Onderzoeksgroep
Expertise
Tine Van Osselaer is professor in de geschiedenis van de spiritualiteit, devotie en mystiek aan het Ruusbroecgenootschap van de Universiteit Antwerpen. In de afgelopen jaren publiceerde ze over gender en religie (The pious sex. Catholic constructions of masculinity and femininity in Belgium, c.1800-1940, 2013); en gaf ze volumes uit over religie en geneeskunde (Sign or Symptom? Exceptional corporeal phenomena in religion and medicine in the nineteenth and twentieth centuries, 2017) religie en familie (Christian homes. Religion, family and domesticity in the 19th and 20th centuries, 2014), religie in de Eerste Wereldoorlog (themanummer van Trajecta. Religion, Culture and Society in the Low Countries, 23.2, 2014) en over lichamelijkheid en emoties (themanummer van Tijdschrift voor Geschiedenis, 126.4, 2013). Ze was PI van STIGMATICS: ‘Between saints and celebrities. The devotion and promotion of stigmatics in Europe, c.1800-1950’, een project dat werd gesponsord door de European Research Council (Starting Grant) en leidt momenteel de projecten “Patients and Passions. Catholic Views on Pain in Nineteenth-Century Austria” (gesponsord door FWO/FWF, een samenwerking met Maria Heidegger) en “Contested bodies. The religious lives of corpses” (gesponsord door FWO/SNF, een samenwerking met Angela Berlis).
Goddelijke gerechten. Smullen van religieus erfgoed.
Abstract
In 2025 bestaat het Ruusbroecgenootschap honderd jaar. Deze interdisciplinaire onderzoeksgroep van de UAntwerpen vergaarde in de afgelopen eeuw een indrukwekkende collectie primaire bronnen over de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden. Academici en studenten vinden gemakkelijk hun weg naar deze collectie die in juni 2011 werd erkend als Erfgoedbibliotheek, maar bij het bredere publiek is ze minder bekend. Het eeuwfeest biedt een uitgelezen mogelijkheid om ook dat doelpubliek te bereiken en beter vertrouwd te maken met deze bronnen over religieuze cultuur, devotie en mystiek in Vlaanderen. Liefde gaat door de maag, dus waarom zou appetijt voor de geschiedenis van de spiritualiteit niet kunnen worden opgewekt door in te zetten op de culinaire geneugten? Een kookboek op basis van de recepten en gerechten die we kunnen terugvinden in onze handschriften en oude drukken lijkt dan ook een ideale insteek om het bredere publiek op een toegankelijke manier te laten kennis maken met dit erfgoed. Korte verhelderende teksten zullen de lezer informeren over de rol die voedsel kon spelen binnen de christelijke cultuur (als bindmiddel in het sociale weefsel, maar ook als symbool in stichtende teksten). Dit biedt ons tevens de gelegenheid om onze kennis van deze bronnen verder uitte diepen en ook internationale experten attent te maken op dit aspect van onze uitzonderlijke erfgoedcollectie. De recepten zullen worden herwerkt voor de hedendaagse keuken, waardoor het publiek ook zelf aan de slag kan gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
- Co-promotor: Arblaster John
- Co-promotor: Schepers Kees
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wonderlijke martelaren. Een herdenken van reliekschrijnbeelden in een seculariserende tijd.
Abstract
De hernieuwde devotionele belangstelling voor de vroegchristelijke martelaren aan het begin van de negentiende eeuw en de daaropvolgende catacomben-romantiek vormden een vruchtbare bodem voor de ontwikkeling en brede verspreiding van antropomorfe reliekbeelden. Dit nogal eigenaardige type religieuze sculptuur, vaak gemaakt van was, stelt een stervende jonge martelaar voor (jongen of meisje, jonge man of jonge vrouw). Ze bevatten fragmenten van martelarenbeenderen uit de catacomben en werden als nieuwe heiligen onthaald in de kerken, instituten en scholen waar ze werden geïnstalleerd. Terwijl sommige beelden vandaag de dag nog steeds voorwerp van devotie zijn, hebben andere hun cultische functie verloren en zijn ofwel verwaarloosd, ontmanteld of als curiosum op internet verkocht. In dit project verkennen we verschillende manieren waarop we de kennis en waardering voor deze sculpturen kunnen vergroten, niet alleen als religieus betekenisvolle objecten maar ook als cultureel erfgoed.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Enscenering van het bovennatuurlijke. De rol van theater, wetenschap en media in het verschijnen en verdwijnen van spiritualistische performances in België, 1830-1930.
Abstract
Dit onderzoek zal de dynamische verweving van spiritualisme, theatraal entertainment, wetenschap en religie in België in kaart brengen en analyseren voor de periode tussen 1830 en 1930. Het project vertrekt van de hypothese dat performatieve en theatrale aspecten van spiritualisme essentieel waren voor zowel de opkomst en populariteit, als de ondergang van de beweging. Door te focussen op het performatieve karakter van séances en het levendige debat hieromtrent, wordt de dynamiek tussen de verschillende actoren van het spiritualistische onderzoeksveld in een nieuw licht gezet. Dit project zal de relaties onderzoeken tussen mediums en spiritualisten, professionele artiesten zoals goochelaars en wetenschappelijke en religieuze voor- en tegenstanders; kortom, zij die het spiritualisme in shows en publieke discussies levend hielden. De geografische focus ligt op België, een land met verschillende culturele contexten en een kruispunt van transnationale invloeden. De levendige Belgische spiritistische scène is tot op heden niet grondig onderzocht. Dit onderzoek zal de link tussen het spiritualisme en populaire performancecultuur blootleggen, waarbij dominante narratieven over de verschillende actoren, hun klassen en de plaats van de vrouw in het spiritualisme worden genuanceerd en bijgesteld. Daarbij wordt ook een beter begrip ontwikkeld van de rol van de technologische media in het creëren van theatrale effecten, empirisch bewijs en het ontmaskeren van séances.Onderzoeker(s)
- Promotor: Wynants Nele
- Co-promotor: Jonckheere Evelien
- Co-promotor: Van Osselaer Tine
- Mandaathouder: Welslau Hannah
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geschiedenis van de spiritualiteit, devotie en mystiek.
Abstract
Dit project bestudeert de geschiedenis van religieuze lichamen en maakt gebruik van inzichten uit de geschiedenis van pijn, gendergeschiedenis en de geschiedenis van emoties en zintuigen. Het omvat drie onderzoekslijnen: (1) katholieke percepties van pijn in de negentiende en twintigste eeuw - een periode waarin de middelen voor pijnbestrijding en -verlichting toenamen en zo een alternatief boden voor het (gewillig) aanvaarden van pijn als iets dat een goddelijk doel had en tot verlossing kon leiden. Door ons te richten op de praktijken en verhalen in verschillende katholieke milieus, waar zowel negatieve als positieve opvattingen over pijn circuleerden, kunnen we zien welke ervaringen van pijn een religieuze betekenis konden hebben en wie kon "lijden". Op die manier kan het scherpe onderscheid tussen religieuze en medische opvattingen in de negentiende eeuw worden genuanceerd en krijgt de geschiedenis van katholieke pijn iets van haar complexiteit terug. (2) Een andere onderzoekslijn zet in op het naleven van een lichaam als een "religieus object", gegrond in zijn materialiteit terwijl het de "materie" overstijgt, om 1) de mentaliteiten en praktijken te onderzoeken die het dode lichaam een religieuze betekenis verlenen (hoe gingen mensen om met het dode lichaam?); 2) bredere historische verschuivingen te zien in de manieren waarop religieuze gemeenschappen met het dode lichaam omgingen (dit gaat over vragen van toebehoren en eigendom; debatten over zelf-zijn, agency en lichamelijkheid). Onze hypothese is dat de betekenis van het 'religieuze' lichaam varieerde naargelang de historische contexten en dat de strategieën (overtuigingen, praktijken, materiële cultuur) die werden gebruikt om het lijk een religieuze betekenis te geven wijzigden in samenhang met de veranderende opvattingen over het lichaam binnen het katholicisme. (3) De receptie van de overblijfselen van vroegchristelijke martelaren in de negentiende eeuw. De focus ligt voornamelijk op de 28 overblijfselen van martelaren uit de catacomben die in de negentiende eeuw naar België werden gehaald (o.a. om de nood aan relikwieën te lenigen). Bijzondere aandacht zal gaan naar hun materiële aanwezigheid en de verbeelding van de pijn en het offer van de martelaar. (4) Daarenboven, zullen een tentoonstelling en een stadswandeling over het hart in de christelijke cultuur inzichten uit deze drie onderzoekslijnen combineren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
- Mandaathouder: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Omstreden lichamen. Het religieuze leven van lijken.
Abstract
Dit project bestudeert hoe menselijke overblijfselen een religieuze betekenis kregen in de Europese katholicismen van de nieuwste tijd (c.1750-1950). Dit was een periode waarin medische doorbraken en veranderende sterftecijfers en opvattingen over sterfelijkheid discussies over dode lichamen kleurden. De klemtoon ligt op lijken die zich uitzonderlijk 'gedroegen' en wier fysieke toestand als miraculeus werd gezien. We focussen op de resten van mannelijke en vrouwelijke religieuzen aangezien het enthousiasme en de kritiek die ze opwekten, resulteerden in een co us van visuele, materiële en tekstuele bronnen die nog niet veel aandacht hebben gekregen. We bestuderen het naleven van het lichaam als een 'religieus object', stoffelijk en tegelijkertijd de 'materiële wereld' overstijgend, en gaan in op 1) de mentaliteiten en praktijken die een lichaam religieuze betekenis gaven, 2) de verschuivingen in de manier waarop religieuze gemeenschappen omgingen met het dode lichaam. Het lange termijn perspectief en de comparatieve benadering laten ons toe om aan te tonen 1) hoe de betekenis van een 'religieus' lichaam verschilde al naar gelang van de historische en geografische context en de verschillen binnen en tussen de religieuze orden, 2) hoe de strategieën om een lichaam een religieuze betekenis te geven, veranderden omwille van de afhankelijk natuur van de categorie 'religieus' en de wijzigende opvattingen over het lichaam in de verschillende stromingen binnen het katholicisme.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geneeskunde en katholicisme sinds de late 19de eeuw.
Abstract
Via een studie van de interacties tussen geneeskunde en katholicisme in Europa, de Verenigde Staten en daarbuiten, wil deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG) de studie van geneeskunde en religie loskoppelen van het moderniseringsparadigma en een meer genuanceerde en gediversifieerde visie op beide tradities geven. Hiervoor bouwen we verder op recente geïntegreerde geschiedenissen van geneeskunde en katholicisme waarin de narratieven van conflict werden vervangen door geschiedenissen van verstrengeling en cross-overs. Wetenschappers die religie en sociale bewegingen bestuderen, zijn gestart met een herwaardering van de relatie tussen katholicisme en moderniteit, door bijvoorbeeld te focussen op progressieve bewegingen binnen de kerk. Historici die werken over gezondheid en seksualiteit hebben de aandacht gevestigd op de militante houding van progressieve katholieken die pleitten voor een meer positieve houding ten opzichte van contraceptie en abortus binnen de Kerk. Recente studies hebben ook aandacht voor de rol van de missionaris in koloniale gezondheidszorg, maar hadden wel meer aandacht voor protestante missies dan voor de katholieke Kerk (die zich pas later begon in te laten met missionaire geneeskunde). We willen deze nieuwe benaderingen samen brengen via de concepten van 'voorgeschreven' en 'geleefde' religie. Terwijl de studie van voorgeschreven religie voornamelijk focust op de voorstellen en de normatieve reflecties van religieuze experten zoals de priesters, theologen en de moralisten (top-down), focust de geleefde religie op geloofsovertuigingen en praktijken van alle leden van de Kerk, waaronder ook dokters en missionarissen (bottom-up). Door beide visies te combineren en aandacht te hebben voor de interacties tussen hen, wil deze WOG religie benaderen als een complex fenomeen, waarbij religieuze doctrines en de manier waarop ze worden opgevat worden gezien als het resultaat van onderhandelingen, van experten maar ook van 'gewone' gelovigen. Hierbij wordt er ingezet op twee specifieke onderzoeksdomeinen: medische ethiek en reproductieve geneeskunde.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Patiënten en passies. Katholieke visies op pijn in negentiende-eeuws Oostenrijk.
Abstract
Patienten en passies. Katholieke visies op pijn in het negentiende-eeuwse Oostenrijk. In de nog steeds vrij jonge geschiedenis van de pijn komt er meer en meer kritiek op de teleologische benadering die een groeiende secularisering en medicalisering van de pijn in de moderne periode veronderstelt. In de negentiende eeuw, zo klinkt het narratief, verloor pijn zijn statuut als 'gave' van God en werd het iets dat vermeden moest worden en in toenemende mate controleerbaar werd dankzij de medische vooruitgang zoals b.v. de uitvinding van de anesthesie. Tegen die achtergrond lijken talrijke religieuze praktijken van het negentiende-eeuwse katholicisme anachronistische overblijfselen van middeleeuwse, pijn-idealiserende tradities en devoties zoals Christus' lijden, in strijd met seculiere en medische perspectieven. In dit project gaan we er van uit dat dit narratief van contrast de geschiedenis van katholieke visies op pijn niet op adequate wijze vat. Hoewel er inderdaad een relatief kleine elitegroep deze idealisering van de passie cultiveerde, probeerden caritatieve organisaties, hospitalen en religieuze orden die betrokken waren in de gezondheidszorg zich net te richten op het verminderen van de pijn van anderen. In dit project willen we ons focussen op locaties en situaties waarin zowel de positieve als de negatieve visies op pijn tegelijkertijd voorkwamen. We analyseren hun co-existentie en hun interactie door aandacht te besteden aan verschillende groepen in wat toen het 'Heilige' Tirol heette. We bestuderen daarbij de gestigmatiseerden, de personificaties van de revitalisering van het katholicisme en vaak behandeld als uitzonderlijke medische casussen, en we richten ons ook op de patiënten van lokale dokters, van het gesticht in Hall (dat in 1830 de deuren opende) en van de Zusters van Liefde van Sint Vincentius a Paulo, een vrouwelijke religieuze orde die actief was in de gezondheidszorg. We zullen nagaan wat katholieken zagen als emotionele en/of fysieke pijn, hoe ze pijn interpreteerden en of deze interpretaties als of niet beïnvloed werden door nieuwe medische ontwikkelingen, en hoe ze omgingen met pijn – met praktijken van pijn lindering, meditatie (op de passie va Christus) of zelfs het cultiveren van de pijn. Op deze manier kan de sterke differentiering tussen religieuze en medische visies op pijn in de negentiende eeuw worden herzien en herwint de geschiedenis van katholieke pijn weer wat van zijn complexiteit. Tenslotte kunnen we via de historisering van pijn en van de reacties op het lijden (van anderen) vragen behandelen over medelijden en sympathie, hedendaagse vagen over wiens lijden we in staat zijn te zien en met wie we kunnen meevoelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het politieke gewicht van Christus' wonden. Gestigmatiseerden in Europa, ca.1800-1950.
Abstract
In dit project ligt de focus niet op het discours van theologische en medische experten, maar op de populaire reactie op gestigmatiseerden in het Europa van de negentiende en de vroege twintigste eeuw. Bovendien gaat de aandacht niet naar individuele gevallen, maar net naar de 'cluster momenten', hun receptieradius en impact. Het project richt zich op de politiek-religieuze context waarin gestigmatiseerden werden gerapporteerd en de politieke betekenis die aan sommige van hen werd gegeven. Door aandacht te hebben voor de commotie en het enthousiasme dat de gestigmatiseerden losweekten, kunnen we iets leren over de relatie tussen Kerk en politieke autoriteiten en over de opvattingen van leken over de plaats van religie in wereldlijke zaken. We behandelen gestigmatiseerden daarbij als 'cultus figuren" (celebrities en semi-heiligen tezelfdertijd) die zich konden ontwikkelen tot charismatische leiders en functioneren als symbolische figuren, vooral dan op momenten van politieke en religieuze onzekerheid en spanningen. We analyseren de gestigmatiseerden daarbij vanuit verschillende perspectieven en bestuderen hen als (religieuze) commodities, als bron van commotie en als referentiepunt in identiteitsconstructies. Aangezien celebrities en heiligen op diverse wijze werden toegeëigend in verschillende landen en bijna-heiligen ook buitenlandse volgelingen aantrokken, hanteren we een transnationaal en een internationaal perspectief. Aan hand van een analyse van drie reactieniveaus (de leken, Kerk en publieke overheid) krijgen we zo een beter inzicht in de dialectische relatie tussen officiële en 'populaire' religie, de relaties tussen Europese Katholicismen en publieke overheden in verschillende nationale en historische contexten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
- Mandaathouder: Smeyers Kristof
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geschiedenis van de spiritualiteit, devotie en mystiek.
Abstract
Het project spitst zich toe op de promotie en aanbidding van honderden personen met stigmata die werden gerapporteerd in vijf Europese landen gedurende de 19e en 20e eeuw. Het merendeel van de studies over deze vrouwen (en een beperkt aantal mannen) die gelijkaardige wonden vertoonden als deze van Jezus Christus heeft zich toegespitst op de medische debatten en religieuze traktaten en bestudeert de stigmatische personen als afzonderlijke case. Momenteel is er nog te weinig informatie beschikbaar over de reactie van het grote publiek op dit verschijnsel en is er geen mogelijkheid om uitsluitsel te geven over het unieke karakter van een case. Om die reden zal het onderzoek focussen op de publieke visie op stigmata en de aard van de media die gebruikt werden om deze visie naar voren te brengen. De bedoeling hiervan is in kaart te kunnen brengen op welke manier normatieve religie en religie in de praktijk interageren tijdens deze periode.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
- Mandaathouder: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Tussen heilige en beroemdheid. De devotie en promotie van gestigmatiseerden in Europa, c. 1800-1950 (STIGMATICS).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Osselaer Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject