Onderzoeksgroep

Expertise

Prof. dr. Tine Compernolle is FED-tWIN-onderzoeker. Momenteel bekleedt ze een tenure track-functie aan de Universiteit Antwerpen (50%) en is ze senior onderzoeker bij de Geologische Dienst van België, aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN-GDB). Mijn onderzoeksactiviteiten zijn gericht op strategische besluitvorming onder onzekerheid. Ik pas de reële optie theorie toe en integreer hierin de principes van speltheorie om investeringsbeslissingen te analyseren gegeven meerdere bronnen van onzekerheid en rekening houdend met de waarde van flexibiliteit. Omdat bedrijven niet op zichzelf staan, moeten ook de interacties tussen verschillende economische actoren binnen een coöperatief of concurrentieel kader meegenomen worden bij het onderzoeken van investeringsbeslissingen. Ik pas deze reële optie theorie toe binnen milieueconomie en meer bepaald voor de evaluatie van beslissingprocessen aangaande de ontwikkeling van de ondergrond. Ik voer deze onderzoeksactiviteiten uit in nauwe samenwerking met wetenschappers Geologie en Hydrogeologie. Onze centrale onderzoeksvraag is hoe de ondergrond op een duurzame manier te ontwikkelen en te beheren. Geologische hulpbronnen spelen een cruciale rol in het dagelijks leven. De ondergrond biedt meerdere diensten ( bv. grondwaterwinning, opslag en winning van energie, ....) en de vraag naar het gebruik van de ondergrond neemt toe (vb. mogelijk toekomstig gebruik van de ondergrond voor de sequestratie van CO2 of berging van nucleair afval). Deze activiteiten vinden plaats op verschillende dieptes of in dezelfde geologische lagen. Omdat het aantal geologische formaties die geschikt zijn voor deze activiteiten beperkt is en omdat de ondergrond een complex en onderling verbonden systeem is, ontstaat er concurrentie tussen ondergrondse toepassingen. Ondergrondse activiteiten staan ​​namelijk niet op zichzelf. Activiteiten uit het verleden (zoals mijnbouw) hebben sporen nagelaten die bepaldend zijn voor het huidige ondergrondse gebruik en huidige ondergrondse activiteiten zullen sporen achterlaten die de opties voor toekomstig gebruik van de ondergrond zullen bepalen. Ook zijn er verschillende ondergrondse activiteiten tegelijkertijd actief. De reële optie theorie bestrijkt traditioneel slechts één perspectief: het economische perspectief. Naast (hydro) geologische aspecten streven we er ook naar om zowel bovengrondse milieueffecten als sociale aspecten zoals ecologische rechtvaardigheid en stakeholderpercepties te integreren. Met deze onderzoeksactiviteiten willen we inzicht krijgen over (i) de geologische en economische randvoorwaarden die de selectie van ondergrondse ontwikkelingsopties bepalen, (2) de ecologische economische kosten en baten die samenhangen met interagerende ondergrondse activiteiten, (iii) de opties die beschouwd kunnen worden als het meest waardevol om het risico van negatief interfererende ondergrondse activiteiten te beheersen, (iv) over het plannen van gelijktijdige of opeenvolgende ontwikkeling van ondergrondse activiteiten zodat de ondergrond kan worden ontwikkeld met de hoogste verwachte baten en de laagste verwachte economische en milieurisico's, en (v) over hoe ondergrondse hulpbronnen eerlijk verdeeld kunnen worden binnen en over generaties heen. De toepassing van de reële optietheorie is niet enkel relevant binnen milieueconomie. Ik pas deze methodologie ook toe voor de planning van stedelijke projecten (i.s.m. Prof. Dr. Tom Coppens) en transporteconomie (i.s.m. Prof. Dr. Bruno De Borger).

Rewild the city 01/12/2024 - 31/05/2028

Abstract

Planetaire grenzen, Geen Netto Landinname en het donutmodel benadrukken allemaal de dringende behoefte aan een paradigmaverschuiving in stedelijke planning en groei. Het omzetten van deze modellen naar de realiteit brengt echter aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Vergroeningsinitiatieven worden belemmerd door financiële beperkingen, beperkte ondersteuning en capaciteitsproblemen. Hoewel sommige proefprojecten succesvol zijn geweest, is er dringend behoefte om van proefprojecten over te gaan op grootschalige transitie. REWILD is erop gericht om - barrières te overwinnen die initiatieven voor rewilding en ontzuiling in de weg staan, - succesvolle pilots te implementeren en oplossingen te testen in drie wijken in Gent, - een strategie ontwikkelen om "No Net Land Take" te realiseren en bodemafdekking te verminderen. Deze strategie zal gebaseerd zijn op wetenschappelijke feiten en cijfers, die vertaald worden in indicatoren, prioriteiten en acties. Ze zal werken binnen de beperkingen van de middelen en zorgen voor een billijke verdeling van verantwoordelijkheden en voordelen, waardoor het transformatiepotentieel wordt gemaximaliseerd. Op stadsniveau bestaat er momenteel geen dergelijk kader in Europa en projecten waarbij belanghebbenden worden betrokken om privé-eigendommen te ontzegelen zijn zeldzaam. Drie van de meest kwetsbare buurten van Gent zullen er op vooruitgaan op het vlak van biodiversiteit, klimaatbestendigheid, gezondheid en welzijn, speelruimte en meer, met de introductie van acht vergroende publieke ruimtes en bijkomende vergroende privé-eigendommen. Het project zal de stad uitrusten om de strategie en de ontwikkelde oplossingen te implementeren en de positieve impact te repliceren op andere plaatsen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Dynamische, geïntegreerde evaluatiemethodes voor de duurzame ontwikkeling van de ondergrond. Het Kempisch bekken. 01/10/2023 - 30/09/2027

Abstract

Het Kempisch Bekken is een unieke, geologische locatie in Vlaanderen die meer en meer in overweging genomen wordt voor toepassingen die bijdragen aan klimaatdoelen en energiezekerheid. De ruimte in de ondergrond is echter beperkt, wat leidt tot concurrerende toepassingen. Om beleid voor het beheren van interfererende activiteiten in de ondergrond (nadelig of gunstig) te vormen en indien nodig te prioriteren, is het essentieel om methoden te creëren voor de hydro-geologische karakterisering van deze interacties, waarbij ook rekening wordt gehouden met de bijhorende bovengrondse effecten. We bundelen de expertise van (inter)nationale hydro-geologische onderzoekseenheden om dynamische, gekoppelde modellen voor de ondergrond te ontwikkelen die simulaties op grote schaal mogelijk maken, terwijl ze voldoende accuraat blijven op het niveau van een enkele activiteit, en die rekening kunnen houden met geologische onzekerheid. We zullen deze methode integreren in methoden uit de milieueconomie en sociale wetenschappen om inzicht te krijgen in (i) indicatoren voor duurzame ontwikkeling van de ondergrond, (ii) bovengrondse milieu-, economische en sociale effecten, (iii) en hoe modelresultaten transparant te maken. Deze methode laten toe drempelwaarden te bepalen waaraan moet worden voldaan om de hydro-geologische, ecologische, economische en sociale criteria te respecteren om te komen tot een duurzaam beheer van de ondergrond in België en daarbuiten. Stakeholders uit de publieke en private sector en de lokale gemeenschap worden betrokken bij het onderzoek om inzicht te krijgen in hun perceptie van een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling van het Kempisch Bekken. Kennis wordt overgedragen op maat van de belanghebbenden zodat zij (i) kunnen komen tot een structurele visie op de duurzame ontwikkeling van het Kempens Bekken, (ii) interacties tussen activiteiten kunnen reguleren en beheren, en (iii) het gebruik van de ondergrond kunnen afstemmen op duurzaamheidsdoelstellingen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

CLIMATEFIT - Veerkrachtige klimaatfinanciering en investeringstaskforces 01/09/2023 - 31/12/2026

Abstract

Er moet sneller actie worden ondernomen om onze steden en omgevingen aan te passen aan de onvermijdbare gevolgen van klimaatverandering. Klimaat adaptieve investeringen moeten worden opgeschaald. Publieke budgetten zullen onvoldoende zijn om aan de financieringsuitdaging van klimaatadaptatie te beantwoorden. Financiering van de private sector zal ook nodig zijn. CLIMATEFIT draagt bij aan het overbruggen van de financieringskloof voor klimaatadaptatie door publieke overheden capaciteiten bij te brengen die nodig zijn om verschillende publieke en private financieringsbronnen aan te trekken, en door private financieringsinstellingen capaciteiten bij te brengen om te investeren in duurzame projecten. CLIMATEFIT zal experimenteren in 20 gebieden in Zuid-, Oost- en Noordwest-Europa om daar de weg in te slaan naar klimaatbestendigheid. Het onderzoek start met het inventariseren van barrières en faciliterende factoren in het huidige investeringslandschap van klimaatadaptatie. CLIMATEFIT zal een innovatieve handleiding ontwikkelen die helpt financiering van klimaatadaptatie op te schalen door middel van innovatieve financiële mechanismen en business cases. Dit gebeurt door 1) het mee ontwerpen van 20 innovatieve investeringsstrategieën die helpen financieringsbronnen te identificeren; 2) het ontwikkelen van 10 geloofwaardige en opschaalbare investeringsplannen die helpen om financieringsstromen te faciliteren en investeringsconcepten te definiëren; 3) het opzetten van 4 rendabele pilootprojecten op maat gemaakt voor 4 gebieden uit het project. CLIMATEFIT zal trajecten uitwerken voor financieringsinstellingen om financieringsstromen voor klimaatadaptatie te versnellen, om aangepaste methoden te testen voor het belonen van klimaatinvesteringen, en om slimme oplossingen voor klimaatfinanciering toe te passen. Verder zullen er lokale taskforces worden opgericht bestaande uit overheden en private financieringsinstellingen die een systematische en duurzame aanpak voor financiering zullen voorstellen. Geleid door WCF zal dit consortium kennis creëren, meewerken aan oplossingen voor overheden en private actoren, en de EU informeren over duurzame financiële beleidsvormen voor klimaatadaptatie. Tot sloot beoogt CLIMATEFIT om klimaatfinanciering in Europa een boost te geven door het consolideren van de kennis in de lokale taskforces, en door het promoten en opschalen van de resultaten in Europa door middel van een online 'One Stop Shop', een marketplace waarop alle tools en informatie wordt verzameld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Multidisciplinaire evaluatie van interagerende activiteiten in de ondergrond: de fundamenten. 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

Geological hulpbronnen zijn waardevol en worden voor meerdere doeleinden gebruikt. Omdat de ondergrond een onderling verbonden systeem is, ontstaat er concurrentie tussen activiteiten in de ondergrond. Het is momenteel te moeilijk om een effectief beleidskader vast te stellen omdat huidige evaluatiemodellen gericht zijn op de evaluatie van activiteiten apart. De interacties tussen de activiteiten worden niet gekwantificeerd. Het voorgestelde MASSIF-project beoogt de ontwikkeling van een interdisciplinair en dynamisch modelleringskader dat innovatief gekoppelde hydrogeologische modellen integreert met reële optie analyse, speltheorie en milieu-impact analyse op niveau van een territorium. Deze evaluatiemodellen zullen toegepast worden op het Kempisch Bekken, gebruik makend van data afkomstig van gasopslagplaats te Loenhout (Fluxys), diepe geothermische toepassingen (J&J), data van bovenliggende grondwaterlagen (UGent), en data van twee nog te plaatsen monitoring stations te Merksplas. Met dit methologisch raamwerk beogen we (i) de kwantificering van interacties tussen activiteiten in de ondergrond (ii) de bepaling van randvoorwaarden voor het gelijktijdig plaatsvinden van activiteiten, (iii) trade-offs in impacts, en (iv) de afweging tussen risico's en baten. MASSIF legt de fundamenten voor een meer generiek methodologisch kader dat toepasbaar is op andere activiteiten, om synergieën te bestuderen alsook andere hydro-geologische en social aspecten of beleidsaspecten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Blauwdrukdemonstratie voor co-gecreëerde effectieve, efficiënte en veerkrachtige netwerken van MPA's (BLUE4ALL) 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

BLUE4ALL zal regelgeving over Europese (netwerken van) MPA's afstemmen op bottom-up maatschappelijke verwachtingen als garantie voor het bereiken van effectieve, efficiënte en veerkrachtige MPA's en netwerken van MPA's die voldoen aan de doelstellingen van de EU Biodiversiteitsstrategie 2030. Door belanghebbenden van de 25 informatiesites en Living Labs van BLUE4ALL te mobiliseren, d.w.z. locaties in de Middellandse Zee, de Oostzee en de Noordoost-Atlantische regio's waar (netwerken van) MPA's zijn opgezet en waaruit lessen kunnen worden getrokken over succes en falen afhankelijk van hoe uitdagingen werden aangepakt, zullen we samen robuuste en repliceerbare sociale, bestuurlijke, ecologische en ecologische instrumenten creëren om de doelstellingen voor behoud en/of herstel op sociaal duurzame en aanvaardbare manieren te bereiken. Deze op wetenschap gebaseerde tools zullen worden getest in Living Labs, d.w.z. locaties waar (netwerken van) MPA's worden opgezet en waar deze tools kunnen worden ingevoerd in het lopende MPA-proces. De geoperationaliseerde en geteste frameworks zullen uiteindelijk worden veralgemeend tot een Blueprint Platform voor het co-creëren van effectieve, efficiënte en veerkrachtige (netwerken van) MPA's. Dit schema scheidt generiek ondervonden uitdagingen en toegepaste oplossingen van MPA (netwerk)specifieke uitdagingen en oplossingen en ontwikkelt op een gebruiksvriendelijke manier begeleiding voor eindgebruikers (d.w.z. MPA (netwerk)beheerders en autoriteiten). Deze begeleiding zal de vorm aannemen van een interactief webgebaseerd Blueprint Platform dat de eindgebruikers leidt naar die uitdagingen en oplossingen die het meest van toepassing zijn op hun site(s). Gebruiksvriendelijkheid en toepasbaarheid zullen worden gemaximaliseerd door de ontwikkeling van het Blueprint Platform tijdens het hele ontwikkelingsproces te toetsen bij de actoren en belanghebbenden van de Living Labs. Kennisoverdracht en interactie met belanghebbenden en de samenleving in het algemeen op lokale tot regionale schaal zal leiden tot de ontwikkeling van een platform voor MPA-netwerken om te communiceren met praktijkgemeenschappen, waardoor de BLUE4ALL-erfenis wordt gestimuleerd tot zijn uiteindelijke doel om onze oceanen en wateren te herstellen

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het bieden van operationele economische beoordelingsmethoden en -praktijken voor geïnformeerde besluitvorming in klimaat- en milieubeleid (PATTERN) 01/06/2022 - 31/05/2025

Abstract

De algemene doelstelling van het PATTERN-project is het verbeteren van het vermogen van beoefenaars om beslissingen te nemen op het gebied van klimaat en milieu door een platform te ontwikkelen voor de economische beoordeling van beleid en maatregelen. Om deze algemene doelstelling te bereiken, zal het project een operationele geïntegreerde economische beoordelingsbenadering ontwikkelen (WP3 en 4), richtlijnen leveren om ex-post en ex-ante analyses te overbruggen (WP1), een effectief participatief proces bouwen en demonstreren vanTheories of Change (WP2), creëren een Europese praktijkgemeenschap voor klimaat- en milieubeleidsvorming (WP6) en creëren van een one-stop-shop waar alle beleidsmakers en besluitvormers gemakkelijk toegang hebben tot de projectresultaten en deze gemakkelijk kunnen gebruiken. PATTERN zal besluitvormers, belanghebbenden en het publiek dus meer realistische en operationele mogelijkheden bieden om hun beleid en de gevolgen ervan systematisch te beoordelen. Het zal een basis bieden voor het verbeteren van (i) methodologieën, technieken en modellen voor het uitvoeren van economische beoordeling van klimaat- en milieubeleid (ii) het bredere beleidsevaluatiekader en de praktijken die momenteel worden gebruikt in Europese landen en hun regio's en (iii) analyse en betrokkenheid op maat strategieënstructuren voor participatie en co-creatie met relevante belanghebbenden en sleutelactoren om de operationele capaciteit te versterken en de impact van Europees beleid op klimaat en milieu te verbeteren. Over het algemeen zullen de resultaten die zijn verkregen uit een grondige ex-post en ex-ante analyse van de 5 casestudy's van het PATTERN nieuw bewijs opleveren over de effectiviteit van verschillende soorten regelgevingsstrategieën, -instrumenten en -benaderingen voor klimaat- en milieubeleid en inzichten voor het ontwerp en evaluatie van de uitvoering van relevant Europees beleid.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Versnellen en opschalen van transformationele klimaatadaptatie in Europa: demonstratie van water-gerelateerde innovatiepakketten (TransformAr). 01/10/2021 - 30/09/2025

Abstract

De gevolgen van klimaatverandering voor mensen, welvaart en planeet zijn alomtegenwoordig, maar ongelijk verdeeld, zoals wordt gesteld in de nieuwe Klimaatadaptatiestrategie van de EU. Om klimaatgerelateerde risico's te verminderen, zijn de Europese Commissie en het IPCC het erover eens dat een institutionele en maatschappelijke transformatie nodige is. Het TransformAr-project heeft tot doel producten en diensten te ontwikkelen en te demonstreren om een grootschalige transformatie door te voeren en te versnellen in kwetsbare regio's en gemeenschappen in Europa. De 6 TransformAr demonstratieprojecten staan voor een gemeenschappelijke uitdaging: watergerelateerde risico's en effecten van klimaatverandering. Op basis van bestaande succesvolle initiatieven zal het project in 6 gebieden oplossingen en trajecten, geïntegreerd in innovatiepakketten, ontwikkelen, testen en demonstreren. Transformationele trajecten, inclusief een geïntegreerde risicobeoordelingsaanpak, worden mede ontwikkeld door middel van 9 modulaire blokken voor transformationele adaptatie. Een set van 22 geteste, actiegerichte adaptieve oplossingen wordt getest en gedemonstreerd. De oplossingen omvatten Natuur-gebaseerde oplossingen, innovatieve technologieën, financierings-, verzekerings- en bestuursmodellen, bewustmakings- en gedragsveranderende oplossingen. Het projectteam, geleid door Universiteit Antwerpen, bestaat uit 22 partners uit 11 landen. Een susbtantiële toename van maatschappelijke veerkracht en een versnelling van de nodige transformaties zal worden bevorderd door het clusteren van verschillende investeerders, het testen van financierbare oplossingen, en het definiëren van een (niet-)commerciële exploitatiestrategie voor de TransformAr oplossingen, producten en diensten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden (INNOFINS). 01/10/2021 - 30/09/2025

Abstract

Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaat adaptatie en mitigatie. Er is een groeiend noodzaak om natuurgebaseerde oplossingen (NBO) met groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen die klimaatverandering op een geïntegreerde, systemische en duurzame manier benaderen. Hoewel investeringen in NBO's erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en maatschappelijke doelen, zijn de publieke budgetten in Vlaanderen hiervoor ontoereikend. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen investeringen en noden. De publieke onderfinanciering staat in scherp contrast met de beschikbaarheid aan private middelen voor investeringen. NBO projecten hebben vaak zeer hoge aanvangskosten en kennen erg diffuse baten op lange termijn die niet gemakkelijk te vertalen zijn naar inkomstenstromen. Er zijn dus nieuwe verdienmodellen noodzakelijk die private investeringen kunnen activeren, binnen de Vlaamse context. In dit project onderzoeken we drie nieuwe vormen van innovatieve financiering door reële NBO business cases te ontwikkelen via baatafroming, impactfinanciering en volksfinanciering via initial coin offerings (ICOs). Nieuwe financierings en verdienmodellen staan echter niet op zichzelf en hebben een relatie met planningsinstituties en processen, beleidsarrangementen, methodes voor waardebepalingen en juridische instrumenten. Bovendien houden ze ook sociale gevaren in wanneer ze meervoudig worden toegepast. Om een realistische en holistische aanpak te ontwikkelen, willen we een trans- en interdisciplinair onderzoek opzetten, waarbij de financieringsinstrumenten worden geëvalueerd op hun ruimtelijke, juridische, beleidsmatige, economische en sociale impact. Via de leeflabs kunnen we de ruimtelijke, juridische, institutionele en sociale impact geïntegreerd evalueren en het nut optimaliseren voor maatschappelijke gebruikers.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een dynamische en multi-dimensionele evaluatie van interagerende activiteiten in de ondergrond. Een case study voor het Kempisch Bekken. 01/10/2021 - 30/09/2025

Abstract

De ondergrond kan beschouwd worden als een geologische systeem dat een verscheidenheid aan diensten biedt. In Vlaanderen is het Kempens Bekken uniek in de zin dat er verschillende soorten van activiteiten ontwikkeld kunnen worden in verschillende diepten gaande van grondwaterwinning in de meer ondiepe lagen tot de seizoenale opslag van gas en winning van diepe geothermie in de diepere lagen (500 - 3000m). Elk van deze toepassingen heeft een unieke hydrogeologische voetafdruk die verder rijkt dan het volume dat gebruikt wordt of de tijdsspanne waarbinnen de activiteit plaatsvindt. Ze hebben ook elk een eigen, maar steeds grootschalige economische, milieu en sociale impact. Omdat de ruimte in de ondergrond beperkt is en omdat activiteiten elkaar kunnen beinvloeden, komen de verschillende activiteiten met elkaar in conflict. Om het gebruik van de ondergrond te plannen en te beheren is er nood aan gepaste modellen die de hydrogeologische interactie-effecten kunnen berekenen alsook de economische en milieu-implicaties. Doelstelling van dit onderzoek is de ontwikkeling van een dynamische en interdisciplinaire methode om de hydrogeologische, economische, en milieugerelateerde impacten van verschillende mogelijke ontwikkelingspaden voor de ondergrond te berekenen, rekening houdend met verschillende economische actoren, interactie-effecten, verschillende bronnen van onzekerheden en flexibiliteitsopties. Daartoe worden de principes van de reële optie theorie gecombineerd met die van speltheorie en gekoppeld aan een hydrologeologisch model dat de interferentie-effecten tussen verschillende activiteiten in de ondergrond berekent. De resultaten van deze interdisciplinaire methode geven inzichten over de balans tussen de verwachte risico's en opbrengsten van mogelijke ontwikkelingsscenario's van de Kempische ondergrond, over de meest waardevolle flexibilitetisopties, en over hoe simultane of opeenvolgende activiteiten in de ondergrond te plannen en te beheren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

InSusChem - Consortium voor Geïntegreerde Duurzame Chemie Antwerpen. 15/10/2020 - 31/12/2026

Abstract

Dit IOF consortium verbindt chemisten, ingenieurs, economisten en milieu-wetenschappers in een geïntegreerd team om maximale impact te genereren in de duurzame sleuteltechnologieën, materialen en reactoren, die een cruciale rol spelen in een duurzame chemische industrie en in de economische transitie naar een circulaire, grondstofefficiënte en koolstofneutrale economie (deel van de 2030 en 2050 doelen waarin Europa een leidende rol wil spelen). Innovatieve materialen, hernieuwbare chemische grondstoffen, nieuwe/alternatieve reactoren, technologieën en productie methoden zijn essentiële en centrale elementen om dit doel te bereiken. Door hun onderlinge verstrengeling is een multidisciplinaire, gecoördineerde inspanning als team cruciaal om succesvol te kunnen zijn. Bovendien is vroegtijdige voorspelling en identificatie van sterktes, opportuniteiten, zwakten en bedreigingen in levenscyclusanalyse, techno-economische analyse en duurzaamheidsbeoordeling een objectieve en noodzakelijke sleutel om duurzaamheid in te bouwen tijdens de design fase en om effectieve kennis-gedreven beslissingen te nemen en focus te houden op de grootste bijdragen aan duurzaamheid. Het consortium focust op duurzame chemische productie door efficiënt en alternatief energiegebruik, gekoppeld aan circulariteit, nieuwe chemische reactiepaden, technologieën, reactoren en materialen, die toelaten om alternatieve grondstoffen en energie te gebruiken. De kern van technologische expertise wordt ondersteund door expertise in simulaties, techno-economische en milieu impact beoordelingen en onzekerheidsidentificatie om de technologische ontwikkeling te versnellen via kennis gedreven design en vroeg stadige identificatie van sleutel onderzoek nodig voor een versnelde groei en maximale impact op duurzaamheid. Om deze doelen te bereiken, zijn de consortiumleden gegroepeerd over 4 samenhangende valorisatie programma's gefocust op sleutelelementen die de performantie bepalen en de chemische industrie en technologie hun meerwaarde geven en verder doen groeien: 1) hernieuwbare grondstoffen, 2) duurzame materialen en materialen voor duurzame processen, 3) duurzame processen die efficiënt gebruik maken van alternatieve hernieuwbare energie en/of circulaire chemische bouwstenen gebruiken; 4) innovatieve reactoren voor duurzame processen. Daarenboven zijn transversale sleutelexpertises geïntegreerd, die essentiële ondersteuning bieden en data gebaseerde beslissingen mogelijk maken in de 4 valorisatie programma's door simulaties, techno-economische en milieu-impact beoordelingen en onzekerheidsanalyses.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een duurzaam en dynamisch beheer van activiteiten in de diepe ondergrond 15/09/2020 - 14/09/2030

Abstract

Maatschappelijke uitdaging: De diepe ondergrond is een waardevolle maar kwetsbare hulpbron die zorgvuldig moet worden beheerd. Momenteel worden activiteiten in de diepe ondergrond ad-hoc toegewezen en lopende onderzoeken naar ondergrondse activiteiten (bijvoorbeeld CCS, aardwarmte) focussen louter op de technologie. De diepe ondergrond wordt niet beschouwd als een geologische hulpbron die op een duurzame en dynamische manier beheerd moet worden, gegeven geo-technische en economische onzekerheden. Uitdagingen hebben betrekking op i) de druk die het gebruik van geologische hulpbronnen uitoefent op de geologische en biofysische omgeving, ii) oneerlijke verdeling van geologische rijkdommen, iii) falende beleidsinstrumenten, en iv) onzekerheden. Doelstelling Er zal een interinstitutioneel team van doctorandi en contractonderzoekers opgericht worden onder leiding van de FED-tWIN-onderzoeker. De doorlooptijd van 10 jaar wordt gebruikt om me te specialiseren in i) het definiëren van een geologisch en duurzaam omvang van het gebruik van de ondergrond rekening houdend met de interferentie van ondergrondse activiteiten, ii) de ontwikkeling van ondersteuningsmodellen voor geologische economische beslissingen om het behoud, de prioritering en rechtvaardigheid te evalueren van de toewijzingsprocedure van geologische hulpbronnen, iii) de beoordeling van collectieve bestuursstructuren waarmee moet worden omgegaan om milieueffecten te beheren, iv) de ontwikkeling van reële optiemodellen en adaptieve kaders voor gezamenlijk beheer rekening houdend met de onomkeerbare gevolgen van ondergrondse activiteiten, verschillende soorten onzekerheden, en de flexibiliteitsopties die bedrijven en beleidsmakers hebben. Deze solide kennisbasis zal internationaal geavanceerd zijn en staat garant voor succesvol en langdurig onderzoek op het gebied van geologische en ecologische economie onder auspiciën van het KBIN en de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Maatschappelijke impact van het gebruik en beheer van de Vlaamse diepe ondergrond. 02/01/2023 - 01/04/2024

Abstract

Dit project beoogt het identificeren van hydrogeologische, ecologische, economische en sociale criteria voor een duurzaam beheer van de ondergrond in Vlaanderen. Geologische methoden, worden gekoppeld aan methoden uit de milieueconomie en sociale wetenschappen om inzicht te krijgen in: (i) indicatoren en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling van de ondergrond, (ii) geologische mogelijkheden en impacts, en (iii) bovengrondse milieu-economische en sociale effecten. Stakeholders uit de publieke en de private sector worden actief betrokken bij het onderzoek om inzicht te krijgen in hun perceptie van een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling van de ondergrond. Doel van dit onderzoek is de opdrachtgever (het Vlaams Planbureau Omgeving - VPO) handvaten aan te reiken om op een weloverwogen manier (wetenschappelijk verantwoord en maatschappelijk betrokken) strategische beleidskeuzes te maken omtrent het duurzaam gebruik van de diepe ondergrond in Vlaanderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een sociaal rechtvaardig gebruik van de ondergrond (JUST). 01/12/2022 - 30/11/2024

Abstract

Kennishiaat: het beoordelen van de potentiële sociale impact van grootschalige industriële activiteiten in een planningsfase, blijft een enorme uitdaging, ondanks een enorme en groeiende literatuur over Social Impact Assessment (SIA) of Social Life Cycle Analysis (SLCA), en voortdurende inspanningen om een gestandaardiseerde methodologie te ontwikkelen die vergelijkbaar is met milieu-levenscyclusanalyse (LCA) (Alomoto et al., 2022). Deze uitdaging wordt nog groter als het gaat om activiteiten in de diepe ondergrond, omdat de link met de samenleving minder zichtbaar is. Pogingen om generieke belangrijke sociale categorieën en indicatoren voor bepaalde technologieën te ontwikkelen (bijv. Rafiaani et al. (2020) voor CCUS) zijn meestal gericht op sociaal-economische indicatoren zoals werkgelegenheidsimpact of indicatoren voor de volksgezondheid, die sterk gerelateerd zijn aan milieu-impactindicatoren. Dit komt mede door de relatief gemakkelijke meetbaarheid van dergelijke indicatoren, in vergelijking met minder tastbare en meer kwalitatieve zaken, zoals sociaal kapitaal of cohesie. Doelstelling: we zullen een raamwerk ontwikkelen voor kwalitatieve sociale impactanalyse als hulpmiddel voor het identificeren van wegen voor het (positief of negatief) beïnvloeden van het sociale weefsel en de belevingswaarde van getroffen gemeenschappen naarmate plannen en projecten voor ondergrondse activiteiten zich ontwikkelen. In plaats van deze impact expliciet af te wegen en te voorspellen, is een dergelijk kader bedoeld om het bewustzijn te vergroten van het evolutieve proces van de wederzijdse vorming van grootschalige ondergrondse projecten en hun sociale omgeving aan de oppervlakte, en om richtlijnen te geven over hoe een 'rechtvaardige' gebruik van de ondergrond te verzekeren. Taak 1: Literatuurstudie om mogelijke indicatoren en methoden op te lijsten voor het beoordelen van sociale impact door middel van stakeholderbetrokkenheid en pluralistische waardeoordelen met ecologische rechtvaardigheid als leidend kader. Taak 2: In kaart brengen van belanghebbenden: (a) identificeren van relevante actoren en mogelijk getroffen groepen; evenals (b) hun percepties en zorgen met betrekking tot mogelijke ondergrondse activiteiten in hun omgeving; en (c) hun interesse in en behoeften met betrekking tot deelname aan het gerelateerde besluitvormingsproces [focus op Erkenning Rechtvaardigheid].

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het overwinnen van de belemmeringen voor het ontwerpen en invoeren van economisch haalbare, milieuvriendelijke en maatschappelijk aanvaardbare waardeketens voor het afvangen, vervoeren, gebruiken en opslaan van koolstofdioxide (CCUS). 01/11/2022 - 31/10/2024

Abstract

Om de klimaatverandering en de aantasting van het milieu aan te pakken, heeft de EU doelstellingen vastgesteld waarbij de uitstoot van broeikasgassen (BKG) tegen 2050 netto nul moet zijn. Koolstofafvang, -benutting en -opslag (CCUS) zal naar verwachting een van de belangrijkste technologische oplossingen zijn, omdat daarmee de onvermijdelijke uitstoot van broeikasgassen kan worden aangepakt. Om CCUS-waardeketens tot stand te brengen en investeringen te stimuleren die ervoor zorgen dat de technologie op voldoende grote schaal beschikbaar komt, is het van cruciaal belang maatregelen te begrijpen, te ontwikkelen en uit te voeren om de ontwikkeling van de technologieën met het grootste potentieel te prioriteren en een eerlijke verdeling van de effecten en voordelen ervan, alsook billijkheid en rechtvaardigheid in de besluitvormingsprocessen te waarborgen. De huidige geavanceerde techno-economische en milieueffectbeoordelingen van CCUS zijn beperkt om de volgende redenen: (i) de heterogeniteit van potentiële CCUS-waardeketens, puntbronnen, afvangmethoden, vervoer, opslag en gebruik, (ii) de afhankelijkheid van specifieke informatie met betrekking tot achtergrondsystemen van specifieke technologieën, specifieke geografische omstandigheden en perioden, (iii) het huidige gebrek aan aanvaarde benchmarks en geïntegreerde duurzaamheidsbeoordelingen voor CCUS en (iv) de sociale dimensie die in de huidige beoordelingen niet aan bod komt. Dit maakt de huidige geavanceerde methoden gegevensintensief en de verkregen resultaten zeer specifiek. Er is dus behoefte aan een gestandaardiseerd, geharmoniseerd, generiek methodologisch kader om het ontwerp en de invoering van economisch haalbare, ecologisch wenselijke en sociaal aanvaardbare CCUS-waardeketens te stimuleren. Dit vereist een multidisciplinaire en interdisciplinaire aanpak waarbij deskundigheid op verschillende gebieden wordt betrokken: chemische ingenieurstechnieken, economie, sociologie, kwantitatieve duurzaamheidsbeoordelingen, processysteemtechniek en belanghebbenden in de gehele waardeketen. De vooropgestelde postdocuitdaging luidt als volgt: " Hoe kunnen we inzicht creëren in de hefbomen die nodig zijn om economisch haalbare, milieuvriendelijke en sociaal aanvaardbare waardeketens voor de afvang, het transport, het gebruik en de opslag van koolstofdioxide (CCUS) te ontwerpen en in te voeren?" De volgende aspecten zullen naar verwachting aan bod komen : - Verder gaan dan het huidige onderzoek naar de duurzaamheidseffecten van CCUS. - Een geharmoniseerd, holistisch, geïntegreerd prospectief/ex-ante duurzaamheidsbeoordelingskader bieden voor het volledige CCUS-systeem en de CCUSwaardeketens, waardoor de ontwikkeling van de technologisch, economisch haalbare, ecologisch wenselijke en sociaal aanvaardbare CCUS-technologieën en -waardeketens wordt vergemakkelijkt. - Betrokkenheid van verschillende belanghebbenden bij de CCUS-waardeketens - Reproduceerbaarheid en eerlijke benchmarking van CCUS-technologieën - Beoordelingen die toelaten om het onderzoek en ontwikkeling in de meest optimale richting te sturen en de gebieden van technologieën en systemen aan te wijzen die het grootste potentieel hebben en waar verbetering nodig is.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het gebruik van de diepe ondergrond op een duurzame schaal: een ecologisch economische benadering (TraSCee). 01/12/2021 - 30/11/2023

Abstract

Socio-ecologische systemen zijn gekoppelde systemen van de mens en de natuurlijke omgeving, waarbij de nadruk wordt gelegd op het feit dat de mens moet worden gezien als onderdeel van, en niet los van, die natuurlijke omgeving. Momenteel bestaat er geen degelijke wetenschappelijke basis die de complexe interacties op het grensvlak van de geologische systeemcomponent en de sociaal-economische systeemcomponent beschrijft. Beslissingen over het gebruik van de ondergrond, veranderingen in de ondergrond, daarmee samenhangende bovengrondse mondiale en lokale milieuveranderingen, energieproductiesystemen, energieverbruikspatronen en afvalverwerkingsnetwerken zijn activiteiten die de geologische en sociaaleconomische elementen van dit bredere socio-ecologische systeem in overeenstemming brengen. Om dit systeem te besturen, is het belangrijk om inzicht te krijgen in hoe sociaal-economische en geologische omstandigheden de processen en patronen beïnvloeden die dit systeem en de ingebedde interacties vorm geven. Het doel van dit onderzoeksproject is het samenbrengen van de nodige elementen voor het modelleren van het geologische en socio-economische systeem om de interactieprocessen gerelateerd aan specifieke ondergrondse activiteiten (diepe geothermie, seizoensgebonden gasopslag en berging van hoogradioactief afval) te bestuderen in een relevante geologische context: het Kempisch Bekken. Zo kan bekeken worden hoe dit ondergrondse reservoir optimaal kan worden ontwikkeld. Dit houdt in dat het concept van duurzame schaal moet worden gedefinieerd door de schaal van de activiteiten te dimensioneren en te timen, zodat huidige en toekomstige generaties in gelijke mate kunnen gebruik maken van de ondergrondse hulpbronnen. Elk van de activiteiten leggen op hun eigen manier een tijdelijke of blijvende claim op de ondergrond en dragen al even verschillend bij aan het huidige en toekomstige welzijn. Het onderzoeksresultaat is een geologisch-sociaal-economisch model dat zal fungeren als een stochastisch raamwerk en dat het huidige begrip en de onzekerheden over boven- en ondergrondse interacties expliciet maakt. Elk volgend reservoir of socio-economisch model dat de scenario's voor de ontwikkeling van de ondergrond voor het Kempens bekken analyseert, zal rechtstreeks uit dit kader putten. Eerst zullen de huidige geologische en socio-economische modellen van het Kempens bekken worden herzien en vertaald naar een geologisch-sociaal-economisch modelleringskader. Vervolgens zal de asymmetrie van onder- en bovengrondse interferentie-effecten gerelateerd aan deze drie activiteiten worden geïdentificeerd en beschreven in een bestaande geologisch-economische context en zal worden besproken hoe dit leidt tot een genest en interactief reservoirmodel gekoppeld aan een socio-economisch beslissingskader. Uitgaande van dit geïnformeerde geconceptualiseerde model, zullen de verschillende ondergrondse activiteiten worden gemodelleerd in box-type reservoir modellen en socio-economische modellen die het stellen van randvoorwaarden zullen vergemakkelijken en het mogelijk maken om modellen in één raamwerk te combineren. Deze benadering van geneste modellering maakt het mogelijk om geologische en socio-economische resultaten te integreren en deze verder te brengen om de interferenties van de verschillende activiteiten te bestuderen, en de geologische component te koppelen aan de socio-economische systeemcomponent.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

InnoFiNS. Implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden. 01/12/2020 - 30/11/2024

Abstract

Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaat adaptatie en mitigatie. Er is een groeiend noodzaak om natuurgebaseerde oplossingen (NBO) met groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen die klimaatverandering op een geïntegreerde, systemische en duurzame manier benaderen. Hoewel investeringen in NBO's erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en maatschappelijke doelen, zijn de publieke budgetten in Vlaanderen hiervoor ontoereikend. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen investeringen en noden. De publieke onderfinanciering staat in scherp contrast met de beschikbaarheid van private middelen voor investeringen. NBO projecten hebben vaak zeer hoge aanvangskosten en kennen erg diffuse baten op lange termijn die niet gemakkelijk te vertalen zijn naar inkomstenstromen. Er zijn dus nieuwe verdienmodellen noodzakelijk die private investeringen kunnen activeren, binnen de Vlaamse context. In dit project onderzoeken we drie nieuwe vormen van innovatieve financiering door reële NBO business cases te ontwikkelen via baatafroming, impactfinanciering en volksfinanciering via initial coin offerings (ICOs). Nieuwe financierings- en verdienmodellen staan echter niet op zichzelf en hebben een relatie met planningsinstituties en processen. Om een realistische en holistische aanpak te ontwikkelen, willen we een trans- en interdisciplinair onderzoek opzetten, waarbij de financieringsinstrumenten worden geëvalueerd op hun ruimtelijke, juridische, beleidsmatige, economische en sociale impact. Via de leeflabs kunnen we de ruimtelijke, juridische, institutionele en sociale impact geïntegreerd evalueren en het nut optimaliseren voor maatschappelijke gebruikers. Dit project zal worden geïntegreerd in het FWO-SBO voorstel Innofins indien het toegekend word. De SEP middelen zullen worden aangewend ter financiering van één onderzoeksspoor uit het voorstel en de aanstelling van een post doctoraal onderzoeker ter voorbereiding van een gelijkaardige onderzoeksaanvraag.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ondersteuning voor de economische aspecten van maatregelen en beleidsopties inzake biodiversiteit. 01/12/2020 - 01/12/2023

Abstract

Dit project omvat de ondersteuning van de Federale Overheid van België bij economische aspecten, beleidsmaatregelen, beleidsinstrumenten en beleidsopties inzake biodiversiteit. Daarbij kan ook de economische waardering van ecosysteem diensten van belang zijn.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verkennend onderzoek m.b.t. de oprichting werkbank financiering van het Toekomstverbond. 23/11/2020 - 31/01/2021

Abstract

Evaluatie van bestaande documenten die voor verschillende deelprojecten en leefbaarheidsprojecten in de omgeving van de Antwerpse ring de verwachte kosten en effecten kwantificeren. Voorstelling van een gestructureerd overzicht van de informatie die beschikbaar is. Stakeholder analyse en interviews om de verwachtingen m.b.t. de oprichting van een werkbank financiering in kaart te brengen. Opstellen van een plan van aanpak voor een dergelijke werkbank.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Beleidsondersteuning voor besluitvorming onder onzekerheid bij geothermische applicaties (DESIGNATE). 15/12/2019 - 15/12/2024

Abstract

Geothermische energie kan een belangrijke rol spelen in het energieproductieportfolio om klimaatdoelstellingen te bereiken en energiezekerheid te bieden. De huidige implementatie van geothermische energie in Belgie is zeer beperkt en het maken van nauwkeurige voorspellingen over het economisch potentieel is moeilijk vanwege grote onzekerheden. Het DESIGNATE-project zal hulpmiddelen en workflows ontwikkelen voor het onderzoeken van het potentieel van diepe geothermische energie en geothermische toepassingen in verlaten mijnen in België, waarbij rekening wordt gehouden met onzekerheid op reservoir-,technologie- en economisch niveau. De klassieke benadering van het gebruik van een beperkt aantal numerieke reservoirsimulaties als input voor economische modellen schiet vaak tekort op het gebied van onzekerheden, investeringsrisico's en regionale energie- en milieusimulaties. Analytische modellen kunnen snelle en continue resultaten leveren met een nauwkeurige weergave van onzekerheid in techno-economische en milieumodellen. Het DESIGNATE-project zal analytische modellen ontwikkelen voor verschillende geologische settings en technologische toepassingen. De uitdaging ontstaat wanneer er wordt afgestapt van eenvoudige putontwerpen en homogene reservoirs, en wanneer onzekerheid wordt geïntroduceerd. Deze analytische modellen zullen directe input leveren voor een geologisch-techno-eco nomische analyse (G-TEA) en een territoriale levenscycl usanalyse (LCA). De G-TEA omvat beslissingsboomanalyse en Real Options-analyse voor flexibele aanpassing aan onzekerheid. De territoriale LCA-aanpak omvat het bepalen van de effecten boven en onder het aardoppervlak, met een tijds- en ruimtelijk aspect. Zowel G-TEA- als LCA-resultaten zullen warden gekoppeld om een volledig overzicht te geven van de effecten van geothermische projecten. Tegelijkertijd zal de huidige versie van het Policy Support System (PSS) voor geo logische C02-opslag warden aangepast om geïntegreercle voorspellingen onder onzekerheid te maken over de inzet van geothermische projecten in een regionale context. PSS Geothermal zal het nemen van investeringsbes lissingen over geothermische projecten simuleren met behulp van optionaliteit en geneste Monte Carlo-berekeningen met limited foresight. Projectontwikkeling wordt gesimuleerd rekening houclencl met de analytische reservoirmodellen als natuurlijke hulpbron, de technische en economische aspecten van projectontwikkeling, warmtetransport, energievraag, energiemarkt en het beleidskader. Een zeer multidisciplinaire aanpak is noodzakelijk om deze integratie te voltooien.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Reële opties voor reële stedelijke projecten. 01/11/2019 - 31/10/2023

Abstract

Met dit onderzoeksmandaat zal ik een innovatieve aanpak ontwikkelen voor besluitvorming in complexe ruimtelijke projecten (CRPs) – bv. transportinfrastructuur en stedelijke ontwikkeling – en (stads)planning, gebaseerd op de economische reële optietheorie (ROT). In tegenstelling tot het statische rationale model en de "predict and control" aanpak, biedt de reële optie benadering een flexibele manier om met onzekerheden om te gaan door middel van flexibiliteitsopties die projectaanpassingen toestaan. Dit maakt projecten meer adaptief en dynamisch in een steeds veranderende omgeving. Omwille van de kloof tussen de ROT en de plannings- en ontwerppraktijk is de toepasbaarheid en praktische waarde van reële opties vandaag nog beperkt. Redenen hiervoor zijn de kwantitatieve complexiteit en het gebrek aan interactie met actuele besluitvorming. Door verschillende stakeholders in het onderzoek te betrekken en gebruik te maken van pilootprojecten voor de toepassing van reële opties in Vlaanderen zal ik onderzoeken welke methodes gepast zijn om de reële optietheorie af te stemmen op de noden van besluitvormers, planners, ontwerpers, enz. Doorheen dit project worden (I) kennislacunes opgelost in de bestaande literatuur over adaptieve planning en ontwerp, CRPs en de ROT. Daarnaast wordt (II) een reële opties-gebaseerd en gebruiksvriendelijk kader (tools, methoden, modellen) ontwikkeld om als flexibele en adaptieve benadering in planning, ontwerp en besluitvorming gebruikt te worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Reële opties voor reële stedelijke projecten. 01/10/2019 - 30/09/2022

Abstract

Dit interdisciplinair project wil een innovatieve aanpak ontwikkelen voor ontwerp en besluitvorming in complexe ruimtelijke projecten (CRP) en (stads)planning – gebaseerd op de economische reële optietheorie (ROT). Een reële optie aanpak biedt een flexibele manier om met dynamische onzekerheden om te gaan en om projecten aan te passen aan een dynamische en steeds veranderende omgeving. CRP zijn grootschalige projecten (bv transportinfrastructuur) met een hoge investeringskost, een lange doorlooptijd en meerdere publieke/private actoren. Beleidsmakers moeten met veel onzekerheden en risico's omgaan in CRP. Private en sociale kosten en baten voorspellen is moeilijk omdat verschillende onzekerheden er een impact op kunnen hebben. Onzekerheden managen is daarom een belangrijke taak in project management. Conventionele methodes die besluitvorming in CRP steunen zijn hier echter gebrekkig en statisch voor. De kosten-batenanalyse (KBA) en het milieueffectenrapport (MER) houden niet voldoende rekening met hoe onzekerheden voorspellingen kunnen beïnvloeden die resulteren in verschillende toekomst scenario's. conventioneel risicobeheer tracht risico's en onzekerheden zo veel mogelijk te elimineren door het vermijden, negeren, reduceren of doorschuiven van risico's. In negen op tien projecten worden kosten onderschat en/of worden baten overschat. De afgelopen twintig jaar wordt de ROT steeds meer naar voren geschoven als een alternatieve en flexibele aanpak in domeinen als energieplanning en (transport)infrastructuur. De ROT integreert de concepten van onomkeerbare besluitvorming, onzekerheid en flexibiliteit in de analyse van besluitvorming. ROT beschouwt flexibiliteitsopties ("reële opties") als waardevol om met meerdere onzekerheden om te gaan. Niet elke beslissing moet – vaak gebaseerd op verkeerde voorspellingen – in een vroege projectfase gemaakt worden. Flexibiliteitsopties voor beslissingen open houden daarentegen kan een project helpen beter aan te passen aan mogelijke veranderingen in de toekomst. Dit vereist het identificeren en opvolgen van onzekerheden en risico's – eerder dan ze vermijden – samen met het identificeren van flexibiliteitsopties om met onzekerheden om te gaan. De ROT is een kwantitatieve aanpak die methoden en modellen gebruikt om de waarde van deze flexibiliteitsopties te berekenen, als ook het bepalen van de optimale timing (scenario) om opties uit te voeren. Het helpt niet enkel projecten beschermen tegen mogelijke verliezen, maar staat ook toe om de toevoegde waarde van strategische en beter gebalanceerde beslissingen te verzilveren. Reële optie toepassingen in planning en ontwerp zijn echter zeer beperkt. Bovendien staat het theoretische potentieel en de toenemende academische populariteit in schril contrast met de beperkte praktijkwaarde, resulterend in een kloof tussen reële opties theorie en planning en ontwerp. Wij identificeerden drie bronnen voor deze kloof in onze review paper over reële optietoepassingen in (transport)infrastructuur: (I) vereenvoudigen van cases leidt tot een vereenvoudiging van de complexe realiteit en het negeren van meerdere onzekerheden en flexibiliteitsopties; (II) kwantitatieve reële optie methoden vereisen (geavanceerde) wiskundige kennis die vaak ontbreekt in besluitvorming; en (III) reële optie toepassingen tonen geen interactie met actoren in de praktijk. Hoe kan de kloof tussen reële optie theorie en planning en ontwerp worden overbrugd? Hoe kan de ROT worden omgevormd tot praktisch relevante methoden en tools voor CRP en planningsprocessen? Onze doelstelling is om een op ROT gebaseerd kader te ontwikkelen in samenwerking met experts en actoren van CRP in Vlaanderen – voor adaptieve planning dat toelaat om onzekerheden en flexibiliteitsopties in CRP beter te identificeren, beoordelen, managen en monitoren. Dit kan besluitvorming en planningspraktijken in Vlaanderen verbeteren, door CRP meer robuust en flexibel te maken in een dynamische en complexe realiteit.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ontwikkeling van pakking materialen en katalysatoren voor selectieve en energie efficiënte plasmagedreven conversies (PLASMACATDESIGN). 01/01/2019 - 31/12/2022

Abstract

PlasMaCatDESIGN heeft tot doel de ontwerpregels voor (katalytisch geactiveerde) pakking materialen te ontwikkelen om plasma-geactiveerde gasfase conversiereacties naar basis chemicaliën te verbeteren. Door de materiaal- eigenschap – performatie correlatie te begrijpen, beogen we het verhogen van de conversie, selectiviteit en energie efficiëntie van twee geselecteerde industrieel en milieu relevante model reacties waar plasma katalyse specifieke voordelen kan hebben: selectieve CO2 conversie naar C1-C5 (geoxideerde) koolwaterstoffen en anorganische amines (stikstof fixatie).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Reële opties voor reële stedelijke projecten. 01/07/2018 - 31/12/2019

Abstract

In dit interdisciplinaire project ontwikkelen we een conceptueel kader om om te gaan met risico's en onzekerheden bij complexe stedelijke projecten, gebaseerd op de reële opties theorie uit de economie. Ontwerpers en besluitvormers van stedelijke projecten worden geconfronteerd met een hoge mate van onzekerheid. De tijd tussen ontwerp en uitvoering kan immers meerdere decennia bedragen, waardoor stedelijke ontwerpen aanpasbaar en flexibel moeten zijn. Nochtans worden risico's en onzekerheden in de praktijk vaak genegeerd, afgezonderd of geminimaliseerd. De Nobelprijs winnende theorie van de reële opties biedt een nieuwe en formele benadering rond risico en onzekerheden. In de plaats van risico's te beschouwen als een bedreiging, beklemtoont de theorie de waarde van verschillende soorten van onzekerheden. Op basis van de inzichten uit de reële opties, wensen we een conceptueel raamwerk en aanpak te ontwikkelen voor complexe stedelijke projecten. We passen dit toe op de overkapping van de ring te Antwerpen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Investeringen in publiek transport: een rëele optie benadering 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

Bestaande reele optiemodellen evalueren het effect van onzekerheid op de timing van investeringen in publiek transport. Het project bestudeert het gedrag van een investeerder in publieke transportinfrastructuur die tracht de welvaart te optimaliseren en contrasteert dit met een winstmaximaliserende investeerder. Een sequentieel reeel optiemodel wordt ontwikkeld om na te gaan hoe onzekerheid betreffende de vraag naar publiek transport de optimale capaciteit en de optimale timing beinvloedt, en hoe dit op zijn beurt effect heeft op de vraag naar publiek transport. Dit laatste element is nieuw in de literatuur over reele opties. Hierdoor zal het project de state of the art in dit domein verschuiven; bovendien draagt het project bij aan de discussie betreffende de liberalisering van het openbaar vervoer. Tenslotte merken we op dat de samenwerking tussen de universiteiten van Antwerpen, Hasselt, Tilburg en de Norwegian University of Science and Technology een sterk team genereert in het domein van toepassing van reele optietheorie op publiek transport. diesntverleing in publiek transport.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een nieuwe waardeketen voor de Vlaamse bio-economie: waardevolle agro-industriële chemicaliën via innovatieve hout raffinage (BIOWOOD). 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

Het BioWood project richt zich op de uitbouw van de Vlaamse bio-economie door die kennis te ontwikkelen, noodzakelijk voor een nieuwe op hout gebaseerde waardeketen voor de chemische en agro-industrie. Daarbij zijn zowel economische als milieu aspecten belangrijk. Die waardeketen zal gebaseerd zijn op innovatieve conversietechnologieën, vanuit lokale, goedkope en beschikbare houtachtige biomassa tot hoogwaardige agro-industriële toepassingen. De belangrijkste doelstellingen zijn: (i) een gedetailleerde inventaris van de huidige beschikbare biomassa uit bossen, landschappen, import en afvalstromen in Vlaanderen en de bepaling van hun huidige waarde om een optimalisatie tool te ontwikkeling om de beste locatie voor een nieuwe biofabriek in Vlaanderen te bepalen op basis van kostenefficiëntie en duurzaamheidscriteria; (ii) design van een flexibel raffinage proces voor complexe en variable lignocellulose input om nieuwe organische producten te realiseren voor agro-industriële toepassingen; (iii) proof-of-concept van nieuwe producten voor agro-industriële toepassingen die gelijkwaardig zijn ten opzichte van de bestaande agro-industriële producten. (iv) techno-economische en reële optie analyse van de volledige waardeketen van bio-gebaseerde productie van houtige biomassa tot agro-industriële producten. Analyse van onzekerheid en flexibiliteit staat hierbij centraal.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cooperatieve reële opties in een milieu-economische context. 01/10/2016 - 14/09/2020

Abstract

Cooperatieve reële opties in een milieu-economische context worden bestudeerd in dit project. Reele opties houdt in dat het raamwerk zowel een dynamische als een stochastische dimensie heeft. vernieuwend is het cooperatieve aspect, waarbij verschillende bedrijven samen werken en een kodus gevonden dient te worden om de revenuen onderling te verdelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject