Abstract
Hoewel neurotechnologieën nog in de kinderschoenen staan, wordt verwacht dat ze snel en steeds meer ingang zullen vinden, resulterend in een steeds breder scala aan toepassingen en een ongekende intrusie in de menselijke geest. Grotendeels nieuwe risico's die verband houden met het monitoren, manipuleren en zelfs beheersen van de geest, zullen aanzienlijke uitdagingen voor ons mensenrechtenkader opleveren. Momenteel is het debat over deze kwestie erg gefragmenteerd en wordt het gedomineerd door niet-juridische perspectieven. Mijn onderzoek zal het eerste zijn dat een uitgebreide juridische analyse uitvoert, gericht op het beantwoorden van de vraag of het huidige mensenrechtenkader adequaat kan reageren op de uitdagingen van neurotechnologische ontwikkelingen, dan wel dat dit mensenrechtenkader aangepast moet worden. De overkoepelende doelen zijn: (1) het onderzoeken van de implicaties van neurotechnologische ontwikkelingen voor de menselijke geest; (2) te bepalen of, en zo ja, hoe deze implicaties worden aangepakt door het mensenrechtenkader; (3) op basis daarvan de toereikendheid van het bestaande mensenrechtenkader te beoordelen; en (4) te onderzoeken of het nodig is om bestaande mensenrechten te verduidelijken of, als alternatief, deze aan te vullen met neurospecifieke mensenrechten om de mensenrechtenrespons te verbeteren en future proof te maken.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)