Onderzoeksgroep
Expertise
1) Inflammatie in ernstige psychische aandoeningen Binnen CAPRI - SINAPS ligt de onderzoeksfocus op de rol van inflammatie in het ontstaan en verloop van psychiatrische aandoeningen - vrnl psychotische, persoonlijkheids- en stemmingsstoornissen; dit op het niveau van de patiënt (klinisch onderzoek). Meer specifiek trachten wij in kaart te brengen: 1.a) de rol van de inflammatoire kynureninepathway op verschillende niveaus - Fundamenteel onderzoek: hoe verloopt het circadiaan ritme van de pathwaymetabolieten bij patiënten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) en loopt dit anders bij gezonde individuen? - Samenhang met symptomen: zijn afwijkingen in deze pathway gecorreleerd aan fluctuaties in symptoomernst? - Wordt deze pathway beïnvloed door neuromodulatie (elektroconvulsietherapie (ECT) en transcraniële magnetische stimulatie (rTMS))? 1.b) Interplay psychiatrie - COVID-19 Bij de uitbraak van COVID-19 werd snel duidelijk dat er een toename is aan psychiatrische klachten. We onderzochten daarom ° de seroprevalentie van COV10 bij alle psychiatrische patiënten opgenomen in het UPC Duffel tijdens de 1e golf en de relatie met kynureninemetabolieten ° de invloed van vaccinatiestatus op symptoomernst bij patiënten en controles ° De prevalentie van psychiatrische symptomen bij patiënten in behandeling voor Long-COVID 1.c) De meerwaarde van anti-inflammatoire add-on medicatie bij depressieve patiënten met verhoogd inflammatoir profiel (multinationale RCT in 200 patiënten) 2) Neuromodulatietechnieken (specifiek: elektroconvulsietherapie en transcraniële magnetische stimulatie) - Onderzoeken van de onderliggende werkingsmechanismen van deze nog relatief onbekende behandelmodaliteiten: ° Fundamenteel: zoektocht naar nieuwe, nog onbekende werkingsmechanismen van ECT ahv proteoomonderzoek ° Heeft ECT effect op de verhoogde inflammatie bij EPA? ° Kunnen inflammatoire stoffen (kynureninemetabolieten en cytokines) fungeren als biomerkers voor geslaagde behandeling voor ECT en rTMS? - Optimalisatie van de toepassing van ECT: ° Efficaciteit van onderhoudsECT bij depressie ° Bepalen van de beste elektrodenplaatsing (hoogste efficiëntie + minste bijwerkingen) 3) De rol van cognitieve copingstrategieën (brooding en dampening) in symptoomernst bij emotiedysregulatie (depressie en borderline persoonlijkheidsstoornis): ° Retrospectieve ePD correlatiestudie: is de mate van dampening gecorreleerd met symptoomernst bij depressieve patiënten? ° Klinische trial waarbij onderzocht wordt of specifiek op dampening gerichte psychotherapie de mate van klachten kan verminderen bij patiënten met emotiedysregulatie (depressie en borderline persoonlijkheidsstoornis)
De rol van inflammatoire pathways in depressieve aandoeningen
Abstract
De etio-pathofysiologie van psychiatrische stoornissen zoals Majeure Depressieve Stoornis (MDD), Schizofrenie (SZ), en Bipolaire Stoornis (BD) is complex en nog niet volledig begrepen. De betrokkenheid van diverse psychologische en (neuro)biologische systemen wordt echter steeds duidelijker. Een belangrijk puzzelstuk hierin is het immuunsysteem, waarbij communicatie tussen het immuunsysteem, het centrale zenuwstelsel, en de psyche wordt onderzocht binnen het werkveld van de psychoneuroimmunologie. Recentelijk is er een verschuiving geweest naar het begrijpen van de 'bottom-up' invloed van het immuunsysteem op het brein, resulterend in het ontstaan van het werkveld van de immunopsychiatrie. Dit project maakt gebruik van data verzameld tijdens de Covid-pandemie binnen een psychiatrische populatie. Gedurende 2 jaar is bloed afgenomen van nieuwe psychiatrische patiënten die werden opgenomen in de kliniek, waarbij ook na anti-Covid-vaccinatie bloed is afgenomen. De concentratie Covid-antilichamen zal worden gekwantificeerd om seroconversie te bepalen. Daarnaast zullen belangrijke metabolieten van de Kynurenine Pathway (KP) worden geanalyseerd, gezien de rol van de KP in de immuunrespons en neurotransmissie. De immunostimulatie door Covid of anti-Covid-vaccinaties kan leiden tot overactivatie van de KP, wat mogelijk bijdraagt aan psychiatrische symptomen na infectie of vaccinatie. Analyse van KP-metabolieten kan meer inzicht verschaffen in deze processen. Ook kan de KP-invloed hebben op comorbide aandoeningen, zoals slaapstoornissen bij depressie, door verstoring van melatonineproductie. Het huidige project analyseert KP-metabolieten gedurende 24 uur om ritmische patronen te onderzoeken en om mogelijke verschillen tussen depressieve patiënten en gezonde controles te identificeren. Verder onderzoek naar enzymen in de KP zal worden uitgevoerd om een beter begrip te krijgen van de mechanismen achter TRP-metabolisme en om de basis te leggen voor toekomstige interventies.Onderzoeker(s)
- Promotor: Morrens Manuel
- Co-promotor: Coppens Violette
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
IMARK: Netwerk voor beeldgebaseerde biomerkerontdekking en -evaluatie
Abstract
Teneinde de grenzen van de gepersonaliseerde geneeskunde te verleggen, maakt IMARK maximaal gebruik van de stevige aan de Universiteit Antwerpen verankerde expertise op het gebied van biomedische beeldvorming. Door moleculaire en structurele patronen in ruimte en tijd in kaart te brengen, wil IMARK sneller nieuwe biomerkers identificeren en ontwikkelen. Daartoe hebben zich in het consortium een aantal onderzoeksgroepen verenigd met complementaire kennis en apparatuur die alle aspecten van op beeldvorming gebaseerd fundamenteel onderzoek, preklinische validering en klinische evaluatie bestrijken. IMARK beschikt over moderne infrastructuur voor elektronen- en lichtmicroscopie, massaspectrometrie beeldvorming, MRI, CT, PET en SPECT. Daarnaast ontwikkelen de IMARK-partners correlatieve beeldvormende methoden ter dataverrijking en werken ze aan op maat gemaakte beeldanalyse-protocollen/oplossingen waarmee krachtige, kwalitatieve uitlezingen verkregen worden. Dankzij deze unieke bundeling van technologie en expertise is IMARK de ideale, bevoorrechte partner voor samenwerking tussen de particuliere en publieke sector en beschikt het over een strategisch voordeel om zijn reeds substantiële IP-portfolio nog verder uit te breiden. De belangrijkste toepassingsgebieden van het consortium zijn neurowetenschappen en oncologie. Vermits de IMARK-partners samenwerken of geaffilieerd zijn met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en het Universitair Psychiatrisch Centrum Duffel, is er rechtstreeks toegang tot patiëntengegevens/-stalen en zijn er volop mogelijkheden voor translationeel onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Vos Winnok
- Co-promotor: Baets Jonathan
- Co-promotor: Baggerman Geert
- Co-promotor: Bertoglio Daniele
- Co-promotor: Bogers John-Paul
- Co-promotor: Coppens Violette
- Co-promotor: Elvas Filipe
- Co-promotor: Keliris Georgios A.
- Co-promotor: Kumar-Singh Samir
- Co-promotor: Mertens Inge
- Co-promotor: Morrens Manuel
- Co-promotor: Staelens Steven
- Co-promotor: Stroobants Sigrid
- Co-promotor: Timmerman Vincent
- Co-promotor: Timmermans Jean-Pierre
- Co-promotor: Verhaeghe Jeroen
- Co-promotor: Verhoye Marleen
- Mandaathouder: Lanens Dirk
- Mandaathouder: Prasad Aparna
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbetering van behandelstrategieën voor bipolaire stoornis door ontdekking van nieuwe kandidaat-geneesmiddelen en discriminerende diagnostische biomarkers.
Abstract
De psychiatrische behandeling van patiënten met een bipolaire stoornis wordt gekenmerkt door zeer lage remissie- en herstelpercentages als gevolg van een hoge non-respons op alle psychofarmacologische medicatie (30-35%). Met dit project willen we behandelstrategieën voor bipolaire stoornis met of zonder psychotische symptomen optimaliseren door alternatieve toegangspunten te vinden voor de ontwikkeling van nieuwe stemmingsstabiliserende medicijnen. Om databases van relevante biomarkers en vermoedelijke targets voor toekomstige ontwikkeling van psychofarmacologische geneesmiddelen op te zetten, zullen we een prospectieve klinische studie uitvoeren waarin patiënten met een bipolaire stoornis met of zonder psychotische symptomen, elektroconvulsietherapie (ECT) ontvangen, de laatste behandelkeuze wanneer andere farmacotherapeutische strategieën hebben gefaald. Tegelijkertijd zullen post-mortem hersenweefsels van patiënten worden onderzocht. Stalen van beide onderzoeksarmen worden geanalyseerd met behulp van proteoom en metaboloom methoden, gebruik makende van geavanceerde Liquid Chromatography Mass Spectrometry (LCMS). Vergelijkende analyses van differentieel tot expressie gebrachte eiwitten, eiwitnetwerken en metabole routes zullen resulteren in het opzetten van databases met geneesmiddeldoelkandidaten (DTC) voor beide van de bovengenoemde aandoeningen. Deze databases zullen waarschijnlijk in vervolgtrajecten leiden tot de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Morrens Manuel
- Co-promotor: Coppens Violette
- Mandaathouder: Janssens Jonas
- Mandaathouder: Skorobogatov Katrien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontrafelen van de pathofysiologie van psychotische depressie: Een zoektocht naar nieuwe biomarkers in het postmortale brein.
Abstract
Een depressieve stoornis is een psychiatrische stoornis gekenmerkt door een depressieve gemoedstoestand, negatieve gedachten, anhedonie en suïcidaliteit. Vaak hebben patiënten last van terugkerende psychotische episodes wat een enorme impact heeft op alle facetten van hun leven. Een subpopulatie van deze patiënten heeft bovenop de karakteristieke depressieve symptomen ook nog last van psychotische symptomen zoals waanbeelden en auditieve hallucinaties (Schatzberg, 2006). Huidige imaging onderzoeken en moleculaire studies wijzen op specifieke karakteristieken die differentiëren tussen psychotische depressie en non psychotische depressie, zoals verminderde functionele activiteit in de insula bij psychotische depressie (Farret et al., 2011), en naar gedeelde factoren tussen beide vormen zoals ontregeling van de HPA-as (review Dean and Keshavan, 2017). Hoewel er dus al wel enige kennis bestaat omstreeks de onderliggende neurobiologie van psychotische depressie, is de karakterisatie verre van compleet, wat geïllustreerd wordt door de geringe diagnostisering en onderbehandeling van deze ernstige stoornis. Dit is problematisch aangezien deze patiënten een aanzienlijke 14-20 procent van de patiënten betreft (Ohayon & Schatzberg, 2002) en dat deze subpopulatie een ander ziekteverloop en een verschillende reactie op behandeling vertoont (Buoli et al., 2013, Van Diermen et al., 2018). Nieuwe technieken zoals proteomics en transcriptomics kunnen hier soelaas bieden. Deze technieken geven de mogelijkheid om op grote schaal en vanuit een atheoretisch perspectief beide ziektebeelden in kaart te brengen. Zo werden er al interessante bevindingen gedaan in post-mortem breinen van patiënten met verscheidene ziektebeelden zoals schizofrenie, bipolaire stoornis en depressieve stoornis (review Saia-Cerada, 2017). Wat betreft psychotische depressie, is er tot nog toe enkel nog maar een kleinschalig onderzoek ondernomen door Martin-De Souza et al (2012) waarbij er kwantitatieve verschillen gevonden werden tussen proteïneconcentraties gerelateerd aan energiemetabolisme en werking van de synaps. Verder werden er ook verschillen gevonden in de expressie van proteïnen die eerder al gelinkt waren aan schizofrenie, zoals men zou verwachten gezien de eerder genoemde overlap in genetische risicofactoren. Hoewel deze interessante eerste bevindingen aantonen dat deze vorm van onderzoek een waardevolle bijdrage kan leveren aan de kennis omtrent psychotische depressie op het vlak van neurobiologie, zijn er grotere studies nodig die idealiter gebruik maken van predictieve statistische methodes zoals sensitiviteit, specificiteit en reclassificatie tabellen (Pencina, 2008) om zo potentiële biomerkers te destilleren voor psychotische depressie. Verder kan kennis van het onderliggende interactienetwerk interessante drug targets opleveren (Hopkins, 2008). Deze twee doelen zijn dan ook centraal voor dit doctoraat. Om dit te kunnen bewerkstelligen zullen hersenen uit de Corselliscollectie onderzocht worden met verschillende moleculaire technieken. In de eerste fase zullen medische dossiers gelezen en geïnventariseerd worden in een elektronische database samen met informatie over het beschikbare weefsel. In een tweede fase zullen uit deze database 4 types cases geselecteerd worden, namelijk gezonde controles, patiënten met een depressieve stoornis zonder psychotische kenmerken, patiënten met een psychotische depressieve stoornis en patiënten met een psychotische stoornis zonder affectieve kenmerken. Deze stalen zullen vervolgens geanalyseerd worden door middel van proteomics en transcriptomics.Onderzoeker(s)
- Promotor: Morrens Manuel
- Co-promotor: Coppens Violette
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontrafelen van de pathofysiologie van psychotische depressie: De zoektocht naar perifere en endofenotypische biomarkers.
Abstract
Majeur depressieve stoornis (MDD) is een ernstige psychiatrische aandoening met een grote impact op de kwaliteit van leven. Sommige MDD-patiënten ervaren psychotische symptomen (zoals hallucinaties of wanen) en worden daarom geclassificeerd als psychotische majeure depressie (PMD). Omdat deze aandoening gepaard gaat met een hoog sterfterisico, moet het zo snel mogelijk worden geïdentificeerd. PMD blijft echter ondergediagnosticeerd en dus onderbehandeld, hoewel tot 20% van de MDD-patiënten psychotisch zijn. Bovendien is er weinig bekend over de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan deze twee verschillende vormen van depressie. De aanbevolen eerstelijnsbehandeling voor PMD bestaat uit het combineren van een antidepressivum met een antipsychoticum of elektroconvulsietherapie (ECT). Farmacotherapie heeft echter verschillende nadelen, zoals een vertraagde start van de behandelingseffecten en een lagere responsiviteit bij PMD-patiënten, terwijl ECT snellere effecten biedt en effectiever lijkt in PMD dan niet-PMD. Hoewel ECT een waardevolle therapeutische optie lijkt te zijn, zijn de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan de effecten ervan nog onduidelijk. Dit project heeft tot doel biomarkers vast te stellen die gekoppeld zijn aan ECT respons bij patiënten met psychotische depressies. We zullen veranderingen in verschillende perifere biomarkers met betrekking tot ECT-respons in PMD onderzoeken. We zullen de effecten op interessante moleculen (immuunmarkers, oxidatieve stressmarkers, groeifactoren) onderzoeken, maar zullen ook nieuwe potentiële biomarkers verkennen met behulp van genomica, transcriptomics en proteomics. Bovendien zal MRI met structurele en rusttoestand informatie verschaffen over specifieke hersenregio- en / of netwerkveranderingen om psychotisch te onderscheiden van niet-psychotische zware depressies. In totaal worden 100 onderwerpen toegewezen aan leeftijds- en geslachtsafhankelijke groepen: 1) PMDpatiënten (n = 40), 2) niet-PMD-patiënten (n = 40) en 3) gezonde controles (n = 20). PMD- en niet-PMD-patiënten zullen ECT ondergaan en zullen daarom vóór en na voltooiing van het ECT-behandelingsschema worden geëvalueerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Morrens Manuel
- Co-promotor: Coppens Violette
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject