Onderzoeksgroep
Expertise
In deze onderzoekslijn gaan we op zoek naar de determinanten van psychische kwetsbaarheid/mentale vitaliteit bij oudere volwassenen (80+). naast een kwantitatief luik, waarin we vragenlijsten combineren met bloedstalen en stoelgangstalen (microbioom), is er ook een kwalitatief luik waarbij we verschillende kwalitatieve gegevens (interviews, beeldmateriaal) koppelen aan actigrafie en stressmeting. Het geheel moet ons instaat stellen interventies op maat te ontwikkelen voor een doelgroep die tot op heden weinig tot niet onderzocht werd.
HOME-COSI-1 Holistisch zorgplannen voor het behoud en de verbetering van mentaal-cognitieve capaciteit bij oudere volwassenen door samenwerking en innovatie.
Abstract
Dit project heeft tot doel inzicht te krijgen in wat oudere volwassenen (80+) psychisch kwetsbaar maakt of juist mentaal vitaal houdt. Hierbij worden verschillende invloedsfactoren onderzocht, waaronder de medicatiestatus van ouderen met betrekking tot anticholinerge belasting en voorschrijfcascades, evenals de determinanten van psychische kwetsbaarheid/mentale vitaliteit, met speciale aandacht voor de samenhang met de leefomgeving. Tot 40% van de oudere volwassenen heeft te maken met psychische problemen, die vaak een grotere impact hebben op hun algehele gezondheid dan chronische somatische aandoeningen. Veelvoorkomende geestelijke gezondheidsproblemen zijn onder andere angst, depressie en psychotische ervaringen zoals delier. Oudere volwassenen in woonzorgcentra worden niet standaard bevraagd over hun psychische gezondheid, waardoor de omvang van het probleem mogelijk onderschat wordt. Met name in de eerste lijn en woonzorgcentra neemt de zorgbehoefte en het aantal ouderen met psychische kwetsbaarheid en/of psychiatrische stoornissen toe. Dit wordt deels veroorzaakt door demografische ontwikkelingen en het afbouwen van psychiatrische bedden, waardoor de eerste lijn en woonzorgsector te maken krijgen met complexe zorgvragen die specifieke expertise vereisen. Ondanks inspanningen blijven sommige zorgvragen onbeantwoord, en worden depressie en angst niet altijd herkend bij ouderen. In België wordt vaak een biomedische benadering gehanteerd voor psychische klachten, waarbij medicatie de eerste behandeloptie is. Dit resulteert in een hoog voorschrijven van psychofarmaca, vooral bij ouderen. Hoewel deze benadering voordelen heeft, brengt het ook risico's met zich mee, zoals ernstige bijwerkingen op zowel somatisch als cognitief vlak. Een hoge anticholinerge belasting door medicatie kan leiden tot bijwerkingen zoals cognitieve achteruitgang en verwardheid, wat de bestaande psychische problemen kan verergeren of nieuwe kan veroorzaken. Daarnaast hebben oudere volwassenen met psychische kwetsbaarheid vaak te maken met multimorbiditeit en polyfarmacie, waardoor gepersonaliseerde interventies die verder gaan dan medicatie nodig zijn. Ook de impact van de leefomgeving op de mentale gezondheid van ouderen met psychische kwetsbaarheid is onderbelicht. Een op maat gemaakte leefomgeving die autonomie en integriteit bevordert, kan cruciaal zijn voor hun welzijn. Dit project streeft ernaar antwoorden te formuleren op belangrijke onderzoeksvragen met betrekking tot factoren die bijdragen aan psychische kwetsbaarheid/vitaliteit bij oudere volwassenen, de relatie tussen leefomgeving en mentale gezondheid, de impact van het verminderen van polyfarmacie op mentale gezondheid, en de ontwikkeling van een op maat gemaakte interventiemix voor psychische kwetsbaarheid/mentale vitaliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Broeck Kris
- Co-promotor: Annemans Margo
- Mandaathouder: Vermeulen Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Psychotische depressie bij ouderen (60+) als prodroom/risicofactor voor cognitieve deterioratie/dementie.
Abstract
Psychotische depressie bij oudere volwassenen is een ernstige invaliderende aandoening. De helft van de oudere volwassenen met depressieve symptomen vertonen ook psychotische symptomen. Psychotische symptomen omvatten meestal wanen over financiële, somatische of nihilistische thema's. De depressieve symptomen zijn vooral erger bij psychotische depressie dan bij niet-psychotische depressie, wat ook het geval is vergeleken met psychotische depressie bij jongere volwassenen. Bovendien vertonen (depressieve) oudere volwassenen problemen in verschillende cognitieve domeinen zoals uitvoerende functies, aandacht en geheugen. Bij jongere depressieve patiënten verbeteren de cognitieve problemen wanneer ze in remissie zijn, maar remissie van depressie bij oudere patiënten betekent vaak niet de oplossing van hun cognitieve problemen. Hoewel vroeger onderzoek inconsistent aantoonde dat depressie op latere leeftijd een voorbode of risicofactor voor cognitieve achteruitgang en dementie was , is er weinig geweten van de relatie tussen psychotische ouderdomsdepressie en incident cognitieve achteruitgang. In deze studie worden patiënten met een beginnende psychotische depressieve episode regelmatig gecontroleerd wat betreft hun cognitief functioneren gedurende een periode van 18 maanden, en vergeleken met een controle groep van oudere volwassenen met niet-psychotische depressie. Zowel globaal als cognitief functioneren (uitvoerende functies, (werk)geheugen, en aandacht) worden geëvalueerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Sabbe Bernard
- Mandaathouder: Vermeulen Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject