Abstract
Dit project onderzoek hoe vrouwelijke personages gerepresenteerd werden in films van de Joegoslavische Nieuwe Cinema en de Black Wave Cinema (1961-1972), in termen van narratie en visuele stijl. Een belangrijke focus licht hierbij op hoe, in veel van deze films, vrouwen allerlei vormen van geweld ondergaan. De Joegoslavische Nieuwe Cinema beweging ontwikkelde zich in de voormalige Socialistische Federale Republiek Joegoslavië, als onderdeel van een wereldwijde beweging aan Nieuwe Golven, zoals de Franse Nouvelle Vague. De Black Wave Cinema is dan een onderdeel van de Joegoslavische Nieuwe Cinema, gekenmerkt door gruwelijke eindes en bijtende kritiek op het communistische regime.
We benaderen de films vanuit een gender- en mediastudies perspectief, met inspiratie uit feministische filmtheorieën en representatietheorieën. Het onderzoek neemt ook de sociaal-politieke context in overweging, met name het beleid van officiële gendergelijkheid van de Joegoslavische staat en de maatschappelijke praktijken. Dit kader leidt ons tot een herformulering van de overkoepelende probleemstelling over de representatie van vrouwelijke personages in de Joegoslavische Nieuwe Cinema en de Black Wave Cinema in twee hypotheses en een onderzoeksvraag:
1. Als vrouwelijke personages passioneel zijn, onafhankelijk en progressief, dan zullen ze uiteindelijke gestraft worden in de film voor die transgressies door de vertegenwoordigers van het patriarchaat, binnen de narratie. (RH1)
2. De figuur van de verkrachte vrouw in de films is een allegorie voor de verkrachte natie. (RH2)
3. Bevestigen de bestudeerde films de binaire stereotypes van vrouwelijke personages – maagd of hoer- of dagen ze deze stereotypes uit? (RQ3)
Deze set van hypotheses en een onderzoeksvraag worden geoperationaliseerd in een kwantitatieve inhoudsanalyse (van 143 films, WP1) en in een diepgaande kwalitatieve inhouds- en visuele analyse (van een steekproef van 20 films). In WP1 wordt een database van films geconstrueerd (WP1.1) en een eerste kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd (WP1.2) om de basisinformatie te verzamelen: centrale parameters van vrouwelijke personages, aantallen en types geweld tegen vrouwen, etc. In WP2 wordt een kwalitatieve analyse uitgevoerd (WP2) op een steekproef van 20 films. De kwalitatieve inhoudsanalyse (WP2.1) onderzoekt hoe vrouwen geweld aangedaan wordt: verkrachting, moord, slagen, etc; en in hoeverre ze gestereotypeerd worden. De visuele stijlanalyse (WP2.2) bestudeert dezelfde selectie films op de filmische parameters zoals camerabeweging en -positie, montage/editing, belichting, muziek, compositie en kleur en hoe deze parameters functioneren in de narratieve inhoud.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)