Onderzoeksgroep
Expertise
onderzoek naar triage: hoe kan de optimale medische zorg (op het beste moment, op de beste plaats) worden georganiseerd voor alle mogelijke gezondheidszorggebruikers? ontwikkelen van tools die mensen, die buiten de kantooruren op zoek zijn naar medische zorg, helpen bij het vinden van de meest geschikte hulpverlener
Gezondheidsgelijkheid bevorderen door microbioomgericht en multidisciplinair onderzoek (U-MaMi).
Abstract
Historisch gezien is onderzoek naar gezondheid en welzijn bij kritische bevolkingsgroepen verwaarloosd, vooral bij vrouwen, kinderen en sociaaleconomisch achtergestelde groepen. Dit wereldwijde probleem, dat wordt gekenmerkt door systemische verwaarlozing en onderfinanciering, onderstreept de dringende behoefte aan onderzoekscentra die het voortouw nemen bij transformatieve initiatieven. Een interdisciplinaire aanpak is cruciaal om deze ongelijkheden effectief aan te pakken. Ons voorstel introduceert de oprichting van het "U-MaMi" Research Centre of Excellence, ontworpen als een geïntegreerd ecosysteem om impactvol onderzoek, innovatie, onderwijs, beleid en maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren, met een sterke focus op gezondheidsgelijkheid en microbioomgericht onderzoek. Dit ecosysteem omvat hoofdonderzoekers en hun teamleden uit belangrijke disciplines om deze doelen te bereiken: microbiologie en microbioomonderzoek (Sarah Lebeer), bio-ethiek (Kristien Hens), algemene geneeskunde (Veronique Verhoeven), kindergeneeskunde (Stijn Verhulst), neus-keel-oor specialisatie (Olivier Vanderveken), sociologie (Karel Neels), marketing en business (Annouk Lievens). Met de gekozen naam voor ons centrum, "U-MaMi", erkennen we niet alleen de cruciale rol van moeders en 'maternale microben' in het vormgeven van het microbioom en de gezondheid van hun kinderen, maar benadrukken we ook het belang van een verenigd en inclusief perspectief op gezondheid en gezondheidsgelijkheid om transformatieve acties te stimuleren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Hens Kristien
- Co-promotor: Lievens Annouk
- Co-promotor: Neels Karel
- Co-promotor: Vanderveken Olivier
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: Verhulst Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Exploratie van synthetische gemeenschappen als een hulpmiddel om het vaginale microbioom te moduleren.
Abstract
De cruciale rol van het vaginale microbioom in de gezondheid van vrouwen kan niet genoeg worden benadrukt. Verstoringen van dit ecosysteem door pathobionten kunnen leiden tot veelvoorkomende vaginale aandoeningen zoals bacteriële vaginose, aerobe vaginitis en vulvovaginale candidiasis. Deze infecties beïnvloeden niet alleen fysieke gezondheid, maar hebben ook bredere implicaties voor het welzijn van vrouwen, de samenleving en de economie. Huidige therapieën omvatten antibiotica of probiotica, maar zorgen over antimicrobiële resistentie en een gebrek aan bewijs voor probiotische effectiviteit blijven groeien. Dit project onderzoekt een innovatieve aanpak met synthetische gemeenschappen (SynComs) om vaginale therapeutica te ontwikkelen. Eerst wordt een top-down benadering gebruikt om consortia van vaginale microbiota te screenen en te selecteren, waarbij de nadruk ligt op synergetische interacties en het elimineren van antagonistische effecten. Een bottom-up benadering zal de top-down bevindingen valideren en zal gedefinieerde SynComs leveren voor verdere automatisering en opschaling. Tegelijkertijd zullen ze getest worden op hun probiotisch potentieel via in vitro anti-pathobiont-assays, community fitness assays, en implementatie op vaginale celmodellen. Dit onderzoeksproject zal baanbrekende inzichten bieden in een nieuwe benadering voor het opzetten van robuuste, veilige en doeltreffende microbiome-gerichte therapieën.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Allonsius Camille
- Co-promotor: Donders Gilbert
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
- Mandaathouder: Victor Maline
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het gebruik van dynamische infraroodthermografie voor het mappen van perforatoren en kwaliteitsverbetering bij autologe borstreconstructies.
Abstract
Er is de afgelopen jaren een enorme evolutie geweest in borstreconstructies met eigen weefsel, met de nadruk op vermindering van schade thv de donorsite. Borstreconstructies met Deep Inferior Epigastric artery Perforator (DIEP) flappen worden heden ten dage verkozen gezien de lage donor site morbiditeit en de mooie esthetische resultaten. Aangezien de flap slechts door een enkele perforator wordt bevloeid, is de juiste keuze van de perforator uitermate belangrijk. Computed Tomography Arteriography (CTA) is het standaard onderzoek om het juiste bloedvat te selecteren. Deze techniek heeft echter enkele grote nadelen: het gebruik van intraveneus contrast, bestraling, hoge kosten, peroperatief niet bruikbaar en geen informatie over de doorbloeding van de flap. Niet enkel de selectie van de juiste bloedvaten is noodzakelijk voor een succesvolle borstreconstructie. Het falen van de flap bij borstreconstructies is af en toe te wijten aan schade ten gevolge van de dissectie van de perforator, falen van de anastomose, of afknikken of compressie van de vaatsteel tijdens het vormgeven van de flap. Klinische monitoring wordt meestal gebruikt om deze problemen te diagnosticeren. Tijdens deze studie zullen we het gebruik van Dynamische Infrarood Thermografie (DIRT) tijdens borstreconstructies verder evalueren als niet-invasief alternatief toepasbaar tijdens alle fasen van borstreconstructies. Deze techniek maakt het mogelijk om de meest dominante perforators te identificeren alsook de goed doorbloede zone. Onze klinische studie bevestigt dat DIRT in staat is om preoperatief de locatie van perforators van DIEP-flappen te bevestigen. Bovendien wordt door het gebruik van DIRT extra informatie over de kwaliteit van de perforatoren verkregen door objectieve monitoring van flapperfusie. Het doel van dit project is om het gebruik van DIRT tijdens borstreconstructies verder te evalueren om het falen van de flap te verminderen en uiteindelijk de kosten voor onze samenleving te verlagen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Steenackers Gunther
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
State of the art techniek en gemeenschapsparticipatie: een winnend team voor de integrale aanpak van cervixkanker in een rurale context.
Abstract
In dit project pakken we cervixkanker aan, dat in afgelegen gebieden in Ecuador een hoge tol eist. We ontwikkelen en implementeren daarvoor een strategie voor screening en follow up, aangepast aan de landelijke setting in de betrokken gebieden. Optimaliseren van screeningsfaciliteiten wordt gecombineerd met strategieen om de participatie te verbeteren en met telemedicine en AI gedreven diagnostiek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: Bogers John-Paul
- Co-promotor: Condori Sandra
- Co-promotor: Philips Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Laura project 2.0: Verbetering van de gezondheid van vrouwen in Peru met de steun van instellingen voor hoger onderwijs, vrouwen en lokale autoriteiten.
Abstract
Openlijk spreken over vaginale gezondheid is taboe in Peru. De publieke aandacht voor intieme zorg voor vrouwen is ook decennialang verwaarloosd. Tijdens de huidige pandemie hebben verschillende centra voor eerstelijnsgezondheidszorg bijvoorbeeld gynaecologische consultaties stopgezet, wat o.a. gevolgen heeft voor vrouwen die lijden aan vaginale infecties. Met dit Laura 2.0-project willen we een nationaal (in Peru) en internationaal onderzoeksnetwerk creëren dat onderzoek doet naar vaginale gezondheid door verschillende belangrijke belanghebbenden uit de samenleving en de academische wereld actief te betrekken. Instellingen voor hoger onderwijs zullen een sleutelrol spelen bij het bereiken van de Laura 2.0-doelstellingen. Universidad Nacional de la Amazonia Peruana (UNAP) en Universidad Nacional San Agustín de Arequipa (UNSA) zijn de vooraanstaande universiteiten in respectievelijk de Peruaanse Amazone en de Hooglanden. Beide instellingen voor hoger onderwijs versterken hun sleutelrol bij de ontwikkeling van hun regio's door hun onderzoekscapaciteit te consolideren. Het huidige project zal de nationale (UNAP-UNSA-UPCH) en internationale (lokale partners en UAntwerpen) samenwerking versterken door het actief ontwikkelen van onderzoekscapaciteiten in een multidisciplinaire aanpak. Belangrijker is om (voor het eerst in Peru) burgers (vrouwen) bij de wetenschap te betrekken via een burgerwetenschapsproject geïnspireerd op het Belgische Isala-project (https://isala.be/).Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Brusselaers Nele
- Co-promotor: Condori Sandra
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De eerste stappen richting microbioom-vriendelijk ondergoed.
Abstract
Het urogenitale microbioom is cruciaal voor de menselijke gezondheid en voortplanting. Studies suggeren dat levensstijl en hygiënegewoontes een sterke invloed hebben op het urogenitale microbioom. Mensen zijn bijvoorbeeld de enige dieren die kleding dragen en van bepaalde ondergoedstoffen is aangetoond dat ze correleren met een hoger risico op urogenitale aandoeningen. Er zijn echter maar weinig onderzoeken die zich richten op de causale relatie tussen urogenitale gezondheid en ondergoedstof, vooral met betrekking tot hoe ondergoed het urogenitale microbioom kan beïnvloeden. In dit project willen we eerst het gebruik van ondergoedstof correleren met vaginale gezondheid en microbioom, waarbij we de dataset van 3300 deelnemers uit de Isala studie onderzoeken. Parallel daaraan zal een microbiologisch in vitro platform worden ontworpen voor de evaluatie van de microbioom-vriendelijke eigenschappen van ondergoedstof door het gebruik van synthetische microbiële gemeenschappen. Vervolgens zal een belangrijk onderdeel van het project bestaan ??uit een grootschalige studie die in vivo interacties zal onderzoeken tussen specifieke ondergoedstoffen, het vaginale, vulvaire en huidmicrobioom, en urogenitale gezondheid. Het uiteindelijke doel is om beter te begrijpen hoe ondergoedstof de gezondheid van vrouwen kan beïnvloeden en om duurzaam en microbioom-vriendelijk ondergoed te ontwikkelen door toekomstige samenwerkingen tussen de academische, gezondheids- en textielsector.Onderzoeker(s)
- Promotor: Lebeer Sarah
- Co-promotor: Spacova Irina
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
- Mandaathouder: Vander Donck Leonore
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Screening baarmoederhalskanker verhogen via huisartsgebaseerde interventies: ESSAG-trial.
Abstract
In dit project gaan we na of self screening voor HPV, gefaciliteerd door huisartsen, de participatiegraad verhoogt. Huisartsen zullen aktief self screening aanbieden aan hun patienten (interventiegroep), of deel uitmaken van een controlegroep voor deze RCT.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
iCAREdata, onderzoeksdatabank ter optimalisatie van zorg en onderzoek Antwerpen.
Abstract
iCAREdata is een state-of-the-art onderzoeksdatabank die automatisch verzamelde klinische gegevens verwerkt van patiëntencontacten buiten kantooruren, out – of – hours care (OOHC) bij huisartsenwachtposten, apotheken en diensten voor spoedgevallen (DVS). De database bevat gegevens vanaf 2015 tot heden. Datastromen worden beveiligd door versleuteling van de rijksregisternummers van de patiënten door eHealth als trusted third party (TTP), evenals de RIZIV-nummers van de artsen. Op geen enkel moment in de flow kunnen leesbare persoonsgegevens worden gekoppeld aan klinische gegevens. In de uiteindelijke database maken gepseudonimiseerde persoonsgegevens het mogelijk om verschillende patiëntencontacten aan dezelfde persoon te koppelen, wat de mogelijkheid biedt om patiënttrajecten in de OOH-zorgdiensten te beschrijven; bij voorbeeld; persoon X raadpleegt op zaterdagochtend een huisarts in de huisartsenpost, gaat diezelfde dag 's middags naar de apotheek om de voorgeschreven medicijnen op te halen en verschijnt zondagochtend om 02.00 uur uiteindelijk op de dienst voor spoedgevallen. Om deze datastroom en koppeling te realiseren is grondige kennis over het gebruik en de implementatie van eHealthdiensten cruciaal, naast een up-to-date ervaring met standaardisatie- en classificatiesystemen die momenteel worden gebruikt in medische onderzoeksdatasets. Een groot netwerk van gezondheidsvoorzieningen en zorgverleners maakt deel uit van dit project, als dataprovider en moet daarom ook optimaal betrokken worden. Dit wordt alleen gerealiseerd door volledige transparantie te implementeren over de inhoud van de dataset, hoe de flow is ingericht, voor welk soort onderzoek de data worden gebruikt en door wie. Zowel onderzoekers als alle andere stakeholders, waaronder de dataproviders, benadrukken het belang van opschaling van de datasets door uit te breiden met alle wachtposten in Vlaanderen (op dit moment leveren 38 van de 44 wachtposten dagelijks data aan) en door extra diensten voor spoedgevallen en apotheken toe te voegen. Onderzoekers stellen bovendien voor om routinegegevens van huisartspraktijken overdag toe te voegen. Dit is op termijn noodzakelijk om de volledige flow van patiënten te kunnen volgen. Ook de koppeling met patiëntencontacten in telefoon- of zelftriage, callcenters voor dringende medische hulpverlening (hulpcentrale 112, HC112), en vervolgcontacten in de huisartsenpraktijk of ziekenhuizen vervolledigen de patiënttrajecten op verschillende locaties. iCAREdata heeft sterke banden met nieuw ontwikkelde tools in doorverwijzing naar en samenwerking met welzijnsdiensten. Dit maakt een unieke koppeling tussen medische zorg en welzijn mogelijk die de komende jaren verder moet worden ontwikkeld. Naast onderzoeksmogelijkheden biedt iCAREdata ook de mogelijkheid om een datagedreven beleid te voeren op micro-, meso- en macroniveau. Dit werd als cruciaal ervaren tijdens de Covid-19-pandemie. Daarnaast maken verschillende wetenschappelijke onderzoeksthema's de database de moeite waard: evaluatie van medicatievoorschriften door artsen in verschillende contexten (antibiotica, opioïden, ...), gebruik van gezondheidszorgdiensten, epidemiologische thema's zoals surveillance van infectieziekten, hiaten in het gezondheidsaanbod en welzijnsdiensten, wachtlijsten… iCAREdata heeft een ervaren team van computerwetenschappers die modulaire en uitbreidbare software ontwikkelen op basis van Normalized Systems Theory (NST). De modulaire structuur van deze software maakt het mogelijk om op betrouwbare en snelle wijze extra dataproviders toe te voegen. ICAREdata zal dankzij financiële middelen de link met de diensten voor spoedgevallen en apotheken verder uitwerken, valideren en finaliseren. Dit stelt ons in staat om waardevolle use cases op te stellen om gebruikers en (betalende) klanten te gaan werven. De financiering zal tevens gebruikt worden om het publieke dashboard en de gebruikersdashboards door te ontwikkelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Loof Hans
- Promotor: Philips Hilde
- Co-promotor: De Loof Hans
- Co-promotor: Mannaert Herwig
- Co-promotor: Philips Hilde
- Co-promotor: Verelst Jan
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Cervixkanker screening door selfsampling in een interculturele context
Abstract
In dit project willen we morbiditeit en mortaliteit door cervixkankerscreening bij vrouwen in Ecuador verminderen door het introduceren van self-sampling. Het project combineert state-of-the-art screeningspraktijken met het empoweren van vrouwen van diverse ethnischhe afkomst, rekening houdend met culturele aspecten en door het inzetten van traditionele en lokale gezondheidswerkers. Om dit te bereiken ontwikkelen we een operationeel plan om technischhe aspecten van labdiagnose te optimaliseren, logistiek te verwezenlijken, gezondheidswerkers top te leiden en de acceptabiliteit van de strategieen bij eindgebruikers te onderzoeken. Verder wordt een strategie voor follow up van screening resultaten dmv telemedicine ontwikkeld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: Benoy Ina
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Triage en verwijzing in nabijgelegen spoedgevallen diensten en huisartsenwachtposten (de triage trial): een cluster gerandomiseerde trial.
Abstract
Het doel van dit project is de meest geschikte zorg verlenen aan patiënten die zich aanbieden op de dienst spoedgevallen. Het utilisatiepotentieel van ons project is sterk afhankelijk van de organisatie van de zorg buiten de kantooruren: een nauwe samenwerking tussen spoedgevallendienst en wachtpost, bij voorkeur op dezelfde locatie, is nodig om een correcte toewijzing van patiënten mogelijk te maken. Een online bevraging leerde ons dat minstens de helft van de Vlaamse wachtposten onze bevindingen zou kunnen implementeren. De andere helft van de wachtposten en spoedgevallendiensten die zich niet op een nabijgelegen locatie bevinden, zou ons model ook kunnen gebruiken mits aanpassingen. In ons pilootonderzoek stelden we vast dat er een grote nood is aan meer structuur in modellen voor de organisatie van zorg buiten de kantooruren. Dit project zal inzicht verwerven in de factoren die bijdragen tot het succes van geïntegreerde zorg buiten de kantooruren, gefocust op medische, financiële en procesmatige aspecten. Dit project bevat verscheidene cruciale innovatieve aspecten: voor het eerst in Vlaanderen zal de verantwoordelijkheid voor uitgebreide triage worden toebedeeld aan een verpleegkundige. Verder zal een lokale klinische samenwerking in staat zijn om met een zelf ontwikkeld triage instrument te werken. Tot slot zullen we in staat zijn om het perspectief van de patiënt in overweging te nemen, en dit in elke stap van het proces. Dit is niet eerder onderzocht of getest. De Belgische overheid wil telefonische triage invoeren, zonder dat de patiënt verplicht zal zijn om met het triageadvies rekening te houden. Niet alle patiënten zullen van deze dienst gebruik maken, en niet iedereen die ervan gebruik maakt, zal het advies ook opvolgen. Daarom is uitgebreide fysieke triage een hoeksteen van dit systeem, en zullen beide strategieën op elkaar moeten worden afgestemd. De resultaten van dit onderzoek zullen een goed inzicht geven in de faciliterende factoren en de barrières voor de uitrol van uitgebreide triage in Vlaanderen. Dit zal leiden tot een meer effectieve en efficiënte zorg buiten de kantooruren. De resultaten van deze studie zullen ook een inschatting mogelijk maken van het financiële impact van de patiëntenstroom. We verwachten in dit project 8000 patiënten te includeren over een periode van een jaar; een conservatieve schatting is dat 20%, dus 1600 patiënten, aan de huisartsenwachtpost zullen worden toegewezen. We schatten dat dit zal leiden tot een kostenbesparing van €96 000 per jaar. De TRIAGE-trial zal toelaten om de actuele besparingen te becijferen. Zelfs als het project niet op grotere schaal zou worden toegepast, kunnen de kosten van de studie op de studielocatie op enkele jaren worden terugverdiend. Bovendien zal elke patiënt die aan de wachtpost wordt toegewezen, zelf minstens €9 besparen. Behalve de voordelen voor patiënten en de overheid, verwachten we ook een vermindering van de werkbelasting voor de artsen op de spoedgevallen. Zij zullen hun tijd niet meer moeten besteden aan klachten die er niet thuishoren, en ze zullen zich kunnen focussen op trauma, acuut zieke patiënten en complexe medische hulp. We geloven dat dit een positief impact zal hebben op de hulpverleners en tot meer werktevredenheid zal leiden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
- Co-promotor: De Graeve Diana
- Co-promotor: Philips Hilde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De haalbaarheid, de risico s en de voorwaarden voor een integratie van de triage en de regulatie van de oproepen voor de huisartsenwachtdienst binnen de medische dispatching van de 112-hulpcentrale.
Abstract
In België zijn spoeddiensten en huisartsen de belangrijkste actoren in de acute medische zorg tijdens de gewone en de zogenaamde out-of-hours periode. Patiënten kunnen vrij kiezen welke dienst zij prefereren. Gedurende de laatste jaren werden er protocollen uitgewerkt om de acute zorg beter te kunnen sturen door triage. De centrale doelstelling van dit project is te bestuderen of triage (gebruikmakend van een centraal oproepnummer "1733") met professioneel personeel gebruik maken van deze protocollen haalbaar, veilig en effectief is. Een proefonderzoek in de in de regio Leuven-Tienen, in nauwe samenwerking met spoeddiensten, huisartsen wachtposten en het regionaal call centrum. De onderzoeksvragen zijn: 1: Hoe is het gesteld met de veiligheid en efficiency van het gebruik van de protocollen door de professionele telefonisten? 2: Wat is de epidemiologie van de onplanbare zorg? 3: Wat is de invloed van telefonische triage op de werkbelasting van hulpverleners? Parallele activiteiten gedurende het project omvatten een informatie campagne voor het publiek en de hulpverleners in de regio. Het twee jaar durend project startte op 1 mei 2016. De OOH care research group is onderdeel van de huisartsen groep van de Vakgroep Eerstelijns en Interdisciplinaire Zorg van de Universiteit Antwerpen. Principal investigator: Hilde Philips Co-supervisor Veronique Verhoeven Junior researcher: Hanne Claessen Junior researcher: Annelies Colliers Team member: Roy RemmenOnderzoeker(s)
- Promotor: Remmen Roy
- Co-promotor: Coenen Samuel
- Co-promotor: Philips Hilde
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
"Goed leven" door geïntegreerde gezondheidszorg: optimaliseren van de interculturele samenwerking in rurale gebieden in Ecuador.
Abstract
Goed leven" door geïntegreerde gezondheidszorg: optimaliseren van de interculturele samenwerking in rurale gebieden in Ecuador. Etnische groepen uit Ecuador's SENPLADES zones (Andes en Amazone regio) hebben gelimiteerde toegang tot medische gezondheidszorg. Traditionele geneeskunde is deel van het dagelijkse leven. Er is weinig samenwerking en/of uitwisseling tussen beide actoren in de gezondheidszorg. In dit project worden de noden en condities die interculturele uitwisseling in de gezondheidszorg beïnvloeden in deze gemeenschappen bestudeerd. Concrete maatregelen worden voor de effectieve implementatie van interculturele integratie worden voorzien. Dit zowel in het medisch curriculum aan de UTPL in Loja als pilootproject voor andere universiteiten, als voor zorgvertrekkers in het veld. Het project heeft 3 onderdelen: Onderzoek: noden en hiaten in de gezondheidszorg in het veld worden in kaart gebracht. Dan volgt een implementatie studie. Het onderzoek deel kadert in een PhD project door een student van UTPL Loja. Onderwijs: het curriculum in UTPL zal culturele competenties en interculturele communicatie implementeren, alsook gebruik van portfolio en afstandsonderwijs. Capaciteit bevordering: een doctoraattraject, staf training en scholarship uitwisseling zijn gepland. In de etnische gemeenschappen is er capaciteitsverbreding door het optimaliseren van de interculturele uitwisseling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Hendrickx Kristin
- Co-promotor: Michels Nele
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het effect van onafhankelijke artsenbezoeken op het voorschrijven van analgetica in de eerste lijn: een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met procesanalyse.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Farmaka. UA levert aan Farmaka de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coenen Samuel
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Talige muzikaliteit: experimenteel onderzoek naar het verband tussen muzikaliteit en uitspraakvaardigheid (intonatie en beklemtoning) in de vreemdetaalverwerving.
Abstract
Recent onderzoek in de vreemdetaalverwerving doet een verband vermoeden tussen muzikaliteit en uitspraakvaardigheid. Experimenteel onderzoek moet uitwijzen of 'gevoel voor ritme en intonatie' - de essentie van muzikaliteit -, samenvalt met de processen die verantwoordelijk zijn voor de uitspraakvaardigheid in een vreemde taal. Indien deze hypothese bevestigd wordt, biedt dit evidente perspectieven voor een wetenschappelijk onderbouwde uitspraaktraining in de vreemdetalendidactiek op basis van inzichten en instructiemethodes uit de muziekpedagogie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vangehuchten Lieve
- Co-promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mantelzorgers die zorgen voor een thuiswonende kwetsbare oudere: omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in gezondheid en afhankelijkheid.
Abstract
Titel Mantelzorgers die zorgen voor een thuiswonende kwetsbare oudere: omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in gezondheid en afhankelijkheid. Achtergrond In de nabije toekomst zal de vergrijzing van de bevolking een grote invloed hebben op de vraag naar formele en informele langdurige zorg. Informele zorg wordt voornamelijk verleend door familieleden, vooral echtgenoten en kinderen. In België verleent bijna 10% van personen die 15 jaar of ouder zijn informele zorg. Toch zijn ze vaak 'onzichtbaar'. Ze zoeken niet snel hulp, zelfs niet als ze overbelast dreigen te raken. Doel In deze studie willen we de ervaring van het zorgen voor een kwetsbare oudere die thuis woont verkennen. We zijn vooral geïnteresseerd in hoe mantelzorgers omgaan met acute en geleidelijke veranderingen in de gezondheid of afhankelijkheid van de oudere persoon. Onderzoeksvragen - Hoe ervaren mantelzorgers het zorgen voor een kwetsbare oudere persoon die thuis woont en verandert deze ervaring in de loop van de tijd? - Hoe gaan mantelzorgers om met acute en geleidelijke veranderingen in afhankelijkheid, lichamelijke en geestelijke gezondheid van de kwetsbare oudere persoon? - Wat is de impact van deze acute en geleidelijke veranderingen op de fysieke, mentale en sociale gezondheid van de mantelzorger? Methodologie We plannen een longitudinaal case study onderzoek. Een doelgerichte steekproef van ongeveer 10 mantelzorgers van kwetsbare ouderen zal worden samengesteld. In dit kwalitatieve onderzoek geven we de voorkeur aan een kleine steekproef om hun ervaringen in de diepte en longitudinaal te kunnen bestuderen. Bij aanvang en na 6 en 12 maanden zullen we interviews en assessments doen met de mantelzorgers bij hen thuis. Daarnaast doen we maandelijks semi-gestructureerde telefonische interviews met de mantelzorgers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het natuurlijk verloop van infecties met het humaan papillomavirus: rol van de humorale en cellulaire immuunrespons.
Abstract
Doel van dit onderzoek is om aan de hand van een follow-up studie vast te stellen hoe de klaring van HPV (humaan papillomavirus) infecties verloopt, met de nadruk op de humorale en cellulaire immuunrespons. Dit is van groot belang voor een beter inzicht in de epidemiologie van dit virus, dat een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van premaligne cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN) en baarmoederhalskanker.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reinfectie-frequentie en klinische outcome bij asymptomatische vrouwen met Chlamydia trachomatis-infectie.
Abstract
In dit project wordt de reinfectie-frequentie en de klinische outcome van patienten die deelnemen aan opportunistische screening voor Chlamydia trachomatis bestudeerd. Hiervoor wordt een prospectieve cohort studie gevoerd in 30 huisartspraktijken in Antwerpen. Patienten bij wie door screening een asymptomatische CT infectie werd vastgesteld in 2001-2002, worden opgevolgd mbt recidieven en gynecologische en reproductieve outcome.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoeven Veronique
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject