impact van publieke goederen en diensten op armoede in Europa. 01/10/2015 - 30/09/2017

Abstract

Ongeveer de helft van de sociale uitgaven in Europese welvaartsstaten wordt besteed aan de inrichting van publieke goederen en diensten. Ontegensprekelijk leveren deze goederen en diensten een belangrijke bijdrage aan de levensstandaard van huishoudens. Toch slagen de huidige armoedemaatstaven er niet in om deze bijdrage van publieke goederen en diensten op een accurate manier in rekening te brengen. Dit onderzoeksproject wil een bijdrage leveren aan de kennis en meting van armoede in welvaartsstaten door een nieuwe methode te ontwikkelen die een beeld geeft van de impact van publieke goederen en diensten op armoede. Dit gebeurt in vier onderzoeksfasen. In de eerste fase zal er een overzicht worden geschetst van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van publieke diensten in Europese lidstaten. In de tweede fase, wordt het effect van publieke goederen en diensten en kosten compenserende maatregelen op de noodzakelijke uitgaven van huishoudens geschat. Dit wordt gedaan aan de hand van de referentiebudgetten methode die op een cross-nationaal vergelijkbare manier tracht te berekenen wat gezinnen minimaal nodig hebben voor volwaardige sociale participatie. Op deze manier zullen er voor zes Europese landen nieuwe armoedegrenzen worden berekend die rekening houden met de noden en kosten van specifieke gezinstypes. In de derde fase wordt de informatie uit de normatieve referentiebudgetten gecombineerd met informatie over de reële uitgaven van gezinnen aan de hand van huishoudbudget data. Zo kunnen de nieuwe armoededrempels veralgemeend worden naar de hele bevolking. In de laatste fase wordt aan de hand van een representatieve inkomenssurvey armoede op een alternatieve manier in kaart gebracht, gebruik makend van de armoede grenzen ontwikkeld in de vorige fase.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verzoening van de ecologische en sociale doelen in de transitie naar een koolstofarme maatschappij (SUSPENS). 01/01/2015 - 31/03/2019

Abstract

Zowel op Belgisch als op Europees niveau wordt de overgang naar een koolstofarme samenleving beschouwd als een belangrijk beleidsvraagstuk. In dit project situeren we ons in het kader van duurzame ontwikkeling om bij te dragen aan het debat over de wijze waarop de overgang naar een koolstofarme samenleving kan worden bereikt samen met de verzoening van ecologische en sociale doelstellingen. Zoals blijkt uit studies voor andere landen, creëren de traditionele beleidsinstrumenten vaak trade-offs tussen de verschillende doelen van duurzame ontwikkeling. De aanpak van deze trade-offs - evenals hun vertaling in de ongelijkheid tussen sociaal-economische groepen - vereist een grondige kennis van het verband tussen inkomen, consumptie en uitstoot van broeikasgassen op het niveau van de huishoudens. Daarom onderzoeken we in dit project de onderlinge verbanden en ongelijkheden die werken op huishoudniveau. We onderzoeken hoe het beleid sociale en ecologische doelstellingen kan verzoenen in de transitie naar een koolstofarme samenleving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

(Sociale verschillen in) arbeidsmarktpositie en arbeidsmarkttrajecten van (ex-) kankerpatiënten in België: een grootschalige, longitudinale analyse gebaseerd op administratieve databestanden. 01/09/2014 - 31/05/2019

Abstract

Dit onderzoeksproject heeft twee doelstellingen. Ten eerste beschrijven we de arbeidsmarktpositie van kankerpatiënten in België bij de diagnose, de arbeidsmarkttrajecten na de diagnose, en het gebruik van maatregelen om de arbeidsreïntegratie te bevorderen. We besteden speciale aandacht aan eventuele verschillen volgens de sociale status (beroep, inkomen, opleiding) van de (ex-) patiënten. Ten tweede ontwikkelen we een verklarend model voor werkhervatting na kanker: we gaan op zoek naar factoren die de kans op (her-) tewerkstelling na kanker beïnvloeden, met bijzondere aandacht voor mogelijke verschillen naargelang de sociale status van de patiënt.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Gegevens evaluatie schattingen Eurostat inzake EU2020 target en aanbevelingen inzake methodologie en data voor inschatting variatieschattingen gebruikers. 19/04/2013 - 30/06/2013

Abstract

De opdrachtgever vraagt om de door Eurostat gehanteerde methodologie te evalueren en om het effect op de variantieschattingen na te gaan van het gebruik van additionele gegevens inzake steekproefdesign aangeleverd door de FOD Economie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Armoedebestrijding in Europa: het sociaal beleid en innovatie (IMPROVE). 01/03/2012 - 30/04/2016

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. 01/10/2008 - 30/09/2011

Abstract

Dit project handelt over de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Meer in het bijzonder wordt op de inkomenspositie van ouderen gefocust. Aan de hand van verschillende kwantitatieve technieken wordt de impact geschat van verschillen tussen landen en verschillen binnen landen doorheen de tijd met betrekking tot sociaal beleid op de inter-en intragenerationele inkomensongelijkheid. In het bijzonder wordt het belang onderzocht van verschillen in 'inkomenspakketten' (publieke en private pensioenen, compensatie van de uitgaven voor gezondheid en huisvesting, inkomen uit arbeid) voor de adequaatheid van de inkomens. Op deze manier draagt dit project bij tot een beter begrip van de impact van het sociaal beleid op ongelijkheid en armoede en wordt er een bijdrage geleverd aan de literatuur over de evolutie van welvaartsregimes.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. 01/10/2006 - 31/12/2008

Abstract

Dit project zal handelen over het uitzicht, het ontstaan, de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Op basis van de typologie van Deacon en een analyse van de sociale indicatoren, zullen drie Oost-Europese landen worden geselecteerd die significant van elkaar verschillen. Omdat het niet mogelijk is om in een tijdsbestek van 4 jaar de gehele samenhang tussen markt, gezin en sociale bescherming (d.i. het welvaartsregime) te bestuderen, zal het onderzoek gefocust worden op de inkomensbescherming van ouderen in ruime zin, met als belangrijkste elementen: de sociaal-economische architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen (publieke, private, semi-collectieve en collectieve pensioenen, de compensatie van uitgaven voor gezondheid en huisvesting; inkomen uit arbeid) en het resultaat (de outcomes) hiervan in termen van enerzijds inter- en intragenerationele inkomensongelijkheid en anderzijds armoede bij ouderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Nieuw en in volle transitie. Wat is de rol van Europa ? Een studie naar de impact van de Europese Unie op de hervormingen van de pensioenstelsels in 6 nieuwe EU-lidstaten in transitie. 01/10/2005 - 30/09/2006

Abstract

De hypothese die we in dit project willen toetsen is dat sedert de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie de Centraal- en Oost- Europese transitielanden onder grotere Europese invloed zijn gekomen en zulks zichtbaar is of (zal worden) in hun pensioenbeleid en de sociale doelmatigheid ervan. Deze vraagstelling is van belang, omdat tot op heden de betekenis van Europa op het vlak van sociaal beleid beperkt is gebleven tot de zogenaamde 'Open Methode van Coordinatie' (OMC) -een zachte vorm van uitwisseling van gegevens en van vaststelling van gemeenschappelijke doelstellingen. Volgens de meeste waarnemers heeft de OMC inzake pensioenbeleid een erg beperkte impact op de nationale beleidsvoering terzake. (zie bijvoorbeeld Cantillon, 2004: 35, 38; Scharpf, 2002) Voor de nieuwe lidstaten 'in transitie' zou de OMC evenwel van veel grotere betekenis kunnen zijn. Bij de pensioenhervormingen in de 90'er jaren stonden deze landen immers onder sterke iflvloed van internationale organisaties zoals het IMF en de Wereldbank. Sinds de (voorbereiding tot) toetreding tot de Europese Unie, kan men echter verwachten dat de invloed van de Europese Unie sterk is toegenomen, des te meer omdat deze landen nog steeds in transitie zijn. Deze studie bouwt verder op de licentiaatsverhandeling van Tim Goedemé ('Pensioenen in Oost- en West- Europa. Een vergelijking van het Roemeense en Belgische pensioenstelsel.'). Dit werk opent de vraag naar de rol van Europa in de recente -en nog steeds voortgaande- hervormingen van de pensioenstelsels in de nieuwe (en toekomstige) EU-Iidstaten in transitie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject