Onderzoeksgroep

Expertise

Geschiedenis van de moderne filosofie (17e-18e eeuw), David Hume, Meta-ethiek en morele psychologie, bio-ethiek

Irreligie en gedeelde illusies in Hume's tweede Enquiry en de Natural History of Religion 01/10/2020 - 30/09/2023

Abstract

Traditionele interpretaties van Hume's Enquiry concerning Human Understanding (EHU) legden tot nu toe de focus op de naturalistische en sceptische aspecten van zijn epistemologie. In recente literatuur is een alternatieve lezing op de voorgrond gekomen: hierbij wordt verdedigd dat zowel de EHU als de Treatise of Human Nature een poging vormt om de epistemologische en morele autoriteit van religieus geloof te ondermijnen. Vanuit dit perspectief is echter relatief weinig aandacht besteed aan Hume's irreligeuze houding in de Enquiry concerning the Principles of Morals (EPM) en zijn Natural History of Religion (NHR). Het voorliggend project wil Hume's irreligieuze benadering van de moraal doorheen de EPM en NHR nader onderzoeken en begrijpen. Daarbij vertrekt dit project van de vraag die Hume openlaat in EHU 11.29. Ik verdedig de gedachte dat Hume in de EPM niet enkel een seculiere fundering van de moraal voorstaat, maar ook deze open vraag in positieve zin beantwoordt: religie kan inderdaad binnen welbepaalde condities moreel gedrag ondersteunen. Deze conclusie kon hij niet bereiken op basis van de normatieve epistemologie ontwikkeld in de EHU. Maar vanuit de natuurhistorische benadering die hij voorstaat in de EPM ontwikkelt Hume een set van socio-antropologische concepten en verschuift daarbij de focus van de rol gespeeld door psychologische mechanismen in de Treatise. Indien men EPM en NHR op die wijze leest, wordt de irreligieuze houding van Hume in dit werk gemilderd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Leerstoel Nicolas Cusanus - interreligieuze dialoog in conflictpreventie en -oplossing. 01/09/2018 - 31/08/2019

Abstract

Dit project wil een bijdrage leveren tot het begrijpen van de ideologische, culturele en politieke dimensies van interreligieuze conflicten en de oplossingen hiervoor. De werkhypothese is de volgende: een intern verstaan van religieuze tradities is een essentieel onderdeel van een verzoenende dialoog, vereist voor echte conflictpreventie en eventuele oplossing.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De naturalisering van de religie: op zoek naar Hume's erfenis voor de hedendaagse cognitieve wetenschap van de religie. 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

David Hume (1711-1776) was gefascineerd door de vaststelling dat religie een fundamenteel aspect uitmaakt van de menselijke bestaansconditie en cultuur. Vanuit die optiek ontwikkelt hij zijn naturalistisch-historische reconstructie van het ontstaan van de religie. In dit onderzoek wordt gepeild naar de relevantie van deze benadering voor de debatten in de hedendaagse 'Cognitive Science of Religion'. Het project wil aantonen dat de vigerende debatten in de hedendaagse CSR erg verwant zijn met de 18de eeuwse proeven van een naturalistische verklaring van de religie vanuit psychologische mechanismen en sociale omstandigheden die tot de universele kenmerken behoren van de menselijke natuur. Dit project wil evenwel aantonen dat Hume, meer dan de hedendaagse CSR, oog had voor de culturele en praxeologische inbedding van religie, waardoor hij een alternatief formuleert voor een verklaring van de religie louter vanuit geloof en overtuiging.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ethiek Met of Zonder Ontologie: Het Debat Tussen Taylor en Putnam. 01/10/2017 - 30/09/2020

Abstract

Dit project onderzoekt een nieuwe vorm van ethiek die het midden houdt tussen hermeneutische en naturalistische benaderingen. Dit gebeurt via een confrontatie tussen Charles Taylors morele filosofie en de pragmatische ethiek van Hilary Putnam. Enerzijds stellen zij dat cruciale kenmerken van het menselijk leven ondergesneeuwd raken, wanneer ze benaderd worden vanuit een strikt wetenschappelijk standpunt. Anderzijds verschillen zij van elkaar in hun verdediging van de autonomie van de ethiek. Dit project wil aantonen dat de autonomie van de ethiek niet binnen een naturalistisch kader moet worden verdedigd, maar binnen de interactie van een hermeneutische en een naturalistische benadering.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Interreligieuze dialoog in conflictpreventie en –oplossing. 01/09/2016 - 31/08/2018

Abstract

Dit project wil een bijdrage leveren tot het begrijpen van de ideologische, culturele en politieke dimensies van interreligieuze conflicten en de oplossingen hiervoor. De werkhypothese is de volgende: een intern verstaan van religieuze tradities is een essentieel onderdeel van een verzoenende dialoog, vereist voor echte conflictpreventie en eventuele oplossing.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

'Bevend van nieuwsgierigheid': De naturalisatie van religie in de vroegmoderne tijd. 01/10/2015 - 30/09/2018

Abstract

Dit onderzoeksproject bestudeert de verschuivingen in de verhouding tussen nieuwsgierigheid en religie en pleit voor de centrale rol van nieuwsgierigheid in het nieuwe 'genaturaliseerde' discours over religie in de vroegmoderne tijd (1500- 1800). Tegelijk beschouwd als een natuurlijke menselijke neiging, die centraal is voor de wetenschappelijke kennis, en als een zonde door sommige theologische denkers, geeft de Britse filosoof Thomas Hobbes het concept 'nieuwsgierigheid' een nieuw en transformatief gebruik. Het wordt de basis van zijn uitleg van religie en levert de conceptuele middelen voor een genaturaliseerde benadering van religie, d.i. een benadering die een beroep doet op psychologische, cognitieve en sociale functies van het menselijk wezen. Men begint religie te zien als een menselijke sociale praktijk als elke andere en niet meer als een uitzonderlijk, bovennatuurlijk fenomeen. Het project maakt gebruik van Hobbes als een ankerfiguur en onderzoekt vervolgens het denkenvan David Hume en anderen in deze periode, met inbegrip van Spinoza en Malebranche, en richt zich vooral op nieuwsgierigheid en daarmee samenhangende begrippen als angst en verwondering. Het project analyseert de veranderende relatie tussen de nieuwe inzichten in nieuwsgierigheid en religie in deze periode en wil deze inzichten gebruiken voor de beantwoording van hedendaagse vragen zoals bijvoorbeeld: Of en hoe religie een deel van ons mens-zijn is? Hoe en waarom religie persisteert, en – in het licht van de veranderende perspectieven op nieuwsgierigheid – hoe de relatie tussen religie en wetenschappelijke kennis beter begrepen kan worden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Neurologische diversiteit en epigenetische invloeden in utero. Een ethisch onderzoek van maternale verantwoordelijkheid ten opzichte van het toekomstige kind. 01/07/2015 - 30/06/2017

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Actiemogelijkheden waarnemen in natuurlijke, sociale en morele omstandigheden. Een studie van het concept 'actiemogelijkheid', en de verklarende waarde ervan. 01/10/2014 - 30/09/2017

Abstract

Wanneer een persoon haar hand naar mij uitsteekt, dan zie ik dat als een uitnodiging om haar hand te schudden. Met andere woorden, ik zie haar uitgestoken hand als 'schudbaar'. J.J. Gibson vond een term uit voor dit fenomeen. Hij noemde het een 'affordance', in het Nederlands vertaald als een 'actiemogelijkheid'. De uitgestoken hand 'biedt mij de mogelijkheid' om ze te schudden. Naar analogie daarmee biedt een bal die naar mijn toe vliegt de mogelijkheid hem te vangen, tenminste indien ik bepaalde vaardigheden heb. De bal heeft de affordance/actiemogelijkheid 'vangbaarheid'. Wat zorgt ervoor dat ik aspecten van situaties zie als 'Q-baar'? Niet enkel de fysische eigenschappen van de situatie of het object spelen een rol. Karakteristieken van de waarnemer evenzeer, cf. mijn vaardigheid om ballen te vangen. Iemand die nog nooit een balspel gespeeld heeft, ziet een erg snelle bal wellicht niet als vangbaar, maar veeleer als een gevaar dat ontweken moet worden. Hoe moeten we deze vorm van waarnemen begrijpen? 'Infereert' of 'concludeert' de waarnemer de actiemogelijkheid op basis van informatie over zichzelf en de situatie? Of ziet hij de mogelijkheid 'direct', zonder inferentiëel proces? Gibson verdedigde de tweede, 'directe' versie, maar zijn geschriften bieden geen duidelijke theorie over hoe directe waarneming van actiemogelijkheden dan wel begrepen moet worden. Het concept 'affordance/actiemogelijkheid' is aantrekkelijk voor toepassingen in sociale en morele perceptie, maar is evenzeer bekritiseerd als zijnde te vaag. Bijgevolg bestaat er onzekerheid over de vraag of het begrip wel verklarende waarde heeft binnen een wetenschappelijke theorie over de waarneming. Dit project heeft als doel te verhelderen wat het betekent om actiemogelijkheden waar te nemen in brede zin, d.w.z. zowel in eenvoudige, fysische zin als in sociale en morele situaties. Tevens is het doel om de verklarende waarde van het begrip aan te tonen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tegengestelde krachten. Charles Taylor over sterke waardering, moraal en Nietzsche. 01/10/2014 - 30/09/2016

Abstract

Dit project onderzoekt de rijke filosofie van Charles Taylor. Via een gedetailleerde analyse van zijn concept van sterke waardering worden de hoofdthema's en spanningen binnen Taylors oeuvre als geheel in kaart gebracht. De analyse begint met een reconstructie van sterke waardering in Taylors vroege teksten. Vervolgens worden de verschillende thema's en argumenten behandeld waarin hij het concept van sterke waardering bespreekt. Op basis van deze analyse wordt nader ingegaan op de verschillende methodologische conflicten in Taylors filosofie. In tegenstelling tot de hoofdstroom van het hedendaagse Taylor-onderzoek betoog ik dat de volheid van Taylors werk pas echt tot uiting komt door een onderscheid aan te brengen tussen de filosofisch-antropologische, morele en ontologische implicaties van sterke waardering.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vertrouwen en instituties: belastingplicht en de ethiek van goed bestuur. 01/01/2014 - 31/12/2017

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Radicaal belichaamde morele emoties. 01/10/2013 - 30/09/2014

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het geweten en zijn bezwaren: een grondig onderzoek. 01/10/2012 - 30/09/2015

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tegengestelde krachten. Charles Taylor over sterke waardering, moraal en Nietzsche. 01/10/2012 - 30/09/2014

Abstract

Het thema van moreel pluralisme wordt steeds belangrijker binnen seculaire, postmoderne samenlevingen. Echter, in haar pogingen om met conflicterende waarden om te gaan heeft de filosofische reflectie strategieën ontwikkeld die de spanningen in de hedendaagse morele cultuur onderschatten, vermijden of simpelweg negeren. Tegen deze achtergrond streeft men in dit project naar een filosofisch begrip van moraliteit dat recht doet aan de permanente spanningen tussen concurrerende waarden (cross pressures) binnen de westerse cultuur. Ten eerste, aan de hand van de visie van Charles Taylor op de hedendaagse morele cultuur, die wordt gereconstrueerd door een nauwgezette analyse van zijn begrip 'sterke waardering' (strong evaluation). Ten tweede, door deze analyse te confronteren met Nietzsches analyse van het nihilisme.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Van passie tot religie. De retoriek en politiek van Hume's verklaring van het bijgeloof. 01/01/2012 - 31/12/2015

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De tegengestelde krachten van de moraal. Friedrich Nietzsche and Charles Taylor over zin, moraal en postmoderniteit. 01/10/2011 - 30/09/2012

Abstract

Dit onderzoek biedt – voor de eerste keer – een confrontatie tussen twee filosofen die op het eerste gezicht elkaars tegenpolen zijn: Friedrich Nietzsche (1844-1900), denker van het nihilisme en 'de dood van God', en Charles Taylor (*1931), filosoof van de 'sterke waardering' (strong evaluation) en de onvermijdelijkheid van zingeving. Echter voor beide filosofen staat vast dat de postmoderne mens in een fundamentele identiteitscrisis verkeert door het verlies van een evidente betekenishorizon. Beiden erkennen bovendien ten diepste dát de postmoderne mens zich moreel gezien in een spanningsveld bevindt, en dat het er op aan komt zich te leren bewegen temidden van de tegengestelde krachten van de moraal. Juist in en door de dialoog tussen Nietzsche en Taylor wordt het mogelijk de voorwaarden te onderzoeken van een 'derde weg', tussen de extremen van fundamentalisme en moreel relativisme.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De idee van een 'civiele cultuur': rechtvaardigheid en stabiliteit in de religieus pluralistische samenleving. 01/10/2011 - 31/12/2011

Abstract

Dit onderzoeksproject exploreert, vanuit het perspectief van de politieke filosofie en de ethiek, de mogelijkheid om religieuze diversiteit binnen een samenleving tot een zekere verzoening te brengen. Het concept van een 'civiele cultuur' (culture of civility) wordt hiertoe uitgewerkt. Hieronder wordt de noodzaak verstaan om een niet-institutionele consensus te bereiken over een gedeelde traditie van burgerschap in een context van religieus pluralisme.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Passie, narratief, en sociale orde bij Spinoza en Hume. 01/10/2010 - 30/09/2014

Abstract

Dit project is een vergelijkend onderzoek naar de sociaal-politieke denkbeelden van Spinoza en Hume. Beide filosofen beschouwen een sociale orde als het product van zijn specifieke geschiedenis, niet slechts van de feitelijke, maar ook van de 'narratieve' geschiedenis. Een collectief narratief ¿ d.w.z. een gezamenlijke imaginaire reconstructie van het verleden ¿ verenigt een volk door te appelleren aan gedeelde emoties, en is daarmee van essentieel belang voor sociale samenhang. In dit onderzoek wordt de notie van 'narratief' aangewend om de common ground in de politieke theorieën van Spinoza en Hume te belichten. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan het religieuze narratief, dat beide filosofen als gevaarlijk zien, maar ¿ zo lijkt het ¿ ook als potentieel nuttig voor een samenleving, indien het loskomt van overmatig bijgeloof.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De retoriek van de passies. Naar een historisch-contextuele interpretatie van Humes theorie van de passies en zijn praktische kritiek van de religie. 01/07/2009 - 31/12/2013

Abstract

Dit onderzoek betreft de relatie tussen David Humes filosofisch-verklarende theorie van de passies en zijn retorisch-essayistische evaluatie van de religieuze passies. Dit onderzoek moet aantonen hoe Humes matiging van de kritiek op de religieuze passies in zijn latere geschriften kan verzoend worden met zijn naturalistische verklaring van de passionele oorsprong van de religie en het religieus fanatisme als zodanig.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een grondslagentheoretisch en toegepast onderzoek naar de relatie tussen pluralisme, ethiek en regulering in biomedische en technologische aangelegenheden. 01/10/2006 - 30/09/2010

Abstract

In de context van (de resultaten van) biomedisch en biotechnologisch onderzoek zijn recht en ethiek sterk met elkaar verweven. Naarmate er op dat domein meer vooruitgang wordt geboekt zal deze relatie steeds pregnanter op de voorgrond treden, en zal er bij de politiek - de wetgever - steeds vaker op worden aangedrongen om tot wettelijke regulering van de ethische vragen en problemen die als gevolg daarvan rijzen over te gaan. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: hoe moet de wetgever (regelgever) reageren op de ethische vragen en problemen die de resultaten van het biomedisch en biotechnologisch onderzoek doet rijzen?

Onderzoeker(s)

  • Promotor: Adams Maurice
  • Co-promotor: Lemmens Willem
  • Mandaathouder: Braspenning Sven

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tragedie, ethiek en 'moreel geluk'. Een cultuur- en moraalfilosofisch onderzoek naar de grenzen van de procedurele ethiek en de rol van narratieve tradities en wereldbeelden in de morele ervaring. 01/01/2004 - 31/12/2006

Abstract

De verdere ontwikkeling van een historisch-systematische studie over de wijze waarop de categorie van `het tragische' in de ethiek tot uitdrukking is gekomen. Hierbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan (a) de antieke moraalfilosofische traditie en (b) de negentiende-eeuwse filosofie (Schopenhauer, Nietzsche, Kierkegaard). Een antwoord op de vraag hoe tragiek en in het bijzonder de fenomenen van `tragische keuzes' en `moreel geluk' in de hedendaagse morele ervaring aan de orde worden gesteld, en dit zowel in de continentale als anglo-saksische wijsgerige traditie. Een onderzoek naar de mogelijkheden en voorwaarden van een hermeneutisch-contextueel concept van ethische reflectie, dat zich rekenschap geeft van deze hernieuwde erkenning van tragiek en tegelijk vruchtbaar kan zijn voor de toegepaste ethiek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Religieuze passies en emoties. Studie van de specificiteit van de passionele gehechtheid in de religie en van de cruciale rol van de begeleidende emoties. 01/01/2002 - 31/12/2005

Abstract

Het project situeert zich op het raakvlak van de wijsgerige antropologie en de studie van de spiritualiteit. Uitgangspunt vormt de vraag naar de rol van de passies en de emoties in de religieuze gehechtheid. De werkhypothese is dat de recentste ontwikkelingen in de theorie van de passies en emoties in de wijsbegeerte, in casu de morele psychologie, opheldering kunnen bieden voor een hermeneutische opheldering van de volgende aspecten van religie en spiritualiteit: (i) de rol van de emoties in de betekenisincarnatie en religieuze symboliek; (ii) de uitzuivering en cultivering van de passies en emoties in de spirituele ervaring; (iii) de passionele gehechtheid aan het absolute en de ontwikkeling van een attitude van religieus vertrouwen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ex abundantia cordis. Een godsdienstfilosofisch onderzoek naar de rol van emoties in de religie. 01/01/2002 - 31/12/2005

Abstract

Vooral in de filosofie van de geest en in de moraalfilosofie werden diverse theorieën van de passies en de emoties opgesteld. Deze theorieën werden nog niet toegepast op het specifieke domein van de religieuze passies en emoties. Dit onderzoeksproject wil door genoemde toepassing inzicht verkrijgen in volgend vraagstuk. Hinderen, begeleiden of constitueren emoties de religieuze houding van het subject?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tragedie en ethiek. Actualisering van de ethische componenten van tragische keuzes op basis van het werk van Martha Nussbaum. 01/06/2001 - 31/12/2005

Abstract

In het werk van de amerikaanse ethica Martha Nussbaum vinden we een meesterlijke analyse van de Griekse tragedies, en van het type ethische reflectie dat ze bevatten. Wij wensen de vraag te beantwoorden a) over welk soort ethiek het gaat en b) in welke mate de ethische wijsheid van deze tragedies te actualiseren is, nu we in een ander wereldbeeld leven dan dat van de antieken. Heeft de moraal van de tragedie eeuwigheidswaarde? In welke zin wel, en in welke niet?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Passies, 'morele kennis' en deugd. Een onderzoek naar de relevantie en betekenis van David Humes moreel naturalisme in het perspectief van de hedendaagse Anglo-Amerikaanse morele deugdenethiek 01/10/1998 - 30/09/2000

Abstract

Dit onderzoek streeft een drievoudige doelstelling na: //..- nagaan in hoeverre Humes concept van morele kennis (sensibiliteit) verzoenbaar is met een interne realisme m.b.t. morele waarden en oordelen;//..- de relevantie van Humes theorie van de passies voor de hedendaagse Anglo-Amerikaanse morele psychologie evalueren;//..- de verhouding van Humes naturalisme tot zijn deugdenethiek beoordelen in het perspectief van de opbloei van de hedendaagse deugdenethiek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

    Project type(s)

    • Onderzoeksproject